2. Financieel Middelenkader

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in het middelenkader in de periode 2019-2022. 

  Product  2018  2019 2020  2021 2022
 1 Resultaat PB 2018 0 -184.000 -313.000 -650.000 -650.000
 2 Algemene uitkering effecten sept.circ. 2017/dec.circ. 2017/mrt.circ. 2018  28.084  -548.840 -1.234.928 -1.815.112 -2.850.540
 3 Loon- en prijscompensatie 0 297.737 686.119 896.997 1.692.860
 4 Treasury -369.390 -183.554 -178.078 -212.197 -239.900
 5a Belastingen (areaal) -200.000 -100.000 -100.000 -100.000 -100.000
 5b Belastingen (inflatiecorrectie) 0 -55.000 -98.000 -121.000 -225.000
 6 Kinderopvang  56.018 56.018 56.018 56.018 56.018
 7 Welzijnsaccommodaties 30.000 0 0 0 0
    -455.288 -717.639 -1.181.869 -1.945.293 -2.316.562

Tabel 2.1 Financieel middelenkader

Toelichting financieel middelenkader

Als startpunt voor het middelenkader wordt de beschikbare ruimte van de begroting genomen. Dit wordt vermeerderd met de mutaties in de september- en de decembercirculaire 2017 alsmede de maartcirculaire 2018 (regel 2). Naast een kleine plus uit de september- en de decembercirculaire zorgt vooral de maartcirculaire voor een ‘grote plus’ in het financieel middelenkader van de gemeente Losser. Voor een nadere toelichting op de genoemde bedragen wordt verwezen naar de eerder verschenen raadsinformatiebrieven. Hierin valt te zien dat de extra bijdragen vooral het gevolg zijn van een verhoging van het accres en gedeeltelijk door taakmutaties op het sociaal domein. Voorzichtigheidshalve is rekening gehouden met een uitname uit het gemeentefonds die het Rijk wil gebruiken om het BTW-compensatiefonds aan te kunnen vullen om de naar verwachting hogere BTW-claims te kunnen uitkeren.

Voor de Voorjaarsnota zijn uitgangspunten vastgesteld. Deze zijn opgenomen in bijlage 1. Op basis van deze uitgangspunten wordt de loon- en prijscompensatie voor meerdere jaren doorgerekend (3). Dit heeft een nadelig effect op het middelenkader omdat er meer kosten worden toegerekend aan de diverse producten. Voor dit nadelige effect wordt de gemeente gedeeltelijk gecompenseerd via de algemene uitkering (zie 2). In de berekening is er rekening mee gehouden dat de integratie-uitkering sociaal domein met ingang van 2019 onderdeel wordt van het algemene deel van het gemeentefonds en dat ook de compensatie van loon- en prijsstijgingen voor deze lasten wordt gedekt uit de algemene compensatie (accres) uit het gemeentefonds.

Vervolgens worden jaarlijks de kapitaallasten geactualiseerd (4). De kapitaallasten bestaan uit de rente- en afschrijvingslasten van investeringen. Door de verlaging van het algehele renteniveau kan de gemeente de benodigde financieringsmiddelen goedkoper aantrekken. Op het gemeentelijk middelenkader heeft dit een positief effect.

De belastingopbrengsten vallen naar verwachting structureel hoger uit dan tot nu toe werd aangenomen. (zie 5a: voor 2018 € 200.000 en vanaf 2019 € 100.000). Daarnaast worden de belastingtarieven zoals gebruikelijk verhoogd met een inflatiecorrectie (5b).

Bij de verwerking van de meicirculaire 2016 is ten onrechte de decentralisatie uitkering peuterspeelzaalwerken op het budget in mindering gebracht (6). Dit wordt gecorrigeerd.

Bij de vaststelling van de programmabegroting 2018 is een amendement aangenomen om de onderhoudsstaat van de speeltoestellen een extra impuls te geven vanaf 2018 (7). De dekking voor dit voorstel wordt voor 2018 gevonden in een extra onttrekking aan de Algemene Risicoreserve. De structurele dekking past binnen de positieve begrotingssaldi voor de komende jaren.