2. Paragrafen

Dit hoofdstuk bestaat uit acht in het BBV  (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten). voorgeschreven paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragrafen zijn dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen in de jaarstukken:

  • Het onderwerp heeft mogelijk een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’s.
  • Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken.

Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De programma’s in het vorige hoofdstuk zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering.

Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het BBV:

  • Lokale heffingen;
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing;
  • Onderhoud kapitaalgoederen;
  • Financiering;
  • Bedrijfsvoering;
  • Verbonden partijen;
  • Grondbeleid;
  • Openbaarheidsparagraaf Woo.

2.1. Paragraaf Lokale heffingen

De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen vindt plaats met een belastingverordening. De vaststelling van de tarieven door de raad vond plaats in december 2022.

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (zoals onroerende zaakbelasting (OZB)) rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat de besteding niet is gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen.

In deze paragraaf is opgenomen:

a. de verantwoording van de geraamde inkomsten;

b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt hoe de lasten zich verhouden tot de inkomsten;

d. een aanduiding van de lokale lastendruk;

e. een beschrijving van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.

 

 a. Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen

(bedragen x € 1.000)

Omschrijving  Raming 2022 Realisatie 2022 Raming 2023 Realisatie 2023
Afvalstoffenheffing 2.162 2.307 2.277 2.300
Begraafplaatsenrechten  1 1 1 3
BIZ  102 90 111 94
Forensenbelasting  22 31 24 33
Hondenbelasting  0 1 0 0
Leges burgerzaken  256 327 274 316
Leges omgevingsvergunning  394 432 428 536
Leges overig  45 154 45 185
Marktgelden  15 13 15 12
OZB-eigenaren 4.548 4.601 5.015 4.901
OZB-gebruikers niet-woning  531 548 578 549
Rioolheffing 3.065 3.143 3.391 3.420
Toeristenbelasting 425 419 245 242
Totaal 11.567 12.067 12.405 12.590

 

b. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

 Landelijke ontwikkelingen

Hervorming lokaal belastinggebied
Ondanks het feit dat al jaren over een belastingherziening wordt gesproken, hebben zich in 2023 geen ontwikkelingen voorgedaan. In het regeerakkoord van het kabinet is het volgende opgenomen: "Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken." Het recentelijk uitgebrachte coalitieakkoord lijkt, met de voorgestelde maximering van de stijging van de OZB juist tot een beperking van het eigen belastinggebied te leiden.

Lokale ontwikkelingen

Ontwikkeling tarieven
Voor het ramen van de tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen hanteren we het uitgangspunt 100% kostendekking. Voor de rioolheffing betekende dit een stijging van 7,7%. De tarieven toeristenbelasting zijn met 1,3% gestegen. De voor 2023 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stegen met een inflatiecorrectie, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het rijk heeft vastgesteld, dan wel gemaximeerd. Op basis van het Centraal Economisch Plan werd uitgegaan van 6,54%. 

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de te heffen belastingsoorten. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. Het kostendekkingspercentage mag om die reden dan ook maximaal 100 zijn.

De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De volgende belastingen en retributies zijn geheven:

Ongebonden belastingen Gebonden belastingen
Forensenbelasting Afvalstoffenheffing
Toeristenbelasting Bijdrage Bedrijven Investering Zone
Onroerendezaakbelastingen Leges en Rechten
  Rioolheffing

Mate van kostendekking van de gebonden belastingen

Activiteiten groep  Lasten taakveld  Overhead  BTW  Totale lasten  Heffingen (baten)  Overige baten  Totale baten   Kosten-dekkendheid
Afvalstoffenheffing 2.108  184 245 2.538 2.300 310 2.610 100%
Kwijtschelding afvalstoffenheffing  72  0 0 72  0 0  0  
Rioolheffing  2.752  340 347 3.439 3.420 19 3.439 100%
Kwijtschelding rioolheffing  0 0 0   0  0  
Subtotaal heffingen  4.932  525 592 6.049 5.720 329 6.049 100% 
Titel 1: leges algemene dienstverlening 762  0 77 839 444 16 461 53%
Titel 2: dienst verlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ vergunningen 1.618  0 47 1.665 591 2 592 35%
Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstrichtlijn 0 0 0 0 0 0 0%
Subtotaal leges 2.381  0 124 2.505 1.035 18 1.053 42% 
Totaal 7.313  525 716 8.554 6.755 347 7.102 79% 

 c. Woonlastenontwikkeling

De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en heffingen waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Het COELO vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld Lossers gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor de periode 2018-2023:

Woonlastenontwikkeling 2018 2019 2020 2021 2022 2023
OZB Eigenaar  346,59  354,94 361,64 375,77  380,66  415,23
Afvalstoffenheffing (meerpersoons)   209,40  206,68 207,24 224,75  223,78  232,00
Rioolheffing   250,00  255,24 263,76 277,59  307,38  314,40
Totaal   805,99 816,86 832,64 878,11 911,82  961,63

d. Kwijtscheldingsmogelijkheden

De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:

  • Voor de OZB en de afvalstoffenheffing (vaste bedrag volledig, gebruiksvergoeding restcontainer en variabel bedrag van maximaal € 33,00) is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen gemeentelijke woonlasten betalen.
  • Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend.
  • Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm.
  • Ondernemers worden voor de gemeentelijke belastingen gelijkgesteld met particulieren.
  • Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit.
  • Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.

In 2023 is voor bijna € 74.000 aan gemeentelijke belastingen in het kader van het minimabeleid kwijtgescholden. Hierbij gaat het met name om de afvalstoffenheffing.

2.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers financieel kan opvangen, zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Dit verhoudingsgetal is de ratio weerstandsvermogen.

Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in:

  • Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten.
  • Financiële verordening gemeente Losser 2024.
  • Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2018.

1. Inventarisatie weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de Algemene risicoreserve en de reserve risico grondexploitatues, specifiek ter dekking van de risico’s gerelateerd aan grondexploitaties.

Algemene risicoreserve                                                                                   
De stand van deze reserve is eind 2023 € 22.443.000. Daarnaast wordt de reserve Grondexploitatie met een omvang van € 1.000.000 aan de weerstandscapaciteit toegerekend.

Uit onderstaande tabel blijkt dat de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2023 € 23.443.000 is. De verwerking van het jaarresultaat 2023 is daarbij nog niet betrokken.

Tabel: Beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2023

Componenten:

 

Algemene risicoreserve

€ 22.443.000

Reserve risico grondexploitaties

€ 1.000.000

Stand eind jaar 2023

€ 23.443.000

 
2. Inventarisatie risico's

In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het risicomanagement aan de P&C-cyclus wordt gekoppeld. De risico's worden daardoor periodiek onder de aandacht gebracht en bijgesteld.

Uitgangspunten bij de beoordeling van de risico's zijn:

  • Normale bedrijfsvoeringsrisico's worden niet bij de risico's meegenomen. 
  • Risico's die een gelijksoortige oorzaak hebben worden samengevoegd. 
  • Verzekerde risico's worden niet meegenomen. 

Gevolg van deze inventarisatie is dat het totaal van de risico's € 4.701.000 bedraagt (exclusief de risico's van de grondexploitatie, die zijn hieronder nader toegelicht). Uit een simulatie blijkt dat een weerstandscapaciteit van € 1.605.000 nodig is om alle risico's af te kunnen dekken.

Met behulp van een risicoscore kunnen de risico's worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk wat de belangrijkste risico's zijn. 

In onderstaande tabel zijn de tien grootste risico's weergegeven. Het percentage geeft aan hoe groot een bepaald risico is in verhouding tot de totaal benodigde weerstandscapaciteit van € 1.605.000.

De tien grootste risico’s jaarrekening 2023:

 

Onderwerp

Risico omschrijving

Invloed

1.

Schommelingen in de conjunctuur

Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden.

18,81%

2.

Overige onvoorziene risico's

Hierbij valt te denken aan calamiteiten binnen de gemeente, zoals extreem weer of een bedrijfsongeval. Maar ook politieke en bestuurlijke risico's.

12,68%

3.

Budget Jeugd

Door openeindfinanciering en een onzeker beeld van de toekomstige zorgvraag, is het budget Jeugd mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar.

11,19%

4.

Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager

Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager.

8,30%

5.

Garantstellingen

Door de leningverstrekker wordt een beroep gedaan op de garantstellingen van de gemeente Losser, voor leningen die door partners zijn aangegaan (voor een compleet overzicht zie de 'niet uit de balans blijkende verplichtingen').

6,26%

6.

Garantstelling ontwikkelfase windproject de Lutte

Garantstelling aan energiecoöperatie in De Lutte voor de ontwikkelingsfase van het windproject in De Lutte. 

4,71%

7.

 Budget Wmo

Door openeindfinanciering en een onzeker beeld van de toekomstige zorgvraag, is het budget Wmo mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar.

4,70%

8.

Derden stellen gemeente aansprakelijk

Derden stellen gemeenten aansprakelijk.

4,24%

9.

Faillissement bedrijven met als gevolg instroom bijstand

Stabiliteit van bedrijven waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken kan ongewis zijn. 

3,54%

10.

Juridische inzet handhaving

Door toenemende 'mondigheid' meer juridische procedures bij handhaving. Ook het vraaggestuurd handhaven (handhavingsverzoek) kan dit werkveld onder spanning zetten.

3,53%

Risico's grondexploitaties

Ter bepaling van de vereiste weerstandscapaciteit van de grondexploitaties maken we gebruik van de Monte Carlo simulatie. Dit is een simulatietechniek waarbij grondexploitaties vele malen worden gesimuleerd, elke keer met andere startcondities. Hierbij houden we rekening met risico’s aan de kosten- en opbrengstenkant, maar ook met onzekere gebeurtenissen. Naast projectgebonden risico’s, kijken we ook naar niet projectgebonden risico’s. Ofwel, de conjuncturele risico’s worden geïnventariseerd en gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar binnen de projecten en liggen op het vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden (te denken valt aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters). Hiermee ontstaat een vollediger en betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen de grondexploitaties. De uitkomst is een momentopname. Marktomstandigheden kunnen snel wijzigen. Dit kan leiden tot fluctuaties in de vereiste weerstandscapaciteit. Om vinger aan de pols te houden actualiseren we daarom jaarlijks zowel bij de jaarrekening als tussentijds bij de programmabegroting de vereiste weerstandscapaciteit. De vereiste weerstandscapaciteit van de grondexploitaties is ultimo 2023 afgenomen (JR 2022: € 730.000) en bedraagt € 534.000. Deze afname komt met name door de voortgang en realisatie van kosten en opbrengsten in de diverse grondexploitaties. Hiermee neemt de grondslag, namelijk de nog te realiseren kosten en opbrengsten, af bij de bepaling van het risicoprofiel.

3. Ratio weerstandsvermogen en verwachte ontwikkelingen

Benodigde weerstandscapaciteit:
De geïnventariseerde risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie. Op basis van die simulatie wordt het bedrag berekend dat nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Conclusie is dat alle risico's, met 90% zekerheid, kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.139.000 (€ 1.605.000 voor de geïnventariseerde risico's in de bedrijfsvoering/beleid en € 534.000 voor de risico's van de grondexploitaties).

Beschikbare weerstandscapaciteit:
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de Algemene risicoreserve en de reserve grondexploitaties. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2023 € 23.443.000. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de bestemming van het rekeningresultaat 2023.

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen.   

De gemeenteraad heeft aangegeven dat de minimaal wenselijke ratio weerstandsvermogen tussen de 1,4 en 2,0 ligt. Oftewel, de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 140 tot 200% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.

Ratio weerstandsvermogen eind 2023  =  € 23.443.000 : € 2.139.000 = 10,7.
                                                                     
De ratio weerstandsvermogen bevindt zich daarmee boven de door de Raad vastgestelde minimale bandbreedte van 1,4 - 2,0. In het vervolg lichten we dit toe.

Tabel, ontwikkeling in de ratio weerstandsvermogen:

Analyse van de weerstandsratio
Beschikbare weerstandscapaciteit
Eind 2022 Eind 2023 Verschil
Algemene risicoreserve € 17.380.000 € 22.443.000 € 5.063.000
Reserve grondexploitaties €   1.000.000 € 1.000.000 € 0
Totaal € 18.380.000 € 23.443.000 € 5.063.000
       
Benodigde weerstandscapaciteit
     
Risico's algemeen €   1.355.000 € 1.605.000 € 250.000 
Risico's grondexploitaties €  730.000 € 534.000 - € 196.000 
Totaal risico's €   2.085.000 € 2.139.000 € 54.000 
       
Weerstandsratio (afgerond) 8,8 10,7 2,1

Doordat de beschikbare weerstandscapaciteit vergeleken met de jaarrekening 2022 met ruim € 5 miljoen is toegenomen en de risico's slechts licht zijn gestegen, is de weerstandsratio in de jaarrekening 2023 1,9 hoger dan de ratio van 8,8 uit de jaarrekening 2022 en komt deze uit op 10,7.

De tabel hieronder geeft een overzicht van de ontwikkeling van de ratio weerstandsvermogen per 31-12 in de afgelopen jaren (afgerond op één cijfer achter de komma).

Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Ratio weerstandsvermogen 1,9 2,4 3,0  2,5  4,2 9,6 8,8 10,7

Prognose ratio weerstandsvermogen 2024 en verder

Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2024 tot en met 2027
Component  2024  2025  2026 2027
Aanwezig weerstandsvermogen € 21.659.000 € 23.185.000 € 19.657.000 € 19.378.000
Benodigd weerstandsvermogen €   2.139.000 €   2.139.000 €   2.139.000 €   2.139.000
Prognose ratio weerstandsvermogen (afgerond)
10,1 10,8 9,2 9,1

In bovenstaande tabel is de verwachte meerjarige ontwikkeling van de weerstandsratio aangegeven. De meerjarige verwachting is dat de ratio (variërend tussen de 9,1 en 10,8) ruim boven de door de Raad vastgestelde bandbreedte blijft.

In het schema hierboven is geen rekening gehouden met de bestemming van het positieve rekeningresultaat 2023. Naar verwachting leidt dit nog tot een verdere stijging van de weerstandsratio.

4. Financiële kengetallen

Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte set van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. De invoering van deze set is bedoeld om de financiële positie van de gemeente inzichtelijker te maken.  

Kengetallen worden veelal gebruikt als analyse-instrument. Voordeel hiervan is dat gemeenten beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Het zal duidelijk zijn dat het nut van het gebruik van kengetallen om de volgende redenen dient te worden genuanceerd:

  • Kengetallen hebben slechts betrekking op het verleden en geven geen zekerheid over de toekomst.
  • Kengetallen zijn veelal slechts een momentopname.
  • Kengetallen zijn vaak gebaseerd op veronderstellingen.
  Financiële kengetallen Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023 Begroting 2024
1A Netto schuldquote 31,5 % 42,9 % 38,0 % 79,0 %
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 31,5 % 34,4 % 38,0 % 79,0 %
2 Solvabiliteitsratio  40,4 % 37,6 % 37,9 % 37,5 %
3 Structurele exploitatieruimte 5,7 % 1,4 % 1,5 % 4,8 %
4 Grondexploitatie -1,5 % 9,9 % - 1,0 % - 0,4 %
5 Belastingcapaciteit 100,9 % 105,3 % 101,9 % 106,2 %

Hieronder worden de kengetallen in hun onderlinge relatie beschouwd en van een toelichting voorzien. De kengetallen geven een indicatie hoeveel (financiële) ruimte de gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. De tabel toont de ontwikkeling over de jaren.

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief, als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De VNG hanteert een kritische waarde van 130%, hier bevinden zich zowel de netto schuldquote inclusief als exclusief de doorgeleende gelden met 38,0 % beduidend onder. De percentages zijn gelijk omdat we in Losser geen doorgeleende gelden kennen. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste risico. 

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is op de langere termijn aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe gezonder de gemeente. In bovenstaande tabel zijn de voormalige reserves Riool en reiniging opgenomen als voorziening conform wijziging BBV en daarmee uit het eigen vermogen verdwenen. Met een score van 37,9 % behoren we tot de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.

Structurele exploitatieruimte
Dit financiële kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting of financieel resultaat is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. Hoe hoger het percentage, hoe groter het aandeel van de structurele baten ten opzichte van de structurele lasten in het geheel aan baten. Zoals in de tabel weergegeven, is voor alle jaren sprake van een positief saldo exploitatieruimte.

Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondpositie (boekwaarde) zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Dit kengetal alleen, heeft slechts een beperkte waarde. De relatie vraag en aanbod woningbouw of bedrijventerrein, planning et cetera spelen hierbij ook een cruciale rol. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De gemeente bevindt zich met het percentage -1,0 % in de categorie gemeenten met het laagste risico.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van het vorige begrotingsjaar. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de Rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 101,9 % nog steeds iets boven het landelijk gemiddelde (100%). De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.

Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de belastingcapaciteit de afgelopen jaren sterk verbeterd en komt hiermee bijna op het landelijk gemiddelde. 

Onderdeel 2020 2021 2022 2023
Belastingcapaciteit  112,5%  108,0% 100,9%  101,9% 

2.3. Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Kapitaalgoederen zijn duurzame bezittingen die een gemeente heeft waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Denk hierbij aan wegen, gebouwen en riolering. Deze eigendommen, noodzakelijk voor een goede leefomgeving, vertegenwoordigen een grote waarde. De totale vervangingswaarden van de kapitaalgoederen in Losser schatten wij op ruim € 260 miljoen.

Het niveau van onderhoud en de kwaliteit van de kapitaalgoederen bepalen het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. Achterstanden in onderhoud kunnen, naast kapitaalvernietiging, in het ergste geval tot onveilige situaties leiden. Investeren in onderhoud en vervanging is daarom noodzakelijk om kapitaalgoederen ook op lange termijn in stand te houden. Wij onderhouden de kapitaalgoederen op basis van de 'Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte' (2013). Voor verschillende kapitaalgoederen zijn er naast de nota ook beheer- en onderhoudsplannen.

Het coalitieakkoord 'Groeien door ambitie' hecht veel waarde aan een goede kwaliteit van de leefomgeving. Met investeringen in de openbare ruimte wil het college meer bereiken dan alleen een schone, hele en veilige leefomgeving. De inrichtingskwaliteit speelt steeds nadrukkelijker een rol bij het creëren van aantrekkelijke buurten en wijken. Daarnaast spelen grote uitdagingen zoals de warmtetransitie en klimaatverandering. Samen met de vervangingsopgave in de openbare ruimte leidt dit tot een integrale en gebiedsgerichte aanpak. Wij hanteren hiervoor de systematiek van het integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte (MIP).

Met het MIP willen wij met investeringen in de openbare ruimte ook invulling geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en het bereiken van strategische gemeentelijke doelen. Waar mogelijk zetten wij beheer- en vervangingsbudgetten in als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte.

Algemeen

In 2023 zijn wij verder gegaan met het vullen van het integrale beheerpakket GBI. 

Er is verder gewerkt aan het vullen van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Wij zijn gestart met de actualisatie van het MIP en willen dit in 2024 afronden (MIP 2.0). Via het MIP hebben wij een deel van de budgetten voor vervangingsinvesteringen en onderhoudsgelden ingezet voor de kwaliteitsimpulsen De Lutte, Glane en Beuningen.

Uitwerking per beheerdiscipline

Wegen

Het beleidsplan Wegen is in 2019 vastgesteld. Met ons wegbeheersysteem volgen wij de staat van al onze (verharde) wegen. Dit systeem geeft richting aan onze meerjaren onderhoudsplanning. Jaarlijks voeren wij een inspectie uit. Op basis hiervan passen wij, indien nodig, de onderhoudsplanning aan.

Het reguliere onderhoud is volgens planning (deels via het MIP), uitgevoerd. Zo hebben wij de Enschedestraat (fase1) en de Postweg gereconstrueerd. Daarnaast is aan diverse wegen (onder andere Kruisseltlaan, Haweg en Beuningerstraat) asfaltonderhoud gepleegd. Hierbij zijn de toplagen en onderliggende lagen vervangen.

Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

 

Openbare Verlichting

Het beheer en onderhoud van de openbare verlichting volgt uit het beleidsplan 'Licht in de openbare ruimte' (2019). Afgelopen jaar zijn wij gestart met de uitvoering van het vervangingsplan voor van masten en armaturen.

Eens per 5 jaar voeren wij een groepsremplace voor het vervangen van de lampen uit. In 2023 viel dit samen met het vervangen van een groot aantal lichtmasten. Wij hebben er voor gekozen om circa 1300 armaturen te vervangen door led-verlichting. Deze zijn in aanschaf weliswaar duurder, maar verbruiken veel minder stroom en gaan langer mee. De investering in led verdienen wij in ongeveer 3 jaar terug.

Wij hebben eerder dan verwacht de armaturen in de wijk Luttermolen vervangen. Wij werden geconfronteerd met bovenmatig veel uitval en de armaturen uit 2017 voldeden niet aan onze kwaliteitseisen.

Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

Civiele kunstwerken

Voor het beleid- en beheerplan Kunstwerken zijn in 2018 alle beheerobjecten geïnspecteerd en visueel beoordeeld. Dit heeft in 2019 geleid tot aanvullend onderzoek en constructieberekeningen bij een beperkt aantal kunstwerken.

De Kolkersbrug is vanuit een inspectie aangemerkt voor vervanging. Door het toepassen van een innovatieve methode is de brug grondig gerenoveerd.

In de wijk de Saller zijn langs het Collendoorn damwanden herstelt en verstevigd. Ook hebben wij de stuw en de duiker langs het Kerkepad gerenoveerd.

Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

Riolering en Water

In 2022 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) door de raad met twee jaar verlengd. Het kostendekkingsplan is toen ook geactualiseerd en geïndexeerd. Op basis van het kostendekkingsplan bepalen wij de hoogte van de rioolheffing.

In het (verbrede) GRP is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater opgenomen. Het geeft richting aan duurzaamheid en maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van de doelmatigheid en klimaatontwikkelingen zijn ontwikkelingen die steeds belangrijker zijn werden. Deze landelijke ontwikkelingen zijn vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in 'Waterwinst 2.0'. Met die intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen met het waterschap, de bereidheid uit om samen te werken in de (afval-)waterketen.

Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte opnieuw in te richten. Om die reden worden deze dan ook vaak integraal vanuit het MIP opgepakt.

Wat hebben wij in 2023 gedaan?

Een groot deel van de rioolvervangingen, die in het kostendekkingsplan zijn opgenomen, wordt meegenomen met de kwaliteitsimpulsen De Lutte, Glane en de Roofvogelbuurt. Deze plannen zijn deels in uitvoeringen of voorbereiding. Daarnaast zijn de navolgende werkzaamheden uitgevoerd:

-       Riolen in de Bentheimerstraat, Oldenzaalsestraat en Willibrordlaan zijn voorzien van een glasvezel verstrekte kous.

-       Het riool in de Tuinstraat is vervangen en er is een regenwaterleiding aangelegd.

-       Bij de reconstructie van de Enschedesestraat is 600 meter riool vervangen en 450 meter regenwaterriool aangelegd;

-       Het rioolgemaal aan de Wethouder Hassingstraat in 2023 vervangen door een nieuw rioolgemaal in de Sterkerstraat.

Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

Groen en Landschap

In 2022 is het groenbeleidsplan vastgesteld. Belangrijke doelen daarin zijn vergroening van onze leefomgeving en het beschermen en verbeteren van biodiversiteit.

Voldoende en vitaal groen in onze leefomgeving is belangrijk om de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress en wateroverlast te beperken. Het is bewezen bevorderlijk voor de algehele gezondheid en het welzijn van de mens.

Biodiversiteit is belangrijk voor ecologische balans en om ziekten en plagen te voorkomen.

Voor het beheer en beschermen van bomen hanteren wij het 'Handboek Bomen'. Hierin zijn de belangrijkste normen voor aanleg, onderhoud en bescherming van bomen vastgelegd.

De zomer van 2022 kenmerkte zich door een lange periode van droogte en hoge temperaturen. Dit heeft gevolgen gehad voor de conditie en vitaliteit van een deel van ons bomenbestand. Een groot aantal bomen is zwaar afgetakeld of gestorven. Deze zijn in 2023 vervangen.

Ook voor andere beplantingen heeft de lange periode van droogte gevolgen gehad. Hiervoor zijn in 2023 ook veel herstelwerkzaamheden verricht.

Het reguliere onderhoud aan het groen wordt door het Servicebedrijf uitgevoerd. Voor een belangrijk deel zetten wij hiervoor doelgroepmedewerkers in. Onderhoud van bomen wordt uitgevoerd door een speciale boomverzorgingsploeg.

Grotere aanleg en onderhoudsprojecten besteden wij uit.

Wat hebben we in 2023 gedaan?

 Aanleg diverse nieuwe landschappelijke elementen:

-    struweelhaag Glanestraat 7;

-    houtsingel agrarisch perceel Pastoor van Laakstraat.

 Groot onderhoud landschappelijke elementen:

-    Op diverse locaties in de gemeente is groot onderhoud uitgevoerd aan houtsingels/wallen in gemeentelijk eigendom.

 Kwaliteitsimpuls groene ruimte:

-    het planten van bloembollen op verschillende locaties (Oldenzaalsestraat, Denekamperdijk, Hoofdstraat en Lossersestraat;

-    het aanbrengen van inheemse kruidenmengsels op een aantal locaties (Het Adelsgoor en Hogeweg);

-    het planten van heesters rondom de kerk aan de Gronausestraat in Losser;

-    het aanbrengen van beplantingen in de wadi’s langs de Buckhorst en Melenhorst.

 Aanplant nieuwe bomen:

-    Op diverse plaatsen in de gehele gemeente zijn weer nieuwe bomen aangeplant. Deels ter compensatie van dode exemplaren, deels ook ter uitbreiding. Er zijn 95 bomen aangeplant ter inboet en 46 stuks ter uitbreiding van het aantal bomen.

 Uitvoering vervangingsplan:

-    De 3e en laatste fase van het vervangingsplan 2020 is uitgevoerd.

 Bodemverbetering bomen met TFI:

-    15 groeiplaatsen van bomen zijn verbeterd door middel van de Tree Fertillizer Injector (TFI).

 Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

 Begraafplaatsen

De gemeente Losser heeft één algemene begraafplaats aan de Bookholtlaan in beheer en onderhoud. Doordat steeds meer mensen kiezen voor een crematie en de aanwezigheid van verschillende bijzondere (natuur-)begraafplaatsen, vinden er op jaarbasis slechts een beperkt aantal begravingen plaats. In oktober is de herziene beheerverordening begraafplaats Bookholtlaan door de gemeenteraad vastgesteld. Ook heeft het college nadere regels vastgesteld. Hierin zijn onder meer de termijn van uitgifte, het aantal overledenen in één graf en de afmetingen van een graf vastgelegd. De tarieven voor het begraven liggen vast in een tariefsverordening die de gemeenteraad jaarlijks vaststelt.

Financiën

De kosten worden deels gedekt uit de begraafplaatsleges. Het restant dekken wij uit de reguliere begroting.

Speelplaatsen

In 2021 is het Speelruimteplan vastgesteld. Er is een budget voor reparaties en incidentele vervangingen. Er is nog geen vervangingsplan. De speeltoestellen worden jaarlijks geïnspecteerd.

Financiën

Wij voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit.

Afval

Voor de inzameling van restafval, PMD verpakkingen, glas en textiel staan er verspreid over de kernen ongeveer 80 onder- en bovengrondse containers. De containers zijn eigendom van de gemeente Losser. Het beheer en onderhoud voert Twente Milieu uit. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst met Twente Milieu.

De boven- en ondergrondse containers voor de afvalinzameling maken (nog) geen deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Wel reserveren wij jaarlijks wel € 35.000 voor vervangingen. Containers worden incidenteel vervangen wanneer reparatie niet meer zinvol is.

Bij de meeste huishoudens zamelen wij het groenafval in met mini containers (de 'groene Otto') Bewoners van appartementen (hoogbouw) hebben in veel gevallen nog geen mogelijkheid het keukenafval te scheiden van het restafval. Sinds 1 januari 2023 is dit wel verplicht. In het najaar zijn wij begonnen met het voorbereiden van het plaatsen van verzamelcontainers voor groenafval bij hoogbouw.

In 2022 hebben wij voor het Afvalbrengpunt aan de Ravenhorsterweg een veiligheidsinventarisatie uitgevoerd. Voortvloeiend hieruit zijn in 2023 op het bordes valbeveiligingen aangebracht. Daarnaast hebben wij een perscontainer voor restafval en een container voor oud papier vervangen.

In het najaar zijn wij gestart met een onderzoek voor een toekomstbestendig afvalbrengpunt. Hiervoor werken wij drie scenario’s uit.

Financiën

De kosten voor de afvalinzameling dekken wij uit de afvalstoffenheffing.

Gemeentelijke gebouwen en vastgoed

In de Vastgoednota gemeente Losser (2014) is het beleid uitgewerkt en vastgelegd.

De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden, dan wel afstoten van locaties. Daarbij wordt beoordeeld of de locaties nog wel nodig zijn voor de eigen dienst of beleidsdoeleinden. Indien binnen afzienbare tijd (tien jaar) geen (ruimtelijke) ontwikkelingen worden verwacht, dan wordt voorgesteld deze locaties af te stoten en in de verkoop te zetten.

In aansluiting op de motie van de raad van 11 juni 2019 over het vermarkten van gemeentelijk vastgoed en gronden, is eind 2019 de gelijknamige notitie vastgesteld. Primair is deze notitie erop gericht richtlijnen te geven over de wijze waarop de gemeente haar vastgoed/gronden zal vermarkten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de lopende huurcontracten, aanwezige erfpacht-/opstalovereenkomsten en ontwikkelingen in de markt.

Vertaling naar de begroting

De vertaling van het beleid naar de begroting vindt plaats via het Meerjaren Onderhoud Plan (MOP)-gebouwen. Elke 5 jaar wordt de onderhoudsconditie bepaald. Voor een redelijk niveau van onderhoud wordt voor de panden met een toekomstperspectief (meer dan tien jaar) een conditiescore 3 gegeven. Voor de af te stoten panden met een tijdelijk gebruik volstaat een conditiescore 5 op basis van klachtenonderhoud.

In 2023 zijn alle panden opnieuw geïnspecteerd en heeft de raad het nieuwe budget voor Meerjaren onderhoud (MOP) voor de komende 5 jaar toegekend. Het onderhoud is volgens planning MOP uitgevoerd.

In 2023 zijn alle panden opnieuw voorzien van een energielabel. In de 'portefeuilleroutekaart verduurzamen gemeentelijk vastgoed' is een plan uitgewerkt voor verdere verduurzaming naar een gasvrij en energieneutraal vastgoed. Hierin wordt de volgende stap gezet. Na het isoleren concentreren we ons op de vervanging van de klimaatinstallaties door een duurzame elektrische variant en het aanbrengen van zonnepanelen. Dit betreft 12 panden in eigendom van de gemeente, die voor eigen gebruik en beleidsdoeleinden worden ingezet. De raad heeft besloten om verder in te zetten op verduurzaming van de panden en hier budget voor toegekend.

Door het na-isoleren van de panden hebben nu 9 panden energielabel A of hoger, 2 panden label C en 1 pand label G. De werkplaats in Overdinkel en gymzaal De Vlasakker komen ook na isoleren niet hoger dan energielabel C. Bij de gymzaal in Beuningen (energielabel G) worden de werkzaamheden uitgesteld en gecombineerd met de nieuwbouw van Mariaschool-kulturhus. Voor de verduurzaming van zwembad Brilmansdennen zijn wij de aanbesteding gestart. De verbouw van het gasvrije en energieneutrale kulturhus in Glane is gegund. Voor de overige 10 panden zijn voorbereidingen getroffen voor uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen in 2024 en daarna.

Financiën

We voerden het onderhoud binnen de kostenraming uit. Het Meerjaren onderhoud (MOP) is opgenomen in de exploitatiebegroting. Investeringen in gebouwen lopen separaat via nieuw beleid in de Voorjaarnota.

2.4. Financiering

Treasurybeleid

De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn.

Op 6 juli 2021 is het Treasurystatuut 2021 vastgesteld door de raad. Hierin is het beleidskader voor Losser inzake treasury opgenomen. In het statuut is de geldende wetgeving vertaald naar de gemeente. Zo is vastgelegd hoe de financiële risico’s, zoals het renterisico (van vaste en vlottende schuld), het kredietrisico, het liquiditeitenrisico en koersrisico, worden geminimaliseerd. En wordt de verdeling van taken en bevoegdheden vastgelegd. Ook is de verantwoordingsrelatie inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en gemeente Losser vastgelegd.

Renterisicobeheer

Het renterisico wordt beperkt doordat de gemeente zeer terughoudend omgaat het vertrekken van leningen en garanties. De gemeente Losser heeft geen leningen verstrekt behalve startersleningen. De uitvoering hiervan is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Nederlandse Gemeenten. Ook worden door de gemeente leningen verstrekt vanuit het Energiefonds Losser om zo hiermee lokale initiatieven mogelijk te maken die bijdragen aan het energieneutraal maken van Losser.

Zie paragraaf 4.3 voor de specificatie van de gewaarborgde leningen. De uitstaande (nog 2) garanties op geldleningen stammen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die voortvloeien hieruit zijn opgenomen in het weerstandsvermogen (zie top 10 met risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing).

Losser neemt een achtervangpositie in bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. Per 1 augustus 2021 is de nieuwe achtervangovereenkomst ingegaan. Zoals verwacht is de achtervangpositie van Losser hierdoor hoger geworden omdat de nieuwe verdeling gebaseerd is op basis van bezittingen van de woningcorporaties in de gemeente (en niet langer op basis van de specifieke leningen waarvoor door de gemeente achtervang is afgegeven). De risico’s hiervan zijn tot op heden ingeschat op nihil. Het WSW bezit namelijk de hoogste classificering van kredietwaardigheid (de zogenaamde AAA-rating) waardoor aanspraak op de verstrekte achtervang niet zal voorkomen. De grotere achtervangpositie heeft dus geen (financieel) effect op de begroting.

Renteresultaat

Het resultaat in 2023 is ruim € 365.000 lager dan begroot. Het verschil tussen het renteresultaat in deze jaarrekening en de Voorjaarsnota 2023 wordt vooral veroorzaakt door de afwijking tussen de begrote rentebate uit de kapitaallasten en de lagere realisatie. Ook wijkt de uiteindelijke rentevergoeding aan de grondexploitaties af. Enerzijds is dit het gevolg van het al gemelde verschil tussen het begrote en werkelijke rentepercentage. Anderzijds wijkt de boekwaarde waarover de rente wordt berekend, flink af. Gemeentebreed is geen sprake van een rentenadeel aangezien de rentelasten niet afwijken van de begroting. Er is sprake van een lagere verrekening waardoor sprake is van een rentevoordeel op de taakvelden in de begroting, waaraan rente wordt toegerekend.

Omslagrente

Vanuit de BBV-regelgeving voor rente moet worden vastgesteld in de jaarrekening of de begrote omslagrente niet te veel afwijkt van de realisatie. Een afwijking van maximaal 25% is toegestaan. Bij overschrijding hiervan dient de omslagrente herrekend te worden.

In de onderstaande tabel is de vergelijking tussen begroting en realisatie voor 2023 van de omslagrente terug te vinden. In de begroting 2023 gingen we nog uit van een afgerond omslagpercentage van 0,70%, in werkelijkheid is 0,40% toegerekend. We blijven (ruim) binnen de toegestane marge van 25%.

Omschrijving Begroting 2023 Jaarrekening 2023
Externe rentelasten korte en lange financiering 493.514 406.014
Externe rentebaten (o.a. rente personeelshypotheken) -38.979 -171.441
Totaal door te rekenen externe rente 454.535 234.573
Rente aan grondexploitaties 7.496 72.603
Rente projectfinanciering (Kulturhus) -24.166 -24.166
Saldo toe te rekenen externe rente 437.866 283.010
Rente over eigen vermogen 0 0
Rente over voorzieningen 0 0
Toe te rekenen rente 437.866 283.010
Toegerekende rente aan boekwaarden 426.621 306.904
Renteresultaat rente -11.245 23.895
Boekwaarde cf. geprognosticeerde balans 59.667.213 75.184.540
Omslagrente 0,72% 0,38%

Vanaf 1 januari 2016 gelden voor de rentetoerekening aan de grondexploitaties nieuwe BBV-regels. Daardoor wordt aan de grondexploitaties een rente toegerekend op basis van de daadwerkelijke rentelasten van de langlopende en kortlopende schulden. Hierbij wordt ook nog rekening gehouden met de verhouding eigen en vreemd vermogen van de gemeente op de balans. Uiteindelijk moet de daadwerkelijke rente worden verrekend. In de begroting was rekening gehouden met een percentage van 0,89% over 2023. De werkelijke gemiddelde rente bedroeg 0,49% in 2023 doordat de rentelasten lager waren dan begroot.

Kasgeldlimiet

Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden minus vlottende middelen) maximaal mag hebben.

De kasgeldlimiet bedroeg in 2023:

  (x € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
1. Omvang begroting per 1 januari 2023 - grondslag 68.589 68.589 68.589 68.589
           
2. Toegestane kasgeldlimiet:        
  - in % van de grondslag 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
  - omvang kasgeldlimiet 5.830 5.830 5.830 5.830
           
3. Toets kasgeldlimiet:        
  Gemiddelde overschot vlottende middelen 3.988 3.679 8.181 2.479
  Gemiddeld opgenomen vlottende schuld        
  Toegestane kasgeldlimiet 5.830 5.830 5.830 5.830
  Ruimte onder kasgeldlimiet 9.818 9.509 14.011 8.309

Uit de tabel blijkt dat de gemeente de limiet gedurende geheel 2023 niet heeft overschreden. In 2023 was sprake van een ruim positief liquiditeitssaldo dat echter eind 2023 helemaal was ingezet.

Renterisiconorm

In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.

De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in 2023 de norm niet heeft overschreden:

Berekening renterisiconorm (x € 1.000) Begroting 2023 Realisatie 2023
1 Begrotingstotaal 68.589 68.589
2 Vastgesteld percentage 20% 20%
3 Renterisiconorm (1 x 2) 13.718 13.718
4 Aflossingen 4.170 2.871
5 Ruimte onder renterisiconorm (3 - 4) 9.548 10.847

 

Terugblik op activiteiten treasuryfunctie

In 2023 heeft de treasuryfunctie zich bezig gehouden met de in de begroting 2023 gemelde acties:

  • Vanuit de doelstelling om de rentelasten te minimaliseren is de monitoring van de saldi in rekening-courant verscherpt. Zoals werd verwacht is de rente voor rekening-courant niet langer negatief. Om de rentelasten te minimaliseren is steeds tijdig saldo vanuit de schatkist overgeboekt naar de bankrekeningen van de gemeente. Daarmee zijn rentekosten vermeden.
  • Bij het opstellen van de begroting 2024 is wederom ingezet op een beter inzicht in de verwachte uitgaven, met name voor de investeringen. Uit het renteresultaat over 2023 blijkt al dat het nauwkeurig prognosticeren van belang is voor de te verwachten rentebate over de activa en het grondbedrijf. Daarnaast is per eind 2023 het saldo bij de schatkist geheel ingezet en zal naar verwachting in 2024 moeten worden geleend. Om tijdig financiering aan te trekken met de juiste omvang en looptijd, is inzicht in de verwachte uitgaven van groot belang.

Limieten 2023

In de financieringsparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen te worden vastgesteld. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college kan financieren of beleggen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de limieten niet zijn overschreden.

Netto-vlottende schuld (x € 1.000)  1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2023 6.413 6.413 6.413 6.413
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld in kwartaal 0 0 0 0
Gemiddeld overschot vlottende middelen 3.988 3.679 8.181 2.479 
Saldo vlottende schuld minus vlottende middelen 10.410 10.092 14.594 8.892
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

 

Vaste schuld (x € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2023 7.500 7.500 7.500 7.500
Opgenomen vaste schuld in kwartaal 0 0 0 0
Cumulatief opgenomen vaste schuld in jaar 0 0 0 0
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

 

Uitzettingen (x € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2023 510 510 510 510
Totale omvang uitzettingen in kwartaal 0 0 0 0
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

2.5. Bedrijfsvoering

Algemeen 
We organiseren onze bedrijfsvoeringstaken integraal: effectiviteit en efficiency zijn hierbij leidende principes. De bedrijfsvoeringsdisciplines zijn kaderstellend, adviserend en ondersteunend. We streven naar de beste dienstverlening voor onze inwoners en ondernemers. Uiteraard gerelateerd aan de beschikbare middelen en capaciteit. Het I-beleid beschrijft onze ambities op zowel de bedrijfsvoeringsdiciplines als onze vastgestelde visie op dienstverlening. Ze is gericht op het samen organiseren (VNG) van een nieuw en modern IT gegevenslandschap (Common Ground). We zijn daarbij minder afhankelijk van grote leveranciers en we vergroten de betrouwbaarheid van onze data en processen richting inwoners.

Onze dienstverlening is inclusief. Onze communicatie is direct duidelijk. Onze publieke informatie is goed toegankelijk. Door betrouwbaar te zijn en open te staan voor onze inwoners en partners in de gemeente proberen wij het vertrouwen in de overheid te vergroten. 

Digitalisering
We werken aan het verbeteren van (digitale) dienstverlening aan onze inwoners. Zo vergroten we de veiligheid (digitale identiteit) en onze transparantie. Dit doen we door gebruik te maken van verplichte aanleverpunten voor digitale gegevens. Daarvoor zou de landelijke overheid een landelijke voorziening realiseren ten behoeve van de Wet Open Overheid.

In de loop van 2023 werd het duidelijk dat de landelijke Plooi-voorziening er (voorlopig) niet komt. We zijn daardoor zelf als gemeente verantwoordelijk voor de publicaties. Hierop is in het programmaplan Woo geanticipeerd.  

In 2023 hebben we een referentie architectuur ontwikkeld gebaseerd op de beginselen van Common Ground. Hiermee worden nieuwe te verwerven ICT-toepassingen getoetst op inpasbaarheid in het landschap. Binnen Dimpact-verband (https://www.dimpact.nl/) wordt PodiumD ontwikkeld, een set van ICT toepassingen voor onder andere de publieksdienstverlening.

ICT, Datagedreven werken en digitale veiligheid 
Digitale technologie brengt verandering én kansen. Gemeenten hebben te maken met veel veranderingen op het gebied van wet- en regelgeving rondom de informatievoorziening, informatieveiligheid, privacy en de digitale transitie. Daarnaast gaan de technologische ontwikkelingen snel en dat biedt kansen voor het verbeteren van de dienstverliening aan onze inwoners. De overheid dient het algemeen belang. Daarom moet de gemeente dit proces vanuit haar dienstverlening (van efficiëntie, privacy en controle over technologie) vormgeven en de digitalisering faciliteren.

Ook is verkend hoe we het datagedreven werken verder kunnen doorontwikkelen. De vacature voor datacoördinator is vrijgegeven en ingevuld. We maken optimaal gebruik van de samenwerkingen die we hebben met onder andere Enschede en het Kennispunt Twente.

Vanuit Losser is meegedaan aan de pilot van VNG om de digitale leeromgeving van het Rijk aan te bieden aan gemeenteambtenaren. 

Aan het uitvoeringsprogramma van de dienstverleningsvisie is verder gewerkt en hebben we nadrukkelijk de link gelegd naar de benodigde ICT-toepassingen (PodiumD via Dimpact) die nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan delen van de vastgestelde dienstverleningsvisie. 

Op projectniveau hebben er diverse projecten gelopen in 2023. Voor digitaliseringswetgeving zijn we op tijd aangesloten bij de landelijke voorziening in het kader van implementatie Single Digitale Gateway, fase 1 en is het beheer structureel ingeregeld. Advies op toegangs- en kassasysteem zwembad en implementeren Octopus Bezwaar en Beroep zijn voorbeelden hiervan. 

We brengen ons informatie- en archiefbeheer kwalitatief op een goed niveau door het programma Bridge. Dit houdt onder andere in dat we bestaande papieren en digitale achterstanden opruimen, maar vooral ook het voorkomen van nieuwe achterstanden in analoge en digitale archieven. We gaan processen verder digitaliseren en professionaliseren. Dit is niet enkel technisch gericht, maar richt zich ook juist op de bewustwording, verantwoordelijkheid en competenties bij ons en onze collega’s. Dit programma is de basis voor een duurzaam toegankelijke informatiehuishouding en raakt alle werkvelden binnen Losser. 

Met het programma Bridge zijn de nodige stappen gezet, bijvoorbeeld het vaststellen van bewaar- en vernietigingsbeleid en het categoriseren van archief stukken. 

We waarborgen informatieveiligheid en privacy aan de hand van actueel geldende normenkaders. Bijvoorbeeld de Baseline Informatiebeveiliging Overheid, het normenkader voor overheden waarin eisen ten aanzien van informatiebeveiliging zijn opgenomen. Dit doen we door uitvoering te geven aan ons strategisch informatie beveiligings- en privacybeleid. Met het programma cloudtransitie hebben we niet alleen onze IT-omgeving gemoderniseerd maar ook de digitale weerbaarheid versterkt. Tegelijkertijd blijven we ons inzetten voor het verhogen van bewustzijn onder medewerkers met de campagne “Veilig werken. Zo doe je dat!” Dit doen we omdat inwoners en ondernemers recht hebben op een betrouwbare overheid die zorgvuldig met informatie omgaat. Afgelopen jaar zijn er meerdere DPIA’s uitgevoerd, sjablonen beschikbaar gesteld en medewerkers geschoold voor het uitvoeren daarvan.

Inkoop
Er is een spend- en leveranciersdashboard voor gemeente Losser beschikbaar. Deze tool geeft inzicht in uitgaven, leveranciers en inkoopcategorieën voor gemeente Losser als geheel en specificatiemogelijkheden per afdeling en per budgethouder. Dit dashboard wordt eens per kwartaal geactualiseerd en besproken. Op basis hiervan zijn geen opvallende conclusies naar voren gekomen. 

Er is gestart met het maken van beleid rondom maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen (MVOI) en circulair inkopen. Op de lange termijn leidt circulair inkopen tot kostenbesparingen voor onze gemeente, doordat we minder afval produceren, lagere onderhoudskosten hebben en efficiënter omgaan met resources. Dit leidt tot een verdere professionalisering van het meenemen van circulariteit bij inkoop. 

Juridische Zaken
JZ heeft drie pijlers voor Losser: 

  1. Afgelopen jaar heeft Juridische Zaken waar mogelijk geadviseerd op gebied van bestuursrecht en privaatrecht (niet zijnde vastgoed/grondzaken). Bij Juridische Zaken was  sprake van personele uitval waardoor het soms zoeken was hoe een en ander moest worden opgevangen. 
  2. Sinds 2023 is bezwaar en beroep onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst. In verband met de vertraagde overgang van applicaties moesten en zijn afgelopen jaar werkafspraken gemaakt tussen Losser en Enschede over de wijze, hoe aan het proces van bezwaar en beroep vorm te geven. 
  3. Verzekeringen
    Geen bijzonderheden.

P&O
De arbeidsmarkt staat al geruime tijd onder grote druk. We hebben het afgelopen jaar te maken gehad met de natuurlijke uitstroom door pensionering en met medewerkers die zijn vertrokken naar andere werkgevers. Daarnaast hebben we te maken met een wereld om ons heen die continu in verandering en beweging is. Dat vraagt wendbaarheid en veerkracht van de gemeente en van onze medewerkers. Deze ontwikkelingen leiden tot de meerjarige uitdaging om competente medewerkers te vinden, te binden en te behouden voor onze organisatie.  

Om aan die uitdaging vorm te geven, hebben we in 2023 als onderdeel van de Losserse opgave 'wendbare, betrouwbare organisatie en transparant bestuur', het programma 'opgavegerichte personeelsstrategie' ontwikkeld. In dat programma is de HR visie “De medewerker centraal” opgesteld. Als organisatie dragen we zorg voor een werkomgeving waarin medewerkers het beste uit zichzelf kunnen halen en daarmee waarde kunnen toevoegen. Vanuit die HR-visie hebben we verder gewerkt aan ons HR-beleid en bijbehorende activiteiten. Zo is onder andere het beleid rondom duurzame inzetbaarheid en vitaliteit vastgesteld. We hebben trainingen, studies etc. actief gestimuleerd. 

In het kader van arbeidsmarktcommunicatie hebben we in 2023 het projectplan Werving en Selectie uitgevoerd. Daarbij is het werkgeversmerk van de gemeente Losser doorontwikkeld en vastgesteld en is de inrichting van de website 'Werken bij Losser' afgerond. We hebben belangrijke stappen gezet in het doelgericht en structureel communiceren op de arbeidsmarkt. 

Verder is een start gemaakt met de uitvoering van de benchmark naar de omvang en samenstelling van de gemeentelijke organisatie in vergelijking met andere gemeenten. Vanuit het hier en nu kijken naar toekomstige ambities en wat dat vraagt aan op gebied van personele capaciteit en competenties. 

Communicatie 
In 2023 is de evaluatie van de communicatiefunctie uitgevoerd. De belangrijkste conclusies: 

  • De dienstverlening is goed op orde.
  • De wens is meer inzet op strategische communicatie.
  • Er is behoefte aan meer focus in de werkportefeuille.

Om met de aandachtspunten van deze evaluatie aan het werk te gaan, is team Communicatie gestart met de methode Communiceren met Focus. Deze methode helpt om communicatie strategischer in te zetten en brengt focus.  

In 2023 is de website www.losser.nl vernieuwd. 

Rechtmatigheid

Met ingang van het verslagjaar 2023 was het voornemen dat het college zelf een verantwoording af legt over de rechtmatige totstandkoming van in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten en de balansmutaties. Een belangrijke doelstelling van deze wetswijziging is te borgen dat colleges zich nog meer bewust zijn van hun verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goed financieel beheer, inclusief bijbehorende verordeningen. De Algemene Rekenkamer heeft eind februari dit jaar fundamentele bezwaren geuit, waardoor er nog geen akkoord is.

De rechtmatigheidsverantwoording wordt opgenomen in de jaarrekening (hoofdstuk 5) en toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering. In de rechtmatigheidsverantwoording rapporteert het college aan de raad over geconstateerde afwijkingen voor zover deze de verantwoordingsgrens van 2% van het lastentotaal (inclusief toevoegingen aan reserves) overschrijden. Deze worden kort en bondig benoemd. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt een nadere toelichting gegeven op de afwijkingen die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen en de rapportagegrens overschrijden (5% van de verantwoordingsgrens). Hierbij wordt ook ingegaan op de maatregelen, die worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Deze afspraken zijn vastgelegd in de financiële verordening (hoofdstuk 3 artikel 10 t/m 13).

Begrotingscriterium
De overschrijding van € 2.271.000 op de programma's Sociaal en Bestuur en Dienstverlening is meer dan 2% van de totaal geraamde lasten, inclusief storting reserves. Dat is € 80.621.000, waarmee de grens uitkomt op € 1.612.000. Omdat het hier gaat om de kosten van een open einde regeling wordt het geheel aangemerkt als acceptabel, overeenkomstig artikel 12 van de financiële verordening. De oorzaak van de overschrijding is toegelicht in paragraaf 3.5 Begrotingsrechtmatigheid.

Voorwaardencriterium 
Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.

Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium

Bij het ROZ, dat voor ons de TOZO uitvoert, zijn in 2023 fraudevorderingen geconstateerd. Het vastgestelde bedrag dat hiermee gemoeid is is € 18.042,19, en moet als onrechtmatig worden aangemerkt.

In het kader van de rechtmatigheid moet het M&O-beleid wel verder vorm en inhoud krijgen. We hebben hiervoor al de eerste stappen gezet. Hierbij besteden we ook aandacht aan de frauderisico’s, zoals die van de vorderingen bij het ROZ.

 

2.6. Verbonden partijen

Inleiding
Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s, is het gewenst dat in de begroting en de jaarrekening aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Een organisatie wordt in deze paragraaf Verbonden partijen opgenomen, als Losser bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.

Beheer verbonden partijen
In het Beleidskader verbonden partijen (vastgesteld door de raad op 9 april 2019) wordt verder ingegaan op de rol van de raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de raad invulling geven aan de toezichthoudende rol. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.

Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen:

Coöperatie Regionaal Energiebedrijf Noord-Oost-Twente

In 2022 is besloten om samen met de gemeenten Dinkelland en Tubbergen het Regionaal Energiebedrijf op te zetten. Het doel is om lokaal energie op te wekken, waarvan de opbrengsten ten goede komen aan de eigen bewoners. Door samen te werken wordt tegenwicht geboden aan de grote professionele energiebedrijven, die verantwoordelijk zijn voor de grote zonneparken en windmolens. Het jaar 2023 was het eerste jaar dat deze verbonden daadwerkelijk van start is gegaan en ook is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen.

Lijst van verbonden partijen

Tabel: Algemeen bestuurlijke belangen en risico's per verbonden partij
Daarin wordt de situatie weergegeven die in het grootste deel van 2023 van toepassing was.

 Naam en vestigingsplaats Bestuurlijk belang Financieel belang Risico's en kansen
Gemeenschappelijke regelingen
Samen Twente Alle betrokken gemeenten zijn vanaf 8 juli 2021 met één lid vanuit het college vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Dit lid heeft ook een plaatsvervanger. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Oosterbroek, met wethouder Van Essen als plaatsvervangend lid.  In de begroting van Samen Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners.  De gemeentelijke bijdrage voor 2023 was 
€ 1.230.620 (begroting 2023)
De uitgaven van Samen Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden.
GR Recreatieschap Twente (Enschede) De GR Recreatieschap is per 1 januari 2022 gestart. De betrokken gemeenten zijn in het bestuur vertegenwoordigd met één lid. De gemeente Losser wordt vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp, met wethouder Oosterbroek als plaatsvervanger. De gemeentelijke bijdrage aan het Recreatieschap Twente voor 2023 was  €108.547 (begroting 2023).  
Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking Deze bestuursovereenkomst beschrijft de samenwerking tussen de Twentse gemeenten voor het versterken en verbreden en het uitzetten van een gezamenlijke koers van en voor de sociaal economische structuur van Twente. In het bestuurlijk overleg wordt gezamenlijk de inbreng in het bestuur van de Stichting Twenteboard voorbereid, afgestemd en teruggekoppeld.
Daarnaast wordt overleg gevoerd en afgestemd over het lobbyen van de gemeenten bij provincie, Rijk, de Europese Unie en andere (semi)overheden en haar organisaties ten behoeve van de sociaal economische structuurversterking en andere door het bestuurlijk overleg gekozen onderwerpen.
De gemeente Losser wordt in dit overleg vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp, met wethouder Oosterbroek als vervanger.
In de bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking was voor het jaar 2023 een bijdrage van € 9,27 per inwoner afgesproken.  
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp. Wethouder Oosterbroek is plaatsvervanger. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een begroot bedrag in 2023 van € 132.770.  De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. De gemeente kan zelf beslissen of zijn meer taken wil inkopen of om basistaken zelf weer te gaan uitvoeren.
Crematoria Twente (Enschede) OLCT is een collegeregeling. Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door het college van een deelnemende gemeente uit zijn midden. Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Oosterbroek. Wethouder Van Essen is plaatsvervanger. Wethouder Oosterbroek is tevens lid van het dagelijks bestuur. Crematoria Twente keert jaarlijks dividend uit aan de GR OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen.

Voor 2023 is in de begroting, conform het bestaande dividendbeleid, een winstuitkering van 375.000 (totaal) opgenomen, maar dat is afhankelijk van de resultaten van het bedrijf. De spelregels daarvoor zijn opgenomen in het nieuw vastgestelde dividendbeleid.
De risico's voor Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. De dividenduitkering is afhankelijk van het resultaat van het bedrijf en van het aantal crematies.
Veiligheidsregio Twente (Enschede) De Veiligheidsregio Twente is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners. De burgemeester wordt in het algemeen bestuur vervangen door de loco-burgemeester.

De aangesloten gemeenten betalen voor 2023 hun verplichte bijdrage naar een door het algemeen bestuur vastgestelde systematiek. De begrote bijdrage van Losser voor 2023 bedraagt € 1.655.329.

De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat van de VRT. Dit kan van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage.
Omgevingsdienst Twente (Almelo) De Omgevingsdienst Twente is eenregeling tussen de colleges van de Twentse gemeenten en het college van GS van Overijssel. De colleges van alle deelnemers hebben zitting in het algemeen bestuur en wijzen daarin een lid en een plaatsvervangend lid aan. Wethouder Van Essen maakt namens de gemeente Losser deel uit van het algemeen bestuur met als plaatsvervanger wethouder Oosterbroek. De Omgevingsdienst Twente is per 1 januari 2019 formeel van start gegaan. De financiële bijdrage van de gemeente Losser voor 2023 is €  535.450.  (begroting 2023).  
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo) Wethouder Oosterbroek maakt deel uit van het algemeen bestuur. Haar plaatsvervanger is wethouder Van Essen. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft zes stemmen, met meer dan 50.000 inwoners vier stemmen en met minder dan 50.000 inwoners twee stemmen. De gemeentelijke bijdrage wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal 'verdeelsleutels' dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen tussen gemeentelijke bijdragen veranderen.    Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico's worden benoemd. Eventuele calamiteiten kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers. De bijdrage voor de gemeente Losser voor 2023 op basis van de begroting bedraagt
€ 534.000.
Vennootschappen en corporaties
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%.  De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. De dividendopbrengst over 2023 bedroeg € 32.221. (ontvang in 2023). De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten.
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,014%. In 2016 is een deel van de aandelen verkocht. De gemeente Losser bezit 21.310 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd. Het dividend over 2023 bedroeg €  23.385,64 (uitgekeerd in 2024)  De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten.
Twente Milieu (Enschede) De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.  De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst.  De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten.
 Twence (Hengelo) Losser heeft 3,49 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder. Losser heeft 29.607 aandelen à € 1 in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen.    De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten.
Wadinko (Zwolle) Het aandeel van de gemeente Losser in de onderneming bedraagt 2,3% De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen.  Over 2020 en 2021 is er in verband met de coronabepalingen geen dividend uitgekeerd. Over 2022 is een interim-dividend van € 2.999.990 uitgekeerd. Voor Losser levert dat een dividendopbrengst van € 69.066 op. Daar bovenop komt het reguliere dividendbedrag. Voor de gemeente Losser levert dit een bedrag op van €  34.533. In totaal dus € 103.599. De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten.
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02% Losser bezit 0,02% van de waarde. Het doel was de  vennootschap in 2023 op te heffen. Dat is echter (nog) niet gelukt. Bij opheffing worden de resterende liquide middelen uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. 
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. Losser bezit 0,02% van de waarde. CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhouderscommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting.
Coöperatie Regionaal Energiebedrijf Noord-Oost-Twente (Denekamp) De gemeente Losser is lid van de coöperatie. Wethouder Van Essen maakt deel uit van het bestuur. De eerste werkzaamheden van de coöperatie zijn verricht in 2023. De eerste activiteiten zijn voorzien voor 2023.
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst)
Euregio (Enschede- Gronau) De Euregio is een samenwerkingsverband van 129 Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land)Kreise. De Euregio heeft een Algemeen Bestuur, een Euregioraad en een dagelijks bestuur. Losser heeft twee vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur (mevrouw Tiethoff, raadslid, en de burgemeester) en één vertegenwoordiger in de Euregioraad (mevrouw Tiethoff). De gemeente Losser betaalt vanaf 1 januari 2016 een lidmaatschapsbijdrage van € 0,29 per inwoner. Eventuele ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers.

 

Tabel: Financiële kengetallen per verbonden partij

Nog niet alle verbonden partijen hebben de goedgekeurde jaarrekening 2023 gereed. Voor deze partijen zijn geen gegevens over het vreemd en eigen vermogen per eind 2023 opgenomen en ook geen resultaat over 2023. Om toch een indruk van de financiële cijfers te geven, zijn daar waar mogelijk de gegevens over 2021 opgenomen.

Naam en vestigingsplaats Eigen vermogen begin 2023 Eigen vermogen eind 2023 Vreemd vermogen begin 2023 Vreemd vermogen eind 2023 Jaarresultaat 2023
SamenTwente (Enschede)

12,827 mln

4,105 mln 12,788 mln 21,371 mln € 267.000
Recreatieschap Twente  € 853.000  € 790.000 €  4,007 mln € 3,705 mln  € - 8.000 
Twente Board/Twente Board Development - - - - -
Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

 € 1,349 mln

 € 1,370 mln  € 15,199 mln € 9,233 mln  € 288.000
Crematoria Twente (Enschede) € 1,911 mln  € 2,081 mln € 3.975 € 5.262 € 470.751
Veiligheidsregio Twente (Enschede)

€ 1,963 mln

 € 2,504 mln  € 64,099 mln  € 75,393 mln  €1,374 mln
Omgevingsdienst Twente (Almelo) € 1,727 mln  € 2,036 mln € 2,931 mln  € 3,977 mln  € 454.030
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo)

€ 756.000

 €1,652 mln € 8,714 mln  € 7,689 mln  € 896.000
Vennootschappen en corporaties  
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) € 4.615 mln  €4.721 mln  € 107.459 mln € 110.819 mln  € 254 mln
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) € 5.441 mln € 5.263 mln € 4.907 mln € 5.517 mln € 15 mln
Twente Milieu (Enschede)

€ 12,660 mln

€ 12,064 mln € 14,123 mln € 14,107 mln € - 595.665 
Twence (Hengelo)

€ 175,964 mln

€ 169,261 mln € 110,693 mln € 109,018 mln € 9,497 mln
Wadinko (Zwolle) € 82,569 mln  n.n.b € 8,554 mln  n.n.b. € 12,922 mln (2022)
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) € 1,445 mln € 0 € 31.995 € 0 € - 36.040 
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) € 98.188 € 150.000  € 50.606  € 50.000  € - 111.198 
Coöperatie Regionaal Energiebedrijf Noord-Oost-Twente nnb nnb nnb nnb nnb
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst)  
Euregio (Enschede- Gronau)  2,649 mln  2,577 mln 29,959 mln 26,582 mln  € - 86.229

 

2.7. Grondbeleid

Deze paragraaf schetst de uitvoering van het grondbeleid van de gemeente Losser in 2023 binnen de gestelde kaders.

Doel en uitgangspunten grondbeleid

Het gemeentelijk grondbeleid draagt vooral bij aan de realisatie van de doelstellingen van het begrotingsprogramma Fysiek (paragraaf 1.2, F1 t/m F4) en indirect aan de begrotingsprogramma’s Sociaal en Bestuur en Dienstverlening. Ten aanzien van het begrotingsprogramma Fysiek draagt het grondbeleid bij aan de leefbaarheid, bereikbaarheid en vitaliteit van de gemeente Losser.

Ontwikkelingen

De economie als geheel bevindt zich al enige tijd in onrustig vaarwater. Dit is toe te schrijven aan de algemene kostenstijging en de risico's voor de economie als geheel. De toegenomen onzekerheden zijn reeds gekwantificeerd in de risicoanalyses. In paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing lichten we het effect op de vereiste weerstandscapaciteit toe.

Grondexploitaties
De raad heeft besloten een aantal ontwikkelingen met voorrang te realiseren. Dat heeft in 2023 geleid tot de vaststelling van een aantal particuliere grondexploitaties. Bij particuliere grondexploitaties faciliteert de gemeente een particuliere herontwikkeling en vraagt een vergoeding voor de te maken kosten. Particuliere grondexploitaties zijn in principe kostenneutraal. In 2023 is verder onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een aantal locaties, zoals de herontwikkeling aan de voormalige Aloysiusschool, de Martinuskerk, de Lutte Noord, het Hannekerveld en nog een aantal particuliere initiatieven. Een aantal plannen is dusdanig gevorderd dat ze ultimo 2023 in de onderhandelingsfase zitten. 

Actuele vermogenspositie grondexploitatie

Winstneming               
De commissie BBV schrijft voor dat tussentijds winstnemen bij grondexploitaties verplicht is, indien aan de voorwaarden van de Percentage Of Completion (POC) methode wordt voldaan. De commissie BBV heeft de POC methode in haar regels opgenomen om onder meer gemeenten eerder te verplichten tussentijds tot winstneming over te gaan bij grondexploitaties die daarvoor in aanmerking komen. De voorzichtigheid in tussentijdse winstneming wordt gewaarborgd in de vereiste voorwaarden voor de POC methode:

  • het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden geschat;
  • én de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht;
  • én de kosten zijn gerealiseerd.

Als is voldaan aan de voorwaarden van de POC methode dient de winst als gerealiseerd en verantwoord te worden beschouwd. In dat geval is het 'niet getrouw' om te wachten met winstneming:

  • Voor de Saller is in boekjaar 2023 de tussentijdse winstneming berekend op € 164.000. Vanwege vertraging in de realisatie van de kosten en opbrengsten in fase 2C is de tussentijdse winst lager uitgevallen dan begroot;
  • Bij de Geurmeij is in boekjaar 2023 het negatieve resultaat omgeslagen naar een positieve. Hiermee voldoet het weer aan de voorwaarden van de POC methode. De tussentijdse winst is berekend op € 61.000;
  • Het resultaat van de voormalige Martinusschool en de Nitertweg is positief, alleen voldoen beiden niet aan de voorwaarden om tussentijds winst te nemen;
  • Bij Wonen aan 't Dinkeldal, de Muchte en de Invalsweg is sprake van een verliesgevende grondexploitatie. Bij verliesgevende grondexploitaties is vanzelfsprekend geen sprake van tussentijdse winstnemingen.

Het kan voorkomen dat bij de berekening van de tussentijdse winstneming in enig jaar blijkt dat de al genomen en verantwoorde tussentijdse winstneming in voorgaande jaren te hoog is geweest. Bijvoorbeeld omdat sprake is van tegenvallers in kosten en/of opbrengsten. Dat kan leiden tot verliesnemingen in het lopende jaar. Het bedrag dat te veel aan tussentijdse winst is genomen wordt dan verrekend. Dat is dit jaar niet aan de orde. Indien van toepassing is het risico op het verrekenen van in potentie teveel genomen tussentijdse winst meegewogen bij het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. Bij de toelichting van het jaarresultaat grondexploitaties zijn de effecten op onder meer de reserve Grondexploitatie weergegeven.

Jaarresultaat grondexploitaties
In onderstaande tabel is het jaarresultaat weergegeven van de grondexploitatie.

Jaarresultaat Grondexploitatie 2023 (bedragen in €)  "-" = nadelig
Omschrijving
Begroting
Realisatie
Verschil
Verliesvoorziening Geurmeij
0
150.313
150.313
Verliesvoorziening Wonen aan het Dinkeldal
0
105.301
105.301
Verliesvoorziening Invalsweg Overdinkel
0
-4.986
-4.986
Verliesvoorziening Muchte
0
-15.880
-15.880
subtotaal verliesneming
0
234.748
234.748
       
Winstneming de Saller
764.222
164.000
-600.222
Winstneming Geurmeij
22.673
     61.000
 38.327
subtotaal winstneming
786.895
225.000
-561.895
       
Totaal resultaat
786.895
459.748
-327.147

Bij de verliesgevende grondexploitaties is de verliesvoorziening in 2023 afgenomen met € 234.748. Een '-' betekent een toename in de verliesvoorziening of het terugboeken van tussentijds genomen winst. Bij de winstgevende grondexploitaties is er in 2023 een tussentijdse winst gerealiseerd van € 225.000. Het nadelige verschil ten opzichte van de begroting zal naar verwachting in de komende jaren leiden tot een voordeel. In dat opzicht is er geen sprake van afstel maar uitstel van tussentijdse winstneming. Verliesvoorzieningen verrekenen we met de winstnemingen in het lopende jaar. Het saldo van beide is het jaarresultaat van de grondexploitaties. Is er sprake van een negatief jaarresultaat, dan dekken we dat uit de reserve Grondexploitatie. Is er sprake van een positief jaarresultaat, dan verdelen we dat evenredig over de reserve Grondexploitatie en de Algemene Risicoreserve. Per saldo bedraagt het jaarresultaat 2023 van de grondexploitaties € 459.748 positief. In de volgende alinea gaan we nader in op de verdeling van het positieve jaarresultaat over bovengenoemde reserves.

Reserve Grondexploitatie
In het algemeen geldt dat de reserve Grondexploitatie is gevormd om de risico’s in de grondexploitaties op te kunnen vangen. De reserve Grondexploitatie mag maximaal € 1 miljoen bedragen. Het eventueel meerdere valt vrij ten gunste van het gemeentelijke jaarrekeningresultaat. Omdat er voor het verslagjaar 2023 sprake is van een positief jaarresultaat van de grondexploitaties ter hoogte van € 459.748 verdelen we dit evenredig over de reserve Grondexploitatie en de Algemene Risicoreserve. Dit betekent dat € 229.874 (= € 459.748 * 50%) ten gunste van de Algemene Risicoreserve komt en € 229.874 ten gunste van de reserve Grondexploitatie. Echter, aangezien de reserve Grondexploitatie het maximum van € 1 miljoen al heeft bereikt, valt dit deel vrij ten gunste van het gemeentelijke jaarrekeningresultaat. Zie onderstaande tabel voor het verloop van de reserve Grondexploitatie.

Verloop Reserve Grondexploitatie (bedragen in €) Totaal
Saldo per 1-1-2023 1.000.000
50% toevoeging jaarresultaat grondexploitaties 2023 229.874
Ingesteld maximum reserve Grondexploitatie -229.874
Saldo per 31-12-2023 1.000.000

Actuele vermogenspositie grondexploitatie
De financiële uitkomsten over 2023 van de grondexploitaties verantwoorden we in deze paragraaf. Jaarlijks herzien we de grondexploitaties met als vertrekpunt de boekwaarde (saldo van inkomsten en uitgaven). Gerealiseerde kosten en opbrengsten van het lopende jaar verwerken we in de boekwaarde en de prognoses stellen we bij. De vermogenspositie van de grondexploitaties bestaat uit twee componenten, te weten: 

  • het geïnvesteerde vermogen van de complexen ultimo 2023 (boekwaarde);
  • de prognoses van de complexen (grondexploitaties).

De te verwachten eindresultaten rekenen we ten slotte terug naar het prijspeil 1 januari 2024. Dit is de zogenoemde contante waarde van het resultaat. Het berekenen van de contante waarde is belangrijk bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de komende jaren en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitaties.

Voor de berekening van de grondexploitaties is het noodzakelijk om parameters vast te stellen. De gehanteerde parameters hebben wij in 2023 vastgesteld via de Notitie van Uitgangspunten. Voor de volledigheid vermelden we deze in onderstaande tabel.

  2023 2024 2025   2026 2027 e.v.*
Kosten 3,2%**  3%**  2%  2% 2% 
Opbrengsten  *** ***  2%  2% 2% 
Rente 0,75%  0,91%  1,06%  1,13% 1,16% 

*     Beheersmaatregel ingevolge BBV, uitgaande van basisjaar 2024 wordt de opbrengstenparameter voorzichtigheidshalve teruggebracht naar 0% per jaar;
**    Per grondexploitatie afzonderlijk beoordelen. Werkzaamheden die al zijn aanbesteed behoeven geen indexatie;

***  Getaxeerde grondprijzen gelden in principe voor heel 2024.

In de Nota Grondbeleid staat beschreven dat we grondprijzen voor woningbouw taxeren volgens de normatief residuele methode. In aanvulling hierop kan op kavelniveau gedifferentieerd worden vanwege omvang, vorm, ligging, locatie en/of andere relevante factoren. De taxaties worden samen met een beëdigde taxateur uitgevoerd. Dit volgens het zogenaamde ‘vier-ogen principe’. De taxatiewaarde nemen we één op één over in de grondexploitaties.

In exploitatie genomen plannen (bedragen in €)

Complex
Boekwaarde
31-12-2023
Prognose eind-
resultaat op einddatum
Einddatum prognose
Prognose resultaat
per 01-01-2024
Saller
-1.689.156
746.502
31-12-2026
723.831
Geurmeij
975.589
100.566
31-12-2028
95.288
Wonen aan 't Dinkeldal
-374.489
-419.785
31-12-2025
-403.484
Invalsweg
    262.922
-87.318
31-12-2025
-83.928
Muchte 230.708 -16.852 31-12-2026  -15.880
Nitertweg
215.710
52.531
31-12-2024
52.057
Vm. Martinusschool
85.702
117.181
31-12-2025
114.906
Totaal -293.014    
482.790


De Saller
Fase 2A en 2B zijn nagenoeg gereed. Het woonrijp maken van fase 2C is in uitvoering. Bij de uitvoering volgen we het bouwtempo van de woningen. Ten opzichte van de prognose is de uitvoering vertraagd en is er sprake van meerwerk aan de Havezatesingel, de openbare verlichting, speelplaatsen en groen. Van de drie nog beschikbare kavels bestemd voor particuliere uitgifte is er in 2023 één geleverd, één in optie en nog één beschikbaar. Onze contractpartner Rechtervoort heeft in 2023 zes van de negen kavels afgerekend. De afname van de resterende vijf kavels is uitgefaseerd en de looptijd van de grondexploitatie verlengd. Het bijwerken van de prognose, het verlengen van de looptijd en het meerwerk leidt tot een verslechtering van het resultaat. Desondanks voldoet de Saller aan de voorwaarden van de POC methode en is daarmee verplicht om tussentijds winst te nemen. De tussentijdse winst is op peildatum 1 januari 2024 berekend op € 164.000. Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2026 € 746.502 positief. Omgerekend naar peildatum 1 januari 2024 (contante waarde): € 723.831.

Geurmeij 
De Geurmeij voorziet in een gedifferentieerd kavelaanbod van circa 80 kavels. De uitgifte van fase 1 (van het tweede deel) is bijna afgerond. Er zijn zestien kavels gerealiseerd, waarvan er vijftien zijn verkocht. De laatste kavel nemen we mee bij de uitgifte van fase 2. De voorbereidingen voor de uitgifte van fase 2 zijn gestart. Bouwbedrijf Tijdhof Hobema heeft in 2023 de eerste kavelstrook voor acht rijwoningen afgenomen en is begonnen met de realisatie. Als het overgrote deel van de woningen in fase 1 gerealiseerd is, volgt het woonrijp maken van de omliggende openbare ruimte. Bij de Geurmeij is in boekjaar 2023 het negatieve resultaat omgeslagen naar een positief resultaat. Hiermee voldoet het weer aan de voorwaarden van de POC methode. De tussentijdse winst is berekend op € 61.000. Per saldo bedraagt het resultaat op peildatum 1 januari 2024 € 95.288 positief. De verbetering van het resultaat komt met name door het verwerken van de nieuwe uitgifteprijzen en het verwerken van de uitgifteprijzen overeengekomen in het contract met Tijdhof Hobema.

Wonen aan het Dinkeldal
Totaal zijn door aannemersbedrijf Haafkes en projectontwikkelaar Le Clercq dertig woningen gerealiseerd. De woonrijp werkzaamheden van de openbare ruimte zitten in een afrondende fase. Na oplevering van het woonrijp maken en het verlopen van de onderhoudstermijn sluiten we de grondexploitatie. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2024 € 403.484 negatief. De getroffen voorziening is hierop aangepast. De verbetering komt doordat een deel van het onvoorzien is komen te vervallen.

Invalsweg
Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid tot het bouwen van één woning naast de Invalsweg 8a te Overdinkel. De verkoop van de kavel per openbare inschrijving is eerder niet doorgegaan vanwege opgelopen bouwkosten. Om de verkoopbaarheid te vergroten onderzoeken we de uitbreiding van bouwmogelijkheden. Dit proces heeft wederom vertraging opgelopen en leidt tot een verlenging van de looptijd met een jaar. De kavel is tijdelijk uit de verkoop. Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2025 € 87.318 negatief. Omgerekend naar peildatum 1 januari 2024 bedraagt het resultaat € 83.928 negatief. De getroffen verliesvoorziening is hierop aangepast en verhoogd.

De Muchte
De herontwikkeling van de Muchte maakt woningbouw mogelijk in de vorm van twaalf grondgebonden woningen en een appartementencomplex met huurwoningen voor woningcorporatie Domijn. In het laatste kwartaal van 2023 is Domijn gestart met de bouw van het appartementencomplex, waarin zestien huurwoningen zijn opgenomen. Inmiddels is ook de openbare inschrijvingsprocedure opgestart voor de verkoop van de twaalf kavels voor de grondgebonden woningen. Wanneer het appartementencomplex en de grondgebonden woningen zijn gerealiseerd, starten aansluitend de woonrijp werkzaamheden van het terrein. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2024 € 15.880 negatief. De verslechtering komt met name doordat een actuelere raming voor het bouw- en woonrijp maken is opgenomen.

De Nitertweg
De voormalige ijsbaan annex visvijver aan de Nitertweg 4 in Losser is herontwikkeld voor de uitgifte van één woningbouwkavel, een perceel natuurgebied en een kavel bestemd voor Stichting Staringmonument. De verkoop van de woonkavel gaat via een openbare inschrijvingsprocedure bij de notaris. Voor het perceel natuurgebied en de kavel voor Stichting Staringmonument lopen aparte verkooptrajecten. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2024 € 52.057 positief.

Voormalige Martinusschool
Voor het perceel aan de Enschedesestraat 21 heeft in 2023 een openbare inschrijving plaatsgevonden. JOUW Wonen is met een plan voor de realisatie van zeven rijwoningen (rij van vier en drie) als winnaar uit de bus gekomen. Zij gaan dan ook starten met de bouw van de zeven rijwoningen. Na realisatie van de woningen maakt de gemeente de omliggende openbare ruimte woonrijp. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2024 € 114.906 euro positief. De verbetering van het resultaat komt door de hogere grondwaarde van de hertaxatie voor de inschrijfprocedure.

2.8. Openbaarheidsparagraaf Woo

De Wet open overheid schrijft een openbaarheidsparagraaf voor. De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. De wet wil overheden transparanter maken door overheidsinformatie beter vindbaar en digitaal toegankelijker aan te bieden. De Woo sluit daarmee aan op de opgave Wendbare organisatie en transparant openbaar bestuur, waarmee onze dienstverlening zich explicieter richt op duidelijke, toegankelijke en betrouwbare informatie voor iedereen in onze samenleving. In 2023 heeft Losser met betrekking tot de Woo in ieder geval het volgende gerealiseerd.


Strategie en uitvoering
Binnen de organisatie zijn verschillende interviews gevoerd met de interne organisatie en bestuur. De uitkomsten van deze gesprekken zijn gespiegeld aan de aanbevelingen van de impactanalyse uit 2021. Dit onderzoek heeft geleid tot een breed gedragen en realistisch ambitievoorstel met als onderlegger een programmaplan als praktisch plan van aanpak. In 2023 zijn verschillende projecten opgestart of verder opgepakt. De focus lag hierbij voornamelijk op framing, bewustwording, eigenaarschap, ketenoptimalisatie en inrichting van het Woo-proces.

Informatiehuishouding op orde
Het Woo-proces is niet uitvoerbaar zonder een stevig fundament: een informatiehuishouding die op orde is en blijft. Hieraan werkt het programma BRIDGE, waarbij de samenhang met de implementatie van de Woo het afgelopen jaar is gemonitord en waar nodig geïntensiveerd.

Actief openbaar maken
Onder actieve openbaarmaking verstaan we het pro-actief openbaar maken van informatie vanuit de overheid voor samenleving en politiek. Dit gaat om documenten uit 11 informatiecategorieën die duurzaam, digitaal openbaar raadpleegbaar moeten zijn.  
Het beloofde Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI) zal niet in de voorgestelde vorm door het Rijk worden opgeleverd. Gemeenten zijn daarmee nu zelf verantwoordelijk geworden voor het digitaal aanleveren van hun informatie via een eigen platform. Er is een overgangstermijn van toepassing, maar het openbaar stellen van de eerste tranche categorieën is in 2023 in werking getreden. Losser publiceert al actief informatie uit deze categorieën via onder andere de eigen website. Er is afgelopen jaar gewerkt aan een korte termijn oplossing om ook de laatste categorie uit deze tranche (Woo-verzoeken en -besluiten) te kunnen publiceren.
              
Passief openbaar maken

Onder passieve openbaarmaking verstaan we het openbaar maken van informatie naar aanleiding van een Woo-verzoek uit de samenleving.

Afhandeling Woo-verzoeken

Voor geheel 2023 geldt dat binnengekomen en afgehandelde Woo-verzoeken naar behoren zijn bijgehouden en gestructureerd. Afgelopen jaar zijn negen Woo-verzoeken ingediend (tabel). Deze verzoeken zijn binnen de wettelijk gestelde beslistermijn afgehandeld, hetzij binnen de wettelijk toegestane verdagingstermijn.
Kwalitatieve analyse laat zien dat niet alleen het aantal Woo-verzoeken voor Losser is verdubbeld, ook de complexiteit van verzoeken blijft toenemen. De meeste verzoeken zijn gericht op werkzaamheden van het team Plannen, Vergunnen en Handhaven. We merken dat de verzoeken regelmatig een forse claim op de capaciteit van dit team leggen.

Tabel: Overzicht Woo-verzoeken en onderwerpen Losser 2023

Periode

Totaal

Afdeling

Aantal

januari - december 2023

    9

Plannen, Vergunnen en Handhaven

     8

 

 

Bedrijfsbureau

     1


Inrichting Woo proces
Om het primair proces beter in positie te brengen in de afhandeling op het Woo proces, zijn in 2023 de eerste stappen gezet naar een inrichtingsvoorstel voor het Woo-proces. De focus daarbij lag op het concreter duiden van rollen en verantwoordelijkheden, eigenaarschap op informatie en publicatie en een vlottere doorlooptijd.