4. Verplichte paragrafen

In de programmabegroting worden de zogenaamde verplichte paragrafen opgenomen. Voor de eenduidigheid wordt in de bestuursrapportage in hoofdlijnen dezelfde opzet aangehouden. Indien tussentijds iets gemeld moet/kan worden, dan wordt dit opgenomen in de bestuursrapportage.

4.1. Lokale heffingen

Belastingsoort

Hogere/lagere opbrengstraming

 

Onroerende zaakbelastingen

90.000

V

Toeristenbelasting

20.000

V

Afvalstoffenheffing

25.000

V

Rioolheffing

100.000

N

Aangezien de saldi van de exploitaties van ‘afvalstoffen’ en ‘riolering’ met de voorziening wordt verrekend, hebben bovengenoemde saldi van de afvalstoffen- en rioolheffing geen invloed op het saldo van de exploitatie van de gemeente Losser. Per saldo resteert een voordeel van € 110.000.

4.2. Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers kan opvangen zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bepalen we door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de risico’s op bovengenoemde tegenvallers.

Aanwezige weerstandscapaciteit
Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om die tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve, vrij aanwendbare reserve en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen.

In de financiële verordening is vastgesteld dat we bij de programmabegroting en de gemeenterekening ingaan op de inventarisatie van het weerstandsvermogen. Bij de behandeling van de begroting 2015 ontvangt u dan ook een actualisatie van het weerstandsvermogen.

Zoals de tabel in paragraaf 2.5 Ontwikkeling van de Algemene Reserve laat zien is de prognose voor de algemene reserve voor ultimo 2015 €. 3.837.000. 

De prognose voor de aanwezige weerstandscapaciteit is ultimo 2015 €. 5.793.018

 
Aanwezige weerstandscapaciteit

Ontwikkeling weerstandsvermogen ultimo 2015
Componenten                                                                                           
Algemene risicoreserve 3.837.000
Bestaande reserves/voorziening 46.495
Stille reserves 1.909.523
Prognose stand eind 2015 5.793.018

Benodigde weerstandscapaciteit
In de vastgestelde nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het risicomanagement aan de P&C-cyclus wordt gekoppeld en de risico’s periodiek (begroting en jaarrekening) onder de aandacht worden gebracht en worden bijgesteld. De benodigde weerstandscapaciteit is conform inventarisatie bij jaarrekening 2014, waarbij rekening is gehouden met de actualisatie van het grondbedrijf,  € 5.705.874.

Ratio weerstandsvermogen
In de raadsvergadering van 10 juli 2012 heeft uw raad besloten de ratio van het weerstandsvermogen naar beneden bij te stellen van C naar D, waarderingsklasse 0,8-1,0. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.

                                                               5.793.018
                                                            
   -------------
Ratio Weerstandsvermogen =           5.705.874            =          1.02

 

Het ratio weerstandsvermogen komt daarmee uit op 1.02 en bevindt zich net boven onder de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 0.8 -1.0.

Het ratio weerstandsvermogen is ten opzichte van de jaarrekening 2014 (ratio 0.69) verbeterd en bevindt zich net boven de bij de jaarrekening afgegeven prognose (0.98)

4.3. Onderhoud kapitaalgoederen

Geen bijzonderheden

 

4.4. Financiering

Bij het uitvoeren van het treasurybeleid wordt geporbeerd om zoveel mogelijk te profiteren van de lage kapitaalmarktrente. Vooral de kortlopende financieringsmiddelen zijn momenteel ‘goedkoop’. Daarom wordt ook geprobeerd om, binnen de gestelde kaders, zoveel mogelijk met kort geld in de financieringsbehoefte te voorzien.

Naar het zich nu laat aanzien pakt het treasuryresultaat in 2015 zeer gunstig uit. Het voordeel bedraagt € 500.000. In de toelichting onder tabel 2.6 'Overzicht mutaties per programma' wordt hier nader op in gegaan.

4.5. Bedrijfsvoering

ICT
Het IT bedrijf Enschede is bezig met een totale upgrade van de huidige technische infrastructuur (aangeduid als baseline). Dit is een operatie die ruim een jaar in beslag neemt.
De nieuwe baseline voor de gemeente Losser zou in eerste instantie begin 2016 gereed zijn. Maar op verzoek van Losser is dit naar voren gehaald en is de baseline eind dit jaar gereed.

Twentse Arbeidsvoorwaardenregeling (TAR)
Volgens de oorspronkelijke projectplanning werd medio 2015 resultaat verwacht van het overlegproces over een gezamenlijke TAR. Inmiddels is op enkele onderdelen resultaat behaald, echter het overleg over enkele essentiële onderdelen van de TAR vraagt meer tijd. Ingangsdatum van de TAR zal op zijn vroegst 1 maart 2016  zijn.’

4.6. Verbonden partijen

Geen afwijkingen verwacht.

4.7. Grondbeleid

Woningbouwprogrammering
Zie hoofdstuk 3.1 Programma Natuur en Ruimte voor de ontwikkelingen ten aanzien van de woningbouwprogrammering.

Herrubricering grondvoorraad
De classificatie van de grondvoorraad  in het grondbedrijf (NIEGG) had niet in alle gevallen juist plaatsgevonden, omdat niet in alle gevallen een reëel en/of stellig voornemen over ontwikkeling op afzienbare termijn door de raad is genomen. De herrubricering is zonder financiële consequenties doorgevoerd in de jaarrekening 2014.

Aanpassing rekenrente van 5,5% naar 4,5%
Op aanraden van de accountant is bij de jaarrekeningcontrole 2014 de gehanteerde omslagrente verlaagd van 5,5% naar 4,5%.In onderstaande tabel is een weergave te zien van de begrote rente gebaseerd op 5,5% en de daadwerkelijke doorberekende rente van 4,5% voor wat betreft de grondexploitatie.

    Begroting 5,5% rente Berap       4,5% rente Resultaat
a. Voorraad grond in exploitatie 270.198 233.505 36.693
b. Voorraad grond niet in exploitatie 232.012 192.218 39.794
c. Totaal begroot aan rente 502.210 425.723 76.487

Bij de actualisatie van de grondexploitaties, door u vastgesteld op 30 juni 2015, is reeds rekening gehouden met deze 4,5% rente waardoor er voor de voorraad grond in exploitatie (a) geen financiele consequenties zijn in de begroting 2015. De rentekosten bij de voorraad niet in exploitatie (b) worden lager en zullen bij de jaarrekening worden verwerkt. Het totale renteresultaat (c) heeft wel financiele gevolgen voor de opbrengst op treasury. De lagere renteopbrengsten van het grondbedrijf zijn verwerkt bij het treasury resultaat op het programma Bestuur en Dienstverlening.