3. Verwerkte afwijkingen en ontwikkelingen

Indien de voortgang financieel en/of beleidsmatig afwijkt ten opzichte van de programmabegroting wordt dat in deze paragraaf gerapporteerd. De afwijkingen worden per programma gerapporteerd. Er wordt bij ieder programma gestart met de beleidsmatige afwijkingen. Vervolgens worden de financiële afwijkingen weergegeven. Hierbij wordt ook aangegeven of het gaat om een incidentele of structurele afwijking. 

Een recapitulatie van de verwerkte knelpunten, tegenvallers en vervangingsinvesteringen die onuitstelbaar en onontkoombaar zijn hieronder opgenomen in tabel 3.1.

   2018  2019 2020  2021 2022
Middelenkader -455.288 -717.639 -1.181.869 -1.945.293 -2.316.562
Onuitstelbaar & Onontkoombaar N&R -415.000 90.000 16.240 33.453 49.732
Onuitstelbaar & Onontkoombaar Z&W 910.177 0 0 0 0
Onuitstelbaar & Onontkoombaar E&W -169.000 0 0 0 0
Onuitstelbaar & Onontkoombaar B&S 202.853 356.347 359.060 368.957 378.912
 Totaal 73.742 -271.292 -806.569 -1.542.883 -1.887.918

Tabel 3.1 Recapitulatie van verwerkte knelpunten, tegenvallers en vervangingsinvesteringen die O&O zijn.

3.1 Natuur & Ruimte

Beleidsmatige afwijkingen uitvoering Programmabegroting 2018
In onderstaande tabel worden de beleidsafwijkingen gepresenteerd ten opzichte van de Programmabegroting 2018-2021 programma Natuur en Ruimte.

Toelichting tabel
In de eerste kolom wordt aangegeven om welke doelstelling het gaat. In de tweede kolom wordt een cijfer gegeven dit betekent:

  1. Uitvoering achter loopt en bijsturing is onvoldoende mogelijk
  2. Uitvoering achter loopt en bijsturing is mogelijk
  3. Uitvoering loopt boven verwachting
  4. Neutrale wijziging

In de derde kolom staat een korte toelichting over de reden van afwijking en eventueel het effect.

Beleidsmatige afwijkingen uitvoering Programmabegroting 2018
Doelstelling  Status  Toelichting
Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied. 2 Er moet nog gestart worden met de actualisatie van het Cascobeleid. Er wordt gezocht naar samenwerking met aangrenzende gemeenten, zodat de opgave in regionaal verband wordt opgepakt.(zie ook onder Ruimtelijke Ordening, Inrichting en Beheer)
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving. (wonen) 4 In Overdinkel wordt binnenkort gestart met de tweede fase van de Geurmeij. Daarentegen wordt de locatie van de voormalige basisschool Kompas voorlopig nog niet ontwikkeld. Haalbaarheid herontwikkeling Kompas bepalen. Bij groen licht, start verkoop mogelijk later dan 2018.
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving. (wonen)   1 De start uitgifte van woningbouw op het voormalig Topcraftterrein in Losser zal pas in 2019 kunnen beginnen. 
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving. (wonen)  2 Voor het voormalig terrein van Keizers wordt op dit moment een bestemmingsplan opgesteld.
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving.  2 Twee partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te komen met onderbouwde plannen voor de locaties van het voormalig postkantoor in combinatie met de herontwikkeling van de Aloysiuslocatie. Hierover volgt nadere besluitvorming medio 2018.
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving. (wonen)   1 De herontwikkeling van het centrumcomplex Luttermolenveld met een appartementen-/hotelcomplex is afhankelijk van verdere initiatieven van de eigenaar centrum-complex.
Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving. (omgevingsvisie)  2 Het koersdocument wordt medio 2018 in de raad behandeld.
Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en bedrijvigheid. (Grondbedrijf) 2 ‘t Zijland: Planning bouw en woonrijp werkzaamheden met een jaar uitgefaseerd vanwege synergie met planning werkzaamheden centrumplan Losser.
Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. (Ruimtelijke ordening Inrichting & beheer van de openbare ruimte) 2 Er moet nog gestart worden met de Notitie diverse beleidsontwikkelingen buitengebied. Er wordt gezocht naar samenwerking met aangrenzende gemeenten, zodat de opgave in regionaal verband wordt opgepakt (Zie ook actualisatie Cascobeleid onder Landelijk Gebied)
We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte welke mede drager is in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente. (Groen)  1/2 Het opstellen van het groenbeleid en –beheerplan blijkt een omvangrijk project dat naast het reguliere werk moet worden uitgevoerd. Op dit moment is niet goed in te schatten of de vermelde planning gehaald wordt of dat besluitvorming in 2019 kan plaatsvinden.
Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. (Handhaving) 2 Voor uitvoering van handhaving door Boa's is de samenwerking gezocht met Enschede. Verwachting is dat midden het jaar Boa’s (primair voor uitvoering Drank en Horecawet) ook voor Losser ingezet kunnen worden. Daarnaast zullen de Boa’s o.a. ook worden ingezet ter uitvoering van eerder vastgestelde hondenpoepbeleid,  handhaving blauwe zone/parkeren en diftar (waarvoor budget beschikbaar is gesteld).

Tabel 3.2 Beleidsmatige afwijkingen uitvoering 2018 programma Natuur & Ruimte

Financiële O&O afwijkingen en ontwikkelingen
Hieronder volgt een overzicht van financiële afwijkingen en ontwikkelingen die onuitstelbaar & onontkoombaar zijn. 
  Onderwerp  2018 2019 2020 2021 2022
1 Handhaving -65.000 0 0 0 0
2 Wegen (risico-onderzoek kunstwerken) 0 60.000 0 0 0
3 Wegen (nota kapitaalgoederen)  0 30.000 0 0 0
4 Grondbedrijf -350.000 0 0 0 0
5 Investeringen O&O (lasten buiten de planperiode) 0 0 0 0 28.910
6 Investeringen O&O (vrijval lasten buiten de planperiode)  0 0 0 0 -28.910
7 Investering O&O (Materieel Servicebedrijf) 0 0 16.240 33.453 49.732
  Totaal -415.000 90.000 16.240 33.453 49.732

Tabel 3.3 O&O afwijkingen en ontwikkelingen Natuur & Ruimte  

Toelichting tabel
1. Handhaving

De gemeente Losser werkt samen met de gemeente Enschede via een DVO waarbij de gemeente Enschede werving, selectie en de aanstelling van de BOA's regelt. De BOA's komen in dienst van de gemeente Enschede maar doen werkzaamheden voor de gemeente Losser; over de concrete inzet worden specifieke afspraken gemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid worden de BOA's begin juli aangesteld waardoor dit jaar maar de helft van de kosten gemaakt worden. De andere helft kan vrijvallen.

2. Wegen (risico-onderzoek kunstwerken)
De nieuwe BBV (2017) eist dat gemeenten beschikken over recente beheerplannen en dat er inzicht is in achterstallig onderhoud. Dit sluit aan bij de begrotingsbrief van de Provincie en het  Rekenkameronderzoek. Losser beschikt over een actueel inzicht in de onderhoudskwaliteit op korte termijn, maar een beheer- en vervangingsplan ontbreekt. Een constructief risico-onderzoek en een vervangingsplan civieltechnische kunstwerken (bruggen, duikers, etc.) is dan ook noodzakelijk; de kosten worden geschat op € 60.000. De vervangingsgolf dient zich op dit taakveld aan (vele bruggen in Losser zijn aangelegd bij de ruilverkavelingen in de jaren ’50 en ’60). Hier komt nog bij dat de verkeersintensiteit en het toegelaten gewicht van vrachtwagens momenteel (veel) hoger zijn dan waarmee destijds is gerekend.  In 2018 wordt een zogenaamde “instandhoudingsinspectie in combinatie met een constructieve risicoanalyse” uitgevoerd. Daaruit zal op hoofdlijnen een totaalbeeld van de kwaliteit van de kunstwerken ontstaan. Gezien het feit dat er van de oude bruggen nauwelijks bouwtekeningen beschikbaar zijn, zal voor de meest risicovolle situaties constructief onderzoek noodzakelijk zijn. Al deze informatie samen is voldoende om eind 2019 een beheer- en vervangingsplan voor de lange termijn op te stellen en aan de raad aan te bieden.

3. Wegen (kapitaalgoederen)
De verwachting is dat Losser in 2020 beschikt over beheer- en vervangingsplannen voor de meeste beheerdisciplines. Op dat moment kan gestart worden met de actualisatie van de overkoepelende Nota Kapitaalgoederen Openbare ruimte die ingaat op zowel de onderhoudskwaliteit als de inrichtingskwaliteit. Ook de inzet die het Servicebedrijf kan leveren wordt hierbij betrokken. Met deze Nota neemt de raad strategische besluiten over de kwaliteit van de openbare ruimte in relatie tot de bijdrage daarvan aan andere strategische beleidsdoelen van de gemeente. Hiervoor is € 30.000 nodig.

4 Grondbedrijf

Op grond van de BBV moet voor winsten uit het grondbedrijf tussentijdse winstneming plaatsvinden; voor 2018 wordt ingeschat dat er € 700.000 winst genomen kan worden. De helft hiervan valt vrij t.g.v. het jaarrekeningresultaat in 2018, omdat de reserve grondbedrijf al op het door de raad vastgestelde maximum van € 1 mln. zit.

5, 6 & 7. Investeringen O&O
In de planperiode 2019-2022 staan investeringen gepland voor vervanging materieel servicebedrijf waarvan de kapitaallasten buiten de planperiode ontstaan. Omdat hiervan ook aangegeven moet worden of dit past binnen de beschikbare dekking, zijn de lasten van het eerstvolgende jaar opgenomen; voor het beeld is ook de vrijval van deze lasten in het laatste jaar van de planperiode verwerkt.

De overige opgenomen lasten ontstaan uit de in de planperiode opgenomen investeringen voor:

  • Vervanging materieel servicebedrijf

Voor een meer uitgebreid overzicht wordt verwezen naar bijlage 2.

3.2 Welzijn & Zorg

Beleidsmatige afwijkingen uitvoering Programmabegroting 2018
Er zijn geen beleidsmatige afwijkingen geconstateerd in de uitvoering van Programmabegroting 2018-2021 programma Welzijn en Zorg.

Financiële O&O afwijkingen & ontwikkelingen

Toelichting financieel tekort Sociaal Domein
Op diverse posten die betrekking hebben op het sociaal domein zijn financiële afwijkingen geconstateerd. Hier ondernemen we actie op. Omdat de aanpak integraal en daarmee product overstijgend is wordt hier een algemene toelichting gegeven op het tekort Sociaal Domein.

In 2017 is naar aanleiding van de uitkomsten van de Monitor Sociaal Domein 1e helft 2017 het document 'Van inzicht naar actie' ontwikkeld. Hierin zijn 17 pilots opgenomen om in Losser te onderzoeken hoe zorgkosten kunnen worden beperkt om het verschil met de Rijksmiddelen op te vangen. De analyses in de tweede helft van 2017 en begin 2018 onderschrijven het beeld in de Monitor Sociaal Domein 1e helft 2017 en hebben niet geleid tot aanpassing of uitbreiding van de genoemde 17 pilots.
Zoals beschreven in de jaarrekening is met een flink aantal pilots al een start gemaakt:

  • Per 1 januari 2018 zijn de Jeugd-, Wmo en Werk- & Inkomensconsulenten aan het werk als integraal consulent waardoor inwoners begeleidt worden vanuit het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. We zetten in op duurzame oplossingen waarin de inwoner zo zelfstandig mogelijk kan leven.
  • Ten behoeve van preventie en vroegsignalering investeren we in samenwerking met scholen en sportverenigingen.
  • Bij 7 van de 9 huisartsen is momenteel een integraal consulent aanwezig om de huisarts te ondersteunen en met hen zetten we de eerste stappen in het onderzoeken van onze samenwerking. Met de overige 2 huisartsen zoeken we momenteel nog naar vormen van samenwerking. De mate van grip (lees invloed) zal onder meer afhankelijk zijn van de interactie tussen huisarts en gemeentelijk consulent, gewenste taakverdeling en mate van vertrouwen.
  • Er zijn in december 2017 afspraken gemaakt met de jeugdbescherming/jeugdreclassering. Drie maanden voor de beëindiging van de onder toezichtstelling (OTS) neemt de jeugdbescherming/jeugdreclassering contact met de gemeente op, zodat we vroegtijdig betrokken worden. Ook is er binnen de gemeente een integraal consulent aangewezen als contactpersoon voor vragen richting het lokale veld.
  • Inmiddels zijn we in een ver gevorderd stadium om een was- en strijkservice op te richten alsmede een inloop voor allochtone vrouwen. Beide vormen een alternatief voor duurder maatwerk. De scootmobielpool zoals ook als pilot is opgenomen, is er sinds eind 2017.
  • Er is sinds 1 februari 2018 een extra thuisbegeleider in dienst, die de eerste vragen op het gebied van opvoeding en ondersteuning opvangt. Op deze manier lijkt duurder maatwerk te worden voorkomen. Feitelijke resultaten zullen de komende monitoren moeten laten zien.
  • We zijn mogelijkheden aan het onderzoeken met een jeugdzorgaanbieder om door samenwerking de transformatie samen nader vorm te geven. Hieraan wordt ook het vraagstuk kostenbewustzijn van de zorgaanbieder gekoppeld.
  • Vanwege het hoge aantal uitkeringsgerechtigden in Overdinkel werken integraal consulenten inmiddels ook in Overdinkel ingezet om meer nabij en intensief cliënten te begeleiden.

Naast de pilots zetten we ook in op snellere zorgtoewijzingen en facturering door aanbieders. Volgens de wet mogen aanbieders tot vijf jaar na zorgverlening declareren. De periode van declareren willen we per 1 augustus 2018 op basis van werkafspraken met aanbieders terugbrengen naar 30 kalenderdagen. Daarnaast moet de aanbieder binnen tien werkdagen na ontvangst van de verwijzing van de externe verwijzer een verzoek om toewijzing sturen. Verzoeken met terugwerkende kracht (bijvoorbeeld over voorgaande maanden en jaren) worden niet meer gehonoreerd. Deze afspraken hebben we goed geborgd binnen de nieuwe Twentse inkoop. Met deze afspraak krijgen we gedurende het jaar beter zicht op de maximale zorgtoewijzing en daarmee de maximaal te verwachten zorgkosten. 

Tevens wordt op dit moment ambtelijk een onderzoeksplan voorbereid ten aanzien van geleverde zorg door zorgaanbieders, afgezet tegen de onderliggende doorverwijzing en gefactureerde kosten.

Ontwikkelingen ten aanzien van financiën:

1) Vermindering uitgaven: we hebben het vertrouwen dat het merendeel van deze pilots leidt tot het voorkomen van (grotere) problemen of lagere zorginzet en kosten. Dit is echter niet van vandaag op morgen in de resultaten te zien: het opbouwen van bijvoorbeeld een samenwerkingsvorm met een huisarts heeft tijd nodig. En het effect van een algemene voorziening is pas na een jaar voorzichtig te benoemen.

Belangrijk is dus dat we alert blijven op nieuwe ontwikkelingen en telkens weer zoeken naar mogelijkheden om zorgkosten te verlagen. Hiervoor worden twee maandelijks managementrapportages gemaakt en elk half jaar een monitor Sociaal Domein.

En ten slotte: het is van belang om te realiseren dat een groot aantal mensen altijd ondersteuning van de gemeente nodig blijven houden. Het is een taak van de gemeente om daar uitvoering aan te geven. Zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. Het doel is: een duurzame oplossing op maat.

2) Verhoging inkomsten: Landelijk en regionaal worden met het Rijk gesprekken gevoerd over de budgetten voor het sociaal domein. Nagenoeg alle gemeenten in Nederland hebben te maken met tekorten. In Twente hebben alle gemeenten te maken met tekorten. De discussie met het Rijk gaat niet meer over het verdeelmodel waarmee het Macrobudget over gemeenten verdeeld wordt. Wel over het Macrobudget, dat in omvang niet toereikend blijkt te zijn. Deze situatie leidt er toe dat gemeenten binnen hun begroting extra middelen beschikbaar moeten stellen voor het sociaal domein. Dit leidt tot vermindering van budget dat ingezet zou moeten worden voor andere ontwikkelingen. Het tekort op het sociaal domein stagneert derhalve andere ontwikkelingen binnen gemeenten.

3) Risico’s: we krijgen te maken met een aantal nieuwe ontwikkelingen, waarvan we nog niet weten wat het effect zal zijn. Zo gaan we per 1 januari werken met het nieuwe Twents inkoopmodel en krijgen we te maken met nieuwe regels binnen de jeugd met het woonplaatsbeginsel. Beide ontwikkelingen kunnen leiden tot kostenreductie maar ook tot kostentoename.

Concreet: op basis van bovenstaande (vermindering uitgaven, verhoging inkomsten, rekening houdend met de risico’s), verwachten we een 'afvlakking' van het negatief resultaat met € 200.000 in 2020, oplopend tot € 400.000 vanaf 2021. Deze verwachting brengt wel de nodige risico’s met zich mee, omdat succes mede afhankelijk is van de uitkomsten van de pilots en (landelijke) ontwikkelingen. Om die reden is het van belang om de risicoparagraaf op deze verwachting aan te passen.

Hieronder volgt een overzicht van financiële afwijkingen en ontwikkelingen die onuitstelbaar & onontkoombaar (O&O) zijn. 

  Onderwerp 2018 2019 2020 2021 2022
1 Jeugdzorg (kosten pleegzorg) 153.610 0 0 0 0
2 Jeugdzorg (specialistische hulp) -165.821 0 0 0 0
3 Jeugdzorg (ontwikkelingen)  1.256.388 0 0 0 0
4 Maatwerkvoorzieningen Wmo (eigen bijdrage) 70.000 70.000 70.000 70.000 70.000
5 Maatwerkvoorzieningen Wmo (vervoersvoorzieningen)  -70.000 -70.000 -70.000 -70.000 -70.000
6 Maatwerkvoorzieningen Wmo (vrijval verplichtingen 2017)  -300.000 0 0 0 0
7 Maatwerkvoorzieningen Wmo (maatschappelijke deelname) -200.000 0 0 0 0
8 Maatwerkvoorzieningen Wmo (zelfstandig leven) 275.000 0 0 0 0
9 Maatwerkvoorzieningen Wmo (huishoudelijke verzorging) -215.000 0 0 0 0
10 Maatwerkvoorzieningen Wmo (woningaanpassingen) 10.000 0 0 0 0
11 Maatwerkvoorzieningen Wmo (rolstoelen) 60.000 0 0 0 0
12 Sportaccommodaties 36.000 0 0 0 0
  Totaal 910.177 0 0 0 0

Tabel 3.4: O&O afwijkingen en ontwikkelingen Welzijn & Zorg  

Toelichting tabel
1,2 & 3. Jeugdzorg

Pleegzorg: de verwachte kosten pleegzorg zullen in 2018 waarschijnlijk iets lager uitvallen dan vorig jaar. Desondanks wordt er van uitgegaan dat de kosten voor pleegzorg en verblijf gezinshuis in 2018 € 153.610 hoger zullen zijn dan begroot.

Specialistische hulp: minder kosten in vergelijking met vorig jaar. Daarnaast een overheveling van een onderdeel van het budget naar specialistische hulp, waardoor het aframen van het budget met € 165.821 realistisch is.

Ontwikkelingen: op basis van de huidige inzichten en toewijzingen wordt rekening gehouden met dezelfde nadelige ontwikkelingen als vorig jaar. Hiermee is in de begroting van 2018 geen rekening gehouden, omdat op dat moment de ontwikkeling niet in beeld was. Moeilijk te voorspellen blijven de uitgaven voor de relatief dure specialistische hulp/begeleiding en de gevolgen van de nieuwe toewijzingssystematiek voor JGGZ behandelingen en dyslexie. De verwachting voor 2018 voor ZIN is een tekort van € 1,3 miljoen. Voor de PGB wordt uitgegaan van een lichte daling ten opzichte van de begroting van € 52.000. Per saldo een tekort van €1,26 miljoen.

De afwijkingen van het budget zijn voor dit jaar verwerkt in de categorie O&O. Structureel zijn ze verwerkt als 'Knelpunt bestaand beleid'.

4 t/m 11. Maatwerkvoorzieningen Wmo
Alle afwijkingen en ontwikkelingen van de Maatwerkvoorzieningen Wmo zijn voor 2018 verwerkt als O&O. Structureel zijn ze verwerkt als knelpunt bestaand beleid.

Eigen bijdrage: in 2017 is de eigen bijdrage Wmo verlaagd door maatregelen van het Kabinet. Net als in de jaarrekening 2017, heeft dit tot gevolg dat de inkomsten van eigen bijdragen Wmo achterlopen op de begroting. Vanaf 2018 gaat het om een bedrag van € 70.000 structureel.

Vervoersvoorzieningen: Net als vorig jaar lopen de verstrekkingen van vervoersvoorzieningen iets achter op de begroting, waardoor aframen van € 70.000 reëel is.

Vrijval verplichtingen 2017: Op basis van actuele cijfers en voortschrijdend inzicht hebben wij de hoogte van onze verplichtingen WMO en Jeugd uit 2017 opnieuw tegen het licht gehouden. Hieruit blijkt dat de verplichting van WMO mogelijk lager uitpakt dan aangenomen. Deze meevaller wordt met enige voorzichtigheid gebracht (het blijven prognoses) en heeft betrekking op het achterblijven van het aantal facturen voor verleende zorg Wmo in 2017 ten opzichte van de opgenomen verplichting in de jaarrekening 2017. We zien nu door nieuwe analyses en het feit dat we enkel facturen over 2017 op de verplichting boeken, dat het aantal facturen over 2017 de verplichting minder snel vullen. Door deze inzichten en nieuwe werkmethodiek, verwachten we dat een deel van de verplichting niet uitgenut zal worden. Als deze lijn doorzet, verwachten we de verplichting WMO met € 300.000 minder uit te nutten. Dit voordeel is incidenteel en heeft géén effect op de (meerjaren)begroting 2018-2021.

Maatschappelijke deelname: toewijzingen Wmo ondersteuning maatschappelijke deelname zijn in lijn met vorig jaar en zullen naar verwachting leiden tot € 200.000 lagere uitgaven dan begroot.

Zelfstandig leven: toewijzingen Wmo ondersteuning zelfstandig leven zijn in lijn met vorig jaar en zullen naar verwachting leiden tot € 275.000 hogere uitgaven dan begroot.

Huishoudelijke verzorging: voor huishoudelijke verzorging ZIN is de verwachting dat er in 2018 iets minder trajecten zijn dan in 2017. Voor huishoudelijke verzorging PGB is het de verwachting dat het aantal trajecten beduidend minder is maar dat de kosten per traject in 2018  wel hoger zijn in vergelijking met 2017. In totaliteit is aframing van €215.000 mogelijk op basis van huidige stand van zaken.

Woningaanpassingen: Net als vorig jaar zijn er in 2018 een aantal omvangrijke woningaanpassingen (trapliften) waardoor het budget naar verwachting met € 10.000 wordt overschreden. De verwachting is dat deze overschrijding structureel zal plaatsvinden en deze is dan ook verwerkt als knelpunt bestaand beleid.

Rolstoelen: Ondanks een lager aantal verstrekkingen van rolstoelen ten opzichte van vorig jaar zijn de gemiddelde uitgaven per verstrekking hoger. Verwachting is dat conform 2017 er ook in 2018 en verder een tekort zal zijn van € 60.000.

12. Sportaccommodaties
In verband met de pensionering van een sporthalbeheerder is voor 2018 gekozen voor een tijdelijke beheerconstructie. In verband hiermee is voor een deel van het jaar extra inhuur nodig. Voor 2018 is € 7.904 begroot voor inhuur van tijdelijk personeel. De uitgaven voor heel 2018 worden geschat op € 44.000. Er is nog een aanvullend budget van € 36.000 nodig nu de Fakkel nog niet wordt afgebroken in 2018.

 

 

3.3 Economie & Werk

Beleidsmatige afwijkingen uitvoering Programmabegroting 2018-2021 

Er zijn geen beleidsmatige afwijkingen geconstateerd in de uitvoering van Programmabegroting 2018-2021 programma Economie en Werk.

Financiële O&O afwijkingen en ontwikkelingen

Voor de algemene toelichting op het financieel tekort van de participatiebudgetten wordt verwezen naar de toelichting van het tekort Sociaal Domein bij het programma Welzijn en Zorg. Hieronder volgt het overzicht van afwijkingen en ontwikkelingen die O&O zijn.

  Onderwerp 2018 2019 2020 2021 2022
1 Armoedebeleid 75.000 0 0 0 0
2 Bijstandsverlening (BUIG-budget) -600.000 0 0 0 0
3 Bijstandsverlening (toename cliënten) 256.000 0 0 0 0
4 Bijstandsverlening (Bbz)  100.000 0 0 0 0
  Totaal -169.000 0 0 0 0

Tabel 3.5 O&O afwijkingen en ontwikkelingen Economie & Werk

Toelichting tabel
1. Armoedebeleid
Ten opzichte van vorig jaar is er voor wat betreft Bijzondere Bijstand sprake van een toename van de sociale verstrekkingen in natura. Dit wordt onder meer veroorzaakt door leningen inrichtingskosten voor statushouders die nu via de Bijzondere Bijstand lopen. De terugbetaling van deze leningen zal de komende jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt meer gebruik gemaakt van de financiële regelingen. We verwachten een tekort van € 75.000 in 2018. En door een stijging van gebruik van de financiële regelingen vanaf 2019 een tekort van €100.000. Structureel is deze last als knelpunt bestaand beleid (nummer 11) opgenomen. Door de regeling aan te passen kan het tekort worden teruggebracht.

2, 3 & 4. Bijstandsverlening
Het rijk heeft een hoger BUIG-budget toegekend van € 600.000 in verband met conservatieve raming voorgaande jaren en een hogere instroom van statushouders in de bijstand.

Het aantal cliënten dat een beroep doet op langdurigheidstoeslag, loonkostensubsidie, IOAW en IOAZ is veel hoger dan geraamd, zodat het budget in totaal voor deze onderdelen met € 256.000 moet worden verhoogd. 

Jaarlijks blijft het lastig om de geraamde inkomensoverdrachten Bbz van het rijk te in te schatten. Op basis van analyses en prognoses wordt telkens weer een nieuwe prognose gemaakt. Om die reden heeft in 2016 al een afschaling plaatsgevonden. In 2018 zullen op cliëntniveau ook weer nieuwe analyses en prognoses op cliëntniveau worden gemaakt. De uitkomsten zullen in de begroting worden verwerkt. Met de huidige inzichten en vooruitlopend op de analyse is voor 2018 en verder een aframing van dit budget met € 75.000  noodzakelijk. Dit geldt ook voor de inkomsten vanuit de terugvorderingen waar aframing met € 25.000 noodzakelijk is. In totaal een afwijking van € 100.000. 

Structureel zijn deze drie onderdelen als knelpunt bestaand beleid (nummer 12 t/m 14) opgenomen. 

3.4 Bestuur & Dienstverlening

Beleidsmatige afwijkingen uitvoering Programmabegroting 2018
Er zijn geen beleidsmatige afwijkingen geconstateerd in de uitvoering van Programmabegroting 2018-2021 programma Bestuur en Dienstverlening.Wel is is het volgende van belang. De ontwikkelingen in de maatschappij vragen om een andere manier van communiceren. Het is nodig om meer proactief te communiceren en in te zetten op de profilering van Losser. Dit vraagt een andere inzet van de communicatie-professionals. Mede als gevolg van bezuinigingen in het verleden kan de afdeling Communicatie op dit moment de vraag vanuit bestuur en organisatie al moeilijk aan. Afgesproken is om met het nieuwe college, op basis van een visiedocument, de werkzaamheden te herijken. Het is daarom te vroeg om een concrete claim neer te leggen in de lijst met nieuwe ontwikkelingen. 

Financiële O&O afwijkingen en ontwikkelingen 2018-2021
Hieronder wordt het schematisch overzicht gepresenteerd van de financiële afwijkingen en ontwikkelingen die onuitstelbaar & onontkoombaar zijn. 

 Nummer Onderwerp 2018 2019 2020 2021 2022
1 Belastingen 1.748 31.297 24.084 52.000 62.000
2 Routebureau van Regio Twente 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700
3 Burgerzaken 0 33.737 43.708 25.734 25.734
4 College van B&W (extra wethouder) 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000
5 Regionale crisisbeheersing 496 83.933 83.933 83.933 83.933
6 Onvoorzien HR21 92.909 46.455 46.455 46.455 46.455
7 ICT (uitbreiding accounts door meer medewerkers) 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000
8 ICT (lagere onderhoudskosten) -50.000 0 0 0 0
9 Investeringen O&O 0 3.225 3.180 3.135 3.090
Totaal afwijkingen en O&O ontwikkelingen Bestuur en Dienstverlening 202.853 356.347 359.060 368.957 378.912

Tabel 3.6 O&O afwijkingen en ontwikkelingen Bestuur & Dienstverlening

Toelichting tabel
1. Belastingen

Er zijn verschillende mutaties die leiden tot deze actualisering van het product belastingen. De mutaties zijn als volgt opgebouwd:

Omschrijving  2018  2019  2020  2021  2022 
Verrekening taxatie BAG (woningen waarderen op basis van oppervlakte i.p.v. inhoud)
 -21.916  -21.916  -21.916     
 Dienstverleningsovereenkomst GBT (aanpassing en verrekening loon- en prijscompensatie)   10.026   10.026   10.026   10.026 
Indexering/databeveiliging GBT  23.664   43.187   35.974  41.974  51.974 
   1.748   31.297   24.084   52.000  62.000 

2. Routebureau van Regio Twente
Als het Algemeen Bestuur van Regio Twente instemt met extra formatie voor het Routebureau van Regio Twente zal de bijdrage aan Regio Twente met € 0,12 per inwoner stijgen.

3. Burgerzaken
Door de verlenging van de geldigheidsduur van paspoorten, ID-kaarten en rijbewijzen dalen de opbrengsten met name vanaf 2020 relatief sterk. Maatregelen worden genomen die leiden tot lagere lasten voor publieksdienstverlening ad € 30.000. Ondanks deze maatregelen wordt de komende jaren een tekort verwacht.

4. College van B&W
De nieuwe coalitie heeft besloten om 2,6 fte wethouders in te zetten. In de begroting is slechts rekening gehouden met 2,0 fte. Voorgesteld wordt de extra kosten ad € 55.000 structureel in de begroting op te nemen.

5. Regionale crisisbeheersing
Financieel is sprake van een netto stijging van € 10.446 ten gevolge van investeringen door de Veiligheidsregio. Het resterende deel betreft de nominale compensatie op grond van de Twentse afspraken voor verbonden partijen. Deze vallen dit jaar hoog uit, vanwege te lage calculatie in het voorgaande jaar (1,4% t.o.v. gerealiseerd 4 %).

Het AB VRT heeft onlangs ingestemd met het voorstel om het Veiligheidshuis onder te brengen bij de Veiligheidsregio. Deze operatie was budgettair neuraal bedoeld, maar kost de deelnemende gemeenten toch geld. Voor Losser is dit € 496. 

6. Onvoorzien HR21
Door het aanpassen van het functiegebouw naar HR21 functies zijn nabetalingen gedaan en ontstaan structureel hogere loonkosten

7. ICT (uitbreiding aantal medewerkers)
Ten gevolge van de forse uitbreiding van het aantal medewerkers in de periode 2016-2018 (met name sociaal domein), neemt het aantal werkplekken en accounts toe. De structurele kosten voor IT nemen om die reden toe. 

8. ICT (lagere onderhoudskosten)
Lagere onderhoudskosten als gevolg van het (nog) niet/later aanschaffen van applicaties als Squit en Corsa Next.

9. Investeringen O&O 
De opgenomen lasten ontstaan uit de in de planperiode opgenomen investeringen voor een RAAS-server burgerzaken.
Voor een meer uitgebreid overzicht wordt verwezen naar bijlage 2.