5. Financieel resumé

Deze kadernota 2018-2021 is de opmaat voor de toekomst zowel inhoudelijk als financieel. In onderstaande tabel presenteren we u nogmaals het overzicht. Hierin is ook de benodigde incidentele dekking (voor jaren 2018 en 2019) via een onttrekking uit de Algemene risicoreserve verwerkt.

  2018 2019 2020 2021
Middelenkader 876.945  1.151.794 1.103.988 988.182
Knelpunten, tegenvallers en vervangingsinvesteringen (O&O)  -1.050.586  -1.024.322  -703.856  -533.490
Wensen  -645.250  -386.250  -236.250  -211.250
Onttrekking Algemene risicoreserve 818.891 258.778   - -
Eindtotaal in euro’s 0 0 163.882  243.442

Tabel 6 : Financieel overzicht

Het college stelt voor een bedrag van 1.077.669 euro uit de Algemene risicoreserve te onttrekken, grotendeels ter dekking van wensen met incidentele lasten Het voorstel leidt nog steeds, bij gelijkblijvende risico’s, tot een weerstandsratio van 1,7 in 2021. Ruim boven de gewenste minimale ratio weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4.

In het perspectief voor 2018 en volgende jaren zijn de structurele lasten gedekt met structurele baten. Er is dan ook sprake van een reëel en structureel evenwicht. Het college is verheugd dit meerjarenperspectief te kunnen presenteren. Graag verneemt het college uw standpunt over ons voorstel.

Overweging
Eventueel kunnen aanvullende dekkingsmiddelen worden gevonden in de verhoging van de onroerende zaakbelastingen (ozb). Het college wijst hier op om de volgende reden. Door de lagere rentestand, in combinatie met een wijziging van de boekhoudvoorschriften (BBV), worden minder lasten aan de inwoners doorbelast via de afvalstoffen- en rioolheffing. Dit betekent een daling en/of een minder harde stijging van deze lasten voor de inwoners. Dit gegeven kan een mogelijke stijging van de OZB dempen, vanwege het feit dat de woonlasten per saldo niet hoger uitvallen.

Ter illustratie: een stijging van de OZB met één procent levert ongeveer 45.000 euro op.