1. Financieel perspectief

 

De Programmabegroting wordt opgesteld:

a) met als uitgangspunt de besluitvorming van de raad over de VJN2021.

b) met verwerking van de mutaties als gevolg van de meicirculaire 2021.

c) met actualisering van prijs- en loonindex.

1.1. Financieel perspectief

 

In de VJN 2021 zijn de beleidsmatige en budgettaire piketpalen geslagen, in de aanloop naar de PB2022 van onze gemeente. De jaarschijf 2022 uit de VJN 2021 is de basis voor de PB2022. Wel dient nog een aanpassing plaats te vinden vanwege: de financiële gevolgen van de meicirculaire over het gemeentefonds en wijzigingen van prijs- en loonindex die het gevolg zijn van het Centraal Economisch Plan (CEP) van maart 2021.

In de tabel hieronder zijn de begrotingssaldi voor de jaren 2022 t/m 2025 weergegeven. Het jaar 2022 heeft een batig saldo van afgerond ruim € 2 miljoen.

Tabel 1, Ontwikkeling saldo perspectief 2022-2025

Onderdeel (bedragen x € 1.000)
2022 2023 2024 2025
Resultaat Voorjaarsnota 0 342 244 22
Uitkomst meicirculaire -46 -286 -391 -419
Taakmutatie meicirculaire 348 338 350 354
Doorberekening loon-prijs -64 -209 -334 -455
Verhoging raming ruimte bcf-plafond 100 100 100 100
Voordeel WIL       333
Totaal Stelpost loon- en prijscompensatie -35 -36 -37 6
Extra middelen Jeugd 2022 1.714      
Geactualiseerd begrotingssaldo 2.017 249 -68 -59

 

Toelichting

1. Uitkomst meicirculaire

In Losser is het gebruikelijk om de effecten van de meicirculaire niet in de Voorjaarsnota, maar pas in de begroting te verwerken. De cijferreeks is het netto-effect van de meicirculaire, zoals ook is aangegeven in de raadsinformatie van 22 juni 2021. Het nadeel is vooral het gevolg van ‘onderuitputting’ bij het rijk (de werkelijke rijksuitgaven liggen op een lager niveau dan de ramingen), onder andere door lagere loon- en prijsstijgingen.

2.Taakmutatie meicirculaire

Standaard Lossers beleid is dat taakmutaties in het gemeentefonds (zowel positieve als negatieve) worden gecorrigeerd op de budgetten. Consequentie van deze handelwijze is dat taakmutaties per definitie budgettair-neutraal in de begroting worden verwerkt.

In de meicirculaire 2021 is de integratie-uitkering Voogdij 18+ met ingang van 2022 € 253.000 structureel verhoogd, voornamelijk ter compensatie van gestegen lonen en prijzen voor deze taak. Ook krijgen we op dezelfde wijze nog (afgerond) € 100.000 per jaar voor loon- en prijscompensatie voor participatie. In de Voorjaarsnota is gerekend met zogenoemde ‘lopende prijzen’; de ramingen (ook die in het Sociaal domein) zijn meerjarig al gecorrigeerd met een loon- en prijsindex. Om die reden kunnen de betreffende taakmutaties worden aangewend als algemeen dekkingsmiddel.

3. Doorberekening loon-prijs

In de meicirculaire is de tabel met de loon- en prijsindices gepresenteerd op basis van het Centraal Economisch Plan 2021 (CEP) van het CPB. Volgens de ‘Uitgangspunten Voorjaarsnota 2021’, waarover de raad in de raadsinfo van 30 maart 2021 is geïnformeerd, wordt in de PB2022 uitgegaan van de indices uit dit CEP. Nu doet zich de situatie voor dat de loonindices in het CEP hoger zijn dan in de MEV, waar bij de Voorjaarsnota vanuit wordt gegaan. Zie tabellen hieronder (indices zijn niet cumulatief). Met name in de jaren na 2022 voorziet het CPB grotere loonstijgingen dan oorspronkelijk verondersteld. De voorziene prijsontwikkeling blijft gelijk. De hogere loonindex leidt tot hogere ramingen voor de loonkosten.

Onderdeel 2022 2023 2024 2025
Loonindices in VJN2021 0,013 0,015 0,015 0,018
Prijsindices in VJN2021 0,015 0,015 0,015 0,015

 

Onderdeel 2022 2023 2024 2025
Loonindices CEP 0,015 0,023 0,021 0,024
Prijsindices CEP 0,015 0,015 0,015 0,015

4. Verhoging plafond Btw-compensatie fonds (Bcf)

Sinds begin van deze eeuw is de btw voor gemeenten een kostencomponent. Een belangrijk deel hiervan kan via het Btw-compensatiefonds bij het rijk worden gedeclareerd. Als aan het einde van het boekjaar geld in dit fonds overblijft (gemeenten hebben dan minder gedeclareerd), ontvangen zij dit geld via het Gemeentefonds. Declareren gemeenten meer dan er geld in het Btw-fonds zit, dan wordt het verschil op het Gemeentefonds gekort. Het is gemeenten toegestaan om in de begrotingen een realistische inschatting te maken of en hoeveel financiële ruimte onder het BCF-plafond zal resteren. Gelet op de gemeentelijke declaraties in 2020, is een opwaartse aanpassing naar € 220.000 (stijging van € 100.000) verantwoord.

5. Voordeel ‘Werken in Losser’ (Sw)

In de VJN 2021 is een voordeel op de SW-activiteiten toegelicht. Het betreft een positief saldo van: lagere baten als gevolg van een lagere omzet en lagere salarislasten door een groter verloop dan verwacht in het SW-personeelsbestand. Dit voordeel kan ook doorgetrokken worden naar 2025 (in de Voorjaarsnota is de bate over de jaren 2022 t/m 2024 geraamd).

6. Stelpost loon- en prijscompensatie

In de gemeentelijke begroting (met ‘doorbelastingen’, ‘kostenplaatsen’ en ‘gesloten systemen’) ontstaan verdeelverschillen. Het is nodig om deze verdeelverschillen met de exploitatie te verrekenen.

7. Extra middelen jeugd

Na een uitgevoerde arbitrage heeft de commissie ‘Van Zwol’ bepaald dat het rijk voor 2022 extra geld voor ‘jeugd’ dient te betalen. Op basis hiervan ontvangt Losser een extra bedrag van € 1.714.000 in 2022. De te ontvangen extra rijksgelden in 2022 zijn als incidentele bate in de begroting meegenomen. Dit vanwege het feit dat het rijk nog geen onomwonden toezegging heeft gedaan dat ook in de jaren daarna extra gelden tegemoet kunnen worden gezien. Hierbij zijn wij uitgegaan van het voorzichtigheidsbeginsel.

1.2. Verloop incidenteel en structureel saldo

Uitgangspunt van tabel 2 is de regel 'Geactualiseerd begrotingssaldo' uit tabel 1.

Tabel 2, Structureel en incidenteel begrotingssaldo

 Saldoverloop (bedragen x € 1.000)
2022 2023 2024 2025
Totaal saldo financieel perspectief na verwerking alle voorstellen 2.017 249 -68 -59
Af: Saldo incidentele baten en lasten 1.372 245 -176  -66
Structureel saldo financieel perspectief 646 4 108 7

Toelichting:

Het BBV schrijft voor dat de meerjarenraming in de begroting ook een overzicht bevat van de geraamde incidentele baten en lasten per programma. Dit overzicht is opgenomen in hoofdstuk 4.5. Het saldo van incidentele baten en lasten is van belang. Dit om aan te kunnen tonen dat zowel op de korte als de lange termijn geen structurele lasten worden gedekt met incidentele baten. Dit blijkt uit de regel 'Structureel saldo financieel perspectief' in de tabel hier boven.

Het is belangrijk dat het financieel meerjarenperspectief structureel en reëel sluit. Incidentele uitgaven kunnen en mogen worden gedekt uit incidentele middelen, zoals bijvoorbeeld de reserves, maar structurele (lees: jaarlijks terugkerende) lasten moeten worden gedekt door structurele middelen. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in het structureel saldo van de begroting. Dit structurele saldo is ook voor de provincie van belang in het kader van het Interbestuurlijk toezicht (IBT) en dient positief te zijn.

Het overzicht is voor de jaren 2022 t/m 2025 reëel en structureel sluitend.

Herverdeling gemeentefonds

Over het meerjarenperspectief merken wij overigens nog het volgende op. In de VJN2021 hebben wij aangegeven dat de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten in beweging is. De in dit verband genoemde ontwikkelingen zijn nog steeds actueel, zoals: de tekorten binnen het ‘Sociaal domein’ (in relatie tot de te lage rijksvergoeding), de opgelegde rijkskortingen (‘abonnementensysteem’, ‘opschalingskorting’) en het rijksvoornemen voor de herverdeling van het gemeentefonds. Het college heeft, gelet op de onzekerheden in verband met de kabinetsformatie, in de Voorjaarsnota een neutrale insteek gekozen. Wij hebben geen rekening gehouden met meevallers, noch met mogelijke tegenvallers. Daarmee hebben we een afgewogen en verantwoord risico genomen. Deze insteek is nog altijd actueel en wij hebben deze ook als uitgangspunt genomen bij de voorbereiding van de PB2022. In de volgende alinea lichten we toe waarom dit uitgangspunt nog niet aan actualiteit heeft ingeboet.

In augustus 2021 heeft de minister een nieuw voorstel gedaan voor de herverdeling van het gemeentefonds. Voor Losser leidt dit op termijn tot een totaal nadeel van € 1.350.000 (€ 60 per inwoner). Hierover hebben wij u recent in een raadsinformatie geïnformeerd. Ook nu is nog sprake van een tijdelijk voorstel, waarover pas in de kabinetsformatie definitieve knopen worden doorgehakt.

Tegenover deze dreigende tegenvaller voor Losser, zijn er aan de inkomstenkant ook hoopgevende signalen. Losser ontvangt in 2022 een extra uitkering van het rijk, ter dekking van de kosten van 'jeugd'. De arbitragecommissie die door de VNG is ingeschakeld, heeft echter niet alleen een uitspraak gedaan voor het jaar 2022, maar heeft eveneens aangegeven dat het rijk ook voor de lange termijn met extra geld over de brug zou moeten komen. Afgezien van een bedrag van € 392.000 (VJN2020) is hier in onze meerjarenbegroting nog geen rekening mee gehouden.

Wij verwachten dat in de kabinetsformatie duidelijkheid zal komen over de omvang van deze jeugdgelden. Daarnaast mogelijk ook over een mogelijke korting/bevriezing van de 'Opschalingskorting', een aanpassing van het 'abonnementensysteem' in de WMO en structurele gelden voor de klimaattransitie en de uitvoering van de Omgevingswet.

Bij de Losserse Voorjaarsnota worden de inhoudelijke en financiële afwegingen gemaakt. Wij gaan ervan uit dat bovengenoemde ontwikkelingen in de komende maanden worden uitgekristalliseerd en dat hierover in de VJN2022 duidelijkheid kan worden gegeven.