Dit hoofdstuk bestaat uit zeven in het BBV voorgeschreven paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de jaarstukken opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen in de jaarstukken:
Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het BBV:
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen vindt plaats met een belastingverordening. De vaststelling van de tarieven vond plaats in december 2018.
De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat de besteding niet is gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
In deze paragraaf is opgenomen:
a. de verantwoording van de geraamde inkomsten;
b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt hoe de lasten zich verhouden tot de inkomsten;
d. een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. een beschrijving van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.
a. Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen
bedragen * € 1.000
Omschrijving | Raming 2018 | Realisatie 2018 | Raming 2019 | Realisatie 2019 |
Afvalstoffenheffing | 1.670 | 1.750 | 1.739 | 1.834 |
Begraafplaatsenrechten | 1 | 0 | 1 | 1 |
BIZ | 99 | 96 | 100 | 94 |
Forensenbelasting | 21 | 22 | 22 | 28 |
Hondenbelasting | 207 | 212 | 213 | 211 |
Leges burgerzaken | 445 | 425 | 397 | 335 |
Leges omgevingsvergunning | 390 | 748 | 396 | 593 |
Leges overig | 34 | 92 | 45 | 77 |
Marktgelden | 15 | 14 | 15 | 13 |
OZB-eigenaren woning | 4.017 | 4.265 | 4.296 | 4.380 |
OZB-gebruikers niet-woning | 504 | 503 | 519 | 558 |
Rioolheffing | 2.264 | 2.617 | 2.650 | 2.668 |
Toeristenbelasting | 214 | 234 | 220 | 241 |
Totaal | 9.881 | 10.977 | 10.614 | 11.033 |
Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies betalen, gaat in 2019 3,2% naar de gemeenten. De gemeente Losser ontvangt in totaliteit € 11 miljoen aan belastingen.
Grafiek: uit Coelo-atlas overzicht van de lokale lasten 2019
b. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. Voor de rioolheffing betekende dit een stijging van 2,1%. De tarieven toeristenbelasting zijn met 1,78% gestegen. De voor 2019 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stegen met een inflatiecorrectie, met uitzondering van de tarieven, die het rijk heeft vastgesteld/gemaximeerd.
Macronorm OZB
Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale OZB-opbrengst voor alle gemeenten bij elkaar. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectievelastendruk is een macronorm ingesteld. De macronorm voor het jaar 2019 was 4% en Losser voldeed met een tariefstijging van 2% hieraan.
c. Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeenterechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2019 in Losser zijn geheven:
Ongebonden belastingen | Gebonden belastingen |
Forensenbelasting | Afvalstoffenheffing |
Hondenbelasting | Bijdrage Bedrijven Investering Zone |
Onroerendezaakbelastingen | Leges en Rechten |
Toeristenbelasting | Rioolheffing |
Mate van kostendekking van de gebonden belastingen
Activiteiten groep | Lasten taakveld | Overhead | BTW | Totale lasten | Heffingen (baten) | Overige baten | Totale baten | Kosten-dekkendheid |
Afvalstoffenheffing | 1.848 | 197 | 275 | 2.320 | 1.834 | 545 | 2.379 | 100% |
Kwijtschelding afvalstoffenheffing | 59 | 0 | 0 | 59 | 0 | 0 | 0 | |
Rioolheffing | 2.344 | 195 | 194 | 2.734 | 2.668 | 66 | 2.734 | 100% |
Kwijtschelding rioolheffing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Subtotaal heffingen | 4.251 | 393 | 469 | 5.113 | 4.502 | 611 | 5.113 | 100% |
Titel 1: leges algemene Dienstverlening | 651 | 0 | 12 | 662 | 390 | 6 | 395 | 59% |
Titel 2: dienst verlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ vergunningen | 945 | 0 | 26 | 970 | 535 | 0 | 535 | 55% |
Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstrichtlijn | 8 | 0 | 0 | 8 | 1 | 0 | 1 | 7% |
Subtotaal leges | 1.604 | 0 | 37 | 1.641 | 926 | 6 | 931 | 57% |
Totaal | 5.855 | 393 | 506 | 6.754 | 5.428 | 617 | 6.044 | 90% |
d. Woonlastenontwikkeling
De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor de periode 2016-2019:
Woonlastenontwikkeling | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
OZB Eigenaar | 335,69 | 341,72 | 346,59 | 354,94 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) | 174,24 | 176,04 | 209,40 | 206,68 |
Rioolheffing | 214,11 | 250,00 | 250,00 | 255,24 |
Totaal | 725,04 | 767,76 | 805,99 | 816,86 |
e. Kwijtscheldingsmogelijkheden
De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:
In 2019 is voor € 60.954 aan gemeentelijke belastingen in het kader van het minimabeleid kwijtgescholden.
Hierbij gaat het om:
soort belasting | bedrag |
Afvalstoffenheffing | € 59.201 |
OZB | € 998 |
Riolering | € 755 |
Totaal | € 60.954 |
Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers kan opvangen, zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Het verhoudingsgetal, beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van de benodigde weerstandscapaciteit, noemen we de ratio weerstandsvermogen. In de nota 'Weerstandsvermogen en risicomanagement' is bepaald dat het streven is om de impact van de risico’s te minimaliseren.
Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in:
Het wettelijke kader van BBV stelt dat de paragraaf betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten:
De paragraaf is conform deze opbouw.
1. Inventarisatie weerstandscapaciteit
Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Losser beschikt om tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve en de reserves specifiek ter dekking van de risico’s gerelateerd aan de gronden.
Algemene risicoreserve
Deze reserve is eind 2019 groot: € 11.139.000. Ook worden de reserves 'Afboeking Grond' (€ 250.000) en 'Grondexploitatie (€ 1.000.000)' toegerekend aan de weerstandscapaciteit.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2019 € 12.389.000 is. De verwerking van het jaarresultaat 2019 is daarbij nog niet betrokken.
Tabel: Beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2019 | |
Componenten: | |
Algemene risicoreserve | € 11.139.000 |
Reserves risico grond | € 1.250.000 |
Stand eind jaar 2019 | € 12.389.000 |
2. Inventarisatie risico's
In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het risicomanagement aan de P&C cyclus wordt gekoppeld. De risico's worden daardoor periodiek onder de aandacht gebracht en bijgesteld.
Uitgangspunten bij de beoordeling van de risico's zijn:
Gevolg van deze inventarisatie is dat het totaal van de geïnventariseerde risico's € 4.660.000 bedraagt (exclusief de risico's van de grondexploitatie, die worden hieronder nader toegelicht). Een simulatie laat zien dat, om het totale risico te kunnen afdekken, een weerstandscapaciteit van € 2.009.000 noodzakelijk is.
Met behulp van een risicoscore kunnen de risico's worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke risico's het belangrijkste zijn.
In onderstaande tabel zijn de tien grootste risico's weergegeven.
De 10 grootste risico’s jaarrekening 2019: | |||
Nr. | Onderwerp | Risico omschrijving | Invloed |
1. | Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager | Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lager. | 20,15% |
2. | Schommelingen in de conjunctuur | Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengsten kant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden. | 17,26% |
3. | Budget Jeugd | Door openeindfinanciering en een onvolledig beeld van de uitgaven is het budget Jeugd mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar. | 10,84% |
4. | Overige onvoorziene risico's | Hierbij valt te denken aan calamiteiten binnen de gemeente zoals extreem weer of een bedrijfsongeval maar ook politieke en bestuurlijke risico's. | 9,72% |
5. | BTW verbouwing Twents Carmel College | De belastingdienst gaat niet akkoord met de aftrek van de BTW voor het schoolmodel. Hiertegen loopt een juridische procedure. De uitkomst daarvan is ongewis. | 7,96% |
6. | Garantstellingen | Door de leningverstrekker wordt een beroep gedaan op de garantstellingen van de gemeente Losser, voor leningen die door partners zijn aangegaan (voor een compleet overzicht zie de 'niet uit de balans blijkende verplichtingen'). | 6,10% |
7. | Budget WMO | Door openeindfinanciering en een onvolledig beeld van de uitgaven is het budget WMO mogelijk niet toereikend en moeilijk beheersbaar. | 4,48% |
8. | Invoering omgevingswet | De Omgevingswet biedt gemeenten de mogelijkheid om met overzichtelijkere regels de leefomgeving meer in samenhang in te richten. Het biedt daarnaast meer ruimte voor lokaal maatwerk en leidt tot een betere en snellere besluitvorming. Afhankelijk van de door Losser gemaakte keuzes heeft dit in meer of mindere mate financiële consequenties. | 3,62% |
9. | Derden stellen gemeente aansprakelijk | Derden stellen gemeenten aansprakelijk. | 3,25% |
10. | Schadeclaim | We krijgen mogelijk nog een schadeclaim ten gevolge van het stoppen van de onderhandelingen over de herontwikkeling van de Aloysiuslocatie. | 2,71% |
Risico's grondexploitatie
De vereiste weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties is per eind 2019 toegenomen (2018: € 1.570.000) en bedraagt € 2.900.000. Deze toename komt vooral doordat voor het eerst het risico bij de winstneming is gekwantificeerd en meegewogen. Dit verschil is berekend door de winstneming op basis van de ‘oude systematiek’ (tot en met 2016) te vergelijken met de winstneming op basis van de huidige Percentage of Completion methodiek. Zie ook de toelichting in paragraaf 2.7 Grondbeleid. Daarnaast is de in 2019 geopende verliesgevende grondexploitatie Invalsweg te Overdinkel dit jaar voor het eerst meegenomen in de bepaling van de vereiste weerstandscapaciteit.
3. Ratio weerstandsvermogen en verwachte ontwikkelingen
Benodigde weerstandcapaciteit:
De geïnventariseerde risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie die uitgevoerd wordt, om te berekenen welk bedrag nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.909.000 (€ 2.009.000 voor de geïnventariseerde risico's in de bedrijfsvoering/beleid en € 2.900.000 voor de risico's van het grondbedrijf).
Beschikbare weerstandscapaciteit:
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve en de reserves specifiek ter dekking van de risico’s gerelateerd aan de gronden. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2019 € 12.389.000. We merken hier wel bij op dat hier nog geen rekening is gehouden met de bestemming van het rekeningresultaat 2019.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen.
De gemeenteraad heeft aangegeven dat de minimaal wenselijke ratio weerstandsvermogen tussen de 1,4 en 2,0 ligt. Oftewel, de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 140% tot 200% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.
Ratio weerstandsvermogen eind 2019 = € 12.389.000 : € 4.909.000 = 2,52.
De ratio weerstandsvermogen bevindt zich daarmee boven de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,4 - 2,0. De ratio is lager dan bij de jaarrekening 2018 (3,0). In de volgende paragraaf wordt dit toegelicht.
Ontwikkeling in de ratio weerstandsvermogen (door vergelijking van jaarrekeningen):
Analyse van de weerstandsratio |
|||
Beschikbare weerstandscapaciteit |
Eind 2018 |
Eind 2019 |
Verschil |
Algemene risicoreserve | € 9.097.000 | € 11.139.000 | € 2.042.000 |
Reserves risico grond | € 1.165.000 | € 1.250.000 | € 85.000 |
Totaal | € 10.262.000 | € 12.389.000 | € 2.127.000 |
Benodigde weerstandscapaciteit |
|||
Risico's algemeen | € 1.817.000 | € 2.009.000 | € 192.000 |
Risico's grondexploitaties | € 1.570.000 | € 2.900.000 | € 1.330.000 |
Totaal risico's | € 3.387.000 | € 4.909.000 | € 1.522.000 |
Weerstandsratio (afgerond) | 3,0 | 2,5 |
Hoewel de beschikbare weerstandscapaciteit vergeleken met de jaarrekening 2018 met ruim € 2 miljoen is verbeterd, is door de stijging van het risico grondbedrijf de weerstandsratio in de Jaarrekening 2019 met 2,5 lager dan de ratio van 3,0 uit de jaarrekening 2018.
De tabel hieronder geeft een overzicht van de ontwikkeling van het ratio weerstandsvermogen per 31-12 in de afgelopen jaren (afgerond op één cijfer achter de komma).
Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Ratio weerstandsvermogen | 0,4 | 0,7 | 1,3 | 1,9 | 2,4 | 3,0 | 2,5 |
In de Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat, zolang het weerstandsvermogen nog niet op het vastgestelde niveau is, alle meevallers respectievelijk het rekeningresultaat prioritair bestemd wordt om het weerstandsvermogen weer op het vereiste niveau te brengen. Op dit moment is deze situatie niet aan de orde.
Prognose ratio weerstandsvermogen 2020 en verder
Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2019 tot en met 2022 | ||||
Component | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Aanwezig weerstandsvermogen | € 12.467.000 | € 12.679.000 | € 12.346.000 | € 12.245.425 |
Benodigd weerstandsvermogen | € 4.909.000 | € 4.909.000 | € 4.909.000 | € 4.909.000 |
Prognose ratio weerstandsvermogen (afgerond) |
2,5 | 2,6 | 2,5 | 2,5 |
In bovenstaande tabel is de verwachte meerjarige ontwikkeling van de weerstandsratio aangegeven. De meerjarige verwachting is dat de ratio (2,5) boven de bandbreedte van de raad uitkomt.
De weerstandsratio kan in de komende jaren, bij ongewijzigde omstandigheden, hoger uitpakken ten gevolge van:
- het positieve rekeningresultaat 2019, waar door de raad nog een bestemming aan moet worden gegeven;
- de verwachte winstnemingen binnen de grondexploitaties in de komende jaren.
4. Financiële kengetallen
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte set van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. De invoering van deze set is bedoeld om de financiële positie van de gemeente inzichtelijker te maken.
Kengetallen worden veelal gebruikt als analyse-instrument. Voordeel hiervan is dat gemeenten beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Het zal duidelijk zijn dat het nut van het gebruik van kengetallen om de volgende redenen dient te worden genuanceerd:
Financiële kengetallen | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Begroting 2020 | |
1A | Netto schuldquote | 46,0 % | 41,9 % | 47,0 % | 51,3 % |
1B | Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 38,1 % | 33,6 % | 39,6 % | 43,0 % |
2 | Solvabiliteitsratio | 31,7 % | 30,9 % | 29,9 % | 33,1 % |
3 | Structurele exploitatieruimte | 5,7 % | 0,4 % | 7,8 % | 1,4 % |
4 | Grondexploitatie | 9,2 % | 1,9 % | 10,9 % | 12,3 % |
5 | Belastingcapaciteit | 108,0 % | 110,6 % | 107,7 % | 112,5 % |
Hieronder worden de kengetallen in hun onderlinge relatie beschouwd en van een toelichting voorzien. De kengetallen geven een indicatie hoeveel (financiële) ruimte de gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Hierbij wordt in de tabel de ontwikkeling over de jaren in beeld gebracht.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief, als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De VNG hanteert een kritische waarde van 130%, hier bevinden zich zowel de netto schuldquote inclusief als exclusief de doorgeleende gelden met respectievelijk 47,0 % en 39,6 % beduidend onder. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste risico.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is op de langere termijn aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe gezonder de gemeente. In bovenstaande tabel zijn de voormalige reserves Riool en reiniging opgenomen als voorziening conform wijziging BBV en daarmee uit het eigen vermogen verdwenen. Met een score van 29,9 % behoren we tot de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.
Structurele exploitatieruimte
Dit financiële kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting of financieel resultaat is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. Hoe hoger het percentage, hoe groter het aandeel van de structurele baten ten opzichte van de structurele lasten in het geheel aan baten. Zoals in de tabel weergegeven, is voor de jaren 2018 tot en met 2020 sprake van een positief saldo exploitatieruimte. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste risico.
Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondpositie (boekwaarde) zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Dit kengetal alleen, heeft slechts een beperkte waarde. De relatie vraag en aanbod woningbouw of bedrijventerrein, planning et cetera spelen een hierbij tevens een cruciale rol. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De gemeente bevindt zich met het percentage 10,9 % in de categorie gemeenten met het laagste risico.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de Rioolheffing en Reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 107,7 % boven het landelijk gemiddelde. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met een hoog risico.
Samenvatting
Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen en plantsoenen, wegen, bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen, gebouwen, c.a. Deze gemeentelijke eigendommen, noodzakelijk voor een goede leefomgeving, vertegenwoordigen een grote waarde. Investeren in onderhoud en vervanging is noodzakelijk om deze kapitaalgoederen ook op lange termijn in stand te houden.
In juli 2013 is de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) door de raad vastgesteld. Op basis van deze overkoepelende strategische nota is en wordt gewerkt om de gehele - integrale - beheercyclus te optimaliseren en te verankeren in de gemeentelijke beleidscyclus. Hiervoor is een traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten worden aangeschaft, geïmplementeerd en operationeel gemaakt, beheer- en beleidsplannen per beheerdiscipline worden opgesteld en de strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen met de raad, verder wordt uitgewerkt. Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de openbare ruimte, mede invulling te geven aan het bereiken van de strategische doelen van de gemeente, zowel inhoudelijk als qua proces. Vanaf 2020 komt hier de Omgevingswet bij. Vanuit de openbare ruimte wordt input gegeven aan de Omgevingsvisie en na vaststelling van de Omgevingsvisie Losser vormt deze een kader op hoofdlijnen voor de inrichtings- en onderhoudskwaliteit voor de openbare ruimte. Deze kaders worden in de Kadernota kwaliteit openbare ruimte (de verbrede Nota Kapitaalgoederen) verder uitwerkt.
In 2019 lag de nadruk op de verdere implementatie en het operationeel maken van het aangeschafte integrale beheerpakket zodat per vakdiscipline de beheerplannen opgesteld kunnen worden. Tegelijkertijd vindt de afronding van de implementatie en integratie met de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) plaats.
Inhoudelijk is in 2019 gewerkt aan de beleidsnota Wegen Losser welke is vastgesteld in de raad en is het risico onderzoek civieltechnische Kunstwerken uitgevoerd. De resultaten uit dit onderzoek moeten in 2020 verder geïnterpreteerd worden en vormen hiermee input voor een beleidsplan Kunstwerken.
Op gebied van afvalinzameling heeft de raad in december 2013 ingestemd met de gezamenlijke ambitie "Afvalloos Twente in 2030". Ook Losser werkt stapsgewijs aan deze ambitie. Zo is met ingang van 1 januari 2018 de invoering van ‘diftar’ een feit.
Ten aanzien van de vervangingsinvesteringen is de systematiek van het Integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) verder uitgewerkt en ingebed in de P&C-cyclus. Middels het MIP wordt erop gestuurd om met investeringen in de openbare ruimte mede invulling te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en het bereiken van strategische gemeentelijke doelen.
Kaders/Doelen
Algemeen
In het coalitieakkoord “En noe verdan” (2018-2022)" heeft het college aangegeven dat de “Toekomstvisie gemeente Losser 2025"; samen schatbewaarders van de gemeente Losser met de daarin geformuleerde doelen, een belangrijke stip aan de horizon is bij ontwikkelingen en uitvoering van projecten. Een goed ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte, als directe woon- en werk- en leefomgeving, is van groot belang bij het bereiken van deze strategische doelen.
Dit beleid heeft middels de voorgaande programmabegrotingen en de kadernota 2019-2022 geleid tot het vrijmaken van investeringsruimte voor investeringen in de openbare ruimte voor de komende jaren. Dit betreft aanvullende financiering van uitvoeringsprogramma’s die behoren bij bijvoorbeeld de “Kwaliteitsimpuls De Lutte” en het “Parapluplan centrum Losser” en integrale herinrichtingsprojecten welke bijdragen aan gemeentelijke beleidsdoelen zoals verkeersveiligheid en bereikbaarheid, recreatieve infrastructuur, investeringen in vitale dorpscentra, etc.
In de doelenboom van het programma Natuur en Ruimte is bovenstaande verder uitgewerkt.
Strategisch kader
In de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) is vastgelegd dat de openbare ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROW-systematiek). Voor wegen wordt het kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken.
Servicebedrijf
Met ingang van 1 januari 2016 is het Servicebedrijf ‘Losser’ operationeel. Het Servicebedrijf is de uitvoerende organisatie waarin SW-medewerkers, de ambtenaren van de buitendienst en uitkeringsgerechtigden vallend onder de participatiewet samenwerken. De organisatie richt zich op het uitvoeren van het dagelijks beheer, het uitvoeren van (herstel)werkzaamheden en het reinigen van de openbare ruimte en gebouwen, maar richt zich ook op het uitvoeren van werkzaamheden in het sociale domein (voor hulpbehoevenden).
In 2019 lag de nadruk op het door ontwikkelen van het Servicebedrijf. De bedrijfsvoering is verder geoptimaliseerd. Er is geïnvesteerd en personeel en materieel. Zo zijn er drie nieuwe voormannen groen geworven en is het voertuigenpark van de wijkploegen gemoderniseerd. Daarnaast wordt blijvend geïnvesteerd in training en opleiding van de medewerkers om zo aan de afgesproken kwaliteit te kunnen voldoen De uitstroom (pensionering) van de huidige populatie SW-medewerkers is groot. Extra aandacht blijft nodig om binnen het servicebedrijf meer mensen vanuit de participatiewet (tijdelijk) aan het werk te krijgen. De druk om de afgesproken kwaliteit te halen wordt daardoor steeds groter.
De totale vervangingswaarde van de kapitaalgoederen in Losser wordt geschat op ruim
€ 260 miljoen.
Uitwerking per beheer discipline
Wegen
Onder het product Wegen vallen meerdere beheerdisciplines:
Beleidskader
In 2019 is de beleidsnota Wegen Losser door de raad vastgesteld. Hiermee zijn de kaders vastgelegd en zijn extra structureel financiële middelen beschikbaar gesteld voor groot onderhoud en is een principebesluit genomen voor structurele vervangingsbudgetten. Deze laatste wordt in 2020 verder uitgewerkt.
Ten aanzien van de openbare verlichting is het beleidskader vastgelegd in de nota Licht in de openbare ruimte. Hierbij is tevens een 10-jarig vervangingsplan door ons college vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat jaarlijks (bij de Voorjaarsnota) de voor vervanging benodigde middelen worden aangevraagd.
Het beleid- en beheerplan voor de kunstwerken wordt in 2020 verder uitgewerkt.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
Vervangingsinvesteringen en budgetten voor groot onderhoud worden opgenomen in het MIP, waarbinnen de integrale afweging inzichtelijk wordt gemaakt. In 2019 zijn de beschikbare middelen over de volledige linie ingezet. Klein onderhoud van trottoirs e.d., waarbij ook het Servicebedrijf een belangrijke ondersteunende staak heeft, vindt plaats middels een raamcontract. Daarnaast is een asfaltonderhoudsbestek op de markt gebracht en hebben vervangingen plaatsgevonden middels het MIP in met name de Lossersestraat en Dorpstraat in De Lutte en in de kern Losser de Irisstraat/Leliestraat en de Gronausestraat Noord.
In 2019 zijn, naast de vervanging van verlichting bij herinrichtingsprojecten in de openbare ruimte, 226 armaturen vervangen. Hierbij is het grootste gedeelte van de energie slurpende armaturen vervangen door zuinige LED-armaturen. De nieuwe LED-armaturen zijn voorzien van een vast dimprogramma of kunnen via een programma op afstand ingesteld worden.
Met de vervanging van de armaturen door zuinige LED-armaturen en het dimmen besparen we ongeveer 54% energie op jaarbasis.
Riolering en Water
Beleidskader
Op 13 maart 2018 heeft de raad het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2018-2022 vastgesteld. Naast de invulling van de wettelijk vastgelegde gemeentelijke zorgplichten gaat dit GRP ook in op het klimaatbestendig maken van Losser in samenhang met de Duurzaamheidsvisie en een aangepaste financieringsvorm.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De financiële consequenties zijn opgenomen in het kostendekkingsplan dat integraal deel uit maakt van het GRP. Op basis van het kostendekkingsplan wordt de hoogte van de rioolheffing bepaald.
Vertaling naar de begroting
Het kostendekkingsplan is overgenomen in de exploitatiebegroting.
Groen en Landschap
Beleidskader
Groen en Landschap maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen.
Daarnaast draagt deze beheerdiscipline ook in belangrijke mate bij aan de ruimtelijk kwaliteit van de leefomgeving. Niet voor niets worden de termen “groen en lommerrijk” genoemd als kernwaarden in de centrumvisies voor Losser en De Lutte. Om hier invulling aan te geven heeft de raad in 2016 het Groenstructuurplan (“Groene ambitie”) vastgesteld.
Verdere kaders worden gevormd door o.a. wetgeving welke bijvoorbeeld bepalen dat gemeenten niet langer chemische onkruidbestrijding mogen toepassen.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
Op dit moment is de hoogte van het beschikbare onderhoudsbudget voor groen nog gebaseerd op historisch gegroeide gegevens en is er geen jaarlijks krediet beschikbaar voor vervangingsinvesteringen.
Onkruidbestrijding
In lijn met het gemeentelijk beleid om geen glyfosaat toe te passen bij onkruidbestrijding is vastgelegd dat dit middel ook niet mag worden gebruikt op gemeentegronden die worden verhuurd. Dit betreft een beperkt aantal percelen en heeft vooral een signaalfunctie.
Eikenprocessierups
De overlast van grote aantallen eikenprocessierupsen met brandharen, heeft rond de zomer geleid tot extra inzet om rupsen en nesten weg te zuigen uit eikenbomen. Omdat ook het aanbod van deskundige bedrijven op dit gebied beperkt was kon niet snel genoeg worden ingegrepen om overlast te voorkomen. Om naar de toekomst toe de overlast te beperken is een Plan van Aanpak opgesteld dat in 2020 moet leiden tot een betere beheersing van de populatie eikenprocessierupsen. Een belangrijk onderdeel van de strategie is het aanpassen van het openbaar groen naar meer biodiversiteit en ruimte voor verruiging, zodat natuurlijke vijanden van de rupsen zich kunnen uitbreiden. In 2019 is een start gemaakt met deze andere inrichting van het groen, met name rond eikenbomen. Op meerdere plekken zijn bloembollenmengsel ingeplant en zijn kruidenmengsel ingezaaid. Ook wordt het maaibeheer op deze locaties aangepast, waardoor bloeiende planten meer kansen krijgen.
Aanplant bomen
Aan de vergroening van de openbare ruimte wordt extra aandacht besteed. Onderzocht is waar ruimte te vinden is om meer bomen te planten om daarmee invulling te geven aan de motie van de raad om per inwoner een boom te kunnen planten. Ook is besloten om vanaf 2020 aandacht te geven aan de Boomfeestdag in maart. Om problemen met verdroging van nieuwe aanplant te voorkomen vindt de aanplant van grote aantallen bomen echter plaats in november. De variatie in boomsoorten die worden toegepast wordt groter en niet langer worden rijen bomen van één soort toegepast als wegbeplanting.
Gemeentelijke gebouwen en vastgoed
Beleidskader
In de Vastgoednota gemeente Losser is het beleid uitgewerkt en vastgelegd.
De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel afstoten van locaties.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De vertaling van het beleid naar de begroting vindt plaats middels het MOP-gebouwen.
De onderhoudsconditie wordt bepaald conform de RgdBOEI-methodiek. Voor een redelijk niveau van onderhoud is met ingang van 2017 voor aan te houden panden tenminste een conditiescore: '3' conform de Rgd-BOEI aangehouden. Voor de af te stoten panden met een tijdelijk gebruik volstaat een conditiescore: '5' conform de Rgd-BOEI op basis van klachtenonderhoud
In 2019 is de wens uitgesproken om de panden in eigendom van de gemeente voor eigen gebruik verder te verduurzamen naar Energielabel C en vervolgens Energielabel A. Daarvoor is een plan ontwikkeld om het regulier onderhoud via het MOP uit te breiden met deze verduurzaming en de budgetten daarvoor in de komende jaren te combineren.
Verder is voor de grote daken (zwembad, gemeentewerf en nieuwbouw sporthal de fakkel) een Subsidie Stimulering Duurzame Energie (SDE+) aangevraagd in de najaarsronde van 2019. Deze subsidiemogelijkheid is alleen voor deze Groot Verbruik aansluitingen geldig.
Vermarkten vastgoed en gronden. In aansluiting op de motie van de raad dd. 11 juni 2019 inzake vermarkten gemeentelijk vastgoed en gronden is eind 2019 de notitie vermarkten gemeentelijk vastgoed en gronden vastgesteld. Primair is deze notitie erop gericht richtlijnen te geven over de wijze waarop de gemeente haar vastgoed/gronden zal vermarkten waarbij rekening gehouden wordt met de lopende huurcontracten, aanwezige erfpachtovereenkomsten-/opstalovereenkomsten en ontwikkelingen in de markt.
Vertaling naar de begroting
Het MOP is opgenomen in de exploitatiebegroting. Investeringen in gebouwen lopen separaat via “nieuw beleid” in de Kadernota en Programma begroting.
Doelstellingen treasurybeleid
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt.
Op 24 maart 2015 is het Treasurystatuut 2015 vastgesteld door de raad. Hierin is het beleidskader voor Losser inzake treasury opgenomen. In het treasurystatuut zijn onder meer de verdeling van taken en bevoegdheden vastgelegd. Ook is de verantwoordingsrelatie inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en gemeente Losser vastgelegd. De regels voor het schatkistbankieren zijn nieuw toegevoegd.
De doelstellingen zijn onder andere:
Renterisicobeheer
Onder financiële risico’s worden zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s verstaan. De Wet fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn.
De gemeente Losser heeft in 2019 geen uitzettingen gedaan. Zij bezit uitsluitend een aantal aandelenpakketten in het kader van de publieke taak. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. Daarnaast wordt zeer terughoudend omgegaan met het verstrekken van leningen. Per eind 2019 is slechts nog een lening verstrekt vanuit de voormalige deelnemingen in Vitens. Het risico vanuit deze lening is nihil.
Ook met garanties wordt terughoudend omgegaan. De uitstaande garanties op geldleningen stammen allen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die voortvloeien hieruit zijn opgenomen in het weerstandsvermogen. Daarnaast neemt Losser een achtervangpositie in bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. In 2019 is geen nieuwe achtervang aangegaan bij het WSW. De risico’s van de achtervang bij het WSW zijn ingeschat op nihil, aangezien er momenteel geen aanwijzingen zijn dat het WSW niet aan haar garantieverplichtingen zal voldoen en de gemeente zal aanspreken op haar achtervangpositie.
Omslagrente
Vanuit de BBV-regelgeving voor rente moet in de jaarrekening worden vastgesteld of de begrote omslagrente niet te veel afwijkt van de realisatie. Een afwijking van maximaal 25% is toegestaan. Bij overschrijding hiervan dient de omslagrente herrekend te worden.
Uit de onderstaande tabel blijkt de vergelijking tussen begroting en realisatie voor 2019 van de omslagrente. Hieruit blijkt dat de afwijking binnen de toegestane marge blijft:
Volgens de BBV wordt aan de grondexploitaties rente toegerekend op basis van de daadwerkelijke rentelasten van de langlopende en kortlopende schulden. Hierbij wordt ook nog rekening gehouden met de verhouding eigen en vreemd vermogen van de gemeente op de balans. Uiteindelijk moet de daadwerkelijke rente worden verrekend. In de begroting was rekening gehouden met een percentage van 1,88% over 2019. Ook de werkelijke gemiddelde rente bedroeg 1,88% in 2019.
Renteresultaat
Het resultaat in 2019 is ruim 72.000 euro beter dan begroot. Het verschil tussen het renteresultaat in deze jaarrekening en de Voorjaarsnota 2019 is vrijwel geheel ontstaan door de aanhoudend lager rentestanden. Daarnaast is een nieuwe lening aangetrokken tegen een lager rentepercentage dan was ingeschat waardoor de rentelasten lager zijn geworden dan was verwacht.
Renterisiconorm
In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in 2019 de norm niet heeft overschreden:
Kasgeldlimiet
Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen: de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden minus vlottende middelen) maximaal mag hebben.
De kasgeldlimiet bedroeg in 2019:
Uit de tabel blijkt dat de limiet gedurende de eerste 2 kwartalen in 2019 is overschreden. Er is sprake van een toegestane overschrijding, die past binnen de Wet fido. In ons treasurybeleid wordt bewust gestuurd op deze overschrijding, om tot een optimaal renteresultaat te komen. Een overschrijding wordt namelijk gefinancierd met 'kort geld', waarvan de rente in 2019 negatief was (voor dit deel wordt rente ontvangen).
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
In 2019 heeft de treasuryfunctie zich bezig gehouden met:
Limieten 2019
In de treasuryparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen te worden vastgesteld. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2019 kon financieren of beleggen.
De limieten voor 2019 zijn vastgesteld in de programmabegroting 2019-2022:
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de limiet voor de netto-vlottende schuld in de eerste twee kwartalen voor 2019 is overschreden (zie ook kasgeldlimiet) maar de overige limieten in 2019 niet zijn overschreden.
Organisatieontwikkeling Losser
De nota “organisatie-inrichting gemeente Losser” is eind 2019 vastgesteld. De organisatorische eenheden, rollen en functies met hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in de nota vastgelegd, inclusief een plaatsingsprocedure en functiebeschrijving voor de functies adjunct-directeur en teamleider. De nieuwe inrichting krijgt zijn beslag in het voorjaar van 2020.
Er is een medewerkersbehoefteonderzoek gehouden door Effectory. Vanuit het onderzoek zijn per afdeling actieplannen opgesteld om samen met medewerkers zinvol verbeteringen door te kunnen voeren. Uit de benchmark blijkt dat Losser bovengemiddeld scoort als werkgever en we bij het keurmerk Beste Werkgever twee sterren scoren.
Samenwerking Twentse Kracht
In 2019 zijn er verschillende vacatures via Twentse kracht ingevuld. Twentse Kracht blijft daarmee voor Losser een relevant kanaal voor nieuwe instroom. De deelname aan Twentse School activiteiten bleef in aantal weliswaar iets achter bij de doelstelling, maar de Twentse School blijft voorzien in een deel van de opleidingsbehoefte van de Losserse medewerkers. Het samen leren in regionaal verband draagt ook bij aan de regionale netwerkfunctie.
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA)
In 2019 is de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) succesvol geïmplementeerd met als resultaat dat al onze ambtelijke medewerkers per 1 januari 2020 op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn en vallen onder de CAO Gemeenten.
Communicatie
In opdracht van de raad is in 2019 een proces gestart om te komen tot een nieuwe communicatievisie. Wat willen we met communicatie bereiken, wie zijn de opdrachtgevers, hoe organiseren we dat en hoeveel geld is daarvoor nodig? Er zijn interviews gehouden met interne opdrachtgevers, raadsleden en bestuurders. De raad heeft de nieuwe Communicatievisie in juli 2019 vastgesteld. Op basis van het (proces)document “Losser: communicatie in positie” is vervolgens besloten tot uitbreiding van de communicatiecapaciteit met een waarde van € 70.000 vanaf 2020. De nieuwe communicatievisie wordt in 2020 geïmplementeerd. Belangrijk aspect is dat het managementteam nu de opdrachtgever is voor de afdeling Communicatie, Team Losser. Zo wordt de inzet van communicatie - en de keuzes die daarbij gemaakt moeten worden - stevig verankerd in het te voeren beleid en gekoppeld aan de gemeentelijke beleidsprioriteiten.
Dienstverlening
In de maanden maart en mei zijn er drie verkiezingen geweest, dit waren de Provinciale Staten-, Waterschap- en Europees Parlementsverkiezingen. Vijf stembureaus zijn vervangen en acht aangepast. Deze aanpassingen waren nodig om de stembureaus 100% toegankelijkheid te maken. Het centraal tellen is opnieuw positief ervaren.
Het door water beschadigde archief is hersteld en is tijdelijk gedeeltelijk ondergebracht in het Stadsarchief Enschede.
De Bestuurlijke Boete rondom de Basis Registratie Personen (BRP) is ingevoerd, dit om de kwaliteit van de BRP te verhogen.
Door de langere geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten is de verstrekking afgenomen. Daarom zijn de openingstijden geclusterd en is er in 2019 een pilot gestart door een avondopenstelling in te voeren.
ICT
Losser maakt deel uit van een sterk veranderende samenleving. Ook in 2019 was de steeds verdere digitalisering van de informatievoorziening één van de belangrijkste ontwikkelingen.
Vraagstukken zijn divers en vaak ook te complex om als gemeente zelfstandig op te pakken. Maar ook omdat winst is te behalen om zaken samen te organiseren en uit te voeren is de beweging ‘Samen Organiseren’ ontstaan. Samen Organiseren is het vliegwiel voor het verbinden en versnellen van de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU), onder meer op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering. Losser volgt ook de ontwikkeling van de Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur (GGI) dat dataverkeer tussen gemeenten en leveranciers mogelijk maakt en sluit aan waar dat kan. Eén van de onderdelen waar Losser aan deelneemt is GGI Veilig (landelijke aanbesteding voor beveiligingsproducten en -diensten).
Daarnaast komt een aantal grote landelijke en regionale ontwikkelingen op ons af. Dit betreft een veelheid aan wetten op het gebied van informatievoorziening en de omgevingswet waar we de komende jaren mee te maken krijgen.
Digitale veiligheid is voor de gemeente en onze inwoners belangrijk. Om de juiste beveiligingsmaatregelen te treffen hebben we het normenkader BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten) gevolgd en hebben we ons al voorbereid voor de opvolger BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid). Een belangrijk aspect van digitale veiligheid is de bewustwording van medewerkers.
Ook in 2019 waren er veel ontwikkelingen en initiatieven. Hier hebben we regie op gevoerd, door afstemming en sturing op projecten voor de primaire domeinen.
In 2019 is de besturing van de informatievoorziening opnieuw opgezet, met deze opzet is er een betere verbinding aangebracht tussen trends, de doelen uit onze Programmabegroting, middelen, projecten en de besturing. Kern van de aanpak is de visualisatie van de informatievoorziening in één overzichtelijke poster (i-Poster). Deze vormt de basis voor strategische sessies waarin de besturing tot stand komt. Hiermee heeft Losser een toekomstgerichte aanpak van de informatievoorziening gerealiseerd.
Inleiding
Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derde-rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Voor deze paragraaf verbonden partijen ligt het criterium daarvoor bij de vraag of de gemeente bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Beheer verbonden partijen
In het Beleidskader verbonden partijen (vastgesteld door de raad op 9 april 2019) wordt verder ingegaan op de rol van de raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de raad invulling geven aan de toezichthoudende rol. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.
Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen
Regio Twente
In 2019 is een discussie opgestart over de vormgeving van de Regio Twente. Belangrijkste uitgangspunten waren het aanbrengen van meer focus en het terugbrengen van de bestuurlijke drukte. Op basis van een advies van de gemeentesecretarissen is besloten vooral focus te leggen op de sociaaleconomische structuurversterking en de verdere uitwerking neer te leggen in een transitieplan. De omvorming gaat door in 2020.
Lijst van verbonden partijen
Tabel: Algemeen bestuurlijke belangen en risico's per verbonden partij
Naam en vestigingsplaats | Bestuurlijk belang | Financieel belang | Risico's en kansen |
Regio Twente (Enschede) | Alle betrokken gemeenten zijn vanaf 1 januari 2016 met één lid vanuit het college vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Dit lid heeft ook een plaatsvervanger. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door burgemeester Kroon, met wethouder Nijhuis als plaatsvervangend lid. De gemeenteraad is bij de Regio Twente betrokken via de zogenaamde Twenteraad. | In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. De gemeentelijke bijdrage in 2019 voor de gemeente Losser was € 1.118.927 (na begrotingswijziging) | De Regio Twente zit in een transitiefase. De brengt mogelijk financiële risico's met zich mee. |
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) | Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Prins. Wethouder Nijhuis is plaatsvervanger. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. | De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een bedrag in 2019 van ca. € 117.755 | De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. De gemeente kan zelf beslissen of zijn meer taken wil inkopen of om basistaken zelf weer te gaan uitvoeren. |
Crematoria Twente (Enschede) | OLCT is een collegeregeling. Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door het college van een deelnemende gemeente uit zijn midden. Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder Prins. Wethouder van Essen is plaatsvervanger. Wethouder Prins is ook lid van het dagelijks bestuur. | Crematoria Twente / Oost Nederland B.V. keert jaarlijks dividend uit aan OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen. Voor het jaar 2019 is er als gevolg van de gepleegde investeringen geen winstuitkering geweest. | De risico's voor Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst onder druk. Voor de gemeente Losser betekent dit dat een lagere dividenduitkering wordt ontvangen. |
Veiligheidsregio Twente (Enschede) | De Veiligheidsregio Twente is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners. De burgemeester wordt in het algemeen bestuur vervangen door de locoburgemeester. | De aangesloten gemeenten betalen voor 2019 hun verplichte bijdrage naar een door het algemeen bestuur vastgestelde systematiek. De bijdrage voor Losser bedraagt € 1.465.868. | De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat van de VRT. Dit kan van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage. |
Omgevingsdienst Twente (Almelo) | Wethouder Nijhuis maakte deel uit van het algemeen bestuur met als plaatsvervanger wethouder van Essen. | De Omgevingsdienst Twente is per 1 januari 2019 formeel van start gegaan. De bijdrage is 2019 was € 570.000. | |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo) | Wethouder Nijhuis maakt deel uit van het algemeen bestuur. Zijn plaatsvervanger is wethouder Prins. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft zes stemmen, met meer dan 50.000 inwoners vier stemmen en met minder dan 50.000 inwoners twee stemmen. | De gemeentelijke bijdrage wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal "verdeelsleutels" dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen tussen gemeentelijke bijdragen veranderen. | Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico's worden benoemd. Eventuele calamiteiten kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers. De Losserse bijdrage voor 2019 was € 386.669 |
Vennootschappen en corporaties | |||
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%. | De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. De dividendopbrengst in 2018 bedroeg € 44.400. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,014%. In 2016 is een deel van de aandelen verkocht. | De Gemeente Losser bezit 21.310 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Twente Milieu (Enschede) | De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. | De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Twence (Hengelo) | Losser heeft 3,49 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder. | Losser heeft 29.607 aandelen à € 1 in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Wadinko (Zwolle) | Het aandeel van de gemeente Losser in de onderneming bedraagt 2,3% | De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen. Voor 2018 is een dividend uitgekeerd van € 27.500. Voor 2019 is het dividend nog niet bekend. | De gemeente loopt het risico minder inkomsten te ontvangen door teruglopende dividendopbrengsten. |
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02% | Losser bezit 0,02% van de waarde. | |
Verkoop Vennootschap ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | Losser bezit 0,02% van de waarde. | |
CBL-Vennootschap ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | Losser bezit 0,02% van de waarde. | |
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | Losser bezit 0,02% van de waarde. | |
Vordering op Enexis ('s-Hertogenbosch) | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | 0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost, de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 is de derde lening afgelost. De vierde lening wordt in 2019 afgelost. Daarna wordt de vennootschap ontbonden. | Niet tijdige betaling rente en aflossing door Enexis. Dit risico wordt zeer gering geacht. |
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst) | |||
Euregio (Enschede- Gronau) | De Euregio is een samenwerkingsverband van 129 Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land)Kreise. De Euregio heeft een Algemeen Bestuur, een Euregioraad en een dagelijks bestuur. Losser heeft twee vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur (de heer Haamberg, raadslid, en mevrouw Kroon, burgemeester) en één vertegenwoordiger in de Euregioraad (de heer Haamberg). | De gemeente Losser betaalt vanaf 1 januari 2016 een lidmaatschapsbijdrage van € 0,29 per inwoner. | Eventuele ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de bijdragen van de verschillende deelnemers. |
Tabel: Financiële kengetallen per verbonden partij
Een deel van de verbonden heeft de jaarrekening nog niet gereed of vastgesteld. Van die partijen is alleen het resultaat per aanvang 2019 opgenomen.
Naam en vestigingsplaats | Eigen vermogen begin 2019 | Eigen vermogen eind 2019 | Vreemd vermogen begin 2019 | Vreemd vermogen eind 2019 | Jaarresultaat 2019 |
Regio Twente (Enschede) |
10,034 miljoen |
14,5 miljoen | |||
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) |
1,081 miljoen |
1,969 miljoen | 14,299 miljoen | 14,202 miljoen | 683.900 euro |
Crematoria Twente (Enschede) | 1,591 miljoen | 131 euro | |||
Veiligheidsregio Twente (Enschede) |
1,319 miljoen |
2,14 miljoen | 55 miljoen | 55,268 miljoen | 56.000 euro |
Omgevingsdienst Twente (Almelo) | 0 | ||||
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (Hengelo) |
323.000 euro |
16,705 euro | |||
Vennootschappen en corporaties | |||||
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag) | 4.991 miljoen | 4.887 miljoen | 132.518 miljoen | 144.802 miljoen | 163 miljoen |
Enexis Holding N.V. (Den Bosch) | 4.024 miljoen | 4.112 miljoen | 3.691 miljoen | 4.146 miljoen | 210 miljoen |
Twente Milieu (Enschede) |
9,636 miljoen |
15,3 miljoen | |||
Twence (Hengelo) |
133,4 miljoen |
138 miljoen | 133,7 miljoen | 108,4 miljoen | 11,8 miljoen |
Wadinko (Zwolle) | 67.418.299 euro | 78.052 euro | 1,536 miljoen (2018) | ||
Publiek Belang Electriciteitsproductie ('s-Hertogenbosch) | 1.604.945 euro | 1589543 euro | 23.506 euro | 455.015 euro | - 15.402 euro |
Verkoop Vennootschap ('s-Hertogenbosch) | 112.116 euro | 71.192 euro | 30.170 euro | 16.256 euro | - 40.924 euro |
CBL-Vennootschap ('s-Hertogenbosch) | 136.957 euro | 125.355 euro | 22.040 euro | 5.006 euro | - 11.602 euro |
CSV Amsterdam ('s-Hertogenbosch) | 745.995 euro | 451.905 euro | 44.765 euro | 83.583 euro | - 294.085 euro |
Vordering op Enexis ('s-Hertogenbosch) | -2.290 euro | -8.819 euro | 356.324.436 euro | 9.083 euro | - 6.529 euro |
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst) | |||||
Euregio (Enschede- Gronau) | 1,607 miljoen | 167.645 euro |
Deze paragraaf schetst de kaders en uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Losser.
Doel en uitgangspunten grondbeleid
De Nota Grondbeleid is in 2018 geactualiseerd en biedt het beleidskader voor het grondbeleid voor de komende jaren. In deze nota is een afwegingskader geïntroduceerd ter ondersteuning van de keuze voor actief of facilitair grondbeleid of een samenwerkingsvorm. In de Financiële Verordening 2018 is vastgelegd dat de Nota Grondbeleid iedere vier jaar wordt herzien.
De doelstellingen van het programmaplan zijn in 2018 opnieuw geformuleerd en hebben geleid tot een nieuwe programma-indeling. De gemeente Losser kende in 2019 volgens de programmabegroting drie programma’s. Het gemeentelijk grondbeleid draagt vooral bij aan de realisatie van de doelstellingen van het programma Fysiek (paragraaf 2.2, F1 t/m F4) en indirect aan de programma’s Sociaal, Bestuur en Dienstverlening. Ten aanzien van het programma Fysiek draagt het grondbeleid bij aan de leefbaarheid, bereikbaarheid en vitaliteit van de gemeente Losser.
Ontwikkelingen
Grondexploitaties
In 2019 is een nieuwe grondexploitatie vastgesteld voor een perceel gelegen aan de Invalsweg te Overdinkel. Daarnaast is er een aantal ‘nieuwe gemeentelijke initiatieven’ waarvan de haalbaarheid wordt onderzocht. Hierbij valt te denken aan de herontwikkeling aan de voormalige Aloysiusschool en de Nitertweg (een terrein gelegen nabij de Diepenbrocklaan en Muchteweg te Losser). Mogelijk dat in 2020 voor onderhavige locaties nieuwe grondexploitaties geopend kunnen worden.
In 2019 is ook een particuliere grondexploitatie in Beuningen geopend (Lomanskamp 2). De gemeente faciliteert een particuliere herontwikkeling en vraagt een vergoeding voor de te maken kosten. Particuliere grondexploitaties zijn in principe kostenneutraal. Eventuele financiële voor- of nadelen worden verrekend met de Reserve Grondexploitatie.
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
Winstneming
Met ingang van 2016 heeft de commissie BBV voorgeschreven dat tussentijds winstnemen bij grondexploitaties verplicht is, indien aan de voorwaarden van de Percentage Of Completion (POC) methode wordt voldaan. De commissie BBV heeft de POC methode opgenomen om onder meer gemeenten eerder te verplichten tussentijds tot winstneming over te gaan bij grondexploitaties die daarvoor in aanmerking komen. De voorzichtigheid in tussentijdse winstneming wordt gewaarborgd in de vereiste voorwaarden voor de POC methode:
Als is voldaan aan de voorwaarden van de POC methode dient de winst als gerealiseerd en verantwoord te worden beschouwd. In dat geval is het 'niet getrouw' om te wachten met winstneming:
Het kan voorkomen dat bij de berekening van de tussentijdse winstneming in enig jaar blijkt dat de al genomen en verantwoorde tussentijdse winstneming in voorgaande jaren te hoog is geweest, omdat (verwachte) kosten en/of opbrengsten nadelig zijn bijgesteld en/of project specifieke risico’s zijn toegenomen. Het bedrag dat te veel aan tussentijdse winst is genomen wordt dan verrekend met de tussentijdse winstneming van het huidige jaar of, indien nodig, zelfs (gedeeltelijk) ‘teruggedraaid’ door een ‘verliesneming’ in het huidige jaar. Dat is dit jaar niet aan de orde. Wel is het risico meegewogen bij het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit voor het grondbedrijf. Hierdoor is de vereiste weerstandscapaciteit bijna verdubbeld. Bij de toelichting op paragraaf 2.2 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' worden de financiële effecten nader beschreven. Bij de toelichting van het jaarresultaat grondexploitaties 2019 worden de effecten op onder meer de Reserve Grondexploitaties nader beschreven.
Jaarresultaat grondexploitaties 2019
In onderstaande tabel is het jaarresultaat weergegeven van de grondexploitatie in 2019.
Jaarresultaat Grondexploitatie 2019 in hoofdlijnen (bedragen in €) | ||||
Omschrijving | Begroting | Mutaties | Resultaat | Nadelig/ Voordelig |
Winstneming de Saller
|
0
|
2.334.000
|
2.334.000
|
Voordelig
|
Winstneming Lutte Zuid
|
0
|
167.802
|
167.802
|
Voordelig
|
Winstneming Geurmeij
|
0
|
11.000
|
11.000
|
Voordelig
|
Totaal resultaat
|
0
|
2.512.802
|
2.512.802
|
Voordelig
|
Voor De Saller, de Lutte Zuid en de Geurmeij tezamen is een (tussentijdse) winst gerealiseerd van € 2.512.802.
Reserve Grondexploitatie
De Reserve Grondexploitatie is gevormd om de risico’s in de grondexploitatie op te kunnen vangen. Hierbij is bepaald dat indien het financiële resultaat van het grondbedrijf over dat jaar een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het eventueel meerdere wordt voor 50% bestemd voor de Algemene Risicoreserve en de andere 50% voor de Reserve Grondexploitatie. De Reserve Grondexploitatie mag maximaal € 1 miljoen bedragen. Het meerdere valt vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat.
Zie in onderstaande tabel het verloop van de reserve Grondexploitatie. Bij de toelichting van de individuele grondexploitaties, in vervolg van deze paragraaf, zijn de resultaten toegelicht.
Verloop Reserve Grondexploitatie (bedragen in €) | Bestemming resultaten | Winstneming | Totaal |
Saldo per 1-1-2019 | 914.646 | ||
Verliesvoorziening 2019: | |||
- Wonen aan 't Dinkeldal | 1.125 | 1.125 | |
- Luttermolenveld | 5.082 | 5.082 | |
- Invalsweg Overdinkel | -72.035 | -72.035 | |
Winstneming 2019: | |||
- de Saller | 1.167.000 | 1.167.000 | |
- Lutte Zuid | 83.901 | 83.901 | |
- de Geurmeij | 5.500 | 5.500 | |
Vrijval i.v.m. ingesteld maximum t.g.v. rekeningresultaat | -1.105.219 | -1.105.219 | |
Saldo per 31-12-2019 | -65.828 | 151.182 | 1.000.000 |
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
De financiële uitkomsten over 2019 van de grondexploitatie worden in deze paragraaf verantwoord. Jaarlijks wordt de grondexploitatie herzien, met als vertrekpunt de boekwaarde (saldo van inkomsten en uitgaven). Gerealiseerde kosten en opbrengsten van het lopende jaar worden in de boekwaarde verwerkt en de prognoses worden bijgesteld. De vermogenspositie van de grondexploitatie bestaat uit twee componenten, te weten:
De uiteindelijk te verwachten eindresultaten worden ten slotte teruggerekend naar het prijspeil van dit moment (1-1-2020). Dit is de zogenoemde contante waarde van het resultaat. Het laatste onderdeel is belangrijk bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de komende jaren en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitatie.
Voor de berekening van de grondexploitaties is het noodzakelijk om parameters vast te stellen. De gehanteerde parameters zijn in 2019 in de Notitie van Uitgangspunten vastgesteld door het college. Voor de volledigheid vermelden we deze in onderstaande tabel.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 e.v.*** | |
Kosten | 3%* | 3% | 2% | 2% | 2% |
Opbrengsten | 4%** | 3% | 2% | 2% | 2% |
Rente | 1,45% | 1,44% | 1,37% | 1,36% | 1,36% |
* Indexeren kosten in 2020: per grondexploitatie wordt dit afzonderlijk beoordeeld. Bijvoorbeeld werkzaamheden die al zijn aanbesteed behoeven geen indexatie;
** Betreft de gemiddelde stijging welke al verwerkt is in de getaxeerde grondprijzen 2020;
*** Beheersmaatregel ingevolge BBV: na 10 jaar (uitgaande van basisjaar 2020) worden de parameters voor de opbrengsten voorzichtigheidshalve teruggebracht naar 0% per jaar.
Grondprijzenbeleid
In de Nota Grondbeleid staat beschreven dat grondprijzen voor woningbouw (projectmatig en particuliere uitgifte) jaarlijks worden getaxeerd volgens de normatief residuele methode. In aanvulling hierop kan op kavelniveau gedifferentieerd worden vanwege omvang, vorm, ligging, locatie en/of andere relevante factoren. De taxaties worden altijd uitgevoerd samen met een externe, beëdigde taxateur volgens het zogenaamde ‘vierogen principe’. Het college kan de omvang van de kavels aanpassen (maximaal 15%) zonder dat de grondprijs opnieuw moet worden getaxeerd. De taxatiewaarde wordt één op één overgenomen in de grondexploitaties.
In exploitatie genomen plannen (bedragen in €)
Complex | Boekwaarde 31-12-2019 |
Prognose eind- resultaat op einddatum |
Einddatum prognose | Prognose resultaat per 01-01-2020 |
Saller | 1.764.349 | 3.926.610 | 31-12-2024 | 3.663.648 |
Lutte Zuid | 0 | 0 | 31-12-2019 | 0 |
Luttermolenveld | 361.408 | -49.182 | 31-12-2021 | -47.272 |
Geurmeij | 2.029.341 | 397.721 | 31-12-2027 | 356.349 |
't Zijland | -1.343.572 | 126.580 | 31-12-2020 | 124.771 |
Wonen aan 't Dinkeldal | 1.956.234 | -304.588 | 31-12-2024 | -275.875 |
Invalsweg | 213.867 | -76.444 | 31-12-2022 | -72.035 |
Totaal | 4.981.627 | 3.749.586 |
De Saller
Het complex bestaat uit een gerealiseerd deel (1e fase) en een deel dat in ontwikkeling is (2e fase). De 2e fase bestaat uit drie delen (2A, 2B en 2C). Gelijktijdig met het bestemmingsplan voor de 2e fase is de grondexploitatie in 2010 door de Raad vastgesteld.
Alle kavels van fase 2B zijn middels particulier opdrachtgeverschap verkocht. Daarnaast heeft onze contractpartner de laatste van de in totaal vier tranches eind 2019 afgenomen en afgerekend. In totaal zijn dus alle kavels van fase 2B verkocht en het gebied is nagenoeg woonrijp gemaakt.
Het bestemmingsplan voor fase 2C betreft een vastgesteld uitwerkingsplan dat in 2019 is vastgesteld. In mei 2019 is gestart met het bouwrijp maken en deze werkzaamheden zijn eind 2019 afgerond. De eerste dertien gemeentelijke kavels zijn medio juni 2019 uitgegeven. Hiervan zijn er vier verkocht en worden in 2020 geleverd. De overige negen kavels zijn in optie uitgegeven. De gesprekken met onze contractpartners over de levering van de kavels worden in 2020 afgerond.
De Saller voldoet aan de voorwaarden van de POC methode en daarmee is sprake van een verplichting om tussentijds winst te nemen. De tussentijdse winst is op peildatum 1-1-2020 berekend op € 2.334.000. Na herziening van de grondexploitatie bedraagt ultimo 2024 het geraamde eindresultaat € 3.926.610 positief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 (contante waarde) bedraagt het resultaat € 3.663.648 positief.
Lutte Zuid
Dit complex is in 2004 in exploitatie genomen. Het bevat de realisatie van een bedrijventerrein en een woningbouwgedeelte. Alle kavels op het bedrijventerrein zijn ultimo 2007 verkocht en van dit deelplan is tevens het woonrijp maken afgerond. Van het woningbouwgedeelte is begin 2019 de laatste kavel geleverd en het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie is per 31-12-2019 afgesloten.
Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het eindresultaat € 167.802 positief.
Luttermolenveld
Het gewijzigde bestemmingsplan Luttermolenveld is in februari 2009 in werking getreden en vanaf januari 2010 is het plan onherroepelijk. Eind 2010 heeft de gemeente conform de overeenkomst van februari 2006 circa 11.000 m² bouwrijpe grond afgenomen van de projectontwikkelaar. Daarna is de grondexploitatie Luttermolenveld in 2011 geopend. Ter verbetering van de ontsluiting heeft de gemeente in 2018 een perceel grond aangekocht waardoor een verbinding tussen de Ambachtstraat en de Ertsmolen kan worden gemaakt. Hiervoor is een herziening van het bestemmingsplan vereist en aansluitend kan de weg worden gerealiseerd.
De beoogde verbinding van de Ambachtstraat naar het Luttermolenveld is geprojecteerd tussen eiken. Om het wortelpakket van de eiken niet aan te tasten is het van belang om grondwerk en andere verstoring van de bodem onder de kroonprojectie tot een minimum te beperken. De technische maatregelen (overbrugging / overkluizing) om de bomen te kunnen sparen brengen extra kosten met zich mee.
Alle gemeentelijke kavels zijn verkocht en de laatste acht kavels worden uiterlijk eind 2020 geleverd.
Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2021 € 49.182 negatief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 is het resultaat € 47.272 negatief. Voor dit negatieve resultaat is in 2019 de al getroffen voorziening verlaagd met € 5.082.
Geurmeij
In het complex de Geurmeij zijn op basis van het geldende bestemmingsplan circa 90 grondgebonden woningen gepland, waarvan realisatie is voorzien in vier fasen. De eerste fase is op één kavel na verkocht. Eind 2018 is het eerste deel van fase 2 in uitgifte gegaan. De basisverkaveling is gewijzigd doordat er meer vraag was naar grotere kavels. Totaal zijn er nu vijf kavels geprojecteerd waarvan er twee zijn verkocht. Het woonrijp maken van fase 1 zal begin 2020 worden afgerond. Na de bouw van de woningen in het eerste deel van fase 2 wordt ook die fase woonrijp gemaakt.
De gemeente biedt bij dit plan maatwerk-kavels aan. Dat wil zeggen dat meerdere woningbouwtypes op een kavel gebouwd kunnen worden en dat de kavelgrootte (in de breedte gezien) variabel is. Voordeel is dat de koper optimale keuzevrijheid heeft. Nadeel is dat niet precies vaststaat welke opbrengsten gegenereerd worden. Voor fase 1 heeft dit positief uitgepakt. Voor het eerste deel van fase 2 pakt dit tot nu toe negatief uit. Oorzaak hiervan is dat er meer vraag is naar grotere kavels welke per m² minder opbrengen. In de risicoanalyse is hier rekening mee gehouden, door de bandbreedte zo aan te passen dat de kans op meeropbrengsten kleiner is en de kans op minder opbrengsten zwaarder is aangezet.
Gezien de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek (Stec) en de mogelijkheden voor herverkaveling/verdunning van het plangebied, dient voor de 3e en 4e fase van de Geurmeij rekening te worden gehouden met her- en deprogrammeren. Dit is ook in de risicoanalyse verwerkt. Gezien voorgaande en het feit dat we nog vier kavels in uitgifte hebben is de grondexploitatie met één jaar uitgefaseerd.
Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2027 € 397.721 positief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 is sprake van een positief resultaat van € 356.349.
Zijland
In 2008 is er een ontwikkelovereenkomst gesloten tussen de gemeente en Woningcorporatie Domijn. Als gevolg van de marktomstandigheden en gewijzigde regelgeving kon Domijn het oorspronkelijke programma niet realiseren. De gemeente en Domijn hebben daarom heronderhandeld over een aangepaste overeenkomst en in 2012 is deze overeenkomst ondertekend. Uitgangspunt van de gewijzigde overeenkomst vormen de financiële afspraken zoals deze in 2008 zijn vastgelegd. Op basis van de nieuwe overeenkomst heeft de Raad in 2013 krediet beschikbaar gesteld en is de grondexploitatie 't Zijland formeel geopend.
In 2015 is begonnen met de bouwrijp werkzaamheden rondom de negentien grondgebonden woningen in de eerste fase. In 2016 is gestart met de bouw van deze woningen. In 2017 zijn aansluitend de bijbehorende woonrijp werkzaamheden verricht. Daarnaast is Domijn in 2016 gestart met de bouw van één van de twee appartementencomplexen in fase twee. Medio 2017 is het appartementencomplex gereedgekomen en opgeleverd. Het is nog onduidelijk wanneer Domijn start met de bouw van het tweede appartementencomplex. In 2017 heeft de Raad besloten om de resterende woonrijp werkzaamheden van 't Zijland te combineren met de werkzaamheden van het Centrumplan Losser. Om die reden zijn de geplande werkzaamheden van 't Zijland uitgefaseerd en zijn in 2019 hervat. Deze werkzaamheden worden eind 2020 afgerond.
Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2020 € 126.580 positief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 is het resultaat € 124.771 positief.
Wonen aan 't Dinkeldal
Het voormalig Topcraftterrein aan de Ravenhorsterweg is in 2007 door de gemeente aangekocht met het oogmerk om het terrein te herontwikkelen voor woningbouw. Het plan voorziet in de mogelijkheid van de bouw van 30 woningen. Op 13 november 2018 heeft de raad de grondexploitatie vastgesteld om deze herontwikkeling financieel mogelijk te maken. Voor de herziening van de grondexploitatie zijn de kavelprijzen begin januari 2019 extern getaxeerd. Deze actuele prijzen zijn nu meegenomen in de grondexploitatie. 2 Mei 2019 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Eind 2019 is overeenstemming bereikt met aannemersbedrijf Haafkes en projectontwikkelaar Le Clerqc over de afname van alle bouwrijpe kavels. Planning is nu de kavels spoedig bouwrijp te maken, zodat de eerste kavels geleverd kunnen worden.
Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2024 € 304.588 negatief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 is sprake van een negatief resultaat van € 275.875. De al getroffen verliesvoorziening is daarom met € 1.125 verlaagd.
Invalsweg
Binnen de Materiële Vaste Activa was als voormalige niet in exploitatie genomen grond (NIEGG) een perceel aan de invalsweg in Overdinkel opgenomen dat onder de overgangsregeling vóór 1-1-2020 nog als grondexploitatie vastgesteld mocht worden.
Het College heeft op 27 maart 2018 besloten een bestemmingsplan op te stellen om de bouw van één woning naast de Invalsweg 8a in Overdinkel mogelijk te maken. De Raad heeft op 17 september 2019 het gewijzigde bestemmingsplan en de grondexploitatie vastgesteld. Vervolgens is de boekwaarde van het aanwezige perceel ingebracht in de nieuwe grondexploitatie Invalsweg.
Hiermee is de grondexploitatie Invalsweg formeel geopend en per 7 november 2019 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Begin 2020 wordt de kavel naast de Invalsweg 8a in optie uitgegeven.
Na herziening van de vastgestelde grondexploitatie per 17 september 2019 bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2022 € 76.444 negatief. Omgerekend naar peildatum 1-1-2020 is het resultaat € 72.035 negatief. Voor dit negatieve resultaat is in 2019 een voorziening gevormd.
Woningbouwprogrammering
In 2019 heeft de Stec groep in opdracht van de gemeente een kwalitatieve onderbouwing opgesteld die betrekking heeft op de woonprogrammering voor de hele gemeente in onderlinge samenhang. In dit rapport ‘Woonbehoefte onderzoek en kwalitatief programmeren in de gemeente Losser’ staat centraal dat er sprake is van een toenemende vraag naar appartementen en nultredenwoningen en een dalende vraag naar grondgebonden woningen.
De 14 Twentse gemeenten en de provincie Overijssel werken samen in het bestuurlijk overleg Wonen Twente om afspraken te maken over wat gemeenten de komende tien jaar mogen bouwen. Om de twee jaar worden in een Regionale Woningbouw Programmering Twente hierover afspraken gemaakt. In opdracht van de provincie heeft de Stec groep voor 2019 het rapport Ruimte voor woonkwaliteit Regionale Woonprogrammering 2019 (RWP 2019) opgesteld. Gezien de dreigende krimp aan inwoners en huishoudens gaat een focus alleen op aantallen en plafonds voor diverse gemeenten (waaronder de gemeente Losser) knellen. Daarom is in 2019 in het coalitieakkoord van de provincie Overijssel afgesproken, dat indien gemeenten samen met de provincie een overstap willen maken naar een meer kwalitatieve woningbouwprogrammering, gezamenlijk een beter evenwicht in wat we nodig hebben en aanbod op de woningmarkt gecreëerd kan worden. Op basis van de RWP 2019 zoals deze door de provincie Overijssel en de 14 Twentse gemeente op 18 oktober 2019 is vastgesteld heeft de gemeenteraad van Losser op 12 november 2019 bij het vaststellen van de programmabegroting 2020 – 2023 aangegeven te kiezen voor het kwalitatief programmeren, waarbij gestreefd wordt naar het afstemmen van wat we nodig hebben en wat we aanbieden. Tevens heeft de raad aangegeven dat zij in 2020 een nieuwe Woonvisie voor de komende tien jaar wenst op te stellen.