Leeswijzer

De voorliggende programmabegroting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Financieel perspectief: hoofdstuk 1
  • Beleidsbegroting, bestaande uit: het Programmaplan (hoofdstuk 2) en de verplichte paragrafen (hoofdstuk 3).
  • Financiële positie: hoofdstuk 4
  • Bijlagen: hoofdstuk 5.

Financieel perspectief
In hoofdstuk 1 wordt een toelichting gegeven op het verloop van het middelenkader en het financieel perspectief. In paragraaf 1.3 staan de collegeprioriteiten.

Beleidsbegroting
De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de verplichte paragrafen.

Het programmaplan in hoofdstuk 2 is ingericht volgens de drie hoofddoelstellingen (programma's) uit de doelenboom:

  1. Programma Sociaal
  2. Programma Fysiek
  3. Programma Bestuur en Dienstverlening

In de voorliggende begroting zijn, uit pragmatische overwegingen, nog de doelstellingen uit de afgelopen raadsperiode opgenomen. Planningstechnisch was het niet meer mogelijk om dit anders te doen. De begroting 2024 zal op nieuwe leest zijn geschoeid.

In het programmaplan wordt per programma antwoord gegeven op de volgende W-vragen:

  • Wat willen we bereiken?
  • Wat gaan we ervoor doen?
  • Wat mag het kosten?

Ieder programma start met de doelen en resultaten (‘Wat willen we bereiken?’) en de uit te voeren activiteiten/speerpunten (‘Wat gaan we ervoor doen?’). Aan het eind van het programma worden de beschikbare budgetten weergegeven ('Wat mag het kosten?'). Deze budgetten worden per taakveld verantwoord. In het verlengde hiervan richten we ons in de toelichting meer op speerpunten en concrete acties om de gestelde (sub)doelen te bereiken en minder op herhalen van reguliere werkzaamheden.

Hoofdstuk 3 bevat de verplichte paragrafen.

Financiële begroting
De financiële begroting in hoofdstuk 4 bevat een toelichting op het overzicht van lasten en baten per taakveld en de uiteenzetting van de financiële positie. Over de wijze van toelichting merken wij het volgende op.

Per taakveld is een tabel gepresenteerd, met hierin twee soorten kosten: 'verdeelde kosten' en 'kosten van beleid'. De verdeelde kosten bestaan uit: A) rente en afschrijving en B) doorberekening kosten bedrijfsvoering. Aangezien deze kosten via een vastgestelde systematiek centraal worden geraamd op respectievelijk de treasury en de kostenplaatsen en vervolgens verdeeld over programma’s en taakvelden, kiezen we ervoor om deze onderdelen centraal toe te lichten.

De specificatie van de kosten voor 'rente en afschrijving' en 'bedrijfsvoering' is op de volgende plek in deze begroting te vinden:

A) Rente en afschrijving:

Zie paragraaf 2.3 (Programmaplan), programma Bestuur en Dienstverlening, taakveld 0.5 Treasury.

B) Kosten bedrijfsvoering en interne kostenverdeling

Zie paragraaf 2.3 (Programmaplan), programma Bestuur en Dienstverlening, taakveld 0.4 Ondersteuning Organisatie.

Algemeen: mutaties kleiner dan € 10.000 worden niet toegelicht.

Afrondingsverschillen
De bedragen die opgenomen zijn in de programmabegroting zijn veelal afgeronde bedragen uit financiële systemen, zodat in de totaaltellingen afrondingsverschillen kunnen voorkomen.

Bijlagen
Hoofdstuk 5 bevat een aantal bijlagen met achtergrondinformatie of informatie die verplicht is in het kader van het BBV.

Factsheet Sociaal Domein

Een samenvatting van de resultaten over het eerste halfjaar 2023 op het gebied van Participatie, Wsw, Wmo en Jeugd is opgenomen in de factsheet Sociaal Domein. Met de pilots krijgen we meer regie op de zorgkosten en op het stimuleren van de uitstroom vanuit de Participatiewet naar betaald werk. Ook leggen we meer accent op preventie en vroegtijdig signaleren ter voorkoming van zwaardere interventies, bijvoorbeeld door de samenwerking met de huisartsen en het onderwijs te bewerkstelligen.
De resultaten van de pilots zijn verwerkt in de Factsheet Sociaal Domein (zie bijlage 5.7 van deze programmabegroting).