Onderdelen van de financiële positie die worden toegelicht:
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 |
Lasten | ||||||
Programma Sociaal | 30.774 | 32.079 | 31.785 | 31.750 | 31.737 | 31.898 |
Programma Fysiek | 11.889 | 14.296 | 18.203 | 13.231 | 13.352 | 13.901 |
Programma Bestuur & Dienstverlening | 3.584 | 4.534 | 4.521 | 4.269 | 4.320 | 4.393 |
Algemene dekkingsmiddelen | 1.055 | 681 | 731 | 711 | 727 | 734 |
Onvoorzien | 37 | 422 | 456 | 376 | 393 | 265 |
Overhead | 5.460 | 5.997 | 6.914 | 7.117 | 7.220 | 7.250 |
Vennootschapsbelasting | 53 | 30 | 31 | 31 | 32 | 32 |
Totaal Lasten | 52.852 | 58.040 | 62.641 | 57.485 | 57.781 | 58.475 |
Baten | ||||||
Programma Sociaal | 7.211 | 7.891 | 7.800 | 7.697 | 7.696 | 7.748 |
Programma Fysiek | 9.701 | 9.420 | 12.822 | 7.805 | 7.818 | 7.748 |
Programma Bestuur & Dienstverlening | 660 | 518 | 406 | 262 | 271 | 277 |
Algemene dekkingsmiddelen | 39.910 | 38.389 | 40.294 | 41.120 | 42.079 | 42.972 |
Onvoorzien | 22 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overhead | 0 | 199 | 186 | 192 | 194 | 197 |
Totaal Baten | 57.504 | 56.416 | 61.508 | 57.076 | 58.058 | 58.942 |
Saldo Lasten en Baten | 4.652 | -1.624 | 1.133 | -409 | 277 | 468 |
Stortingen in reserves | ||||||
Programma Fysiek | 440 | -264 | 85 | 341 | 64 | 0 |
Programma Bestuur & Dienstverlening | 2.997 | 448 | 13 | 13 | 13 | 13 |
Totaal Stortingen in reserves | 3.437 | 184 | 97 | 354 | 77 | 13 |
Onttrekkingen uit reserves | ||||||
Programma Sociaal | 592 | 906 | 222 | 193 | 170 | 170 |
Programma Fysiek | 1.593 | 195 | 35 | 35 | 35 | 35 |
Programma Bestuur & Dienstverlening | 360 | 424 | 207 | 509 | 234 | 169 |
Totaal Onttrekkingen uit reserves | 2.545 | 1.525 | 463 | 736 | 439 | 374 |
Saldo mutaties reserves | -892 | 1.341 | 366 | 382 | 362 | 361 |
Saldo resultaat | 3.760 | -283 | -767 | 27 | 640 | 829 |
Bestemming resultaat | -3.760 | 283 | 767 | -27 | -640 | -829 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
In bovenstaand overzicht zijn conform de voorschriften in de BBV de algemene uitkering, de overhead, de verwachte lasten in het kader van de vennootschapsbelastingplicht en de post onvoorzien separaat opgenomen. Hieronder is per onderwerp een verklaring opgenomen.
Voor een toelichting op de mutaties vanaf de Voorjaarsnota 2019 verwijzen wij u naar Hoofdstuk 1.
Een specifieke toelichting per programma, gespecificeerd naar taakveld, vindt u terug in Hoofdstuk 2 bij de onderdelen 'Wat mag het kosten'.
Algemene dekkingsmiddelen
De belangrijkste component binnen de algemene dekkingsmiddelen is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
Onder de algemene uitkering zijn de bedragen opgenomen waarvan wordt verwacht dat we deze voor de jaren 2019 tot en met 2022 van het rijk ontvangen (Algemene uitkering uit het gemeentefonds). Meestal driemaal per jaar (mei, september en december) informeert het rijk ons over de ontwikkelingen rond het Gemeentefonds. De basis voor de opgenomen bedragen in de begroting 2019 is de stand van de algemene uitkering bij de ‘meicirculaire’. In deze circulaire is ingegaan op de meest recente ontwikkelingen rondom de totale uitkering maar ook op zaken die zich voordoen op het terrein van de aan gemeenten opgedragen (specifieke) taken, bijvoorbeeld het Sociaal Domein. De hieruit voortkomende taakmutaties zijn door vertaald naar de budgetten die hiermee samenhangen.
De mutatie voortkomend uit de septembercirculaire, die ten tijde van het opmaken van de begroting 2019 nog niet verschenen was, verwerken we bij de Voorjaarsnota 2020 en in de begroting 2020.
Overhead
Jaar | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Totaal aan overhead | 6.728 | 6.925 | 7.026 | 7.052 |
Voor meer informatie over de wijze waarop wordt omgegaan met overhead wordt verwezen naar de Programmabegroting 2017. Bij de actualisering van de Financiële verordening, die in de vergadering van 13 maart 2018 door de raad is vastgesteld, hebben we deze werkwijze verder onder de loep genomen.
Voor het jaar 2019 is het percentage overhead ten opzichte van de totale begroting 10,7%.
Onvoorzien
Voor de kosten van voormalig en boventallig personeel is een bedrag in de begroting geraamd. Daarnaast is er conform de Kadernota een bedrag van € 60.000 bestemd voor onvoorziene tegenvallers. Tot slot zijn er nog enkele onverdeelde kosten die het budget onvoorzien iets lager maken.
(Vpb)
Op basis van een verkennende analyse blijkt dat het grondbedrijf Losser Vpb plichtig zal worden. De indicatie van de totale Vpb last is ongewijzigd en is circa € 300.000. Afhankelijk van de werkelijke realisatie moet de Vpb worden gespreid over de looptijd van de grondexploitaties (10 jaar). Meerjarig wordt daarom voor de af te dragen Vpb een bedrag van afgerond € 30.000 per jaar geraamd.
Geprognosticeerde balans 2019-2022
Bedragen x 1.000 per 1/1
Balanspost |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Activa |
|
|
|
|
|
|
Immateriele vaste activa |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
Materiele vaste activa |
47.247 |
48.634 |
49.672 |
50.949 |
52.193 |
53.261 |
Financiele vaste activa |
5.489 |
5.209 |
5.177 |
5.145 |
5.111 |
5.080 |
Totaal Vaste activa |
52.737 |
53.845 |
54.851 |
56.095 |
57.305 |
58.342 |
|
|
|
|
|
|
|
Voorraden |
1.409 |
-280 |
-2.940 |
-2.803 |
-3.265 |
-3.865 |
Vorderingen (uitzettingen) |
5.035 |
5.030 |
5.030 |
5.030 |
5.030 |
5.030 |
Liquide middelen |
284 |
6.670 |
6.704 |
4.729 |
4.389 |
2.486 |
Overlopende activa |
2.379 |
891 |
891 |
891 |
891 |
891 |
Totaal Vlottende activa |
9.107 |
12.310 |
9.685 |
7.847 |
7.045 |
4.542 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal Activa |
61.844 |
66.155 |
64.536 |
63.942 |
64.350 |
62.884 |
|
|
|
|
|
|
|
Passiva |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Eigen vermogen |
21.577 |
19.953 |
18.821 |
18.411 |
18.689 |
19.156 |
Voorzieningen |
6.267 |
6.981 |
7.297 |
7.580 |
7.977 |
8.556 |
Vaste schulden |
24.051 |
27.575 |
26.772 |
26.305 |
26.038 |
23.526 |
Totaal Vaste passiva |
51.895 |
54.509 |
52.890 |
52.296 |
52.704 |
51.238 |
|
|
|
|
|
|
|
Vlottende Schulden |
4.637 |
8.649 |
8.649 |
8.649 |
8.649 |
8.649 |
Overlopende passiva |
5.312 |
2.997 |
2.997 |
2.997 |
2.997 |
2.997 |
Totaal Vlottende passiva |
9.949 |
11.646 |
11.646 |
11.646 |
11.646 |
11.646 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal Passiva |
61.844 |
66.155 |
64.536 |
63.942 |
64.350 |
62.884 |
Activa
Immateriële vaste activa
Mutaties op begrotingsniveau worden niet geraamd. Alleen het begrote verloop is zichtbaar gemaakt. De balans uit het jaarverslag 2017 is als uitgangspunt genomen. Daarop worden de begrote afschrijvingen in mindering gebracht.
Materiële vaste activa
Ook hier is als basis genomen de balans uit het jaarverslag 2017. Voorts is voor 2018 uitgegaan van investeringen in en voor de jaren daarna van € 3 miljoen euro per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde investeringen van de jaren 2012- 2017.
De verschillen in de voorgenomen investeringen worden veroorzaakt door de inbreng van de restant kredieten die in het verleden zijn verleend (onder andere riolering).
Voor het verloop van het EMU saldo wordt voorts vermeld dat het verloop van de boekwaarde (x € 1.000) als volgt valt weer te geven:
Boekwaarde per 1-1-2018 |
47.247 |
Afschrijving |
-1.963 |
Voorgenomen investeringen |
3.350 |
Boekwaarde per 1-1-2019 |
48.634 |
Afschrijving |
-1.961 |
Voorgenomen investeringen |
3.000 |
Boekwaarde per 1-1-2020 |
49.672 |
Afschrijving |
-1.723 |
Voorgenomen investeringen |
3.000 |
Boekwaarde per 1-1-2021 |
50.949 |
Afschrijving |
-1.756 |
Voorgenomen investeringen |
3.000 |
Boekwaarde per 1-1-2022 |
52.193 |
Afschrijving |
-1.931 |
Voorgenomen investeringen |
3.000 |
Boekwaarde per 1-1-2023 |
53.261 |
Financiële vaste activa
Deze post bestaat uit 3 onderdelen, te weten
Er worden weinig mutaties verwacht ten aanzien van de aandelen. Om deze reden is het gemiddelde van de laatste vijf jaren opgenomen. Dit geldt ook voor de gemeenschappelijke regelingen. Voor de leningen is van de gemiddelde daling van de laatste vijf jaren uitgegaan.
Voorraden
Op basis van de geactualiseerde bouwgrondexploitaties is de voorraad gronden in beeld gebracht. Door de verwachte verkoop van gronden in met name de Saller ontstaan op termijn negatieve boekwaardes (diverse complexen sluiten winstgevend).
Het verloop kan als volgt worden weergegeven (x € 1.000):
Boekwaarde 1-1-2018 |
1.409 |
Overige grond- en hulpstoffen |
-12 |
Lasten |
2.154 |
Opbrengst verkopen |
3.831 |
Boekwaarde 1-1-2019 |
-280 |
Lasten |
3.222 |
Opbrengst verkopen |
5.881 |
Boekwaarde 1-1-2020 |
-2.940 |
Lasten |
1.212 |
Opbrengst verkopen |
1.075 |
Boekwaarde 1-1-2021 |
-2.803 |
Lasten |
720 |
Opbrengst verkopen |
1.182 |
Boekwaarde 1-1-2022 |
-3.265 |
Lasten |
340 |
Opbrengst verkopen |
939 |
Boekwaarde 1-1-2023 |
-3.865 |
Vorderingen
Bij de Vorderingen is uitgegaan van het gemiddelde van de balansen 2011 - 2017.
Liquide middelen
Liquide middelen is gebruikt als sluitpost, om activa- en passivazijde aan elkaar gelijk te maken.
Overlopende activa
Bij Overlopende activa is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2017.
Passiva
Eigen vermogen
Het verloop van de balanspost Eigen vermogen is, conform de mutaties zoals die in de financiële administratie opgenomen zijn, verwerkt. Deze mutaties zijn conform de eerder door de gemeenteraad genomen besluiten.
Voorzieningen
Het verloop van de post voorzieningen is conform de huidige besluitvorming geraamd en betreft het verloop van de voorziening pensioenen wethouders, riolering en reiniging.
Vaste schulden
De prognose met betrekking tot deze post is ontleend aan de leningenadministratie. Voorts is rekening gehouden met de herfinanciering, de kasgeldnorm van 8,5% van de begrotingsomvang en de verwachte investeringen voor de komende jaren. De verwachte investeringen zijn gebaseerd op de onder materiële vast activa aangegeven specifieke investeringen en de gemiddelden van de laatste jaren (€ 3 miljoen). Doordat veel investeringen nog niet zijn afgerond en hiervoor nog niet in de vaste financiering is voorzien, treedt hierdoor op begrotingsbasis een inhaaleffect op.
Vlottende schulden
Bij Vlottende schulden is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2017.
Overlopende passiva
Bij Overlopende passiva is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2017.
In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land
maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt
bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen.
Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De
Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is
vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. De totale norm wordt verdeeld in
referentiewaarden over alle gemeenten.
|
|
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
Omschrijving |
Volgens realisatie 2018 |
Volgens begroting 2019 |
Volgens begroting 2019 |
Volgens begroting 2019 |
Volgens begroting 2019 |
Volgens begroting 2019 |
1 |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) |
1.624 |
1.133 |
409 |
-277 |
-468 |
-468 |
2 |
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie |
2.124 |
1.961 |
2.219 |
2.282 |
2.518 |
2.518 |
3 |
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie |
-713 |
-393 |
-678 |
-660 |
-647 |
-647 |
4 |
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd |
3.350 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
5 |
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6 |
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: |
|
|
|
|
|
|
|
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
7 |
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) |
2.154 |
3.222 |
1.212 |
720 |
340 |
340 |
8 |
Baten bouwgrondexploitatie: |
|
|
|
|
|
|
|
Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord |
3.831 |
5.881 |
1.075 |
1.182 |
939 |
939 |
9 |
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
10 |
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
11 |
Verkoop van effecten: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
a |
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
b |
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? |
||||||
|
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Berekend EMU-saldo |
2.078 |
2.361 |
-1.187 |
-1.193 |
-998 |
-998 |
Algemene risicoreserve |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
Totaal algemene reserve |
7.534 |
9.253 |
8.398 |
8.238 |
8.744 |
waarvan Reserve Kulturhus |
-112 |
-100 |
-98 |
-98 |
-98 |
|
|
|
|
|
|
Stortingen |
|
|
|
|
|
1. Resultaat begroting voorgaande jaren |
-220 |
220 |
279 |
614 |
515 |
2. Resultaatbestemming 2017 |
2.380 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3. Amendementen PB 2018 |
|
35 |
-35 |
-35 |
-35 |
Totaal stortingen |
2.160 |
255 |
245 |
579 |
480 |
|
|
|
|
|
|
Onttrekkingen |
|
|
|
|
|
3. Bijdrage dekking riool |
328 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4. Duurzaamheid |
24 |
24 |
0 |
0 |
0 |
5. Bijdrage tekort Kulturhus |
112 |
100 |
98 |
98 |
98 |
6. Onttrekking t.b.v. subsidieplan |
45 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal onttrekkingen |
508 |
124 |
98 |
98 |
98 |
|
|
|
|
|
|
Stand ultimo jaar |
9.185 |
9.383 |
8.544 |
8.719 |
9.126 |
Resultaat kadernota 2019-2022 |
67 |
-1.612 |
-801 |
-7 |
415 |
Resultaat progr. begr. 2019-2022 |
0 |
626 |
495 |
33 |
-101 |
Stand na verwerking resultaat PB 2019-2022 |
9.253 |
8.398 |
8.238 |
8.744 |
9.440 |
|
In de stand 31-12-2018 zijn de werkelijke stortingen en onttrekkingen van 2018 niet meegenomen.
Voor de mutaties in 2019 wordt verwezen naar de toelichting van het desbetreffende programma in hoofdstuk 2.
Programma Fysiek
Reserve afboeking grond
Losser heeft samen met de regiogemeenten verder gewerkt aan het bieden van inzicht in de gevolgen van de over programmering woningbouw. Naar verwachting is een substantieel deel van de programmering hard. Omdat de mogelijkheid bestond dat besluitvorming over de Woonvisie een nadelige invloed had op het weerstandsvermogen, is om die reden besloten om een bedrag van € 750.000 uit het jaarrekening resultaat 2015 te bestemmen. Van dit bedrag is in de jaarrekening 2017 € 500.000 vrijgevallen zodat in deze reserve nog € 250.000.
Reserve duurzaamheid
De raad heeft op 13 november 2017 de motie aangenomen om een reserve Duurzaamheidsfonds te vormen en een storting van € 500.000 te doen.
Reserve herinrichting Beuningen
De raad heeft op 13 november 2017 de motie aangenomen om voor dit doel een bedrag van € 40.000 op te nemen bij de bestemming het jaarrekeningresultaat 2017.
Reserve aanschaf Squid
Het beschikbare budget voor de aanschaf van Squid is in 2016 overgeheveld naar 2017. De aanschaf heeft echter ook niet in 2017 plaatsgevonden en voor het beschikbare budget is daarom een aparte reserve gevormd, en opgenomen in de Jaarrekening 2017.
Reserve dorpsvisies 2008
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve à € 128.000. De leefbaarheid van de kerkdorpen en burgerparticipatie zijn speerpunten uit het collegeprogramma. Hiertoe zijn samen met burgers dorpsvisies opgesteld en is door de raad middels amendement bij de voorjaarsnota op 24 juni 2008 budget voor de uitvoering beschikbaar gesteld. Op de resterende gelden ligt nog geen beslag.
Reserve M.O.P. gebouwen
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad op basis van de najaarsnota besloten tot het instellen van een reserve voor de M.O.P. gebouwen, inclusief de gebouwen van het onderwijs. Dit omdat het M.O.P. meerjarig is onderbouwd en planmatig wordt weggezet. De reserve valt onder twee programma's. Eventuele tekorten en overschotten worden aan het einde van het jaar met de reserve verrekend.
Reserve grondexploitatie
De grondexploitatie is een vrij risicovolle activiteit. Om deze risico’s op te kunnen vangen, zonder de algemene risicoreserve aan te moeten spreken, is in 2007 door uw raad besloten een reserve grondexploitatie te vormen. Hierbij is bepaald dat indien het jaarresultaat van de overige gemeentelijke activiteiten een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het meerdere wordt voor 50% bestemd voor de algemene reserve en de andere 50% voor de reserve grondexploitatie. In geval van een tekort op de grondexploitatie wordt dit eerst ten laste van deze reserve gebracht, een eventueel resterend tekort komt ten laste van de algemene middelen. Met de resultaatbestemming uit de jaarrekening 2017 is de stand inmiddels gekomen op het door de raad gestelde maximum van € 1 mln.
Reserve omgevingswet
Bij de Bestuursrapportage 2016 is besloten om € 200.000 uit het resultaat te reserveren voor de implementatie van de omgevingswet. Hieraan wordt incidenteel in 2017 en 2018 het resterende budget voor de omgevingswet toegevoegd.
Reserve onderhoud wegen
Tijdens de bezuinigingsoperatie in mei 2009 is besloten, dat de jaarbudgetten van onderhoud wegen volledig voor dit doel kunnen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via deze reserve beschikbaar blijft en tekorten hieruit onttrokken kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat bij doorgeschoven werkzaamheden of onvoorziene uitgaven geen problemen ontstaan bij de financiering. Inzet van deze reserve vindt plaats via het MIP (Integraal Meerjaren Investerings- en Onderhoudsprogramma voor de Openbare Ruimte).
Reserve vervanging lampen Openbare Verlichting
Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag van € 12.500 gereserveerd. Het maximum saldo van de reserve is bepaald op € 50.000. In 2017 is in de begroting voor een bedrag van € 50.000 rekening gehouden met de vervanging.
Reserve vitalisering landelijk gebied
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve. Het betrof cofinancieringsmiddelen ten behoeve van Vitalisering Landelijk Gebied. Tot en met 2013 is dit ingezet voor het PmjP. De subsidieperiode liep tot 31 december 2013. Het restant van de cofinanciering was nog nodig voor de cofinanciering van het infopunt Poort Bulten bij het Arboretum in 2017. In de Jaarrekening 2017 is het resterend saldo van deze reserve in het resultaat vrijgevallen. Het structurele budget is op dit moment toereikend.
Programma Sociaal
Reserve applicatie Sociaal domein
Het is belangrijk dat binnen het sociaal domein op een integrale wijze kan worden gewerkt. De applicatie van Centric faciliteert deze wijze van werken, onder andere doordat een integraal klantbeeld leesbaar is. Implementatie van de applicatie leidt tot betere dienstverlening.
Reserve frictiekosten
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig resultaat geboekt. Bij de implementatie en uitvoering van de nieuwe taken in het Sociaal Domein, wordt gaandeweg duidelijk dat het naar alle waarschijnlijkheid niet voor alle medewerkers haalbaar is om aan de daarbij behorende eisen (kennis en vaardigheden) te voldoen. Dit leidt tot frictiekosten waarvoor een bedrag van € 500.000 bij de jaarrekening 2015 is gereserveerd. Een deel van dit geld is in 2017 besteed en wordt ook de komende jaren voor dit doel ingezet..
Reserve fundamentgelden muziekonderwijs
Bij de resultaatbestemming van 2017 is besloten de te veel betaalde gelden over de jaren 2014 en 2015 van de stichting Fundament die zijn terggevorderd te bestemmen. Deze middelen zijn nodig om de komende twee jaar (2017 en 2018) tekorten op het muziekonderwijs te compenseren. Daarnaast vindt een tegemoetkoming in de kostenstijging plaats.
Reserve Gezond in de stad
De gemeente Losser heeft via de decentralisatie-uitkering GIDS (Gezond In De Stad) middelen ontvangen voor de (periode 2015-2017 om de aanpak van gezondheidsachterstanden verder vorm te geven. Bij de resultaatbestemming 2015 is besloten het ontvangen bedrag 2015 te reserveren.
Reserve privatisering buitensportaccommodaties
De gemeenteraad heeft op 10 juli 2012 besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2011 tot het instellen van deze reserve. Kosten die betrekking hebben op de privatisering van de buitensportaccommodaties kunnen met deze reserve verrekend worden.
Reserve impuls brede school 2009
In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om combinatiefuncties mogelijk te maken. De doelstelling van het rijk hiermee is om tenminste 2.500 combinatiefuncties te realiseren. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we budget voor 3,9 FTE. Het niet gebruikte budget wordt in de reserve gestort en eventuele tekorten worden uit de reserve gedekt.
Reserve bouw Kulturhus Overdinkel
Op 19 maart 2013 heeft de raad de nieuwe uitgangspunten voor deze beschikbare reserve gesteld. De beschikbare € 400.000 is beschikbaar voor de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot het Kulturhus Overdinkel. In 2016 zijn daarom de kosten voor de realisatie van het centrumplein Overdinkel verrekend met deze reserve. In de reserve blijft € 130.000 beschikbaar voor onderhoud de komende vijftien jaar.
Reserve M.O.P. onderwijs '10
Zie onderbouwing ‘Reserve M.O.P. gebouwen’.
Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)
De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn in de begroting opgenomen. Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de provincie begin 2013 in het kader van de € 1.- regeling € 45.000 subsidie heeft verleend voor sport- en beweegactiviteiten. Het verschil budget en realisatie wordt aan het eind van het jaar verrekend met de reserve.
Reserve sociaal domein
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig resultaat geboekt. Vanwege de onzekerheid die bestaat over de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten binnen het 'Sociaal domein', is besloten om € 1.000.000 te bestemmen voor de vorming van een reserve 'Sociaal domein'. De kosten van pilots in het Sociaal domein worden ten laste van deze reserve gebracht.
Programma Dienstverlening
Reserve aansluiting BRP-digitale dienstverlening
Bij de resultaatbestemming van 2017 is besloten een reserve in te stellen ter dekking van de kosten voor de aansluiting bij de applicatie iBurgerzaken. Het bedrag van € 438.000 is bestemd voor de aanschaf van de applicatie en de te maken projectkosten en de kosten voor het trainen van de medewerkers. Daarnaast wordt de digitale dienstverlening richting Losserse burgers uitgebreid en de aansluiting met de BRP gerealiseerd.
Algemene reserve
De algemene reserves zijn alle reserves, niet zijnde bestemmingsreserves, die zijn bedoeld als buffer (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van financiële tegenvallers. Voorbeelden hiervan zijn een tekort op de jaarrekening en niet voorzienbare risico's. Een toelichting op de algemene reserve is hierboven opgenomen.
Reserve Individueel Loopbaanbudget
Gelet op de overschrijding in het afgelopen jaar en de verwachting dat de noodzaak voor opleidingen de komende jaren groot is, is het noodzakelijk hiervoor gelden beschikbaar te hebben. Daarvoor is deze reserve gevormd. De hogere kosten die verwacht worden vinden hun oorsprong onder andere in de drie decentralisaties, Expeditie Losser en veranderende wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet die aanstaande is.
Egalisatiereserve investeringsbijdragen
Op grond van BBV 2004 mochten bijdragen uit eigen reserves in investeringen met een economisch nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de investeringen. Hier is sprake van een zogenaamde bruto verantwoording. In de praktijk houdt dat in, dat (een deel van) de jaarlijkse afschrijvings- en rentekosten gedekt wordt door jaar een stukje van deze reserve voor dat doel in te zetten. De jaarlijkse vrijval van deze reserve vindt plaats op basis van de afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij wordt ook rekening gehouden met rente, zodat een en ander hetzelfde effect heeft als een netto verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende product (functie), maar via mutatie reserves en op deze wijze dus via de bestemmingen. Inzet van deze reserve wordt ook aangemerkt als structurele dekking.
Reserve conjunctuur/frictiefonds
Op 12 mei 2009 heeft de raad bij het vaststellen van de bezuiniging besloten tot het instellen van een conjunctuur-/frictiefonds in 2010 van € 1.000.000. Deze is bedoeld voor het opvangen van tijdelijke, conjuncturele tegenvallers, waarbij te denken valt aan bijvoorbeeld niet door het rijk gecompenseerde uitkeringsgelden en teruglopende leges. Tevens bedoeld voor opvang frictiekosten in de vorm van eenmalige personele effecten als uitvloeisel van de organisatorische aanpassingen. Ook de samenwerking met Enschede en het GBT en de daaruit voortvloeiende frictiekosten vallen hieronder.
Reserve Organisatie ontwikkelingen
Deze reserve is bedoeld voor dekking van risico's voortvloeiende uit mogelijk verplichtingen en kosten als gevolg van het organisatie ontwikkel traject. Door omstandigheden zijn er zaken door geschoven naar 2017. In 2017 zal het resterende budget waarschijnlijk worden uitgegeven.
Reserve referenda
Bij de Bestuursrapportage 2016 is besloten € 40.000 apart te zetten voor de organisatie van referenda.
|
In de stand 31-12-2018 zijn de werkelijke stortingen en ontrekkingen van 2018 niet meegenomen.
Voor de mutaties in 2019 wordt verwezen naar de toelichting van het desbetreffende programma in hoofdstuk 2.
Fysiek
Voorziening Reiniging
Het saldo van deze voorziening is de afgelopen jaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen, onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. De afspraak is om deze voormalige reserve af te bouwen naar maximaal € 500.000, waarbij tevens rekening gehouden moet worden met de jaarlijkse storting vanaf 2018 van € 35.000 voor toekomstige vervanging van de ondergrondse containers. De huidige stand van de voorziening is ruim € 700.000. Per eind 2019 is de voorziening naar verwachting op het gewenste minimum van € 570.000 (inclusief twee jaar reservering vervanging ondergrondse containers).
Voorziening Riolering
De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan dat onderdeel is van het vernieuwde Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP) dat in maart 2018 is vastgesteld. De hoogte van de (noodzakelijke) voorziening is betrokken bij de samenstelling van dit vGRP.
Sociaal
Herstructurering.Ontmanteling Top Craft
Op basis van de notitie "Mensenwerk" hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december 2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel Gr-Wot als het uitvoeringsbedrijf Top Craft te ontmantelen en over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en het Gr-Wot een voorziening "Herstructurering/ontmanteling" gevormd van € 8,3 miljoen ter dekking van toekomstige kosten die verband houden met de herstructurering. Voor Losser resulteerde dit tot het vormen van een voorziening ter hoogte van € 2,6 miljoen. De mutaties zijn tot en met 2017 verwerkt. De stand van het Losserse deel van de voorziening bedraagt € 382.000. De herstructureringskosten bestaan voor een groot deel uit wachtgeldregelingen en reïntegratiekosten. De wachtgeldregeling heeft een duur van vijf jaar. De mutaties in de herstructureringskosten zijn ingeschat en leiden tot een jaarlijkse daling van deze voorziening.
Bestuur en Dienstverlening
Voorziening pensioenen wethouders
Op grond van BBV dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente Losser heeft tegenover bestuurders en oud-bestuurders dan wel tegenover hun nabestaanden, een voorziening te worden gevormd. Op basis van actuariële berekeningen wordt er jaarlijks beoordeeld of deze voorziening nog toereikend is. Uitkeringen van de pensioenen vinden jaarlijks plaats uit de voorziening en via de exploitatie wordt deze voorziening aangevuld tot de noodzakelijke omvang.
Voorziening uitstroom personeel
Door uitstroom van een personeelslid is er een personele verplichting ontstaan tot en met 2021. Jaarlijks vindt er een uitkering plaats uit deze voorziening.
Specificatie incidentele baten en lasten |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
Specificatie lasten |
|
|
|
|
Programma Sociaal |
|
|
|
|
Nieuwbouw Sportvoorziening tijdelijke huisvesting |
40 |
- |
- |
- |
Actieprogramma Recreatie en Toerisme |
30 |
- |
- |
- |
Bijzondere bijstand |
100 |
100 |
- |
- |
Incidentele subsidies |
43 |
- |
- |
- |
Inzet subsidieverstrekking |
9 |
- |
- |
- |
Compensatie sportverenigingen |
20 |
- |
- |
- |
Programma Fysiek |
|
|
|
|
Transitiekosten ODT |
77 |
- |
- |
- |
Flankerend beleid Centrum |
100 |
- |
- |
- |
Woonvisie 2020 |
25 |
25 |
- |
- |
Risici onderhoud en vervangingsplan Civiele techniek |
60 |
- |
- |
- |
Nota kapitaalgoederen Openbare Ruimte |
30 |
- |
- |
- |
Programma Bestuur en dienstverlening |
|
|
|
|
Organisatie verkiezingen |
50 |
- |
25 |
|
Inzet burgerparticipatie |
40 |
40 |
20 |
|
Dekking Ipads / burg.particip. |
- |
12 |
12 |
12 |
Extra kosten taxaties GBT |
50 |
50 |
- |
- |
M.I.P. ontbrekende vervangings investering |
48 |
- |
- |
- |
Doorontwikkeling P&C-cyclus |
25 |
- |
- |
- |
Tijdelijke uitbreiding applicatiebeheer |
35 |
35 |
- |
- |
Formatie communciatie |
23 |
|
|
|
Totaal incidentele lasten |
805 |
262 |
57 |
12 |
|
|
|
|
|
Specificatie baten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal incidentale baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal incidentele baten en lasten |
805 |
262 |
57 |
12 |