Dit hoofdstuk bestaat uit zeven in het BBV voorgeschreven paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragrafen zijn dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen in de jaarstukken:
Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de Raad voor het College stelt voor het beheer en de uitvoering.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het BBV:
De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen vindt plaats met een belastingverordening. De vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vond plaats in december 2021.
De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (zoals OZB) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat de besteding niet is gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
In deze paragraaf is opgenomen:
a. de verantwoording van de geraamde inkomsten;
b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt hoe de lasten zich verhouden tot de inkomsten;
d. een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. een beschrijving van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.
a. Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | Raming 2021 | Realisatie 2021 | Raming 2022 | Realisatie 2022 |
Afvalstoffenheffing | 2.142 | 2.163 | 2.162 | 2.307 |
Begraafplaatsenrechten | 1 | 1 | 1 | 1 |
BIZ | 102 | 4 | 102 | 90 |
Forensenbelasting | 22 | 30 | 22 | 31 |
Hondenbelasting | 118 | 121 | 0 | 1 |
Leges burgerzaken | 252 | 322 | 256 | 327 |
Leges omgevingsvergunning | 468 | 733 | 394 | 432 |
Leges overig | 45 | 84 | 45 | 154 |
Marktgelden | 15 | 10 | 15 | 13 |
OZB-eigenaren | 4.501 | 4.473 | 4.548 | 4.601 |
OZB-gebruikers niet-woning | 531 | 557 | 531 | 548 |
Rioolheffing | 2.893 | 2.984 | 3.065 | 3.143 |
Toeristenbelasting | 225 | 233 | 425 | 419 |
Totaal | 11.316 | 11.715 | 11.567 | 12.067 |
b. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Landelijke ontwikkelingen.
Hervorming lokaal belastinggebied
Ondanks het feit dat al jaren over een belastingherziening wordt gesproken, hebben zich in 2022 geen ontwikkelingen voorgedaan. In het coalitieakkoord van het kabinet is het volgende opgenomen: "Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken."
Kwijtschelding van belastingen
Door een wijziging van de Regeling kwijtschelding belastingen heeft de minister mogelijk gemaakt dat voor de groep AOW-gerechtigden en volledig arbeidsongeschikten de vermogensnorm met maximaal € 2.000 wordt opgehoogd. De gemeenteraad heeft in december 2022 de Kwijtscheldingsregeling 2023 in die zin ook daadwerkelijk gewijzigd, zodat deze ruimere normen in ons kwijtscheldingsbeleid worden toegepast.
Lokale ontwikkelingen
Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. Voor de rioolheffing betekende dit een stijging van 5,2%. De tarieven toeristenbelasting zijn met 2,3% gestegen. De voor 2022 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stegen met een inflatiecorrectie, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het rijk heeft vastgesteld, dan wel gemaximeerd. Op basis van het Centraal Economisch Plan werd uitgegaan van 1,3%. De Hondenbelasting is afgeschaft.
Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de te heffen belastingsoorten. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten, de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. Het kostendekkingspercentage mag om die reden dan ook maximaal 100 zijn.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De volgende belastingen en retributies zijn geheven:
Ongebonden belastingen | Gebonden belastingen |
Forensenbelasting | Afvalstoffenheffing |
Toeristenbelasting | Bijdrage Bedrijven Investering Zone |
Onroerendezaakbelastingen | Leges en Rechten |
Rioolheffing |
Mate van kostendekking van de gebonden belastingen
Activiteiten groep | Lasten taakveld | Overhead | BTW | Totale lasten | Heffingen (baten) | Overige baten | Totale baten | Kosten-dekkendheid |
Afvalstoffenheffing | 2.234 | 195 | 243 | 2.672 | 2.307 | 433 | 2.739 | 100% |
Kwijtschelding afvalstoffenheffing | 67 | 0 | 0 | 67 | 0 | 0 | 0 | |
Rioolheffing | 2.419 | 247 | 514 | 3.180 | 3.143 | 36 | 3.180 | 100% |
Kwijtschelding rioolheffing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Subtotaal heffingen | 4.720 | 442 | 757 | 5.919 | 5.450 | 469 | 5.919 | 100% |
Titel 1: leges algemene Dienstverlening | 708 | 0 | 25 | 734 | 419 | 2 | 421 | 57% |
Titel 2: dienst verlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ vergunningen | 1.317 | 0 | 50 | 1.367 | 495 | 18 | 513 | 36% |
Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstrichtlijn | 10 | 0 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0% |
Subtotaal leges | 2.036 | 0 | 75 | 2.111 | 914 | 20 | 934 | 44% |
Totaal | 6.756 | 442 | 832 | 8.030 | 6.363 | 489 | 6.852 | 79% |
c. Woonlastenontwikkeling
De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en rechten waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Het COELO vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld Lossers gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor de periode 2017-2022:
Woonlastenontwikkeling | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
OZB Eigenaar | 341,72 | 346,59 | 354,94 | 361,64 | 375,77 | 380,66 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) | 176,04 | 209,40 | 206,68 | 207,24 | 224,75 | 223,78 |
Rioolheffing | 250,00 | 250,00 | 255,24 | 263,76 | 277,59 | 307,38 |
Totaal | 767,76 | 805,99 | 816,86 | 832,64 | 878,11 | 911,82 |
d. Kwijtscheldingsmogelijkheden
De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:
In 2022 is voor bijna € 67.000 aan gemeentelijke belastingen in het kader van het minimabeleid kwijtgescholden. Hierbij gaat het met name om de Afvalstoffenheffing.
Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers financieel kan opvangen, zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Dit verhoudingsgetal is de ratio weerstandsvermogen.
Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in:
1. Inventarisatie weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de Algemene risicoreserve en de reserves, specifiek ter dekking van de risico’s gerelateerd aan grondexploitaties.
Algemene risicoreserve
Deze reserve is eind 2022 groot: € 17.380.000. Daarnaast wordt de reserve 'Grondexploitatie' met een omvang van € 1.000.000 aan de weerstandscapaciteit toegerekend.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2022 € 18.380.000 is. De verwerking van het jaarresultaat 2022 is daarbij nog niet betrokken.
Tabel: Beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2022 |
|
Componenten: |
|
Algemene risicoreserve |
€ 17.380.000 |
Reserves Risico grondexploitatie |
€ 1.000.000 |
Stand eind jaar 2022 |
€ 18.380.000 |
In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het risicomanagement aan de P&C cyclus wordt gekoppeld. De risico's worden daardoor periodiek onder de aandacht gebracht en bijgesteld.
Uitgangspunten bij de beoordeling van de risico's zijn:
Gevolg van deze inventarisatie is dat het totaal van de risico's € 3.276.000 bedraagt (exclusief de risico's van de grondexploitatie, die zijn hieronder nader toegelicht). Uit een simulatie blijkt dat een weerstandscapaciteit van € 1.355.000 nodig is om alle risico's af te kunnen dekken.
Met behulp van een risicoscore kunnen de risico's worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk wat de belangrijkste risico's zijn.
In onderstaande tabel zijn de tien grootste risico's weergegeven. Het percentage geeft aan hoe groot een bepaald risico is in verhouding tot de totaal benodigde weerstandscapaciteit van € 1.355.000.
De tien grootste risico’s jaarrekening 2022: |
|||
Onderwerp |
Risico omschrijving |
Invloed |
|
1. |
Schommelingen in de conjunctuur |
Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden. |
23,15% |
2. |
Overige onvoorziene risico's |
Hierbij valt te denken aan calamiteiten binnen de gemeente, zoals extreem weer of een bedrijfsongeval. Maar ook politieke en bestuurlijke risico's. |
15,74% |
3. |
Budget Jeugd |
Door openeindfinanciering en een onzeker beeld van de toekomstige zorgvraag, is het budget Jeugd mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar. |
11,70% |
4. |
Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager |
Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager. |
10,14% |
5. |
Garantstellingen |
Door de leningverstrekker wordt een beroep gedaan op de garantstellingen van de gemeente Losser, voor leningen die door partners zijn aangegaan (voor een compleet overzicht zie de 'niet uit de balans blijkende verplichtingen'). |
7,69% |
6. |
Budget WMO |
Door openeindfinanciering en een onzeker beeld van de toekomstige zorgvraag, is het budget WMO mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar. |
5,80% |
7. |
Invoering omgevingswet |
De Omgevingswet biedt gemeenten de mogelijkheid om met overzichtelijkere regels de leefomgeving meer in samenhang in te richten. Het biedt daarnaast meer ruimte voor lokaal maatwerk en leidt tot een betere en snellere besluitvorming. Afhankelijk van de door Losser gemaakte keuzes heeft dit in meer of mindere mate financiële consequenties. |
5,74% |
8. |
Derden stellen gemeente aansprakelijk |
Derden stellen gemeenten aansprakelijk. |
5,22% |
9. |
Aftreden wethouder |
Het risico dat een wethouder door omstandigheden moet aftreden, is 'algemeen bestuurlijk' van karakter en beperkt qua omvang. |
2,52% |
10. |
Onvoorziene bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen |
Besluiten met financiële consequenties buiten de begroting om maar ook onvoorziene ontwikkelingen binnen gemeenschappelijke regelingen kunnen leiden tot hogere kosten. |
2,04% |
Risico's grondexploitatie
Ter bepaling van de vereiste weerstandscapaciteit van de grondexploitaties maken we gebruik van de Monte Carlo simulatie. Dit is een simulatietechniek waarbij grondexploitaties vele malen worden gesimuleerd, elke keer met andere startcondities. Hierbij houden we rekening met risico’s aan de kosten- en opbrengstenkant, maar ook met onzekere gebeurtenissen. Naast projectgebonden risico’s, kijken we ook naar niet projectgebonden risico’s. Ofwel, ook de conjuncturele risico’s worden geïnventariseerd en gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar binnen de projecten en liggen op het vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden. Te denken valt aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters. Hiermee ontstaat een vollediger en betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen de grondexploitaties. De uitkomst is een momentopname. Marktomstandigheden kunnen snel wijzigen. Dit kan leiden tot fluctuaties in de vereiste weerstandscapaciteit. Om vinger aan de pols te houden actualiseren we daarom jaarlijks zowel bij de jaarrekening als tussentijds bij de programmabegroting de vereiste weerstandscapaciteit. De vereiste weerstandscapaciteit van de grondexploitaties is ultimo 2022 toegenomen (JR 2021: € 232.000) en bedraagt € 730.000. Deze toename komt vooral door:
3. Ratio weerstandsvermogen en verwachte ontwikkelingen
Benodigde weerstandcapaciteit:
De geïnventariseerde risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie. Op basis van die simulatie wordt het bedrag berekend dat nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Conclusie is dat alle risico's, met 90% zekerheid, kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.085.000 (€ 1.355.000 voor de geïnventariseerde risico's in de bedrijfsvoering/beleid en € 730.000 voor de risico's van de grondexploitaties).
Beschikbare weerstandscapaciteit:
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de Algemene risicoreserve en de reserves specifiek ter dekking van de risico’s gerelateerd aan de gronden. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2022 € 18.380.000. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de bestemming van het rekeningresultaat 2022.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen.
De gemeenteraad heeft aangegeven dat de minimaal wenselijke ratio weerstandsvermogen tussen de 1,4 en 2,0 ligt. Oftewel, de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 140 tot 200% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.
Ratio weerstandsvermogen eind 2022 = € 18.380.000 : € 2.085.000 = 8,8.
De ratio weerstandsvermogen bevindt zich daarmee boven de door de Raad vastgestelde minimale bandbreedte van 1,4 - 2,0. In het vervolg lichten we dit toe.
Tabel, ontwikkeling in de ratio weerstandsvermogen:
Analyse van de weerstandsratio |
|||
Beschikbare weerstandscapaciteit |
Eind 2021 | Eind 2022 | Verschil |
Algemene risicoreserve | € 16.627.000 | € 17.380.000 | € 753.000 |
Reserves risico grond | € 1.000.000 | € 1.000.000 | € 0 |
Totaal | € 17.627.000 | € 18.380.000 | € 753.000 |
Benodigde weerstandscapaciteit |
|||
Risico's algemeen | € 1.604.000 | € 1.355.000 | - € 249.000 |
Risico's grondexploitaties | € 232.000 | € 730.000 | € 498.000 |
Totaal risico's | € 1.836.000 | € 2.085.000 | € 249.000 |
Weerstandsratio (afgerond) | 9,6 | 8,8 | -0,8 |
De beschikbare weerstandscapaciteit is vergeleken met de jaarrekening 2021 met € 0,8 miljoen toegenomen. Mede door de gestegen risico's binnen de grondexploitaties is de benodigde weerstandscapaciteit gestegen, waardoor de weerstandsratio in de jaarrekening 2022 0,8 lager uitvalt dan de ratio van 9,6 uit de jaarrekening 2021 en uitkomt op 8,8.
De tabel hieronder geeft een overzicht van de ontwikkeling van de ratio weerstandsvermogen per 31-12 in de afgelopen jaren (afgerond op één cijfer achter de komma).
Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Ratio weerstandsvermogen | 1,3 | 1,9 | 2,4 | 3,0 | 2,5 | 4,2 | 9,6 | 8,8 |
Prognose ratio weerstandsvermogen 2023 en verder
Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2022 tot en met 2025 | ||||
Component | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Aanwezig weerstandsvermogen | € 18.727.000 | € 19.762.000 | € 22.410.000 | € 21.650.000 |
Benodigd weerstandsvermogen | € 2.085.000 | € 2.085.000 | € 2.085.000 | € 2.085.000 |
Prognose ratio weerstandsvermogen (afgerond) |
8,9 | 9,5 | 10,7 | 10,4 |
In bovenstaande tabel is de verwachte meerjarige ontwikkeling van de weerstandsratio aangegeven. De meerjarige verwachting is dat de ratio (variërend tussen de 8,9 en 10,7) ruim boven de door de Raad vastgestelde bandbreedte blijft.
In het schema hierboven is geen rekening gehouden met de bestemming van het positieve rekeningresultaat 2022. Naar verwachting leidt dit nog tot een verdere stijging van de weerstandsratio.
4. Financiële kengetallen
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte set van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. De invoering van deze set is bedoeld om de financiële positie van de gemeente inzichtelijker te maken.
Kengetallen worden veelal gebruikt als analyse-instrument. Voordeel hiervan is dat gemeenten beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Het zal duidelijk zijn dat het nut van het gebruik van kengetallen om de volgende redenen dient te worden genuanceerd:
Financiële kengetallen | Rekening 2021 | Begroting 2022 | Rekening 2022 | Begroting 2023 | |
1A | Netto schuldquote | 41,9 % | 51,3 % | 31,5 % | 42,9 % |
1B | Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 42,1 % | 43,0 % | 31,5 % | 34,4 % |
2 | Solvabiliteitsratio | 35,5 % | 33,1 % | 40,4 % | 37,6 % |
3 | Structurele exploitatieruimte | -0,3 % | 1,4 % | 5,7 % | 1,4 % |
4 | Grondexploitatie | 0,3 % | 12,3 % | -1,5 % | 9,9 % |
5 | Belastingcapaciteit | 107,7 % | 112,5 % | 100,9 % | 113,0 % |
Hieronder worden de kengetallen in hun onderlinge relatie beschouwd en van een toelichting voorzien. De kengetallen geven een indicatie hoeveel (financiële) ruimte de gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. De tabel toont de ontwikkeling over de jaren.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief, als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De VNG hanteert een kritische waarde van 130%, hier bevinden zich zowel de netto schuldquote inclusief als exclusief de doorgeleende gelden met 31,5 % beduidend onder. De percentages zijn gelijk omdat we in Losser geen doorgeleende gelden kennen. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste risico.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is op de langere termijn aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe gezonder de gemeente. In bovenstaande tabel zijn de voormalige reserves Riool en reiniging opgenomen als voorziening conform wijziging BBV en daarmee uit het eigen vermogen verdwenen. Met een score van 40,4 % behoren we tot de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.
Structurele exploitatieruimte
Dit financiële kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting of financieel resultaat is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. Hoe hoger het percentage, hoe groter het aandeel van de structurele baten ten opzichte van de structurele lasten in het geheel aan baten. Zoals in de tabel weergegeven, is voor alle jaren sprake van een positief saldo exploitatieruimte.
Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondpositie (boekwaarde) zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Dit kengetal alleen, heeft slechts een beperkte waarde. De relatie vraag en aanbod woningbouw of bedrijventerrein, planning et cetera spelen hierbij ook een cruciale rol. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De gemeente bevindt zich met het percentage -1,5 % in de categorie gemeenten met het laagste risico.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van het vorige begrotingsjaar. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de Rioolheffing en Reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 100,9 % nog steeds iets boven het landelijk gemiddelde (100%). Maar door de beperkte stijgingen van de lastendruk, niet meer dan inflatie, is de index ten opzichte van het landelijk gemiddelde flink gedaald. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.
Samenvatting
Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen en plantsoenen, wegen, bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen en gebouwen. Deze eigendommen, noodzakelijk voor een goede leefomgeving, vertegenwoordigen een grote waarde. Investeren in onderhoud en vervanging is noodzakelijk om deze ook op lange termijn in stand te houden.
In juli 2013 is de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” door de Raad vastgesteld. Op basis van deze overkoepelende strategische nota is en wordt gewerkt om de gehele - integrale - beheercyclus te optimaliseren en te verankeren in de gemeentelijke beleidscyclus. Hiervoor is een traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten worden aangeschaft, geïmplementeerd en operationeel gemaakt, beheer- en beleidsplannen per beheerdiscipline worden opgesteld en de strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen met de Raad, verder wordt uitgewerkt.
Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de openbare ruimte, mede invulling te geven aan het bereiken van strategische doelen van de gemeente, zowel inhoudelijk als qua proces.
In 2022 lag de nadruk op de afronding van de implementatie en het vullen van het aangeschafte integrale beheerpakket. Er is verder gewerkt aan de integratie met de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Hiermee zijn in beheer zijnde arealen geactualiseerd en kunnen per vakdiscipline beheer- en beleidsplannen opgesteld of geactualiseerd worden. Daarnaast is verkend hoe informatie uit een BIM-systeem ontsloten kan worden ten behoeve van toekomstig beheer.
Het beleidsplan ‘Licht in de openbare ruimte’ met het vervangingsplan openbare verlichting en het GRP zijn respectievelijk eind 2017 en eind 2022 vastgesteld. Het beleidsplan Wegen is in 2019 vastgesteld. Voor het beleid- en beheerplan Kunstwerken zijn in 2018 alle beheerobjecten geïnspecteerd en visueel beoordeeld. Dit heeft in 2019 geleid tot aanvullend onderzoek en constructieberekeningen bij een beperkt aantal kunstwerken. Deze informatie samen vormt de basis voor het beleid- en beheerplan met daarbij een inschatting van de benodigde lange termijn vervangingsinvesteringen voor Kunstwerken. In 2022 is een begin gemaakt met het opstellen van een Beleid- en beheerplan voor civieltechnische kunstwerken.
Na het in kaart brengen van het achterstallige onderhoud en de vervangingswaarde voor het Groenbeleids- en beheerplan, is in 2022 het groenbeleidsplan opgesteld.
Ten aanzien van de vervangingsinvesteringen is de systematiek van het Integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) verder uitgewerkt en ingebed in de P&C-cyclus. Met het MIP sturen we erop om met investeringen in de openbare ruimte mede invulling te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en het bereiken van strategische gemeentelijke doelen.
Kaders/Doelen
Algemeen
In het coalitieakkoord heeft het College aangegeven te hechten aan een goede kwaliteit van de leefomgeving. Met investeringen in de openbare ruimte beogen we meer te bereiken dan alleen een schone, hele en veilige leefomgeving. De inrichtingskwaliteit speelt steeds nadrukkelijker een rol bij het creëren van aantrekkelijke buurten en wijken. Daarnaast spelen grote uitdagingen zoals de warmtetransitie en klimaatadaptatie. Samen met de vervangingsopgave in de openbare ruimte, leidt dit tot een integrale en gebiedsgerichte aanpak.
Via het MIP zetten we onderhoudsgelden en vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte zodanig in dat deze ook bijdragen aan de strategische gemeentelijke beleidsdoelstellingen en maatschappelijke opgaven.
Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte betekent dit dat we het MIP continue actualiseren en dat we de al gehanteerde werkwijze voortzetten om synergie te bereiken door waar mogelijk beheerbudgetten mede in te zetten als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte. Dit heeft geresulteerd in onder andere het verwerven van een Landelijke Erfgoeddeal.
Dit beleid heeft middels de voorgaande programmabegrotingen en voorjaarsnota’s geleid tot het vrijmaken van investeringsruimte voor investeringen in de openbare ruimte voor de komende jaren. Dit betreft aanvullende financiering van uitvoeringsprogramma’s die behoren bij bijvoorbeeld: de “Kwaliteitsimpuls De Lutte”, het “Parapluplan centrum Losser”, "Kwaliteitsimpuls Beuningen", “Kwaliteitsimpuls Glane” en integrale herinrichtings-projecten welke bijdragen aan gemeentelijke beleidsdoelen zoals verkeersveiligheid en bereikbaarheid, recreatieve infrastructuur, investeringen in vitale dorpscentra. Ten aanzien van openbare verlichting draagt de uitvoering van het vervangingsplan bij aan doelstellingen op het gebied van energie en duurzaamheid.
Strategie
Om de ambitie van de vastgestelde onderhoudskwaliteit te behalen is de volgende strategie gevolgd:
Sturen op kwaliteit
De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de Raad vastgestelde onderhoudsniveau. Door de beperkte beschikbare financiële middelen in het verleden, is voor voorzieningen in de openbare ruimte de levensduur zo ver mogelijk opgerekt als mogelijk binnen de afgesproken kwaliteit, om zo kosten te besparen. Met deze strategie zijn “de grenzen” wat meer opgezocht.
Vervangingsinvesteringen en herinrichting openbare ruimte (via MIP)
De Nota Kapitaalgoederen heeft betrekking op het (dagelijks) onderhoud van de openbare ruimte en gaat niet in op de vervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Hierin voorziet het MIP (integraal meerjarig investering- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte).
De basis van het MIP wordt gevormd door de vervangingsplannen, die per beheerdiscipline (op basis van periodieke kwaliteitsinspecties) zijn opgesteld. Het MIP bevat een lijst van technisch urgente projecten, gecombineerd met synergie-kansen. Dit zijn projecten waarmee door samenloop van onderhoud, vervanging en nieuw beleid, op basis van synergie, meerdere doelen bereikt worden. Ook investeringen in de openbare ruimte vanuit het Grondbedrijf betrekken we hierbij. Door deze integrale aanpak krijgen ook ‘derden’ kansen om aan te haken bij investeringen in de openbare ruimte (bijvoorbeeld de woningstichting, nutsbedrijven, waterschap) en zijn er bijdragen mogelijk vanuit andere overheden en/of bijdragen van derden (bijvoorbeeld bij ontwikkellocaties). Op basis van het MIP is bij de Voorjaarsnota, voor de meest urgente vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen, ontbrekende financiële middelen aangevraagd.
De Raad besluit uiteindelijk in de Programmabegroting over de kredieten. Indien geen of onvoldoende kredieten en/of vervangingsbudgetten beschikbaar worden gesteld, moet worden “doorbeheerd”. Dit betekent dat we vanuit het onderhoudsbudget, met dagelijks onderhoud en kleine maatregelen, de omgeving 'schoon, heel en veilig' houden. Dit kan leiden tot het doorschuiven van de deelbudgetten, die al wel beschikbaar waren (bijvoorbeeld bij rioolvervangingen kan dit voorkomen).
Relatie tussen het MIP en de meerjarenbegroting
In het MIP maken we op hoofdlijnen integraal inzichtelijk welke (vervangings-) investeringen en projecten in de openbare ruimte de komende vier jaar een rol gaan spelen. Het MIP is echter een dynamisch plan waarop vele externe factoren invloed hebben. Om deze reden is ervoor gekozen de investeringen waarvan de kapitaallasten beginnen te lopen binnen de scope van de meerjarenbegroting, daadwerkelijk op te nemen in de programmabegroting. Investeringen waarvan de kapitaallasten buiten de scope vallen, blijven via het MIP inzichtelijk en worden bij volgende programma begrotingen opgenomen.
Burgerparticipatie inzake keuzes en prioriteitsstelling en proces
Op basis van het MIP neemt de Raad beslissingen inzake prioritering en keuzes over aanvullende financiële middelen. De strategie is dat technische noodzaak (vervangingsinvesteringen) de basis is van het MIP. De hoogste prioriteit volgt derhalve uit de technische noodzaak tot onderhoud en/of vervanging van een voorziening in de combinatie met het bereiken van andere beleidsdoelstellingen.
Kerncijfers
De totale vervangingswaarden van de kapitaalgoederen in Losser schatten we op ruim € 260 miljoen.
Uitwerking per beheerdiscipline
Wegen
Onder het product Wegen vallen meerdere beheerdisciplines:
Beleidskader
Voor alle beheerdisciplines die vallen onder het product Wegen, geldt dat ze deel uit maken van de Nota Kapitaalgoederen. Daarnaast vindt de uitwerking per beheerdiscipline plaats in beleids- en beheerplannen. De beleids-, beheers- en vervangingsplannen voor openbare verlichting en wegen zijn respectievelijk eind 2017 en voorjaar 2019 vastgesteld.
In 2021 is een begin gemaakt met het beleidsplan civieltechnische kunstwerken. Deze is in 2022 nog niet afgerond. Op basis van inspecties is een meerjarig beheerplan gemaakt, waarmee we werken tot het beleidsplan Civieltechnische kunstwerken is afgerond. Er is een deel beschoeiing vervangen in de Saller. Verder is klein onderhoud verricht aan diverse bruggen.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
Vervangingsinvesteringen en budgetten voor groot onderhoud worden opgenomen in het MIP, waarbinnen de integrale afweging inzichtelijk wordt gemaakt. De hoogte van de noodzakelijke onderhoudsbudgetten voor onderhoud en vervanging wordt bepaald via de kwaliteitsinspecties en recent geactualiseerde arealen.
De (vervangings)investeringen worden via het MIP verankerd in de Voorjaarsnota en de programmabegroting. De budgetten voor groot en klein onderhoud zijn opgenomen in de exploitatiebegroting.
Riolering en Water
Beleidskader
In 2022 is het vigerende Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) door de Raad met twee jaar verlengd. Het kostendekkingsplan is daarbij voor de jaren 2023 en 2024 geactualiseerd en geïndexeerd. In dit (verbrede) GRP is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater opgenomen. Ook is richting gegeven aan duurzaamheid en het anticiperen op klimaatontwikkelingen.
Ter invulling van de gemeentelijke watertaken zijn gemeenten, tot het moment waarop de Omgevingswet van kracht is, verplicht te beschikken over een geldig (strategisch) plan en een bijbehorend kostendekkingsplan. Losser beschikt hiertoe over het GRP 2023-2024.
Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) heeft de afgelopen jaren een nadrukkelijke rol gespeeld op gebied van water en de waterketen. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van de doelmatigheid en klimaatontwikkelingen zijn ontwikkelingen die steeds belangrijker werden. Deze landelijke ontwikkelingen zijn vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in “Waterwinst 2.0”. Met die intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen met het waterschap, de bereidheid uit om samen te werken in de (afval)waterketen. Doel is om een structurele kostenbesparing in de keten te realiseren. Daarnaast zijn 'kennis' en 'kwetsbaarheid' speerpunten in “Waterwinst 2.0”.
“Van Waterwinst naar waterbewustzijn”
Inmiddels is het besef doorgedrongen dat eenzijdige focus op kostenreductie op korte termijn niet leidt tot de gewenste ontwikkelingen. Om goed waterbeheer in Twente te kunnen garanderen zijn slimme, duurzame en integrale oplossingen nodig, waarbij betrokken partijen intensiever met elkaar willen samenwerken. Om die reden is begin 2018 door alle Twentse gemeenten ingestemd met de gezamenlijke visie “Twents Water verbindt, van waterwinst naar waterbewustzijn”. Naast aandacht voor kostenbesparing, richt de aandacht zich met name op een robuust watersysteem en klimaatbestendig Twente; het benutten van kansen vanuit de wateropgaven, om bij te dragen aan een aantrekkelijke leefomgeving, waterbewustzijn en verdergaande samenwerking.
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA)
Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.
In het Deltaplan zijn zeven ambities vastgelegd voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland:
- Kwetsbaarheid in beeld brengen (klimaatstresstesten).
- Risicodialoog voeren en strategie opstellen.
- Stimuleren en faciliteren.
- Handelen bij calamiteiten.
- Reguleren en borgen.
- Opstellen uitvoeringsagenda.
- Meekoppelkansen benutten.
Het in kaart brengen van de gevolgen van klimaatverandering is binnen het samenwerkingsverband Twents Waternet uitgevoerd. Dit is in 2019 gebeurd met klimaatstresstest.
Twents waternet, een samenwerking van de 14 Twentse gemeenten en waterschap Vechtstromen, heeft samen met de provincie Overijssel, BNA oosting en Architectuurcentrum Twente de Twentse Klimaatpraat Online georganiseerd.
Samenhang met het beheer van de openbare ruimte.
Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte opnieuw in te richten. De financiële middelen voor deze herinrichting kunnen niet ten laste van het GRP gebracht worden. Hiervoor zetten we andere dekkingsmiddelen in, zoals onder andere het budget “Groot onderhoud Wegen”, aanvullende investeringsbudgetten (via MIP en investeringen vanuit de Programmabegroting). Ook zetten we in op het verwerven van externe bijdragen.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De financiële consequenties zijn opgenomen in het kostendekkingsplan dat integraal deel uitmaakt van het GRP. Op basis van het kostendekkingsplan is de hoogte van de rioolheffing bepaald. Op basis van het geactualiseerde kostendekkingsplan zoals beschreven in de notitie “Rioolheffing gemeente Losser, berekening rioolheffing 2023-2042” is de hoogte van de rioolheffing bepaald.
Groen en Landschap
Beleidskader
Groen en Landschap maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Daarnaast vindt de uitwerking plaats in beleid- en beheerplannen. Deze beheerdiscipline draagt ook in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Niet voor niets worden de termen “groen en lommerrijk” genoemd als kernwaarden in de centrumvisies voor Losser en De Lutte.
Ook in het kader van de noodzakelijke klimaatadaptatie speelt 'groen' een belangrijke rol. In het groen kan overtollig water tijdelijk worden opgevangen, de wortelzone van bomen en struiken houdt water langer vast. Bomen kunnen daarnaast zorgen voor een koelere omgeving, wat vooral van belang is bij het tegengaan van hittestress in de bebouwde omgeving. Tevens zorgen bomen in grote mate voor luchtfiltering en CO2 opslag. De komende jaren willen wij daarom het aantal bomen in de kernen vergroten, door aanplant van geschikte soorten op strategische locaties. In 2022 zijn 75 bomen aangeplant vanuit beheer. 80% is ter vervanging van slechte, dode of gesneuvelde bomen, 20% hiervan betreft nieuwe locaties. De nieuwe locaties betreft o.a. groenstroken met voldoende ruimte voor een boom en speeltuinen om in de toekomst hittestress te voorkomen.
Een ander belangrijk doel van het gemeentelijk groen is het verhogen van de biodiversiteit. Hierdoor krijgen verschillende 'bestuivers' meer kansen om zich te ontwikkelen en kunnen natuurlijke vijanden van plaagdieren zich beter handhaven. Biodiversiteit is belangrijk ter voorkoming en beperking van ziekten en plagen en het bewerkstelligen van een sterkere en gezondere balans in onze leefomgeving. Op diverse locaties in de gemeente is in totaal ruim 3000m2 kruiden- en bloembollenmengsels aangebracht. Daarnaast is het locatieafhankelijk extensieve maaibeheer ook verder doorgevoerd, nu ook op andere plekken dan alleen bij eiken, om zo ecologische verbindingszones te maken, onder andere om de eikenprocessierups te bestrijden. Deze belangen en bijbehorende werkwijzen zijn ook vastgelegd in het in 2022 vastgestelde groenbeleidsplan.
Voor het bomenbeheer hanteren wij het 'Handboek Bomen', waarin de belangrijkste normen voor aanleg en beheer van bomen zijn vastgelegd. De kaders zijn verwerkt in het vastgestelde groenbeleidsplan. Dit plan is actief onder de aandacht gebracht, zowel in- als extern zodat alle partijen die ermee van doen hebben duidelijk beeld hebben van de visie en het beleid en daar ook naar konden handelen. Vanuit het Servicebedrijf is de speciale boomverzorgingsploeg intensief ingezet. Ze hebben al veel achterstanden van de afgelopen jaren met betrekking tot snoei en boomveiligheidscontroles weggewerkt.
Gemeentelijke gebouwen en vastgoed
Beleidskader
In de Vastgoednota gemeente Losser is het beleid uitgewerkt en vastgelegd.
De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel afstoten van locaties. Daarbij wordt beoordeeld of de locaties nog wel nodig zijn voor de eigen dienst of beleidsdoeleinden. Worden binnen afzienbare tijd (tien jaar) geen (ruimtelijke) ontwikkelingen verwacht, dan wordt voorgesteld deze locaties af te stoten en in de verkoop te zetten.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De vertaling van het beleid naar de begroting vindt plaats via het Meerjaren Onderhoud Plan (MOP)-gebouwen. De onderhoudsconditie wordt bepaald conform de Rgd-BOEI-methodiek. Voor een redelijk niveau van onderhoud wordt voor de panden met een toekomstperspectief (meer dan tien jaar) een conditiescore 3, conform de Rgd-BOEI aangehouden. Voor de af te stoten panden met een tijdelijk gebruik volstaat een conditiescore 5, conform de Rgd-BOEI op basis van klachtenonderhoud.
In 2022 is voortgang geboekt met de verduurzaming van de panden in eigendom van de gemeente, die voor eigen gebruik en beleidsdoeleinden worden ingezet. Door het na isoleren van de 'schil' van de panden (daken, gevels, vloeren en kozijnen), maar ook de toepassing van LED verlichting. Alle panden zijn van een nieuw energielabel voorzien en we hebben een plan opgesteld voor de volgende stap naar een energieneutraal en gasloos gebouwenbezit. Dan zal vooral worden ingezet op de vervanging van de klimaatinstallaties door een duurzame variant.
Nog niet alle panden zijn op een energielabel A (of hoger) uitgekomen. De werkplaats in Overdinkel en gymzaal De Vlasakker komen ook na isolatie niet hoger dan energielabel C. Daarnaast is de gymzaal in Beuningen, met energielabel G, nog in afwachting van het onderzoek naar een Kleintje kulturhus in Beuningen. Met de volgende stap naar een energieneutraal en gasloos gebouwen bezit zullen ook deze gebouwen op een energielabel A (of hoger) uitgekomen. Voor het Zwembad Brilmansdennen is daar al op vooruit gelopen en onderzoek gedaan naar het gasloos verwarmen via aquathermie, waarbij gebruik wordt gemaakt van de restwarmte uit het gezuiverde afvalwater (effluent) van de rioolwaterzuivering. De benodigde extra elektriciteit, voor het onttrekken van deze warmte via warmtewisselaars en opwerken naar geschikte temperaturen via warmtepompen, wordt geleverd door zonnepanelen op het dak. Een financieel aantrekkelijke businesscase is mogelijk.
'Vermarkten' vastgoed en gronden. In aansluiting op de motie van de raad van 11 juni 2019 over het vermarkten van gemeentelijk vastgoed en gronden, is eind 2019 de gelijknamige notitie vastgesteld. Primair is deze notitie erop gericht richtlijnen te geven over de wijze waarop de gemeente haar vastgoed/gronden zal vermarkten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de lopende huurcontracten, aanwezige erfpacht-/opstalovereenkomsten en ontwikkelingen in de markt.
Vertaling naar de begroting
Het MOP is opgenomen in de exploitatiebegroting. Investeringen in gebouwen lopen separaat via “nieuw beleid” in de Voorjaarnota.
Treasurybeleid
De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn.
Het in 2022 gevoerde beleid is gebaseerd op het op 6 juli 2021 door de raad vastgestelde Treasurystatuut 2021. Hierin is het beleidskader voor Losser inzake treasury opgenomen. In het statuut is de geldende wetgeving vertaald naar de gemeente. Zo is vastgelegd hoe de financiële risico’s, zoals het renterisico (van vaste en vlottende schuld), het kredietrisico, het liquiditeitenrisico en koersrisico, worden geminimaliseerd. En wordt de verdeling van taken en bevoegdheden vastgelegd. Ook is de verantwoordingsrelatie inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en gemeente Losser vastgelegd.
Renterisicobeheer
Het renterisico wordt beperkt doordat de gemeente zeer terughoudend omgaat het vertrekken van leningen en garanties. Afgezien van de starters- en duurzaamheidsleningen heeft de gemeente Losser geen leningen verstrekt. De uitvoering van de startersleningen is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Nederlandse Gemeenten. De gemeentelijke leningen, om lokale initiatieven mogelijk te maken die bijdragen aan het energieneutraal maken van Losser, worden verstrekt vanuit het Energiefonds Losser.
Zie paragraaf 4.3 voor de specificatie van de gewaarborgde leningen. De uitstaande (nog 2) garanties op geldleningen stammen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die voortvloeien hieruit zijn opgenomen in het weerstandsvermogen (zie top 10 met risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing).
Losser neemt een achtervangpositie in bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. Per 1 augustus 2021 is de nieuwe achtervangovereenkomst ingegaan. Zoals verwacht is de achtervangpositie van Losser hierdoor hoger geworden (ruim 3 miljoen euro) omdat de nieuwe verdeling gebaseerd is op basis van bezittingen van de woningcorporaties in de gemeente (en niet langer op basis van de specifieke leningen waarvoor door de gemeente achtervang is afgegeven). Gebleken is dat de gemeente Enschede voor een deel in de achtervang staat voor bezit van de corporaties in omliggende gemeenten waaronder ook voor Losser. De risico’s hiervan zijn tot op heden ingeschat op nihil. Het WSW bezit namelijk de hoogste classificering van kredietwaardigheid (de zogenaamde AAA-rating) waardoor aanspraak op de verstrekte achtervang niet zal voorkomen. De grotere achtervangpositie heeft derhalve geen (financieel) effect op de exploitatie en slechts een minimaal (negatief) effect op het risicoprofiel.
Renteresultaat
Het resultaat in 2022 is ruim 190.000 euro lager dan begroot. Het verschil tussen het renteresultaat in deze jaarrekening en de Voorjaarsnota 2022 wordt veroorzaakt door de afwijking tussen de begrote rentebate uit de kapitaallasten en de lagere realisatie. Ook wijkt de uiteindelijke rentevergoeding aan de grondexploitaties af. Enerzijds is dit het gevolg van het al gemelde verschil tussen het begrote en werkelijke rentepercentage. Anderzijds wijkt de boekwaarde waarover de rente wordt berekend, flink af doordat tussentijds winst is genomen door het grondbedrijf. Gemeentebreed is geen sprake van een rentenadeel aangezien de rentelasten niet afwijken van de begroting. Er is sprake van een lagere verrekening waardoor sprake is van een rentevoordeel op de gemelde onderdelen in de begroting.
Omslagrente
Vanuit de BBV-regelgeving voor rente moet worden vastgesteld in de jaarrekening of de begrote omslagrente niet te veel afwijkt van de realisatie. Een afwijking van maximaal 25% is toegestaan. Bij overschrijding hiervan dient de omslagrente herrekend te worden.
In de onderstaande tabel is de vergelijking tussen begroting en realisatie voor 2022 van de omslagrente terug te vinden. Hieruit blijkt dat de afwijking binnen de toegestane marge blijft en de begrote omslagrente van 0,7% geen aanpassing behoeft.
Sinds 1 januari 2016 gelden voor de rentetoerekening aan de grondexploitaties nieuwe BBV-regels. Daardoor wordt aan de grondexploitaties een rente toegerekend op basis van de daadwerkelijke rentelasten van de langlopende en kortlopende schulden. Hierbij houdt het BBV ook nog rekening met de verhouding eigen en vreemd vermogen van de gemeente op de balans. Uiteindelijk moet de daadwerkelijke rente worden verrekend. In de begroting was rekening gehouden met een percentage van 0,70% over 2022. De werkelijke gemiddelde rente bedroeg 0,91% in 2022 doordat de verhouding eigen en totaal vermogen afweek van de geprognotiseerde balans uit de begroting 2022.
Kasgeldlimiet
Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden minus vlottende middelen) maximaal mag hebben.
De kasgeldlimiet bedroeg in 2022:
Uit de tabel blijkt dat de gemeente de limiet gedurende geheel 2022 niet heeft overschreden. In 2022 was sprake van een ruim positief liquiditeitssaldo als gevolg van de rijksbijdragen voor de Coronacrisis die zijn ontvangen in 2020 en 2021 die later zijn uitgegeven. Ook zijn de voorgenomen investeringen achtergebleven ten opzichte van de begroting.
Renterisiconorm
In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in 2022 de norm niet heeft overschreden:
Terugblik op activiteiten treasuryfunctie
In 2022 heeft de treasuryfunctie zich bezig gehouden met de in de begroting 2022 gemelde acties:
Limieten 2022
In de financieringsparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen te worden vastgesteld. De Raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2022 kon financieren of beleggen.
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de limieten niet zijn overschreden in 2022.
ICT
De overgang naar Common Ground is een meerjarig programma. Hierbij volgt Losser Enschede, een van de landelijke koplopers in deze ontwikkeling. Wanneer onderdelen van het programma geschikt zijn voor productie worden die in de Losserse systemen en dienstverlening toegepast.
Losser lift mee met Enschede op de ingezette koers om datagedreven werken verder te ontwikkelen. Er is geëxperimenteerd met data en er is een datateam ontstaan.
Losser heeft in 2022 de toetreding tot Dimpact voorbereid. Dit was nodig om de moderne software te kunnen verwerven die de bedoelde dienstverlening nodig heeft in de toekomst.
Naast de genoemde ontwikkelingen heeft uitbreiding plaatsgevonden van de dienstverlening van Enschede voor Losser, wat betreft: a) Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), b) de implementatie van Centric Leef Omgeving en tenslotte c) de dienstverlening voor Handhaving BOA's (Sigmax suite).
In 2022 heeft het college het Strategisch informatiebeveiligings- en privacybeleid 2022 – 2025 vastgesteld. Dit geeft organisatie een kader voor de borging van de 'Baseline Informatiebeveiliging Overheid' (BIO) en de AVG. Op basis van het strategisch beleid wordt verdere invulling gegeven aan tactische en operationele uitwerkingen zoals specifiek beleid, richtlijnen en maatregelen. Daarnaast hebben we de digitale weerbaarheid verhoogd, door onder andere de monitoring van onze IT-omgeving uit te breiden. Hierdoor signaleren we vroegtijdig afwijkingen en verdacht gedrag en kunnen we passend reageren. Naast techniek is ook de factor mens een belangrijke schakel in de informatiebeveiliging. We bieden verplichte bewustwordingstrainingen aan om het bewustzijn van onze medewerkers te vergroten.
In navolging van Enschede is in Losser gestart met de automatisering van de Instroom, Doorstroom en Uitstroom (IDU)-processen. Leidinggevenden worden hiermee ontzorgd in hun personele mutaties en het aanvragen van faciliteiten en toegangsrechten.
BRIDGE
Met het project BRIDGE brengen we onze informatiehuishouding en archieven verder op peil. Er is gewerkt aan het inrichten van de processen op basis van de nieuwe standaarden en de Archiefwet. Daaruit blijkt dat een en ander anders moet worden georganiseerd en beheerd. Hiervoor is een organisatiemodel en plan opgesteld, dat in 2023 en 2024 wordt ingericht.
Inkoop
Er is een spend- en leveranciersdashboard voor gemeente Losser gebouwd. Deze tool geeft inzicht in uitgaven, leveranciers en inkoopcategorieën voor gemeente Losser als geheel en specificatiemogelijkheden per afdeling en per budgethouder. Dit dashboard wordt eens per kwartaal geactualiseerd. Op basis van de inzichten uit dit dasboard kunnen inkoopadviseurs onder andere concrete adviezen gegeven om rechtmatigheid op inkopen te bevorderen. De documenten ten behoeve van aanlevering voor de rechtmatigheidscontroles zijn verbeterd om juiste dossiervorming en snelheid in aanlevering te bevorderen.
De een inkoopanalyse 2022 is geanalyseerd en de resultaten inclusief conclusies en quick-wins zijn gepresenteerd aan het management. Om breder grip op (rechtmatig) inkopen te bevorderen, is eind 2021 een jaarplan met acties ten behoeve van informatievoorziening voor Losser opgesteld. Dit met als doel om bij te dragen aan het inkoop bewustzijn, kennis van het inkoopbeleid en het inkoopproces bij medewerkers van gemeente Losser. Gedurende het jaar 2022 zijn hiertoe diverse acties ingezet. Zoals ‘lunchen & leren bijeenkomsten' en workshops ‘inkoopbeleid Losser’.
P&O
Onze aanpak van campagnematige en datagebaseerde werving hebben we in 2022 voortgezet. Bij de campagnes is met succes gebruik gemaakt van vacaturevideo’s, social media en van actieve ‘sourcing’ (rechtstreeks zoeken en benaderen) van kandidaten. Losser maakt daarbij gebruik van het gespecialiseerde recruitmentteam van de gemeente Enschede. De ontwikkeling van het Losserse werkgeversmerk en de inrichting van de nieuwe werken-bij-site zijn in het najaar gestart en zullen in de eerste helft van 2023 zijn afgerond. Bij de ontwikkeling van het merk en de werken-bij-site worden medewerkers van de gemeente Losser actief betrokken.
Communicatie
Corona en de vluchtelingencrisis hebben grote impact gehad op de werkzaamheden van team Communicatie. Daarnaast gingen ook alle lopende zaken gewoon door. In 2022 is een start gemaakt met de evaluatie van de communicatiefunctie. De uitkomsten worden in 2023 verwacht.
Inleiding
Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s, is het gewenst dat in de begroting en de jaarrekening aandacht wordt besteed aan derde-rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Een organisatie wordt in deze paragraaf Verbonden partijen opgenomen, als Losser bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Beheer verbonden partijen
In het Beleidskader verbonden partijen (vastgesteld door de Raad op 9 april 2019) wordt verder ingegaan op de rol van de Raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de Raad invulling geven aan de toezichthoudende rol. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.
Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen:
Regio Twente
Inmiddels is Twente Board gestart, is de gemeenschappelijke regeling Regio Twente omgevormd naar de GR SamenTwente en is een bedrijfsvoeringsregeling opgericht voor de Recreatieve Voorzieningen (het Recreatieschap Twente). De Coalitions of the Willing zijn ondergebracht bij de gemeenten. Het jaar 2022 was het eerste volledige jaar dat nieuwe structuur heeft gewerkt.
Regionaal Energiebedrijf
In 2022 is besloten om samen met de gemeenten Dinkelland en Tubbergen het Regionaal Energiebedrijf op te zetten. Het doel is om lokaal energie op te wekken, waarvan de opbrengsten ten goede komen aan de eigen bewoners. Door samen te werken wordt tegenwicht geboden aan de grote professionele energiebedrijven, die verantwoordelijk zijn voor de grote zonneparken en windmolens.
Lijst van verbonden partijen
Tabel: Algemeen bestuurlijke belangen en risico's per verbonden partij
Naam en vestigingsplaats | Bestuurlijk belang | Financieel belang | Risico's en kansen |
Gemeenschappelijke regelingen | |||
Samen Twente | Alle betrokken gemeenten zijn vanaf 8 juli 2021 met één lid vanuit het college vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Dit lid heeft ook een plaatsvervanger. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Oosterbroek, met wethouder Van Essen als plaatsvervangend lid. | In de begroting van Samen Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. De gemeentelijke bijdrage voor 2022 was € 1.217.141. |
De uitgaven van Samen Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. |
GR Recreatieschap Twente (Enschede) | De GR Recreatieschap is per 1 januari 2022 gestart. De betrokken gemeenten zijn in het bestuur vertegenwoordigd met één lid. De gemeente Losser wordt vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp, met wethouder Oosterbroek als plaatsvervanger. | De gemeentelijke bijdrage aan het Recreatieschap Twente voor 2022 was €108.547. | |
Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking | Deze bestuursovereenkomst beschrijft de samenwerking tussen de Twentse gemeenten voor het versterken en verbreden en het uitzetten van een gezamenlijke koers van en voor de sociaal economische structuur van Twente. In het bestuurlijk overleg wordt gezamenlijk de inbreng in het bestuur van de Stichting Twenteboard voorbereid, afgestemd en teruggekoppeld. Daarnaast wordt overleg gevoerd en afgestemd over het lobbyen van de gemeenten bij provincie, Rijk, de Europese Unie en andere (semi)overheden en haar organisaties ten behoeve van de sociaal economische structuurversterking en andere door het bestuurlijk overleg gekozen onderwerpen. De gemeente Losser wordt in de dit overleg vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp, met wethouder Oosterbroek als vervanger. |
In de bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking is voor het jaar 2022 een bijdrage van € 9,01 per inwoner afgesproken. | |
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) | Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Nordkamp. Wethouder Oosterbroek is plaatsvervanger. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. | De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een begroot bedrag in 2022 van €€ 119.638. | De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. De gemeente kan zelf beslissen of zijn meer taken wil inkopen of om basistaken zelf weer te gaan uitvoeren. |
Crematoria Twente (Enschede) | OLCT is een collegeregeling. Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door het college van een deelnemende gemeente uit zijn midden. Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Oosterbroek. Wethouder Van Essen is plaatsvervanger. Wethouder Oosterbroek is tevens lid van het dagelijks bestuur. | Crematoria Twente keert jaarlijks dividend uit aan de GR OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen. Het jaar 2022 heeft een, na toevoeging van een deel van het positieve resultaat aan de algemene reserve, een bescheiden winstuitkering opgeleverd. | De risico's voor Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst onder druk. Voor de gemeente Losser betekent dit dat een lagere dividenduitkering wordt ontvangen. Daarnaast blijft de dividenduitkering afhankelijk van het aantal crematies. |
Veiligheidsregio Twente (Enschede) | De Veiligheidsregio Twente is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners. De burgemeester wordt in het algemeen bestuur vervangen door de locoburgemeester. | De aangesloten gemeenten betalen voor 2022 hun verplichte bijdrage naar een door het algemeen bestuur vastgestelde systematiek. De begrote bijdrage van Losser voor 2022 bedraagt € 1.591.148. | De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat van de VRT. Dit kan van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage. |
Omgevingsdienst Twente (Almelo) | De Omgevingsdienst Twente is eenregeling tussen de colleges van de Twentse gemeenten en het college van GS van Overiijssel. De colleges van alle deelnemers hebben zitting in het algemeen bestuur en wijzen daarin een lid en een plaatsvervangend lid aan. Wethouder Van Essen maakt namens de gemeente Losser deel uit van het algemeen bestuur met als plaatsvervanger wethouder Oosterbroek. | De Omgevingsdienst Twente is per 1 januari 2019 formeel van start gegaan. De financiële bijdrage van de gemeente Losser is begroot op € 485.615 in 2022. | |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo) | Wethouder Oosterbroek maakt deel uit van het algemeen bestuur. Haar plaatsvervanger is wethouder Van Essen. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft zes stemmen, met meer dan 50.000 inwoners vier stemmen en met minder dan 50.000 inwoners twee stemmen. | De gemeentelijke bijdrage wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal "verdeelsleutels" dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen tussen gemeentelijke bijdragen veranderen. | Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico's worden benoemd. Eventuele calamiteiten kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers. De bijdrage voor de gemeente Losser voor 2022 op basis van de begroting bedraagt € 493.000,- |
Vennootschappen en corporaties | |||
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%. | De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. De dividendopbrengst in 2021 bedroeg € 40.014,- | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,014%. In 2016 is een deel van de aandelen verkocht. | De Gemeente Losser bezit 21.310 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd. Het dividend over 2020 bedroeg € 12.029,64 | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Twente Milieu (Enschede) | De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. | De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Twence (Hengelo) | Losser heeft 3,49 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder. | Losser heeft 29.607 aandelen à € 1 in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Wadinko (Zwolle) | Het aandeel van de gemeente Losser in de onderneming bedraagt 2,3% | De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen. Over 2020 en 2021 is er in verband met de coronabepalingen geen dividend uitgekeerd. Over 2022 wordt er weer een regulier dividend verwacht. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02% | Losser bezit 0,02% van de waarde. | Het doel is dat de vennootschap in 2022/2023 zal kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. |
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | Losser bezit 0,02% van de waarde. | CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhouderscommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. |
Coöperatie Regionaal Energiebedrijf Noord-Oost-Twente (Denekamp) | De gemeente Losser is lid van de coörperatie. Wethouder Van Essen maakt deel uit van het bestuur. | De coöperatie was in 2022 in oprichting en heeft nog geen activiteiten ontplooid. | De eerste activiteiten zijn voorzien voor 2023. |
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst) | |||
Euregio (Enschede- Gronau) | De Euregio is een samenwerkingsverband van 129 Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land)Kreise. De Euregio heeft een Algemeen Bestuur, een Euregioraad en een dagelijks bestuur. Losser heeft twee vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur (mevrouw Tiethoff, raadslid, en de burgemeester) en één vertegenwoordiger in de Euregioraad (mevrouw Tiethoff). | De gemeente Losser betaalt vanaf 1 januari 2016 een lidmaatschapsbijdrage van € 0,29 per inwoner. | Eventuele ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers. |
Tabel: Financiële kengetallen per verbonden partij
Nog niet alle verbonden partijen hebben de goedgekeurde jaarrekening 2022 gereed. Voor deze partijen zijn geen gegevens over het vreemd en eigen vermogen per eind 2022 opgenomen en ook geen resultaat over 2022. Om toch een indruk van de financiële cijfers te geven, zijn daar waar mogelijk de gegevens over 2021 opgenomen.
Naam en vestigingsplaats | Eigen vermogen begin 2022 | Eigen vermogen eind 2022 | Vreemd vermogen begin 2022 | Vreemd vermogen eind 2022 | Jaarresultaat 2022 |
SamenTwente (Enschede) |
15,783 miljoen |
12,787 miljoen | 21,674 miljoen | 12,674 miljoen | 31.946 |
Recreatieschap Twente | 740.000 | 871.000 | 3,833 miljoen | 3,995 miljoen | 147.000 |
Twente Board/Twente Board Development | - | - | - | - | - |
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) |
971.100 euro |
1,349 miljoen | 14,323 miljoen | 14,497 miljoen | 365.000 |
Crematoria Twente (Enschede) | 1,550 miljoen | 1,611 miljoen | 32.337 | 303.973 | 361.432 |
Veiligheidsregio Twente (Enschede) |
2,069 miljoen |
1,963 miljoen | 59,416 miljoen | 64.220 miljoen | 703.298 |
Omgevingsdienst Twente (Almelo) | 2,477 miljoen | 2,042 miljoen | 1,784 miljoen | 2,931 | 399.000 |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo) |
549.000 |
756.000 | 10.343 miljoen | 7.499 miljoen | 206.593 |
Vennootschappen en corporaties | |||||
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) | 5.062 miljoen | 4.615 miljoen | 143.995 miljoen | 107.459 miljoen | 300 miljoen |
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) | 4.241 milj. | 5.441 milj. | 5.154 milj. | 4.907 milj. | 1300 miljoen |
Twente Milieu (Enschede) |
12,576 miljoen euro |
n.n.b. | 15,684 miljoen euro | n.n.b. | n.n.b. |
Twence (Hengelo) |
149, 605 miljoen |
175,964 miljoen | 123,065 miljoen | 110,693 miljoen | 32,490 miljoen |
Wadinko (Zwolle) | 74,146 miljoen | n.n.b | 6,922 miljoen | n.n.b. | 8,651 miljoen (2021) |
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) | 1.532.074 euro | 1.480.014 euro | 6.925 eur | 99154 euro | - 52.060 euro |
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) | 312.379 euro | 210.079 euro | 22.664euro | 13.351 euro | - 102.300 |
Coöperatie Regionaal Energiebedrijf Noord-Oost-Twente | In oprichting | In oprichting | In oprichting | In oprichting | In oprichting |
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst) | |||||
Euregio (Enschede- Gronau) | 2,523 miljoen euro | 2,523 miljoen euro | 12,188 miljoen euro | 30,290 miljoen euro | 126.108 euro |
Risico-inventarisatie
De gemeente Losser heeft zich in 2022 aangesloten bij Naris, een programma waarmee de risico's van de verschillende verbonden partijen kunnen worden geïnventariseerd. De gemeente Losser werkt daarin samen met de gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo, Tubbergen en Dinkelland.
Naam verbonden partij |
Score Naris |
Risicoscore |
Financieel belang |
Totaal risico |
Veiligheidsregio Twente |
27,39 |
Hoog |
Hoog |
Hoog |
Bestuurlijk overleg SES/TB |
27,5 |
Hoog |
Hoog |
Hoog |
Samen Twente |
23,21 |
Midden |
Hoog |
Hoog |
Twence |
20,22 |
Laag |
Hoog |
Midden |
Stadsbank Oost Nederland |
26,7 |
Midden |
Midden |
Midden |
OLCT |
25,7 |
Midden |
Laag |
Midden |
Recreatieschap |
27,94 |
Hoog |
Laag |
Midden |
GBTwente |
22,85 |
Midden |
Gemiddeld |
Midden |
Omgevingsdienst Twente |
24.09 |
Midden |
Gemiddeld |
Midden |
Twente Milieu |
20,44 |
Laag |
Midden |
Midden |
Wadinko |
26,75 |
Midden |
Laag |
Laag |
Euregio |
24,79 |
Midden |
Laag |
Laag |
Enexis |
20,72 |
Laag |
Laag |
Laag |
Bank Nederlandse Gemeenten |
20,39 |
Laag |
Laag |
Laag |
PBE |
Buiten beschouwing |
|||
CSV |
Buiten beschouwing |
Een hoge riscoscore leidt tot meer aandacht voor de betreffende verbonden partij, door het volgen van de financiële en inhoudelijke ontwikkelingen (begroting, rekening en bestuursrapportage) en eventueel waar nodig het vaststellen van een specifiek toezichtarrangement. Dit is in 2022 niet aan de orde geweest. Mocht een dergelijk geval zich voordoen, dan zal het college de raad daar actief over informeren.
Deze paragraaf schetst de uitvoering van het grondbeleid van de gemeente Losser in 2022 binnen de gestelde kaders.
Doel en uitgangspunten grondbeleid
De doelstellingen van het programmaplan zijn in 2018 geformuleerd en hebben geleid tot een programma-indeling met drie programma's. Het gemeentelijk grondbeleid draagt vooral bij aan de realisatie van de doelstellingen van het programma Fysiek (paragraaf 2.2, F1 t/m F4) en indirect aan de programma’s Sociaal en Bestuur en Dienstverlening. Ten aanzien van het programma Fysiek draagt het grondbeleid bij aan de leefbaarheid, bereikbaarheid en vitaliteit van de gemeente Losser.
Ontwikkelingen
De economie als geheel bevindt zich al enige tijd in onrustig vaarwater. Als het prijsniveau zich ongunstig blijft ontwikkelen dan kunnen we consequenties voor de grondexploitaties niet uitsluiten. Dit valt toe te schrijven aan de algemene kostenstijging van de sector en de risico's voor de economie als geheel. Anticiperend op de toegenomen onzekerheden zijn in de risicoanalyses de bandbreedtes van de kosten-, opbrengsten- en renteparameter verdubbeld. In paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt het effect op de vereiste weerstandscapaciteit toegelicht.
Grondexploitaties
De raad heeft besloten dat een aantal ontwikkelingen met voorrang gerealiseerd moet worden. Dat heeft in 2022 geleid tot de vaststelling van een nieuwe grondexploitatie voor het terrein van de voormalige Martinusschool. De haalbaarheid van een aantal locaties wordt nader onderzocht. Hierbij valt te denken aan de herontwikkeling aan de voormalige Aloysiusschool, de Martinuskerk, de Lutte Noord, centrumgebouw Luttermolenveld en een aantal particuliere initiatieven. Een aantal plannen is dusdanig gevorderd dat ze in de onderhandelingsfase zitten. Mogelijk dat in 2023 voor onderhavige locaties nieuwe (particuliere) grondexploitaties geopend kunnen worden. Bij particuliere grondexploitaties faciliteert de gemeente een particuliere herontwikkeling en vraagt een vergoeding voor de te maken kosten. Particuliere grondexploitaties zijn in principe kostenneutraal. Eventuele financiële voor- of nadelen worden verrekend met de reserve Grondexploitatie.
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
Winstneming
De commissie BBV schrijft voor dat tussentijds winstnemen bij grondexploitaties verplicht is, indien aan de voorwaarden van de Percentage Of Completion (POC) methode wordt voldaan. De commissie BBV heeft de POC methode in haar regels opgenomen om onder meer gemeenten eerder te verplichten tussentijds tot winstneming over te gaan bij grondexploitaties die daarvoor in aanmerking komen. De voorzichtigheid in tussentijdse winstneming wordt gewaarborgd in de vereiste voorwaarden voor de POC methode:
Als is voldaan aan de voorwaarden van de POC methode dient de winst als gerealiseerd en verantwoord te worden beschouwd. In dat geval is het 'niet getrouw' om te wachten met winstneming:
Het kan voorkomen dat bij de berekening van de tussentijdse winstneming in enig jaar blijkt dat de al genomen en verantwoorde tussentijdse winstneming in voorgaande jaren te hoog is geweest. Bijvoorbeeld omdat sprake is van tegenvallers in kosten en/of opbrengsten. Dat kan leiden tot verliesnemingen in het lopende jaar. Het bedrag dat te veel aan tussentijdse winst is genomen wordt dan verrekend. Dat is dit jaar aan de orde bij de Geurmeij. Het risico op het verrekenen van in potentie teveel genomen tussentijdse winst is meegewogen bij het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. Bij de toelichting op paragraaf 2.2 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' zijn de financiële effecten nader beschreven. Bij de toelichting van het jaarresultaat grondexploitaties zijn de effecten op onder meer de Reserve Grondexploitatie weergegeven.
Jaarresultaat grondexploitaties
In onderstaande tabel is het jaarresultaat weergegeven van de grondexploitatie.
Jaarresultaat Grondexploitatie 2022 in hoofdlijnen (bedragen in €) "-" = nadelig
|
|||
Omschrijving
|
Begroting
|
Realisatie
|
Verschil
|
Verliesvoorziening Geurmeij
|
0
|
-150.313
|
-150.313
|
Verliesvoorziening Wonen aan het Dinkeldal
|
0
|
-119.476
|
-119.476
|
Verliesvoorziening Invalsweg Overdinkel
|
0
|
-26.593
|
-26.593
|
Verliesvoorziening Nitertweg
|
0
|
7.597
|
7.597
|
subtotaal verliesneming
|
0
|
-288.785
|
-288.785
|
Winstneming de Saller
|
1.234.927 |
571.000
|
-663.927 |
Winstneming Geurmeij
|
14.849 |
-55.000
|
-69.849
|
subtotaal winstneming
|
1.249.776 |
516.000
|
-733.776
|
Totaal resultaat
|
1.249.776
|
227.215
|
-1.022.561
|
Bij de winstgevende grondexploitaties is er in 2022 een tussentijdse winst gerealiseerd van per saldo € 516.000. Het nadelige verschil ten opzichte van de begroting zal naar verwachting in de komende jaren leiden tot een voordeel. In dat opzicht is er geen sprake van afstel maar uitstel van tussentijdse winstneming. Bij de verliesgevende grondexploitaties is de verliesvoorziening in 2022 toegenomen met € 288.785. Een "-" betekent een toename in de verliesvoorziening of het terugboeken van tussentijdse genomen winst. Verliesvoorzieningen verrekenen we met de winstnemingen in het lopende jaar; voor zover deze niet toereikend zijn, dan dekken we de restant verliezen uit de reserve Grondexploitatie. Per saldo bedraagt het jaarresultaat 2022 van de grondexploitaties € 227.215 positief. Het verschil tussen begroting en realisatie is het resultaat van de herziening van de grondexploitaties. Zie ook de toelichting op de individuele grondexploitaties verderop in deze paragraaf.
Reserve Grondexploitatie
In het algemeen geldt dat de reserve Grondexploitatie is gevormd om de risico’s in de grondexploitatie op te kunnen vangen. Als het financieel resultaat van een grondexploitatie over het verslagjaar een negatief saldo vertoont, wordt dit eerst verrekend met de tussentijdse winstneming in het verslagjaar. Het restant positieve resultaat over het verslagjaar wordt voor 50% toegevoegd aan de Algemene Risicoreserve en de andere 50% aan de reserve Grondexploitatie. Deze reserve mag maximaal € 1 miljoen bedragen. Het meerdere valt vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat.
Voor 2022 betekent dit het volgende: de winstneming na verrekening met de verliesvoorziening en na correctie winstneming van de Geurmeij komt derhalve voor 50% (€ 227.215 * 50% = € 113.607) ten gunste van de Algemene Risicoreserve en voor 50% ten gunste van de reserve Grondexploitatie. Per saldo wordt € 113.607 toegevoegd aan de reserve Grondexploitatie. Aangezien de reserve Grondexploitatie het maximum van € 1 miljoen al heeft bereikt, valt dit deel vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat. Zie onderstaande tabel voor het verloop van de reserve Grondexploitatie.
Verloop Reserve Grondexploitatie (bedragen in €) | Totaal |
Saldo per 1-1-2022 | 1.000.000 |
Jaarresultaat grondexploitaties 2022 (50%) | 113.607 |
Vrijval i.v.m. ingesteld maximum t.g.v. rekeningresultaat | -113.607 |
Saldo per 31-12-2022 | 1.000.000 |
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
De financiële uitkomsten over 2022 van de grondexploitaties worden in deze paragraaf verantwoord. Jaarlijks worden de grondexploitaties herzien, met als vertrekpunt de boekwaarde (saldo van inkomsten en uitgaven). Gerealiseerde kosten en opbrengsten van het lopende jaar worden in de boekwaarde verwerkt en de prognoses worden bijgesteld. De vermogenspositie van de grondexploitaties bestaat uit twee componenten, te weten:
De uiteindelijk te verwachten eindresultaten worden ten slotte teruggerekend naar het prijspeil 1 januari 2023. Dit is de zogenoemde contante waarde van het resultaat. Het berekenen van de contante waarde is belangrijk bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de komende jaren en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitaties.
Voor de berekening van de grondexploitaties is het noodzakelijk om parameters vast te stellen. De gehanteerde parameters hebben wij in 2022 vastgesteld via de Notitie van Uitgangspunten. Voor de volledigheid vermelden we deze in onderstaande tabel.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v.* | |
Kosten | 8%** | 6%** | 4% | 4% | 2% |
Opbrengsten | *** | *** | 2% | 2% | 2% |
Rente | 0,91% | 0,89% | 0,96% | 1,12% | 1,14% |
* Beheersmaatregel ingevolge BBV, uitgaande van basisjaar 2023 wordt de opbrengstenparameter voorzichtigheidshalve teruggebracht naar 0% per jaar;
** Per grondexploitatie afzonderlijk beoordelen. Werkzaamheden die al zijn aanbesteed behoeven geen indexatie;
*** Gemiddeld effect grondprijstaxatie project specifiek tussen -1% en +3%.
In de Nota Grondbeleid staat beschreven dat grondprijzen voor woningbouw (projectmatig en particuliere uitgifte) jaarlijks worden getaxeerd volgens de normatief residuele methode. In aanvulling hierop kan op kavelniveau gedifferentieerd worden vanwege omvang, vorm, ligging, locatie en/of andere relevante factoren. De taxaties worden altijd samen met een beëdigde taxateur uitgevoerd. Dit volgens het zogenaamde ‘vierogen principe’. De taxatiewaarde wordt één op één overgenomen in de grondexploitaties.
In exploitatie genomen plannen (bedragen in €)
Complex
|
Boekwaarde
31-12-2022
|
Prognose eind-
resultaat op einddatum
|
Einddatum prognose
|
Prognose resultaat
per 01-01-2023
|
Saller
|
-1.908.233
|
1.153.251
|
31-12-2024
|
1.132.209
|
Geurmeij
|
1.866.695
|
-169.277
|
31-12-2028
|
-150.313
|
Wonen aan 't Dinkeldal
|
-841.863
|
-529.339
|
31-12-2024
|
-508.785
|
Invalsweg
|
253.068
|
-82.132
|
31-12-2024
|
-78.942
|
Muchte | 21.046 | 33.426 | 31-12-2025 | 32.453 |
Nitertweg
|
170.807
|
35.316
|
31-12-2024
|
34.672
|
Vm. Martinusschool |
74.146
|
6.541
|
31-12-2025
|
6.351
|
Totaal | -364.334 |
467.645
|
De Saller
De 2e fase bestaat uit drie delen (2A, 2B en 2C). Fase 2A en 2B zijn nagenoeg gereed. Fase 2C is nog in ontwikkeling. Na het bereiken van overeenstemming met onze contractpartner Rotij over de kostenopgave woonrijp maken van fase 2C zijn de woonrijp werkzaamheden gestart. Bij de uitvoering wordt het bouwtempo van de woningen gevolgd. Ten opzichte van de prognose is de uitvoering wat vertraagd. Dit heeft overigens geen gevolgen voor de looptijd van de grondexploitatie. Daarnaast zijn er extra kosten geraamd voor de aanleg van een verkeersdrempel aan de Havezatensingel. De resterende woonrijp werkzaamheden zijn voorzichtigheidshalve geïndexeerd. Van de tien kavels bestemd voor particuliere uitgifte zijn er in 2022 zeven geleverd en afgerekend, één wordt in afwachting van het verstrekken van de bouwvergunning geleverd en twee zijn nog beschikbaar. Op verzoek van onze contractpartner Rotij heeft een programmawijziging aan de Eversbergh plaatsgevonden van tien 2^1 kap woningen naar twaalf rijwoningen. De omgevingsvergunning voor deze twaalf rijwoningen is verleend. Met deze kavels erbij heeft Rotij alle resterende veertien kavels afgenomen. Voor wat betreft de afname van kavels heeft Rotij hiermee volledig voldaan aan haar contractuele verplichtingen. Dan is er nog één contractpartner Rechtervoort die negen kavels dient af te rekenen. De verwachting is dat deze in 2023 worden afgerekend. De Saller voldoet aan de voorwaarden van de POC methode en daarmee is sprake van een verplichting om tussentijds winst te nemen. De tussentijdse winst is op peildatum 1 januari 2023 berekend op € 571.000. Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2024 € 1.153.251 positief. Omgerekend naar peildatum 1 januari 2023 (contante waarde): € 1.132.209.
Geurmeij
In de eerste helft van 2022 is het terrein conform planning bouwrijp gemaakt. De uitgifte van fase 1 verloopt voorspoedig. Voordat fase 2 in uitgifte gaat wachten we eerst de resultaten van de uitgevraagde stikstofberekening af. Verwachting is dat we de berekening begin 2023 ontvangen. We hebben eind 2022 mondeling overeenstemming bereikt met bouwbedrijf Tijdhof Hobema over de bouw van rijwoningen in de Geurmeij. Door landelijke stikstofperikelen en een tegenvallende verkoop van rijwoningen is er vooralsnog geen bouwgrond geleverd. Bij de Geurmeij is in boekjaar 2022 het positieve resultaat omgeslagen naar een verlies. De in het verleden genomen tussentijdse winst van € 55.000 is daarom volledig teruggeboekt. Per saldo bedraagt het resultaat op peildatum 1 januari 2023 € 150.313 negatief. Hiervoor is een verliesvoorziening getroffen. De verslechtering van het resultaat is veroorzaakt door de herziene parameters en gestegen kosten voor het woonrijp maken en de beheerslasten.
Wonen aan het Dinkeldal
Begin 2022 is de laatste kavel geleverd. Aannemersbedrijf Haafkes en projectontwikkelaar Le Clercq zijn bezig met de laatste fase van de bouw van de in totaal dertig woningen. Verwachting is dat de gemeente in de vanaf medio 2023 het terrein woonrijp kan maken. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2023 € 508.785 negatief. De verslechtering komt vanwege verwerking van de herziene parameters en toename van de beheerslasten.
Invalsweg
Om de bouw van één woning naast de Invalsweg 8a te Overdinkel mogelijk te maken heeft de raad in 2019 het bestemmingsplan en de grondexploitatie vastgesteld. De verkoop van de kavel per openbare inschrijving is eerder niet doorgegaan vanwege opgelopen bouwkosten. Om de verkoopbaarheid te vergroten wordt daarom de uitbreiding van de bouwmogelijkheden onderzocht. Hiertoe zijn er extra kosten geraamd ten behoeve van het wijzigen van het bestemmingsplan. De kavel is tijdelijk uit de verkoop gehaald. Vanwege de vertraging is de looptijd met één jaar verlengd en zijn de geraamde beheerskosten evenredig verhoogd. Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2024 € 82.132 negatief. Omgerekend naar peildatum 1 januari 2023 bedraagt het resultaat € 78.942 negatief. De getroffen verliesvoorziening is hierop aangepast en verhoogd.
De Muchte
Het perceel wordt herontwikkeld ten behoeve van woningbouw in de vorm van twaalf grondgebonden woningen en een appartementencomplex met huurwoningen voor woningcorporatie Domijn. In 2023 wordt gestart met het bouwrijp maken van het terrein door de gemeente. Aansluitend zullen de kavels middels een openbare inschrijvingsprocedure in de markt worden gezet. Nadat de woningen zijn gerealiseerd zal het terrein woonrijp worden gemaakt. Na herziening is het resultaat op per 1 januari 2023 € 32.453 euro positief.
De Nitertweg
De voormalige ijsbaan annex visvijver aan de Nitertweg 4 in Losser wordt herontwikkeld voor de uitgifte van één woningbouwkavel en een natuurgebied van bijna twee hectare. In 2022 is het perceel bouw- en woonrijp gemaakt. Begin 2023 gaat de kavel in uitgifte. Na herziening is het resultaat per 1 januari 2023 € 34.672 euro positief.
Voormalige Martinusschool
Het perceel aan de Enschedesestraat 21 is in het tweede kwartaal 2022 bouwrijp gemaakt voor de bouw van zeven starterswoningen. Het bouwperceel wordt middels een openbare inschrijvingsprocedure in de markt gezet. Begin 2023 wordt de inschrijfprocedure opgestart. Na herziening is het resultaat op per 1 januari 2023 € 6.351 euro positief.
Openbaarheidsparagraaf - jaarrekening 2022
Voor het eerst treft u de ‘openbaarheidsparagraaf’ aan, voorgeschreven door de Wet open overheid (Woo) die op 1 mei 2022 in werking is getreden als opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. De wet wil overheden transparanter te maken door overheidsinformatie beter vindbaar en digitaal toegankelijker aan te bieden, en daarmee het vertrouwen van onze inwoners meer terug te krijgen. In 2022 heeft Losser met betrekking tot de Woo het volgende gerealiseerd.
Actief openbaar maken
Onder actieve openbaarmaking verstaan we het proactief openbaar maken van informatie vanuit de overheid voor samenleving en politiek. In eerste instantie gaat dit om 11 informatiecategorieën die digitaal openbaar moeten worden gemaakt.
Het wetsartikel uit de Woo om documenten behorende tot de 11 informatiecategorieën binnen 14 dagen actief openbaar te maken via Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI), is nog niet in werking getreden en is een overgangstermijn gegeven. OP 23 december 2022 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de voorzitter van de tweede kamer geïnformeerd over het stopzetten van het programma PLOOI in de huidige vorm. De wet bleek inmiddels dusdanig veranderd, dat nieuwe ict-vereisten niet in het bestaande platform konden worden gezet. Dit betekent dat de plicht tot actief openbaar maken nog niet in werking treed. Zodra er een oplossing is zal deze verplichting gefaseerd in werking treden. Losser publiceert al actief informatie uit bepaalde categorieën, zoals raadsstukken en organisatiegegevens, via onder andere de eigen website.
In het kader van de Woo is in 2021 een impactanalyse voor Losser uitgevoerd. Er is in 2022 gestart met het ontwikkelen van een programmaplan open overheid, hetgeen in de komende jaren de transitie naar een open overheid zal begeleiden. Het ambitieniveau wordt daarbij nog door de raad bepaald.
Passief openbaar maken
Onder passieve openbaarmaking verstaan we het openbaar maken van informatie naar aanleiding van een verzoek uit de samenleving, zoals een Woo-verzoek.
Woo-coördinator aangesteld
Met ingang van 1 september 2022 is er een Woo-contactpersoon aangesteld om vragen van inwoners te beantwoorden. Ook ontfermt de coördinator zich over de verbetering van het huidige Woo-verzoekproces in de vorm van het Woo-versnellingsplan. In het kader van versnelling gaan we ook werken met een automatische anonimiseringstool, omdat dit voor medewerkers aanzienlijk in tijd scheelt bij het anonimiseren van teksten.
Afhandeling Woo-verzoeken
Voor het derde kwartaal van 2022 was de monitoring en documentatie van binnengekomen en afgehandelde Wob/Woo-verzoeken onvoldoende gestructureerd. Vanaf september 2022 zijn de Woo-verzoeken correct bijgehouden: er werden sindsdien 4 Wob-/Woo-verzoeken ingediend en afgehandeld (tabel 1). Alle verzoeken zijn binnen de termijn afgedaan.
Tabel 1: overzicht Woo-verzoeken en onderwerpen Losser september 2022-januari 2023