Indien de voortgang financieel en/of beleidsmatig afwijkt ten opzichte van de Programmabegroting 2020 wordt dat in deze paragraaf gerapporteerd. De afwijkingen worden per programma gerapporteerd. Er wordt bij ieder programma gestart met de beleidsmatige afwijkingen. Verantwoording vindt plaats op basis van de in de Programmabegroting 2020 opgenomen doelenboom. Waar nodig volgt een korte toelichting op de geconstateerde afwijkingen.
Vervolgens worden de ontwikkelingen, die onuitstelbaar en onontkoombaar zijn, weergegeven. Uitgangspunt voor de beoordeling van deze ontwikkelingen is dat bijsturing (hetzij positief, hetzij negatief) nodig is om het huidige beleid te kunnen blijven uitvoeren.
Beleidsmatige afwijkingen doelen Programmabegroting 2019
In onderstaande tabel worden de beleidsafwijkingen gepresenteerd ten opzichte van de Programmabegroting 2019-2023 programma Sociaal.
Toelichting tabel
In de eerste kolom wordt aangegeven om welke doelstelling het gaat. In de tweede kolom wordt een 'score' gegeven van 1 t/m 4. De score betekent:
In de derde kolom is het gewenste resultaat geformuleerd, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2019.
Doelstelling | Stand van zaken | Resultaat |
1. De sociale cohesie in de dorpskernen van de gemeente Losser is gestimuleerd |
4 |
|
2. Het aanbod van (maatschappelijke) voorzieningen in de gemeente Losser sluit aan bij de lokale behoefte |
4 |
|
3. De gemeente Losser zet in op vroegtijdige signalering om de zelfredzaamheid te bevorderen |
3 |
|
4. De gemeente Losser biedt tijdig, passende ondersteuning en zorg |
4 |
|
Dit onderdeel geeft een nadere toelichting op de uitvoering van de begroting 2019 (alleen afwijkingen) en een (eventuele) toelichting op de stand van zaken van de realisatie van de doelen uit de 'Doelenboom'.
In de vorige Voorjaarsnota hebben we onze zorgen uitgesproken over de blijvende betaalbaarheid van het Sociaal domein. Mede door sturing van onze kant lijkt dit financiële risico redelijk beheersbaar. Wij vinden het belangrijk om onze inwoners in staat te stellen om zoveel en zolang mogelijk zelfstandig invulling aan het leven te geven. Vaak kunnen problemen, bouwend op een eigen netwerk, worden opgelost. Ook worden inwoners gestimuleerd om gebruik te maken van algemeen toegankelijke basisvoorzieningen. Pas als oplossingen hierin niet gevonden kunnen worden, kunnen duurdere maatwerkvoorzieningen aan de orde zijn. De pilots die we uitvoeren zijn gericht op het verder versterken van deze beweging.
Ondanks het feit dat we actief bezig zijn om vroegtijdig te signaleren om (grotere) problemen te voorkomen en kosten te beperken, wordt een belangrijk deel hiervan veroorzaakt door (beperkt te beïnvloeden) externe ontwikkelingen. Daarbij is te denken aan rechterlijke uitspraken. Zo hebben we op dit moment te maken met jurisprudentie die maakt dat de huishoudelijke ondersteuning dient te worden aangepast. In regionaal afstemming wordt onderzocht tot welke bijstellingen van beleid en uitvoering dit moet leiden en wat de financiële gevolgen zijn. Daarnaast is het zo dat gemeenten (soms) de zorg moeten betalen die door externe verwijzers wordt ingezet, waardoor de gemeente geen regie heeft op de zorg(kosten). Ook is sprake van vergrijzing van de bevolking waardoor de zorgbehoefte stijgt.
Kortom, we moeten scherp blijven en rekening houden met ontwikkelingen die zich voordoen. In het sociaal domein en in de financiële verhouding met het rijk.
Overzicht ontwikkelingen O&O
Als een 'min-teken' (-) voor een bedrag staat, betekent dit dat sprake is van een financieel nadelige ontwikkeling.
Voor de financiële analyse op het Sociaal Domein zijn een aantal uitgangspunten opgesteld. Met deze uitgangspunten is een inschatting gemaakt wat de benodigde budgetten voor de jaren 2019 t/m 2023 moeten zijn.
Toelichting ontwikkelingen O&O
Bijramen jeugdwet
Op basis van de meeste recente informatie is de verwachting dat het jeugdbudget in 2019 €563.000,- te laag is. Dit tekort neemt naar verwachting af tot € 439.000 in 2023. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door de wijziging in de manier van indiceren en de daarmee samenhangende tariefverhoging (5%), behorend bij het Twents model. We zien tot op heden geen redenen om te veronderstellen dat de zorgbehoefte van de jeugdigen drastisch is veranderd. Wel is de verwachting dat sprake is van een lichte toename op de ondersteuningsbehoeften ten opzichte van 2018. Bij de individuele ondersteuningsbehoeften komt dit door de herindicaties. In juni zal opnieuw geïndiceerd moeten worden. Er vanuit gaande dat de zorgtoewijzingen redelijk te vergelijken zijn met voorgaande jaren (2017 en 2018), willen we de verzilveringsgraad bijstellen naar 76%. Naar onze inschatting is dit een reëel percentage.
Bijzondere bijstand
De kosten voor bewindvoering stijgen, waardoor het beroep op bijzondere bijstand toeneemt. Ook is op basis van de huidige trends gebleken dat het niet mogelijk is de vorderingen in de begrote omvang te innen, waardoor verlaging van de geraamde inkomsten noodzakelijk is. In totaliteit leidt dit tot een nadeel van € 55.000 voor de jaren 2019 t/m 2023.
Bruto bijstand zelfstandigen
Op basis van de laatste inzichten zijn minder uitgaven voor Leenbijstand zelfstandigen gedaan, waardoor aframing van het huidige budget mogelijk is. De vorderingen op Bijstand zelfstandigen is lager dan geraamd, waardoor aframen van de ontvangsten noodzakelijk is. Salderend zal het voordeel € 50.000 zijn in de jaren 2019 t/m 2023.
Huishoudelijke verzorging
Vanwege een aanzuigende werking door de invoering van het abonnementstarief is in 2019 onvoldoende budget op de huishoudelijke ondersteuning. Het tekort bedraagt in 2019 ongeveer € 133.000. Een deel (€ 70.000) van dit budget heeft betrekking op de PGB verstrekkingen. Vanaf 2020 is de verwachting dat we budget kunnen aframen oplopend tot € 274.000 in 2023, omdat voorheen gerekend was met een te ruime indexering en volumegroei.
ICT binnensportaccommodaties
De automatisering van de binnensportaccommodaties, in het bijzonder het zwembad, is verouderd en vergt een investering.
Inkomensvoorziening Participatiewet
De voorlopige rijksbijdrage is op basis van de laatste circulaire naar beneden bijgesteld waardoor aframing van het huidige budget met € 118.000 noodzakelijk is in de jaren 2019 t/m 2023. We verwachten op basis van de trend dat er minder uitkeringsgerechtigden PW, IOAW en IOAZ in 2019 zijn waardoor aframing met € 575.000 van het budget mogelijk is. Daarentegen zijn de vorderingen op basis van een actualisatie € 10.000 te laag ingeschat. Het aantal mensen met een arbeidshandicap dat met een loonkostensubsidie aan het werk gaat, stijgt ieder jaar met ongeveer 10 personen waardoor budget bijramen noodzakelijk is van € 60.000 in 2019 naar € 140.000 in 2023. We verwachten op basis van de huidige trend € 17.000 minder budget nodig te hebben voor de langdurigheidstoeslag.
Rolstoelen WMO
In verband met de nieuwe code ‘Veilig vervoer rolstoelen’ zal een groot aantal rolstoelen vervangen moeten worden, omdat het vervoersmiddel niet meer voldoet aan de eisen om veilig vervoerd te kunnen worden in een taxi.
Sociaal Medische Indicatie kinderopvang
Er is een stijging te zien in het aantal indicaties voor sociaal medische kinderopvang. Dit is een gevolg van het meer preventief inzetten op problematiek.
Vervoersvoorzieningen Wmo
Vanaf 2018 worden de kosten voor vervoer Wmo nieuwe taken onder de Wmo vervoersvoorzieningen verantwoord. De begroting is hier nog niet op ingericht en gaat nog uit van verantwoording onder Wmo ondersteuningsbehoeften. Hierdoor vindt op dit budget voor de komende jaren een overschrijding plaats van € 218.000. Tegelijkertijd worden de opbrengsten voor vervoer met € 20.000 lager verwacht. De kosten voor regiotaxi zijn daarentegen lager dan vooraf voorzien waardoor het budget afgeraamd kan worden met € 79.000. Deze plussen en minnen leiden tot het bijramen van dit budget met € 159.000 in 2019 oplopend naar € 167.000 in 2023.
Wmo algemeen
Het beschikbare budget schiet tekort voor kosten als abonnements- en onderzoekskosten, waardoor ophoging van het budget met ongeveer € 20.000 noodzakelijk is.
Wmo eigen bijdragen
De eigen bijdrage voor mensen die gebruik maken van voorzieningen uit de Wmo is per 1 januari 2019 voor iedereen gelijk. Het bedrag is € 17,50 per 4 weken, ongeacht het inkomen of de draagkracht. Voorheen was gemiddeld de eigen bijdrage ongeveer € 32, waardoor het totale bedrag aan eigen bijdrage ongeveer wordt gehalveerd. Een verlaging van het inkomstenbudget met € 170.000 in 2019 tot € 186.000 in 2023 is onvermijdelijk.
Wmo ondersteuningsbehoeften
De afgelopen jaren zijn er conform beleid minder cliënten die gebruik maken van PGB budgetten, waardoor verlaging van het budget mogelijk is. De kosten ‘zorg in natura’ stijgen minder dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast is in dit budget rekening gehouden met vervoerskosten Wmo nieuwe taken die momenteel geboekt moeten worden op de Wmo vervoersvoorzieningen waardoor aframing van het budget met € 336.000 in 2019 naar € 211.000 in 2023 mogelijk is.
Reïntegratiebudget
De kosten van reïntegratie zijn de afgelopen jaren gestegen. Het reïntegratiebudget wordt in overeenstemming gebracht met de werkelijke kosten. Om te voorkomen dat mensen langdurig in de bijstand komen, zetten wij in op extra begeleiding (reïntegratie) van de doelgroep alsmede samenwerking met bedrijven om mensen duurzaam te plaatsen. Indien we deze inzet niet plegen, verwachten we een stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden (gemiddeld € 14.500 per jaar) wat extra druk zal organiseren op het BUIG budget. Hierdoor is extra budget nodig, oplopend van € 125.000 in 2019 naar € 272.000 in 2023.
Sociale werkvoorziening WIL
Door bijstelling van de rijksbijdrage van ongeveer gemiddeld € 110.000 de komende jaren en actuele herberekening van voornamelijk de loonkosten in verband met afbouw personeelsbestand door onder andere pensioen, overlijden en vervroegd uitdiensttreding is sprake van vermindering van kosten, waardoor een voordeel ontstaat. Deze herberekening heeft een cumulerend effect waardoor de positieve afwijking met de jaren toeneemt. Dit voordeel is € 108.000 in 2019 oplopend tot € 920.000 in 2023 bij de werkvoorziening WiL.
Beleidsmatige afwijkingen doelen Programmabegroting 2019
In onderstaande tabel worden de beleidsafwijkingen gepresenteerd ten opzichte van de Programmabegroting 2019-2023 programma Fysiek.
Toelichting tabel
In de eerste kolom wordt aangegeven om welke doelstelling het gaat. In de tweede kolom wordt een 'score' gegeven van 1 t/m 4. De score betekent:
In de derde kolom is het gewenste resultaat geformuleerd, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2019.
Doel | Stand van zaken | Resultaat |
1. De gemeente Losser heeft een vitale landelijke omgeving |
4
4 4 4
|
|
2. De gemeente Losser biedt ruimte voor maatschappelijk verantwoord ondernemen |
4
4
4
|
|
3. We laten een gezonde leefomgeving na aan de volgende generaties |
4
2
4 4
4 |
|
4. In de gemeente Losser is het prettig wonen en leven |
4
4 4
4
4 4
|
|
De gemeente Losser is in 2022 minimaal 20% energieneutraal.
Aanleiding
Gezamenlijk met de vier Noordoost Twentse gemeenten werken we aan het doel om in 2023 20% duurzame energieopwekking (warmte en elektriciteit) te realiseren. Losser heeft in haar coalitieakkoord afgesproken dit percentage in 2022 al te willen realiseren. Voor de voortgangsbewaking van dit doel gebruiken we de nationale Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat (RWS). De monitor is onlangs aangevuld met de laatste gegevens (warmte-opwekking).
Terugval duurzame opwek in Losser
We zien een sterke toename in het energieverbruik ten opzichte van de vorige monitor. Het blijkt dat het verbruik van de industrie in Losser nog niet bekend was bij RWS en daardoor niet was meegenomen in het totale verbruik. Hierdoor is het verbruik over het peiljaar hoger en valt het percentage duurzame opwek lager uit dan waar we tot nu toe vanuit zijn gegaan. Losser valt hiermee terug van 12% duurzame opwek naar 10,2% duurzame opwek. De opgave is dus gegroeid.
Projecten in de pijplijn
Tegenover deze gegroeide opgave staan ook geplande projecten en concrete aanvragen voor SDE+ in onze gemeente. Ervaring leert dat grofweg 65 procent van de aangevraagde SDE-projecten ook daadwerkelijk tot uitvoering komen. Vanaf 2016 tot en met het voorjaar van 2019 zijn de volgende projecten;
Doorkijk te behalen doelstelling
Gemeente Losser heeft de opgave om in 2022 op basis van het huidige verbruik 179,3 TJ per jaar duurzaam op te wekken. Met de projecten in de pijplijn en de realisatiegraad (65%) van deze projecten binnen een periode van 3 jaar, wordt naar verwachting ca 80 TJ/jr behaald (inclusief het zonneveld in Overdinkel). Hiermee resteert nog een opgave van 100 TJ/jr tot 2022, die zich kan vertalen in:
- 37 ha zonneveld
- 3 - 4 windmolens
- 1 grote biovergisters
Conclusie: Om het doel 20% duurzame opwek in 2022 te halen zijn er voor 2022 nog 2 tot 3 (grotere) zonnevelden nodig of 3 tot 4 windmolens.
Overzicht ontwikkelingen O&O
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
Het gaat om een wettelijke (gemeentelijke) taak, die in de bedrijfsvoering van onze gemeente dient te worden verankerd.
BGT – Module STUF GBI
Het up-to-date houden van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een wettelijke gemeentelijke taak. Er is een connector (STUF) nodig tussen de BGT en het beheersysteem voor alle taakvelden in de openbare ruimte (GBI). Het is een wettelijke taak om de BGT actueel te houden. Dat gebeurt onder andere via het berichtenverkeer tussen onze beheersystemen en de BGT. Zonder connector wordt het gegevensbeheer en daarmee ook invulling van deze taak fysiek onmogelijk, dan wel zeer inefficiënt en onbetrouwbaar.
Bijdrage onderhoudskosten Overdinkel (de Rots)
Voor de onderhoudskosten is gedurende de jaren 2019-2031 een jaarlijkse bijdrage in de onderhoudskosten Centrumplan Overdinkel gereserveerd. De jaarlijkse lasten zijn al geraamd, de dekking (die loopt via het krediet Centrumplan Overdinkel) nog niet.
Exploitatie voormalige NIEGG Gronden
Door de verkoop van het voormalige Topcraft-terrein zijn er geen baten en lasten meer voor deze gemeentelijke eigendommen; de besparing op de kapitaallasten zijn verwerkt in het middelenkader onder actualisatie kapitaallasten. De overige baten en lasten worden hier afgevoerd.
Kapitaallasten investeringen
Deze lasten vloeien voort uit de in de planperiode opgenomen investeringen voor:
Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 2.
Omgevingswet
Voor de implementatie van de Omgevingswet en de onderscheiden bouwstenen zoals die in het Koersdocument Omgevingswet zijn vastgelegd, is een projectorganisatie benodigd. De geraamde kosten betreffen de inzet van programmamanager, projectleiders, ondersteunende functies en compensatie van reguliere inzet ten behoeve van de projecten. De bestaande reserve ad € 312.000 voldoet om de kosten voor 2019 te voldoen. Vanaf 2020 zijn extra middelen noodzakelijk. Het voorstel is de voor de komende jaren benodigde middelen al in 2019 te reserveren.
Profijtbeginsel doorberekening kosten evenementen: oninbaar
Herhaalde pogingen in het recente verleden om deze taakstellende bezuiniging te realiseren leidden tot grote protesten van organisatoren van evenementen.
Verhoging structureel budget groot onderhoud wegen
In 2013 is op basis van de Nota Kapitaalgoederen een onderhoudsniveau voor wegen vastgesteld. Kwaliteitsinspecties in de afgelopen jaren tonen aan dat het beschikbare budget onvoldoende is om dit niveau te halen. Via de beleidsnota Wegen zijn keuzes inzichtelijk gemaakt.
Recentelijk heeft het college ingestemd met het Beleidsplan Wegen Losser 2019 – 2028. Ook heeft het college besloten de raad voor te stellen om in de Voorjaarsnota 2019 – 2023 een bedrag van structureel € 220.000 op te nemen voor het verhogen van het budget Onderhoud Wegen. In het beleidsplan wordt ook gesteld dat middelen beschikbaar moeten komen voor de vervanging van wegen. Het college heeft besloten nader onderzoek te doen naar de beste wijze van dekking van de kosten van vervanging.
Hogere opbrengsten kermis
De extra inkomsten op basis van de nieuwe concessie valt enigszins mee. Op dit moment wordt er vanuit gegaan dat dit voordeel ook bij de uitgifte van de nieuwe concessie in stand blijft.
Jaarlijkse inspectie en regulier onderhoud markt- en evenementenkasten
Bij evenementen en markten e.d. wordt stroom en water afgetapt van deze kasten. Gebleken is dat afdoende budget voor het onderhoud van deze maatschappelijke voorzieningen ontbreekt.
Verlaging opbrengst verkoop groenstroken
Op basis van de steeds verder afnemende capaciteit aan verkoopbare groenstroken wordt de verwachte opbrengst neerwaarts bijgesteld van € 30.000 in 2019 naar € 10.000 in 2023, jaarlijks met stappen van € 5.000
Beleidsmatige afwijkingen doelen Programmabegroting 2019
In onderstaande tabel worden de beleidsafwijkingen gepresenteerd ten opzichte van de Programmabegroting 2019-2023 programma Bestuur en Dienstverlening.
Toelichting tabel
In de eerste kolom wordt aangegeven om welke doelstelling het gaat. In de tweede kolom wordt een 'score' gegeven van 1 t/m 4. De score betekent:
In de derde kolom is het gewenste resultaat geformuleerd, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2019.
Doel | Stand van zaken | Resultaat |
1. Optimale veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar voorkomen |
4
4 |
|
2. De gemeente Losser biedt optimale (publieks)dienstverlening |
4
4
4 |
|
3. De gemeente Losser heeft een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering |
4 4 |
|
Interbestuurlijk toezicht archief gemeente Losser
De gemeente Losser gaat voor het toezichtgebied Archief in 2019 van code groen naar code oranje en daardoor intensiveert het toezicht. De belangrijkste reden hiervoor is de gevolgen van de wateroverlast na de wolkbreuk van 26 juli 2018. Uit een 4-tal onderzoeken is gebleken dat de hoeveelheid aanwezige schimmels in de archiefruimte veel te hoog is en voor mensen met een zwak immuunsysteem schadelijk. Ontruiming van het archief was noodzakelijk. Omdat het een verzekeringskwestie is, is het nu nog onduidelijk wat de financiële gevolgen voor de gemeente zijn en hoe er in de toekomst met de archiefbewaarplaats moet worden omgegaan. Het is nog niet duidelijk welke acties nodig zijn om een en ander te herstellen en welke kosten gemaakt moeten worden om de archiefbewaarplaats weer in orde te maken. Als alternatief wordt ook nagegaan wat de kosten en de voor- en nadelen zijn om een oplossing elders te vinden.
Organisatie-inrichting
Op 30 oktober 2018 heeft Hiemstra & De Vries op verzoek van de directie een expert-advies uitgebracht over de organisatie-inrichting van de gemeente Losser. Dit advies is aanleiding geweest voor de start van het proces waarin belangrijke aspecten zijn:
• Realiseren van een wendbare organisatie
• Versterken van de concernsturing
• Verdere versterking van het integraal werken
• Opgavegericht werken
Dit proces kan uiteindelijk leiden tot een gewijzigde organisatie-inrichting. De nieuwe organisatie-inrichting staat op dit moment nog niet vast. Directie en management zijn in een cyclisch proces in verschillende rondes samen met de OR, medewerkers en college bezig om tot een definitief voorstel te komen. Zodra het definitieve voorstel gereed is volgt een voorgenomen besluit door het college en een adviesaanvraag naar de OR. Daarna volgt de implementatie.
Zorgvuldigheid en goede betrokkenheid van medewerkers zijn in dit proces belangrijker dan grote snelheid. De inschatting is dat de nieuwe organisatie-inrichting ergens tussen oktober 2019 en april 2020 gerealiseerd wordt.
Vaak gaat een wijziging van de organisatie gepaard met (incidenteel) extra kosten. Of dat nu ook het geval is valt nog niet met zekerheid te zeggen. Vooralsnog is de verwachting dat er geen sprake gaat zijn van structurele extra kosten. Incidentele kosten voor bijvoorbeeld opleiding, tijdelijk extra (salaris)kosten gedurende een overgangsperiode of begeleiding doen zich naar verwachting in beperkte mate wel voor.
We stellen voor om het bestedingsdoel van de “reserve frictiekosten” binnen het programma sociaal domein te verruimen naar een “reserve frictiekosten organisatieontwikkeling” en onderdeel te maken van het programma bedrijfsvoering. Een deel van de beschikbare middelen in de bestaande reserve is niet nodig doordat voor enkele medewerkers het vraagstuk op een andere wijze is opgelost.
Als er in de loop van het proces toch nog sprake is van structurele extra kosten dan ontvangt de raad daarvoor een separaat voorstel.
Overzicht ontwikkelingen O&O
Dienstverleningsovereenkomst Enschede-Losser
Op verzoek van de gemeente Enschede is nagegaan in hoeverre de kosten die zij maakt voor de kwantiteit en kwaliteit van de dienstverlening voor Losser, in overeenstemming zijn met de jaarlijkse bijdrage die Losser hiervoor betaalt. Op een aantal onderdelen is een verhoging van de bijdrage redelijk. De meest in het oog springende redenen zijn: het feit dat Losser meer financiële advisering vraagt op het ‘sociaal domein’, dan de beperkte ondersteuning die in eerste instantie (in 2015) was ingeschat. Ook betaalt Losser nog niet voor het volledige aantal werkplekken en IT-accounts, waar Enschede wel de diensten voor verleent. Dit houdt mede verband met de explosieve groei van het aantal medewerkers als gevolg van de decentralisatie van ‘de drie d’s’. Het gevraagde hogere budget is een inschatting. Op dit moment zijn de gesprekken met Enschede nog gaande.
Dienstverleningsovereenkomst Enschede-Losser: leerlingenvervoer en ondersteuning WIL
Aan Enschede is gevraagd om extra dienstverlening op het vlak van leerlingenvervoer en arbo-ondersteuning (arbeidsomstandigheden) bij de uitvoering van de sociale werkvoorzieningsactiviteiten. Deze uitbreiding van taken leidt tot een hogere bijdrage aan Enschede.
Hogere premie Aansprakelijkheidsverzekering
Het grootste deel van deze kostenstijging houdt verband met de Europese aanbesteding voor de aansprakelijkheidsverzekeringen voor de gemeenten Enschede en Losser, die eind vorig jaar is afgerond. De premie voor de aansprakelijkheidsverzekering van de gemeente Losser stijgt vanaf 2019 fors (meer dan 60%). Verder is het volgende van belang. Bij aanvang van de samenwerking tussen Enschede en Losser is een afspraak gemaakt voor een kostenverdeling van de verzekeringspremie voor de aansprakelijkheidsverzekering. Door deze verdeling betaalde Enschede de facto een deel van de aansprakelijkheidspremie van de gemeente Losser. Het spreekt voor zich dat onze gemeente de eigen verzekeringspremies betaalt.
Onderzoek ziekte van Lyme Servicebedrijf en VH
Het college wil medewerkers die het risico lopen op een tekenbeet en daarmee op de ziekte van Lyme, de kans bieden zich jaarlijks te laten testen. De kosten bedragen circa € 110 per jaar per medewerker.
IBOR 2.0: formatie-uitbreiding IBOR 1,71 fte
Het afgelopen jaar is een traject doorlopen om het team IBOR voor de komende jaren 'toekomstproof' te maken. Gekeken is naar toekomstige ontwikkelingen in vakgebied, werklast, omgevingsgericht werken (werken vanuit de bedoeling). Het betreft feitelijk een herschikking van de personele capaciteit van team IBOR waarbij er behoefte is nieuwe/andere capaciteit. Namelijk omgevingsmanagement.
De raad wil dat haar inwoners actief worden bevraagd, geïnformeerd en betrokken, bij het initiëren, voorbereiden en realiseren van projecten. Er is behoefte aan omgevingsmanagement/regisseursrol. Deze capaciteit is niet of onvoldoende beschikbaar. Realisatie van (investerings- en beheers)projecten staan onder druk. Om de realisatie van deze projecten mogelijk te maken, is versterking van de regierol en van het omgevingsmanagement noodzakelijk. Dit leidt tot het realiseren van een grotere - en kwalitatievere participatie van inwoners in Losserse projecten.
Omgevingsmanagement: Een opgave wordt bij voorkeur gerealiseerd in een goede verhouding met de stakeholders. Dat vraagt om oprechte aandacht voor de stakeholders en de bereidheid om samen met hen te zoeken naar houdbare oplossingen. Het omgevingsproces is dan gericht op overeenstemming en samenwerking en met een uitkomst die van waarde is voor de initiatiefnemer en de stakeholder(s). Met andere woorden: een uitkomst die duurzaam is. Uitgangspunten hierbij zijn: 1. Sturen op betrouwbaarheid; 2. Streven naar gelijkwaardigheid; 3. Werken aan gezamenlijkheid en 4. Aandacht voor relatie.
Personeel WIJZ
Enkele ontwikkelingen en opgaven (Twents inkoopmodel en invoer integraal ICT systeem) en de regionale samenwerking vraagt om extra capaciteit. Deze gezamenlijke inzet vergt een extra investering in 2019 van € 135.000. Op basis van positieve ervaringen met de pilots van inzicht naar actie en de behoefte om de pilots in 2020 te continueren wordt voorgesteld om € 95.000 voor 2020 beschikbaar te stellen. Niet continueren van deze pilots leidt, gelet op de positieve ervaringen, tot een verhoging van uitgaven.
Budget Coalition of the willing Agenda voor Twente
Aanvullend op de bijdrage van € 7,50 per inwoner is in onze begroting nog eens een bedrag van € 5 per inwoner opgenomen om projecten te financiering die aanvullend op de Agenda van Twente worden geïnitieerd. Hiervan is inmiddels € 1 per inwoner ingezet voor Twente Marketing. Omdat er op dit moment geen concrete plannen liggen en de focus volledig op de (realisatie van projecten uit) de Agenda voor Twente ligt valt het resterende budget van € 4 per inwoner (totaal € 90.000) vrij in onze begroting. Daarnaast is er op dit moment geen enkel zicht op een hogere bijdrage door (bijna) alle gemeenten. Dit is wel een voorwaarde voor de inzet van de extra bijdrage.
Uitvoering motie Hondenbelasting
Bij de behandeling van de Begroting 2018 in de raad van november 2017 is een motie aangenomen waarin het college wordt gevraagd een voorstel te doen ten aanzien van de Hondenbelasting. In de aanbiedingsbrief van de Programmabegroting 2019 is aangegeven dat het college in 2019 een voorstel zou doen voor een substantiële verlaging van deze belasting. Voorgesteld wordt om in 2022 de tarieven hondenbelasting met een kwart te verlagen, en in 2023 nog eens met een kwart. Dit leidt tot een lagere opbrengst van € 50.000 in 2022 en vervolgens structureel vanaf 2023 € 100.000.
Doorbelasting aan WIL vervalt
Een medewerker van het Servicebedrijf werd tot 1-1-2019 voor één dag in de week doorberekend; deze doorberekening is nu vervallen. Tegenover dit nadeel staat een voordeel binnen het programma Sociaal, dit voordelig effect is in de Begroting 2019 al verwerkt.