Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vond 17 december 2013 plaats. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de fiscale ontwikkelingen in 2014 op lokaal niveau en de ontwikkeling van de belastingdruk in 2014.
Lokale heffingen zijn te onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Deze paragraaf is als volgt opgebouwd:
- Ontwikkelingen
- Tariefsaanpassingen
- Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten
- Woonlasten (lokale lastendruk)
- Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
1. Tariefaanpassingen
Voor 2014 is voor de tariefstijgingen uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,5%. De gemeenteraad is hier voor de volgende heffingen van afgeweken:
2. Overzicht opbrengsten
Opbrengst belastingen en heffingen rekening 2014 t.o.v. begroting 2014 in Euro’s |
||
|
Begroting 2014 |
Rekening 2014 |
Onroerende-zaakbelastingen |
4.406.900 |
4.349.981 |
Afvalstoffenheffing |
1.960.442 |
1.916.957 |
Rioolheffing (incl. grootverbruik) |
2.158.638 |
2.176.841 |
Hondenbelasting |
202.000 |
206.505 |
Toeristenbelasting |
180.000 |
191.031 |
Forensenbelasting |
20.450 |
15.105 |
Leges: leges Wabo e.d. |
377.650 |
353.371 |
Secretarieleges |
333.100 |
402.564 |
Leges ruimtelijke ordening |
15.500 |
3.596 |
Overige leges |
23.168 |
23.345 |
Markt- en staangelden |
21.000 |
17.547 |
Totaal |
€ 9.698.848 |
€ 9.656.843 |
Woonlastenontwikkeling Losser
De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de Onroerende zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Conform de besluitvorming bij de Kadernota 2014 zijn de OZB-tarieven reëel verhoogd met 5%. De afvalstoffenheffing 2014 steeg met 9% ten opzichte van 2013 en de rioolheffing met 1,5%.
3. Woonlastenontwikkeling in Losser
Als gevolg van voorgaande uitgangspunten ontstonden de volgende gemeentelijke woonlasten bij een woning met een gemiddelde woningwaarde (exclusief garages en woningen in aanbouw) in 2014 van € 206.000.
|
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
Coelo |
Coelo |
Coelo |
Coelo |
OZB eigenaar |
281,75 |
286,58 |
316,00 |
333,70 |
Afvalstoffenheffing |
218,55 |
174,84 |
177,96 |
194,16 |
Rioolheffing |
202,30 |
206,85 |
210,99 |
214,11 |
Totaal |
702,60 |
676,40 |
705,00 |
741,97 |
Rangordenummer
Het COELO heeft een rangorde gemaakt voor alle 417 gemeenten en deelgemeenten. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten en nummer 417 de hoogste.
Vergelijking 1: Rangorde van Twentse gemeenten naar hoogte van de gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden in 2014
2013 | 2014 | |
Rijssen-Holten | 72 | 87 |
Oldenzaal | 144 | 130 |
Twenterand | 169 | 143 |
Hengelo | 183 | 169 |
Almelo | 192 | 200 |
Tubbergen | 179 | 204 |
Wierden | 250 | 241 |
Losser | 204 | 263 |
Hellendoorn | 281 | 287 |
Enschede | 278 | 289 |
Dinkelland | 273 | 290 |
Borne | 285 | 296 |
Haaksbergen | 266 | 302 |
Hof van Twente | 335 | 330 |
4. Kwijtschelding
Elke gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels (Gemeentewet, Invorderingswet, en Uitvoeringsregeling Invorderingswet) toepassen.
De gemeente Losser verleent in voorkomende gevallen op verzoek kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing, OZB en rioolheffing. Kwijtschelding voor hondenbelasting is met ingang van 2014 niet meer mogelijk, de verleende kwijtscheldingsverzoeken hebben betrekking op 2013. Voor de berekening van de betalingscapaciteit wordt door alle gemeenten uitgegaan van kosten van bestaan die maximaal 100% van de bijstandsnorm bedragen.
In 2014 zijn de volgende belastingen kwijtgescholden:
Begroot (centraal) |
Werkelijk 2014
|
|
Afvalstoffenheffing | 77.715 | |
Hondenbelasting | 352 | |
Ozb | 4.265 | |
Rioolheffing | 2.34 | |
Totaal | 100.000 | 84.677 |
In 2014 is aan 357 belastingplichtigen volledig of gedeeltelijk kwijtschelding verleend van de gemeentelijke belastingen: de OZB, de riool- en de afvalstoffenheffing. Het gemiddeld verleende bedrag aan kwijtschelding is € 237.
In onderstaande tabel zijn de aantallen voor de jaren 2011-2014 opgenomen.
|
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
Kwijtschelding op aanvraag |
96 |
185 |
113 |
123 |
Automatische kwijtschelding |
159 |
120 |
148 |
234 |
Totaal kwijtschelding |
255 |
305 |
261 |
357 |
Afgewezen |
45 |
43 |
116 |
87 |
Beroepschriften |
2 |
4 |
7 |
4 |
Gemiddeld bedrag (van de volledige en gedeeltelijke kwijtscheldingen) |
€ 250,72 |
€ 241,40 |
€ 195,01 |
€ 237,19 |
Inleiding
De gemeente Losser acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico's nu en de risico's gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de aanwezige weerstandscapaciteit en in de risico's van de gemeente te kunnen krijgen is er zowel een inventarisatie van de aanwezige weerstandscapaciteit als van de risico's uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de inventarisaties en wordt de ratio weerstandsvermogen weergegeven. De paragraaf eindigt met de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van het weerstandsvermogen.
Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid omtrent de weerstandscapaciteit en risico's:
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:
Het wettelijke kader van BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) stelt dat de paragraaf betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten:
A. Beleid en inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Losser beschikt om die tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve, vrij aanwendbare reserve en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen.
Dit laatste conform uw raadsbesluit van 23 april 2013 naar aanleiding van het In het najaar 2012 uitgevoerde onderzoek in welke mate en op welke manier, conform vigerende regelgeving, de in Losser aanwezige stille reserves (voor een deel) meegenomen kunnen worden in het weerstandsvermogen.
Algemene risicoreserve:
Zoals in hoofdstuk 2. “Financiële positie”, de tabel Algemene Risico Reserve, laat zien is de stand van de algemene risicoreserve voor ultimo 2014 € 2.208.000. In deze tabel wordt tevens een overzicht gegeven van de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve over de periode 2015 tot en met 2017.
Stille reserves:
Van stille reserve is sprake als de marktwaarde cq de verkoopwaarde van een activum (voor de gemeente Losser betreft het gronden en onroerend goed) hoger is dan de boekwaarde. Voor alle gronden en onroerend goed is, voor de bepaling van de stille reserves, opnieuw bepaald of ze in eigendom/gebruik van de gemeente moeten blijven of kunnen worden afgestoten. Vervolgens is van deze gronden en onroerende zaken de boekwaarde en de WOZ (als een soort marktwaarde) naast elkaar gelegd. Bij deze "marktwaarde" bestaat er bepaalde onzekerheid omtrent de verkoopbaarheid van deze gebouwen en gronden.
Om bovenstaande reden zijn de waarden van de stille reserves in gronden en gebouwen welke kunnen dienen als dekking in het weerstandsvermogen zeer behoudend bepaald; voor de verkoopbare gebouwen is de WOZ-waarde verlaagd met de boekwaarde, van het dan resterende bedrag is 25% genomen om te kunnen dienen als weerstandsvermogen. Voor de verkoopbare gronden is de verkoopwaarde gesteld op 5 euro per m2. Van deze waarde is 50% genomen om te kunnen dienen als weerstandsvermogen.
Het resultaat van deze analyse is dat de waarde van de stille reserves ten opzichte van de waarde van de stille reserves in de begroting 2015 iets lager is. Dit wordt veroorzaakt doordat, op dit moment, bepaalde activa in gebruik zijn en nog niet afgestoten kunnen worden.
Waarde stille reserves voor de jaarrekening 2014 bedraagt € 1.684.976
Zoals onderstaande tabel laat zien is de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2014 € 3.939..000 is. Dit is voor verwerking van het jaarresultaat 2014 en exclusief de begrote toevoegingen in de begroting 2015.
Ontwikkeling weerstandsvermogen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
Stand Algemene reserve ultimo jaar | 2.208 | 3.219 | 3.416 | 3.416 |
Bestaande reserve/voorziening procedures VH | 46 | 46 | 46 | 46 |
Stille reserves conform raadsbesluit | 1.685 | 1.685 | 1.685 | 1.685 |
Saldo | 3.939 | 4.950 | 5.147 | 5.147 |
B. Beleid en inventarisatie van de risico's
In de vastgestelde nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het risicomanagement, net zoals de bepaling van de stille reserves, aan de P&C-cyclus wordt gekoppeld en de risico’s periodiek onder de aandacht worden gebracht en worden bijgesteld. Dit heeft voor de begroting slechts beperkt geleid tot wijzigingen in de geïnventariseerde risico’s of tot nieuwe risico’s.
Uitgangspunten bij deze beoordeling zijn dat:
Gevolg van deze inventarisatie is dat het totaal van de geïnventariseerde risico’s
€ 5.035.000 bedraagt. Het betreft hier het geschatte geldelijke gevolg van alle geïnventariseerde risico’s (exclusief grondbedrijf).
Met behulp van een risicoscore kunnen de risico’s worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke risico’s het meest belangrijk zijn.
De 10 grootste risico’s jaarrekening 2014: | |||
Nr. | Onderwerp | Risico | Invloed |
1. | Schommelingen in de conjunctuur | Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengsten kant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden | 21,88% |
2. | Overige onvoorziene risico's | Financiële nadelen. | 21,83% |
3. | Garantstellingen | Door de lening verstrekker wordt er een beroep gedaan op de garantstellingen. | 11,55% |
4. | Uitbreiding taken in kader WMO (van AWBZ naar Wmo), betreft decentralisaties: - Werken naar vermogen - AWBZ begeleiding - Jeugdzorg | Alhoewel besloten is met de rijksmiddelen de taken uit te voeren zonder dat uit de algemene middelen wordt bijgelegd, is het niet uit te sluiten dat nadelige financiële gevolgen uit deze overdracht zullen voortvloeien. | 10,90% |
5. | Sociale werkvoorziening | Het subsidieresultaat (participatiewet) is negatief (loonkosten zijn hoger dan de rijksubsidie) | 7,28% |
6. | Wet werk en bijstand Rijksbijdrage is ontoereikend om bijstandsuitkeringen van te betalen |
Het gemeentelijk aandeel overstijgt het maximaal (wettelijk vastgelegde) aandeel van 10%. Ontwikkeling aantal bijstandsgerechtigden is lastig te beïnvloeden is met name afhankelijk van de economische ontwikkelingen. | 6,56% |
7. | Bijzondere bijstand | Toenemend aantal aanvragen en open eind financiering moeilijk beheersbaar | 2,91% |
8. | Voorzieningen algemeen (woningaanpassing, rolstoelen, vervoer en huishoudelijke hulp) | Financieel tekort, open einde financiering. Aantal aanvragen en gebruik van voorzieningen neemt nog steeds toe. | 2,19% |
9. | Vermindering legesopbrengsten | Door economische situatie daling van omgevingsaanvragen | 2,19% |
10. | Aansprakelijkheidstelling | Derden stellen gemeente aansprakelijk |
2,19% |
Het totaal van de geïnventariseerde risico’s van de gemeente Losser bedraagt circa 5 mln. Het betreft hier het geschatte geldelijke gevolg van de geïnventariseerde risico’s (exclusief de risico’s van het grondbedrijf).
Risico's grondbedrijf
In februari 2013 heeft uw raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten aanzien van het risicomanagement van het grondbedrijf is gekozen voor een andere werkwijze. Naast projectgebonden risico’s wordt er nu door het Grondbedrijf ook gekeken naar niet projectgebonden risico’s, ofwel conjuncturele risico’s geïnventariseerd en gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar binnen de projecten en liggen op het vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden. Te denken valt aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters. Hiermee ontstaat er een vollediger en betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen het grondbedrijf.
Risicosimulatie:
Niet alle risico’s doen zich tegelijkertijd en in volle omvang voor, er hoeft dan ook een minder groot risico te worden opgevangen. Dit systeem van risicosimulatie vormt de basis voor het weerstandsvermogen van de gemeente Losser. In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is het gemeentelijke beleid over beide onderwerpen vastgelegd.
Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.775.874 voor de overige risico’s en een bedrag van € 2.930.000 voor de risico’s samenhangend met het grondbedrijf.
Totaal benodigde weerstandscapaciteit bedraagt derhalve € 5.705.874.
C. Ratio weerstandsvermogen en verwachte ontwikkelingen.
Ten behoeve van de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen voor de jaarrekening zijn de stille reserves en alle risico’s op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten opnieuw beoordeeld en geanalyseerd.
In 2013 heeft het grondbedrijf de risico-analyse verder verfijnd; naast projectgebonden risico’s worden er door het Grondbedrijf nu ook niet projectgebonden risico’s, ofwel conjuncturele risico’s geïnventariseerd en gekwantificeerd.
Benodigde weerstandcapaciteit
De geïnventariseerde risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie welke uitgevoerd wordt om te berekenen welk bedrag er nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve, vrij aanwendbare andere reserves en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Beschikbare weerstandcapaciteit
Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 0,8 en 1,0 na. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.
Ratio Weerstandsvermogen = € 3.939.000 : € 5.705.874 = 0,69
De ratio weerstandsvermogen komt daarmee uit op 0.69 en bevindt zich nog onder de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 0.8 -1.0.
Ontwikkeling in het ratio weerstandsvermogen:
Vanaf 2011 worden er inventarisaties uitgevoerd om alle mogelijke risico’s in beeld te krijgen. Met ingang van 2012 is er periodiek een risico-inventarisatie uitgevoerd om na te gaan of het aantal risico’s als de omvang van de financiële gevolgen van de risico’s zijn gewijzigd. Daarnaast kunnen er ook maatregelen worden getroffen die de risico’s verkleinen.
Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen | 31-12-2011 | 31-12-2012 | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
Ratio Weerstandsvermogen | 1.00 | 0.23 | 0.41 | 0.69 |
In de Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat wanneer het weerstandsvermogen nog niet voldoet, zoals nu het geval is, alle meevallers respectievelijk het rekeningresultaat prioritair bestemd wordt om het weerstandsvermogen weer op een financieel verantwoord niveau te brengen.
Prognose ratio weerstandsvermogen 2016 en verder
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Aanwezig weerstandsvermogen | 3.939 | 5.568 | 6.112 | 6.540 | 6.744 |
Benodigd weerstandsvermogen | 5.706 | 5.706 | 5.706 | 5.706 | 5.706 |
Ratio weerstandsvermogen | 0,69 | 0,98 | 1,07 | 1,15 | 1,18 |
In bovenstaande tabel is de verwachte ontwikkeling ratio weerstandsvermogen weergegeven bij gelijkblijvende risico's. De weergegeven ratio's zijn berekend inclusief het jaarresultaat 2014 en alle toevoegingen aan de algemene risico reserve die zijn vastgesteld in de meerjaren begrotingen van 2013 t/m 2015.
Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen, wegen, bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen en gebouwen. Deze gemeentelijke eigendommen vertegenwoordigen een grote waarde. Investeren in onderhoud is noodzakelijk om deze kapitaalgoederen voor lange termijn in stand te houden. De totale vervangingswaarden van de kapitaal goederen in Losser wordt geschat op ruim 260 miljoen euro. Onderstaande tabel geeft een overzicht op hoofdlijnen van de in beheer zijnde kapitaalgoederen.
Kapitaalgoederen | 31-12-2014 | ||||
AREAAL / HOEVEELHEDEN | Hoeveelheid | Eenheid | AREAAL / HOEVEELHEDEN | Hoeveelheid | Eenheid |
Verharding | Groen | ||||
Elementverharding | 544.104 | m2 | Bomen klein | 546 | St |
Asfaltverharding | 1.035.553 | m2 | Bomen middel | 2.460 | St |
Beton | 17.552 | m2 | Bomen Groot | 7.536 | St |
Halfverharding/Onverhard | 157.964 | m2 | Bloembakken | 22 | St |
Totaal verharding | 1.755.173 | m2 | Bosplantsoen | 215.241 | m2 |
Bodembedekkers | 22.373 | m2 | |||
Kunstwerken | Wadi's | 19.937 | m2 | ||
Kunstwerken (bruggen) | 41 | St | Heesters en coniferen | 83.793 | m2 |
Steigers | 4 | St | Rozen | 9.269 | m2 |
Vaste planten en wisselperken | 1.362 | m2 | |||
Gras(intensief) | 370.405 | m2 | |||
Water | Gras(extensief) | 24.284 | m2 | ||
Duikers | 17 | St | Hagen | 6.808 | m2 |
Vijvers/Watergangen | overgedragen naar waterschap | St | Begraafplaats | 1.264 | m2 |
Beschoeiing | 220 | m1 | Verhardingen (Groen) | 17.749 | m2 |
Bermen en sloten (buitengebied) | 647.236 | m2 | |||
Riolering | Waterpartijen | 32.561 | m2 | ||
Vrijverval riolering | 149.000 | m1 | Totaal groen | 1.452.282 | m2 |
Drukriolering | 163.000 | m1 | |||
Randvoorzieningen | 5 | St | Straatmeubilair | ||
Hoofdgemalen | 26 | St | Verkeersborden | 3.640 | St |
Pompgemalen | 579 | St | Straatnaamborden | 1.006 | St |
Putten, vrijvervalriolering | 3.342 | St | Komborden | 120 | |
Kolken | 7.260 | St | Schrikhekken | 159 | |
Zuiltjes Paaltjes | 888 | ||||
Areaal Vastgoed | Flespalen | 2.144 | |||
Eigendienst | 9 | St | Paddenstoelen | 54 | |
Maatschappelijk | 56 | St | Richtingaanwijzers blauw | 27 | |
Commercieel | 51 | St | Richtingaanwijzers rood | 42 | |
Verwijzing Groen | 19 | ||||
Afvalinzameling | Verwijzing Rood | 22 | |||
minicontainers GFT en REST | 16.444 | St | Toeristische verwijzingsborden | 104 | |
Restafvalcontainer ondergronds | 19 | St | Banken | 206 | |
Restafvalcontainer bovengronds | 2 | St | Picknickset | 98 | |
Glasbak ondergronds | 20 | Afvalbakken | 266 | ||
Glasbak bovengronds | 2 | Vlaggenmasten | 7 | St | |
Textielcontainers ondergronds | 6 | Plattegrondkasten | 7 | St | |
Textielcontainers bovengronds | 2 | Welkomstborden | 13 | St | |
Kunststofverpakkingmateriaal containers ondergronds | 1 | St | Spiegel | 7 | St |
Kunststofverpakkingmateriaal containers bovengronds | 17 | St | Abri | 13 | St |
Lichtmasten | 4.313 | St | |||
Speeltoestellen | 235 | St |
Algemeen
In het coalitieakkoord “Naar een nieuwe samenwerking” (2014-2018) heeft het college aangegeven dat de Toekomstvisie met haar strategische doelen een belangrijke stip aan de horizon is bij ontwikkelingen en uitvoering van projecten. Een goed ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte, als directe woon-, werk- en leefomgeving, is van groot belang bij het bereiken van deze strategische doelen.
Ten aanzien van de financiële positie van de gemeente Losser, wil het college verder kijken dan de coalitieperiode om een solide toekomst van Losser te waarborgen. Onzekere factoren die de financiële situatie beïnvloeden, waaronder het meerjaren investeringsprogramma voor de openbare ruimte, worden in de coalitieperiode onderzocht en verder uitgewerkt. Hier is in 2014 een belangrijke aanzet mee gemaakt.
Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte betekent dit dat het MIP (integraal Meerjaren onderhouds- en InvesteringsProgramma voor de openbare ruimte) in 2014 verder is uitgewerkt en dat de reeds gehanteerde werkwijze om beheerbudgetten mede in te zetten als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte, ook in 2014 invulling heeft gekregen.
In 2014 was een overgangsjaar waar het gaat om de implementatie van het kaderstellende plan voor het onderhoud van de openbare ruimte; de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018). Middels dit plan, dat in juli 2013 door de raad is vastgesteld, is vastgelegd dat de openbare ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROW-systematiek). Voor wegen wordt het kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken.
In het algemeen geldt dat op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende om een kwaliteitsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers) is het mogelijk het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair, te realiseren. In 2014 lag de nadruk op onderzoeken hoe de eigen buitendienst, samen met de Stichting Werken in Losser (WIL), hier het beste invulling aan kan geven. Deze onderzoeken worden in 2015 verder uitgewerkt zodat ook in 2015 er nog sprake is van een overgangsjaar.
Strategie
Om de ambitie van de vastgestelde onderhoudskwaliteit te behalen is de volgende strategie gevolgd:
Sturen op kwaliteit
De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau. Vanwege het feit dat beschikbare financiële middelen onder druk staan betekent dit dat voor alle voorzieningen in de openbare ruimte dat de levensduur zo ver mogelijk wordt opgerekt als mogelijk is binnen de afgesproken kwaliteit, om zodoende kosten te besparen.
Met deze strategie worden “de grenzen” opgezocht. Daarom is het belangrijk om het verloop van de technische kwaliteit en van de onderhoudskwaliteit van de voorzieningen in de openbare ruimte te volgen. De frequentie van kwaliteitsinspecties en schouwrondes wordt daarom geïntensiveerd. De metingen van technische kwaliteit en de analyse van de ontwikkeling van de onderhoudskwaliteit wordt gecombineerd met beschikbare gegevens van burgertevredenheid (klachten en meldingen), verkeersongevallencijfers en gegevens over schadeclaims in het kader van aansprakelijkheid van de gemeente in haar brede rol van ‘wegbeheerder’. In 2014 is hiermee een aanvang gemaakt. Er is met name gewerkt aan een nieuw Meldingssysteem voor het Meldpunt Openbare Ruimte. Dit nieuwe systeem, waarmee bewoners o.a. via een App heel gemakkelijk meldingen kunnen doorgeven, wordt in de loop van 2015 uitgerold.
Opstellen beleid- en beheerplannen
Na vaststelling van de “Nota kapitaalgoederen voor de openbare ruimte” is in 2014 verder gewerkt aan het opstellen van beleid- en beheerplannen voor alle vakdisciplines die gerelateerd zijn aan het beheer van de openbare ruimte. Hierin vindt de uitwerking plaats van de in de nota vastgestelde kaders en wordt concreet invulling gegeven aan de doelstelling om met beheer van de openbare ruimte zoveel mogelijk de strategische doelen uit de Toekomstvisie te ondersteunen. In 2014 zijn voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd voor het Groenstructuurplan, Beleidsplan wegen en het Beleidsplan Verlichting in de openbare ruimte. De voorbereidende werkzaamheden zijn zodanig gevorderd dat deze beleid- en beheerplannen in de loop van 2015 op de Raadsagenda geplaatst kunnen worden.
Vervangingsinvesteringen en herinrichting openbare ruimte (via MIP)
De Nota Kapitaalgoederen betreft het onderhoud van de openbare ruimte en gaat niet in op de vervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Daarom wordt, op basis van de vervangingsplannen die per vakdiscipline in de afzonderlijke beleid- en beheerplannen zijn opgenomen, het integraal meerjaren onderhouds- en investeringsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) opgesteld. Net als de vervangingsplannen wordt het MIP jaarlijks geactualiseerd.
Het MIP bevat een lijst van technisch urgente projecten en een overzicht van synergie-kansen. Dit zijn projecten die door samenloop van onderhoud, vervanging en nieuw beleid, op basis van synergie, meerdere doelen kunnen bereiken. Door de integrale aanpak krijgen ook ‘derden’ kansen om aan te haken bij investeringen in de openbare ruimte en zijn er wellicht bijdragen mogelijk vanuit andere overheden (subsidies) en/of bijdragen van derden (bijvoorbeeld bij ontwikkellocaties).
Op basis van het MIP worden jaarlijks, bij de kadernota, voor de meest urgente vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen, financiële middelen aangevraagd.
Relatie tussen het MIP en de meerjarenbegroting:
In juli 2013 heeft de raad de Nota Kapitaalgoederen vastgesteld. De financiële middelen die nodig zijn om de afgesproken kwaliteit te realiseren (de exploitatie klein onderhoud en exploitatie groot onderhoud) zijn in de begroting op genomen. Daarnaast bestaat er voor wegen en gebouwen een reserve om piekvormingen te reguleren. Structureel zijn er (m.u.v. Riolering) geen middelen gereserveerd voor reconstructies en nieuwe werken. In het voorjaar tijdens de voorbereiding van de kadernota wordt het Meerjaren Investerings Plan(MIP) in de raad behandeld. Op basis van het MIP worden in de kadernota voorstellen voor noodzakelijke- en gewenste investeringen aan de kapitaalgoederen. De raad heeft dan de keuze om de (noodzakelijke) investering(en) op te nemen in de begroting voor het komende jaar.
In het MIP wordt op hoofdlijnen integraal inzichtelijk gemaakt welke (vervangings-) investeringen en projecten in de openbare ruimte de komende 4 jaar een rol gaan spelen. Het MIP is echter een dynamisch plan waarop vele externe factoren invloed hebben. Om deze reden is ervoor gekozen steeds de investeringen die de komende 2 jaar concreet worden, op te nemen in de programmabegroting. Hierbij wordt alleen voor het eerstvolgend jaar daadwerkelijk besloten om kredieten en budgetten voor vervangingen en investeringen beschikbaar te stellen.
In 2014 is voor het eerst deze systematiek volledig toegepast. Het MIP is geactualiseerd en bij de kadernota zijn vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen in beeld gebracht.
In november 2014, bij de begrotingsbehandeling, heeft er een thema bijeenkomst met de raad plaatsgevonden waar het MIP is gepresenteerd en een toelichting is gegeven op de gekozen systematiek.
In 2015 wordt, conform het MIP, geen ‘beslag’ gelegd op de programmabegroting maar wordt verder uitvoering gegeven aan (deels al lopende) projecten die worden gefinancierd uit reeds eerder beschikbaar gestelde kredieten (o.a. V GRP), subsidies en de reserve wegen.
“High-lights” vervangingsinvesteringen openbare ruimte in 2014
Op basis van bovengenoemde systematiek en strategie is in 2014 met name gewerkt aan:
MIP en “Kies je Kans (bewonersparticipatie)”
In 2014 is het traject van “Kies je Kans”, waarin de verschillende woonkernen zelf aan de slag gingen met wenselijke ontwikkelingen in hun dorp, opgeleverd. Hieruit kwam onder andere naar voren dat er vele “kleinere” verbeterpunten in de openbare ruimte zijn waarmee bewoners zelf aan de slag kunnen, maar dat er ook wensen en verbeterpunten zijn die het beste samen met onderhoud en investeringen van de gemeente opgepakt kunnen worden.
In 2014 is erg veel energie gestoken in het integreren van de plannen en ideëen vanuit “Kies je Kans” in het MIP. De basis hiervoor is overleg met dorpsraden en andere betrokken om gezamenlijk te werken aan het gewenste beeld voor de openbare ruimte in de verschillende woonkernen. Door verankering in het MIP is borging van de plannen in de investeringssystematiek van de gemeente geregeld.
Voor de inhoudelijke afstemming en de “gezamenlijke stip op de horizon” wordt gewerkt aan gezamenlijke plannen en uitvoeringsprogramma’s. In de 2e helft van 2014 is dit proces in gang gezet. Een voorbeeld hiervan is het zogenaamde paraplu-plan voor het centrum van de kern Losser dat gemeente en centrumondernemers begin 2015 gezamenlijk gaan opstellen.
Hiermee wordt de gewenste synergie bereikt en wordt concreet invulling gegeven aan de doelstelling om met beheer van de openbare ruimte zoveel mogelijk de strategische doelen uit de Toekomstvisie te ondersteunen.
Kapitaalgoederen
In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is gesteld dat de paragraaf kapitaalgoederen tenminste een toelichting op de volgende onderdelen bevat.
Wegen
Wegen en verhardingen
Beleid
Wegen en verhardingen maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “C”, waarbij de ambitie is uitgesproken om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken.
Naast de beeldkwaliteit speelt ook de technische kwaliteit van de constructie een belangrijke rol. In een tweejaarlijkse cyclus wordt de technische kwaliteit gemonitord conform de landelijke CROW-systematiek.
Uitvoering
De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders zijn in 2014 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen, verhardingen, (recreatieve) fietspaden, wegbermen en sloten. In de loop van 2015 wordt dit plan aangeboden aan uw raad.
Belangrijk aandachtspunt hierbij zijn de vervangingsinvesteringen en de samenloop met andere investeringen in de openbare ruimte. Het jaarprogramma voor "planbaar onderhoud" is gebaseerd op periodieke kwaliteitsinspecties en wordt afgestemd met het MIP.
Openbare verlichting
Beleid
Openbare verlichting maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”.
Uitvoering
De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden in 2015 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan voor het onderhoud en vervangen van de openbare verlichting. De noodzakelijke onderliggende gegevens hiervoor zijn in 2014 verzameld.
Belangrijk aandachtspunt in het beleid- en beheerplan zijn de technologische ontwikkelingen (LED, energieverbruik) en vervangingsinvesteringen van masten, armaturen en lampen in de periode tot 2020.
Eind 2013 heeft de 4 jaarlijkse remplace plaatsgevonden waarbij alle PLL lampen zijn vervangen. Dit geeft ruimte in de tijd om een aanvang te maken met de geleidelijke vervanging van een belangrijk deel van de openbare verlichting.
Voor het dagelijks beheer is vooral gestuurd op meldingen van defecte lichtpunten, aanrijdingen etc.
Gladheidsbestrijding
Beleid
Gladheidsbestrijding maakt geen deel uit van de Nota Kapitaalgoederen, maar wordt gestuurd op basis van het in 2011 opgestelde gladheidsbestrijdingsplan. Hierin is het nieuwe versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid vastgelegd. Strooiroutes e.d. zijn hierop gebaseerd.
Uitvoering
In het winterseizoen 2012/2013 is voor het eerst invulling aangegeven aan het versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid. De ervaringen hiermee zijn meegenomen in het strooiplan voor 2014/2015.
In 2014 is een sneeuwploeg vervangen.
Recreatieve fietspaden
Beleid
Recreatieve fietspaden maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”.
Uitvoering
In de periode 2011 t/m 2013 is fors geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van fietspaden. Dit betreft de fietspaden die deel uitmaken van het Fietsnetwerk Twente.
Het waarborgen van openbaarheid en toegankelijkheid van recreatieve fietspaden blijft voortdurend een punt van aandacht. Het formele instrument hiertoe is de gemeentelijke “Legger der Wegen” (de wegenlegger). In 2010 is de Wegenlegger door uw raad vastgesteld waarmee de openbaarheid van de hoofdstructuur formeel is vastgelegd.
De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in het beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen en verhardingen. Fietspaden, zowel utilitair als recreatief, maken deel uit van dit plan. In 2014 is fors ingezet in het verzamelen van informatie om de Wegenlegger in 2015 te kunnen actualiseren. Dit in samenhang met geactualiseerde informatie ten aanzien van onderhoudsverplichtingen die bij de gemeente liggen. Deze informatie wordt gebruikt in het nieuwe beheersysteem Wegen dat in de loop van 2015 wordt geïmplementeerd.
Straatmeubilair
Onder straatmeubilair wordt het geheel aan ondersteunende voorzieningen verstaan ten behoeve van de functie van de wegen. Naast banken en afvalbakken vallen hieronder ook de (toeristische) bewegwijzering en de straatnaam- en verkeersborden.
Beleid
Straatmeubilair maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”.
Kunstwerken (bruggen, viaducten en beschoeiingen)
Beleid
In 2011 heeft een kwaliteitsinspectie plaatsgevonden. Op basis daarvan is een maatregelprogramma opgesteld voor het onderhoud van de kunstwerken. De kunstwerken worden op het niveau basis (globaal overeenkomende met kwaliteitsniveau “C” uit de Nota Kapitaalgoederen die in 2013 is vastgesteld) onderhouden.
Uitvoering
De inspectie van 2011 heeft uitgewezen dat met de huidige beschikbare middelen dit basis niveau net kan worden uitgevoerd.
Een in het oog springend aspect op dit vakonderdeel waren de contractuele verplichtingen met Prorail voor de spoorwegonderdoorgang Lossersestraat. De kosten van deze contractuele verplichtingen zijn in 2014 op de onderhoudspost Kunstwerken geboekt. Vanaf de begroting 2015 is hiervoor structureel een budget gereserveerd, conform de uitkomst van de onderhandelingen met Prorail.
Riolering
Beleid
Op 18 december 2012 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2016 door de raad vastgesteld. Hierin is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater opgenomen.
Besloten is om uit te gaan van een behoudend en sober basisscenario en om de reserve riolering in te zetten om een deel van de kosten te dekken.
Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte opnieuw in te richten. De financiële middelen voor deze herinrichting kunnen niet ten laste van het vGRP gebracht worden. Hiervoor worden andere dekkingsmiddelen ingezet zoals onder andere het budget “Groot onderhoud Wegen” en wordt getracht externe bijdragen te verwerven. Het budget voor groot onderhoud aan wegen staat onder druk, waardoor dit gevolgen heeft voor de planning van het uitvoeringsprogramma van het vGRP. Om de synergiekansen niet verloren te laten gaan moet er geschoven worden in de planning.
Uitvoering
In de planperiode wordt invulling gegeven aan het maatregelenprogramma zoals dat in het vGRP is vastgelegd. De investeringen in riolering worden integraal benaderd zodat zoveel mogelijk synergie en maatschappelijke winst wordt behaald. Het MIP is hiervoor het document om te sturen in een integrale planning voor investeringen in de openbare ruimte.
Omdat zoveel mogelijk synergie met de andere taken in de openbare ruimte wordt nagestreefd, is er geschoven in het uitvoeringsprogramma en ook in de planning daarvan. De vervanging van de riolering in de Kerkstraat te Losser is hiervan een voorbeeld. Om synergiekansen m.b.t. de ontwikkeling van de Aloysiuslocatie niet verloren te laten gaan, is besloten om dit project iets uit te stellen.
De gewijzigde uitvoeringsplanning heeft gevolgen voor de prognose uit het kostendekkingsplan. Vanaf 2015 wordt jaarlijks het kostendekkingsplan geactualiseerd en opnieuw doorgerekend.
Water
Beleid
Het gemeentelijk beleid op gebied van water is vastgelegd in het vigerende Gemeentelijk Waterplan. Het uitvoeringsprogramma is door het ontbreken van financiële middelen tot op heden slechts gedeeltelijk gerealiseerd. Met ingang van 2013 is het vGRP van kracht waarin ook de nieuwe watertaken zijn opgenomen. De activiteiten uit het Gemeentelijk Waterplan die vallen onder de nieuwe watertaken zijn opgenomen in het vGRP.
Vanuit “Brussel” speelt de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vertaling naar de Regio vindt plaats middels stroomgebiedbeheersplannen (SGBP). De taken voor de gemeenten liggen vooralsnog voornamelijk op het gebied van de ruimtelijke ordening.
Het Nationaal Bestuursakkoord Water gaat steeds nadrukkelijker een rol spelen. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van doelmatigheid, etc. zijn ontwikkelingen die steeds nadrukkelijker een rol gaan spelen. Deze landelijke ontwikkeling wordt vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in “Waterwinst 2.0”. Middels deze intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen het waterschap, de bereidheid uit om samen te gaan werken in de (afval)waterketen teneinde te kunnen komen tot een structurele kostenbesparing in de keten. Daarnaast zijn kennis en kwetsbaarheid speerpunten in “Waterwinst 2.0”.
Uitvoering
In 2014 is middels de systematiek van “werkplaatsen” verder gewerkt aan de concrete invulling van “Waterwinst 2.0”. Losser neemt hierin actief deel. Uitkomsten uit verschillende werkplaatsen worden direct gebruikt bij het actualiseren van de vGRP in 2016.
Groen en Landschap
Beleid
Openbaar groen maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”.
Op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende moet zijn om een onderhoudsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid door SW-medewerkers is het mogelijk het door de raad vastgestelde niveau “B” te realiseren.
Uitvoering
De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in beleid- en beheerplannen voor het onderhoud van openbaar groen.
In 2014 is gewerkt aan de voorbereidingen van het Groenstructuurplan dat in de loop van 2015 zal worden aangeboden aan uw raad. Verder is gewerkt aan de aanschaf van een nieuw groenbeheerpakket. Dit beheerpakket wordt in 2015 geïmplementeerd zodat beter gestuurd kan worden op het dagelijks beheer en onderhoud en ook beter in beeld gebracht kan worden wat de jaarlijkse vervangingsopgave is.
Verder is in 2014 gewerkt aan onderzoek op welke wijze het dagelijks beheer van met name de groenvoorzieningen het beste kunnen plaatsvinden. De inzet van SW-medewerkers en de ontwikkelingen ten aanzien van de ontmanteling van Top Craft en implementatie van stichting WIL vormden hierbij een belangrijk aandachtspunt.
Vastgoednota
Beleid
Op 21 oktober 2014 is de Vastgoednota gemeente Losser vastgesteld. De bijbehorende bijlage Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel verkopen of ontwikkelen van locaties. Daarbij spelen budgettaire redenen maar ook de wens om de mogelijkheden van privatisering nader te bekijken, een rol. Daarnaast is met ingang van 1 juli 2014 de Wet Markt en Overheid van kracht geworden. Hierin zijn gedragsregels voor overheden opgesteld om concurrentievervalsing tegen te gaan. Voor vastgoed geldt dat tenminste een kostprijs dekkende huur wordt doorberekend, tenzij men daar gemotiveerd van af wil wijken. Dit laatste zal voor het maatschappelijk vastgoed het geval zijn, terwijl voor commerciële partijen de marktconforme huurprijs blijft gelden.
Uitvoering
De uitwerking van de consequenties van een kostprijs dekkend huurtarief voor het maatschappelijk vastgoed zal naar verwachting medio 2015 in het financieel systeem zijn verwerkt en als ‘verborgen subsidies’ in beeld zijn gebracht. De keuze om deze ‘verborgen subsidies’ in stand te laten moet daarna worden gemaakt en integraal met de ‘overige subsidies’ opnieuw worden beoordeeld in relatie tot het maatschappelijk rendement.
Gebouwen (MOP)
Beleid
Voor het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed (incl. scholen, sportgebouwen, zwembad, gemeentehuis e.d.) is er tot op heden geen beleid vastgesteld. Er is ook geen vastgesteld onderhoudsplan. Wel is er een actueel meerjaren onderhoudsplanning (MOP)
De vastgoedportefeuille van de gemeente Losser bestaat nu uit 116 objecten (stand datum 31-12-2014). De totale WOZ-waarde is €47.51M gebouwen worden door de gemeente Losser onderhouden. Hiervoor volgens het MOP structureel een bedrag van ca. € 915.000 benodigd. Er wordt strak gestuurd op het onderhoud.
Uitvoering
Met ingang van november 2014 is sporthal De Spil verkocht aan woningstichting Domijn, ten behoeve van de realisatie van het Kulturhus in Overdinkel. Daarmee is het areaal aan maatschappelijk vastgoed geslonken met 1 object.
De hiervoor genoemde Vastgoednota heeft ook gevolgen voor de mate van onderhoud van de verschillende panden en daarmee het benodigd budget voor het MOP in de toekomst. Het benodigd budget voor het MOP zal daarom ook opnieuw geïnventariseerd en geïnspecteerd worden. Hierbij zullen we gebruik maken van een landelijk geaccepteerde methodiek in conditiemeting (RGD-BOEI richtlijn Rijksgebouwendienst). De mogelijkheid bestaat dan om een (minimaal) onderhoudsniveau af te spreken met het daarvoor benodigde budget. Vergelijkbaar met de nota kapitaalgoederen voor de openbare ruimte.
Eind 2014 zijn de aanbestedingsstukken hiervoor opgesteld, maar is het qua tijdsplanning niet gelukt de procedure op te starten. De daadwerkelijke aanbesteding zal daarom nu begin 2015 plaatsvinden. Na opdrachtverstrekking zal de uitvoering zeker nog tot eind 2015 doorlopen.
Duurzaamheid
Beleid
Duurzaamheid is een breed begrip en hier wordt op vele vlakken (inkoop, diensten, projecten, openbare ruimte) invulling aan gegeven. Een concrete ambitie met doelstelling is in september 2012 door de Raad in haar Visie op Duurzaamheid en het daaruit voortkomende Duurzaam Energie Beleid Gemeente Losser vastgesteld. Hierin is de ambitie voor de gemeente Losser uitgesproken om 20% CO2-reductie en 20% duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990) te realiseren. Omdat hierin geen extra financiële middelen worden ingezet, anders dan de verstrekte subsidie van de Provincie, zal de rol van de gemeente beperkt blijven tot een stimulerende en faciliterende rol. Middels een Uitvoeringsprogramma wordt met name gericht op de bebouwde omgeving, particuliere woningen. Dit betreft in de gemeente Losser ook de grootste groep v.w.b. energieverbruik en levert daarmee de meeste winst op.
Uitvoering
Het Energieloket “Doe Groen. Dat Scheelt” met website en telefonisch loket blijft in ieder geval tot eind 2015 bestaan middels een verlenging van de subsidietermijn van de Provincie. De uitvoering hiervan gebeurt in samenwerking met de gemeente Enschede. Het beschikbare budget dat de Provincie voor duurzaamheidspremies en -leningen heeft uitgetrokken dreigt medio 2015 wel op te raken. In de maand november van 2014 is met een lokaal bedrijvenconsortium een drietal bewonersavonden georganiseerd om extra aandacht hieraan te besteden (laatste kans). Bezoekers die zich hiervoor hebben aangemeld hebben wij een korting geboden op een persoonlijk energiemaatwerk advies.
Daarnaast is in 2014 invulling gegeven aan de Landelijke VNG-ondersteuning voor energiebesparing bij particuliere woningen. In Regio Twente verband is gekozen voor extra communicatie op gebied van energiebesparing en -opwekking. De uitvraag zal in 2015 plaatsvinden waarin meerdere communicatiebureaus gevraagd worden om een voorstel voor uitvoering van deze campagne.
Op bestuurlijk niveau heeft eind 2014 nog overleg plaatsgevonden met de gemeenten in NOT verband. De wens bestaat om in NOT verband meer gezamenlijk op te trekken op gebied van duurzaamheidsprojecten en communicatie hierover binnen de eigen organisatie. Voor zover dit niet binnen Regio Twente verband gezamenlijk wordt opgepakt liggen hier uitdagingen dit in NOT verband mogelijk te maken.
Doelstellingen treasurybeleid
De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt.
Op 18 december 2012 is de herziene Financiële verordening en het Treasurystatuut vastgesteld door de raad. Hierin is het beleidskader voor Losser inzake treasury opgenomen. In het treasurystatuut worden onder meer de verdeling van taken en bevoegdheden en de verantwoordingsrelaties inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en Losser vastgelegd.
De doelstellingen zijn o.a.:
In het voorjaar van 2015 zal een herzien treasurystatuut worden vastgesteld. Hierin zal de invoering van het verplichte schatkistbankieren en de aangescherpte regelgeving voor derivaten zijn opgenomen.
Renterisicobeheer
Onder financiële risico’s worden zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s verstaan. De Wet fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn.
De gemeente Losser heeft in 2014 geen uitzettingen gedaan. Zij bezit uitsluitend een aantal aandelenpakketten in het kader van de publieke taak. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. Door de wetswijziging van de Wet fido in 2009 is ook het verstrekken van geldleningen aan gemeentepersoneel niet meer toegestaan. De portefeuille met personeelshypotheken wordt derhalve afgebouwd.
Daarnaast wordt zeer terughoudend omgegaan met het verstrekken van leningen. Er zijn slechts leningen verstrekt vanuit de deelnemingen in Vitens en Enexis. De risico’s vanuit deze leningen zijn nihil. Van de 4 leningen die verstrekt zijn aan Enexis bij de verkoop van de aandelen van Essent, zijn overigens al een tweetal vervroegd afgelost.
Ook met garanties wordt terughoudend omgegaan. De uitstaande garanties op geldleningen stammen allen uit de jaren '90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die voortvloeien hieruit zijn opgenomen in het weerstandsvermogen. Daarnaast neemt Losser een achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. De risico’s hiervan zijn ook ingeschat op nihil aangezien er momenteel geen aanwijzingen zijn dat het WSW niet aan haar garantieverplichtingen zal voldoen en de gemeente zal aanspreken op haar achtervangpositie.
Omslagrente
Bij de toerekening van rente door middel van kapitaallasten wordt uitgegaan van een gemiddelde rekenrente, ook wel de omslagrente genoemd. De omslagrente wordt berekend aan de hand van:
In de begroting 2014 is de omslagrente op 5,5% gesteld, bij wijze van voorcalculatie. Wanneer de daadwerkelijke omslagrente lager is ontstaat een rentevoordeel, dat tot uiting komt in een inkomenspost op functie 914 (programma Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien).
De gemiddelde rente van de opgenomen leningenportefeuille is ondertussen gedaald tot net onder 4,1% ten opzichte van 4,5% per eind 2013. De daling is het gevolg van het aantrekken van twee nieuwe leningen van in totaal 4,5 miljoen euro tegen lage rentepercentages (respectievelijk 1,445% en 1,795%).
Renteresultaat
Het resultaat in 2014 is zo’n € 66.000 euro lager dan begroot. De rentelasten zijn lager dan begroot. Er zijn in 2014 een tweetal nieuwe leningen aangetrokken van in totaal 4,5 miljoen euro (er was verwacht dat 5 miljoen euro benodigd zou zijn). De rentepercentages van de nieuwe leningen zijn echter aanzienlijk lager dan ingeschat. De aanhoudende lage stand van de korte rente in combinatie met maximaal kortlopende leningen aantrekken (zie ook passage kasgeldlimiet) heeft ook een voordeel opgeleverd. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat de rentebaten vanuit de kapitaallasten lager waren dan ingeschat doordat de investeringen achterbleven.
Renterisiconorm
In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in 2014 de norm niet heeft overschreden:
Berekening renterisiconorm (x € 1.000) |
Begroting 2014 |
Jaarrekening 2014 |
Begrotingstotaal (1) |
51.339 |
51.339 |
Vastgesteld percentage (2) |
20% |
20% |
Renterisiconorm (1) x (2) = (3) |
10.268 |
10.268 |
Aflossingen (4) |
2.480 |
2.480 |
Ruimte onder renterisiconorm (3) - (4) |
7.788 |
7.788 |
Kasgeldlimiet
Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden minus vlottende middelen) maximaal mag hebben.
De kasgeldlimiet bedroeg in 2014:
(x € 1.000) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Omvang begroting per 1 januari 2014 grondslag |
51.339 |
51.339 |
51.339 |
51.339 |
|
|
|
|
|
Toegestane kasgeldlimiet: |
|
|
|
|
- in % van de grondslag |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
- omvang kasgeldlimiet |
4.364 |
4.364 |
4.364 |
4.364 |
|
|
|
|
|
Toets kasgeldlimiet: |
|
|
|
|
Gemiddeld overschot vlottende middelen |
|
|
|
|
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld |
8.067 |
9.622 |
4.329 |
3.826 |
Toegestane kasgeldlimiet |
4.364 |
4.364 |
4.364 |
4.364 |
Ruimte onder kasgeldlimiet |
-3.704 |
-5.258 |
35 |
538 |
De limiet is twee kwartalen achtereen overschreden. Dat is toegestaan binnen de regels vanuit de Wet fido. In het 3e kwartaal van 2014 zijn een tweetal leningen aangetrokken zodat niet nogmaals de kasgeldlimiet zou zijn overschreden. Dat zou niet toegestaan zijn.
De kasgeldlimiet is overschreden binnen gestelde normen om zo optimaal gebruik te maken van de zeer lage stand van de korte rente. Deze bedraagt momenteel bijna 0%.
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 is de gemeente verplicht om overtollige middelen onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden.
Er is sprake van een drempelbedrag voor de gemeente dat voor Losser 385.000 euro bedroeg in 2014. Vanaf deze jaarrekening heeft de gemeente de verplichting om in deze paragraaf te rapporteren over de eventuele overschrijding van het drempelbedrag. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2014 af en toe een positief banksaldo had. Dit saldo was echter niet dusdanig dat het drempelbedrag is overschreden en middelen bij de schatkist belegd hadden moeten worden.
(x € 1.000) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen |
0 |
43 |
40 |
12 |
Toegestane drempelbedrag |
385 |
385 |
385 |
385 |
Ruimte onder het drempelbedrag |
385 |
342 |
345 |
373 |
Overschrijding drempelbedrag |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schuldpositie
In de afgelopen jaren is er een groeiende belangstelling geweest voor de schuldpositie van gemeenten. Naast een sluitende begroting wordt steeds meer gekeken naar de financiële positie van de gemeente en of deze gezond is. Deels komt deze tot uitdrukking in de omvang van de schuldpositie.
De VNG hanteert een tweetal normen voor de hoogte van de schuldpositie die gebaseerd zijn op de volgende kengetallen:
Uit de onderstaande tabel, met de berekende ratio’s op basis van de gemeentebalans, blijkt dat Losser in de afgelopen jaren ruim binnen de gestelde normen is gebleven:
Omschrijving |
Eind 2010 |
Eind 2011 |
Eind 2012 |
Eind 2013 |
Eind 2014 |
Schuldquote |
64% |
70% |
70% |
69% |
70% |
Schuld vs. exploitatie |
47% |
52% |
55% |
48% |
57% |
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
In 2014 heeft de treasuryfunctie zich bezig gehouden met:
Limieten 2014
In de treasuryparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld. De Raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2014 kon financieren of beleggen.
De limieten voor 2014 zijn:
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de limiet voor netto-vlottende schuld in 2014 is overschreden (zie hiervoor de passage kasgeldlimiet). De overige limieten zijn niet overschreden:
Netto-vlottende schuld (x 1.000 euro) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2014-2017 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld in kwartaal |
8.067 |
9.622 |
4.329 |
3.826 |
Gemiddeld overschot vlottende middelen |
~ |
~ |
~ |
~ |
Overschrijding limiet: ja/nee *) |
ja |
ja |
nee |
nee |
Vaste schuld (x 1.000 euro) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2014-2017 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
Opgenomen vaste schuld in kwartaal |
0 |
0 |
4.500 |
0 |
Cumulatief opgenomen vaste schuld in jaar |
0 |
0 |
4.500 |
4.500 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) |
nee |
nee |
nee |
nee |
Uitzettingen (x 1.000 euro) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Limiet - conform financieringsparagraaf Programmabegroting 2014-2017 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
Totale omvang uitzettingen in kwartaal |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) |
nee |
nee |
nee |
nee |
Samenwerking Enschede-Losser
Enschede en Losser hebben afgesproken dat de samenwerking een structurele bezuiniging van 1,2 miljoen euro zou dienen op te leveren. Deze bezuinigingstaakstelling dient in
2015 te worden gerealiseerd. Voor elke gemeente afzonderlijk betekent dit een voordeel van 600.000 euro. Deze besparing is op de volgende wijze in de Losserse begroting opgenomen.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 e.v. |
150.000 |
375.000 |
600.000 |
600.000 |
600.000 |
600.000 |
600.000 |
In de oorspronkelijke doelstelling was opgenomen dat de besparing binnen maximaal vijf jaar zou worden gehaald.In 2014 is er voor Losser 556.000 euro bezuinigd. De verwachting is dat de volledige bezuiniging vanaf 2016 zal zijn gerealiseerd. Daarmee ligt de realisatie op koers.
Samenwerking
Eind 2014 heeft het wetsvoorstel tot afschaffing van de Wgr-plusregio’s kracht van wet gekregen. Door het verdwijnen van de WGR+-status verdwijnt de verplichte samenwerking in de regio Twente. Dit betekent dat er moet worden nagedacht over een nieuwe wijze van organiseren van de vrijwillige samenwerking in Twente. De commissie Robben heeft hiervoor een voorzet gegeven, met de titel: “Samenwerken doen we zelf”.
De centrale gedachte in deze eerste contour is om de samenwerking meer van de gemeenten zelf te maken en de sturing weer terug te geven aan de gemeenteraden en de colleges.
De stuurgroep heeft de centrale gedachte uitgewerkt op drie niveaus:
- Samenwerkende gemeenteraden;
- Samenwerkende portefeuillehouders;
- Samenwerkende ambtelijke organisaties (Twentebedrijf).
In de raadsinfobrief van 17 februari 2015 heeft het college haar visie op deze voorzet gegeven. Bij het bepalen van het standpunt is de eerder opgestelde visie over samenwerking en het collegeprogramma "Naar een nieuwe samenwerking" als uitgangspunt genomen. Het college is van mening dat de cultuur en de inhoudelijke noodzaak tot samenwerking bepalend moet zijn. Besluiten worden alleen maar gedragen als daarvoor voldoende draagvlak bij de deelnemende gemeenten bestaat. Het college staat dan ook achter de visie van de commissie Robben. Daarnaast ziet het college voor onze gemeente een voortrekkersrol weggelegd, om de verbinding te maken tussen ‘stad en platteland’. Dit vanwege het feit dat losser het leggen van deze verbinding al in de praktijk brengt, door de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering met Enschede en de inhoudelijke samenwerking met gemeenten in Noord-Oost Twente.
In eerdergenoemde raadsinformatiebrief geeft het college haar zienswijze op het Twentebedrijf: “De vorming van de Intergemeentelijke Bedrijfsvoeringsorganisatie (IBO) is enige tijd onderwerp van (intensieve) bespreking geweest. Zoals wij u hebben gemeld is de achterliggende gedachte van IBO ingehaald door de tijd en is de focus (weer) teruggelegd bij de vorming van een Twentebedrijf. Omdat er al veel wordt samengewerkt in Twente ligt het voor de hand om daar een professionele aansturing en een efficiënte organisatie onder te leggen. De ontwikkeling van het Twentebedrijf vindt voor een belangrijk deel binnen de kring van Twentse secretarissen plaats en is op onderdelen inderdaad al vergevorderd.”
Communicatie
In 2014 zijn de aangekondigde veranderingen op het gebied van Communicatie uitgevoerd. Een bezuiniging van 35.000 euro is doorgevoerd. De communicatiefunctie wordt vanaf 2014 ingekocht bij de gemeente Enschede. Dat heeft geleid tot een nieuwe bemensing van de afdeling Communicatie. Tevens is het aantal uren dat voor Communicatie wordt ingekocht minder dan het aantal voorheen beschikbare uren.
Dat maakt een andere invulling van het communicatiebeleid noodzakelijk. Enerzijds worden in toenemende mate de mogelijkheden van de digitale en sociale media benut. Anderzijds worden de contacten met partners uit de samenleving gebruikt en geïntensiveerd om, samen met hen, activiteiten uit te voeren en elkaar te versterken. Burgerparticipatie is ook in communicatie een belangrijk doel.
Bestuurlijke en juridische zaken
Verkiezingen en collegevorming 2014
De verkiezingen voor de gemeenteraad brengen iedere vier jaar een groot aantal werkzaamheden met zich mee. Ook in 2014 was dit weer het geval. Belangrijkste taken hierbij waren: ondersteuning bij de verkiezingen en opstellen van het collegeprogramma en het zorgdragen voor het inwerken van de nieuwe wethouders.
Actualiseren APV
De Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Losser is aangepast aan de meest recente regelgeving, jurisprudentie en andere gemeentelijke inzichten.
Elektronische bekendmaking
De raad van de gemeente Losser heeft een verordening vastgesteld, waarin naast de verplichte elektronische bekendmaking van algemeen verbindend voorschrift, ook de elektronische bekendmaking van besluiten van algemene strekking, beleidsregels en beleidsplannen etc. in het vervolg via de elektronische weg gebeuren. Hiertoe wordt een elektronisch gemeenteblad uitgegeven via overheid.nl.
Wet markt en overheid
De gemeentelijke economische activiteiten zijn geïnventariseerd. Uit die inventarisatie is naar voren gekomen dat de gemeente een aantal economische activiteiten verricht, waarbij niet de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht, terwijl het uit een oogpunt van algemeen belang wel wenselijk is, dat die activiteiten op die manier worden aangeboden. In de Wet is een uitzondering gemaakt voor activiteiten en bevoordelingen die plaatsvinden in het algemeen belang. Daartoe heeft de raad vastgesteld dat die economische activiteiten en bevoordelingen in het algemeen belang plaatsvinden.
In 2014 is op alle afdelingen geoefend met de methodiek van RGA’s (Resultaat Gerichte Afspraken). De ervaringen zijn nog divers per afdeling/team. Besloten is om 2015 tot een extra oefenjaar te maken, waarna in 2016 de Personele Jaarplan Cyclus (PJC) inclusief RGA’s voor het eerst formeel kan worden doorlopen. De transities Jeugdzorg, WMO en Participaties hebben in 2014 de P&O-agenda ook deels bepaald. Vooral in het laatste kwartaal is de aandacht gericht op het inrichten van functies en het invullen van de vrijgekomen vacatures op de afdeling WIZ. Tevens is op de afdeling een verdere impuls gegeven aan de sturing op kwaliteit en individuele ontwikkeling. Op de overige afdelingen is aandacht geschonken aan o.a. mobiliteitsbevordering, stimuleren van persoonlijke ontwikkeling en vergroting van de inzetbaarheid, o.a. door concrete invulling te geven aan het ILB (Individueel Loopbaan Budget).
Verder heeft het MT in 2014 ervaring opgedaan met het instrument ‘vlootschouw’. Dit zal in 2015 aan de hand van een evaluatie een vervolg krijgen.
De arbodienstverlening, meer specifiek de bedrijfsartsendienstverlening is in 2014 in gezamenlijkheid met de Twentse gemeenten opnieuw aanbesteed. Begin 2015 zal hierover een besluit vallen.
Met betrekking tot het nieuwe systeem van functiebeschrijving- en waardering HR21 zijn in 2014 voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd, is overeenstemming met de OR bereikt en is de bijbehorende procedureregeling in het GO behandeld. De formele afwikkeling daarvan en de verdere implementatie van HR21 zullen in 2015 en deel 2016 hun beslag krijgen.
Losser heeft in 2014 besloten tot deelname aan het traject om in gezamenlijkheid met de Twentse gemeenten te komen tot één CAO, de Twentse Arbeidsvoorwaarden Regeling (TAR). Dit proces krijgt vervolg in 2015.
Inleiding
Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derde-rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Voor deze begrotingsparagraaf ligt het criterium daarvoor bij de vraag of de gemeente bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Belang voor de Raad
Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of deze uitvoering juist te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Vaak zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.
Beheer verbonden partijen
Op 20 december 2011 heeft de raad ingestemd met de Nota verbonden partijen. In de Nota verbonden partijen is verder ingegaan op de rol van uw raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de raad invulling kan geven aan de toezichthoudende rol. In het Nota verbonden partijen is een standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting en de jaarrekening vastgelegd. Dit gebeurt in de vorm van een vooraf vastgesteld format. Dit format is gevuld met de informatie van alle verbonden partijen van de gemeente Losser.
Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen
In de Nota verbonden partijen is de standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen vastgelegd. Aan dit format is extra (financiële) informatie toegevoegd, zodat we aansluiten bij de aangescherpte BBV-regelgeving voor verbonden partijen.
In deze jaarrekening moet aansluiting worden gezocht bij de informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat uit de jaarrekeningen 2014 van de verbonden partijen. Niet alle verbonden partijen hebben echter hun jaarrekening 2014 tijdig gereed om deze informatie op te kunnen nemen in de gemeenterekening. In het BBV is hierover opgenomen dat voor zover dergelijke informatie niet beschikbaar is of kan worden verstrekt door de gemeente, het voldoende is om over de betreffende verbonden partij te vermelden dat geen informatie beschikbaar is op basis waarvan substantiële wijzigingen in resultaat en/of vermogen te verwachten zijn en kunnen in dat geval eerder gerealiseerde resultaten en eigen vermogen – respectievelijk vreemd vermogensposities – worden verstrekt. In deze gevallen is in de informatie per verbonden partij aangeven dat de vermelde standen die per eind 2013 zijn.
Wijzigingen verbonden partijen
In dit overzicht is de Stichting Werken in Losser nieuw toegevoegd. Verder is één verbonden partij afgevoerd. Het belang in Attero, het voormalige Essent Milieu, is in 2014 verkocht aan een private partij.
Regio Twente | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Er wordt in 2014 nog uitvoering gegeven aan de plusregio in het kader van de Wgr. | |
3. | Doel | De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in de regeling is bepaald, tot doel in de desbetreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, milieu en afvalverwerking, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, grensoverschrijdende samenwerking, arbeidsvoorziening en grondbeleid. De taakvelden van bijna alle gemeentelijke afdelingen zijn betrokken bij dit samenwerkingsverband. |
|
4. | Partijen | Alle betrokken gemeenten zijn met twee leden vertegenwoordigd in het Regioraad (algemeen bestuur), waarvan één uit het college en één uit de gemeenteraad. De gemeente Losser wordt in de Regioraad vertegenwoordigd door burgemeester mr. drs. M. Sijbom en mevrouw A.G.M. Visschedijk-ten Veldhuis. Wethouder J.M. van Rees en de heer J. Essen zijn de beide plaatsvervangers. De stemverhouding in de Regioraad wordt bepaald door het aantal inwoners van de deelnemende gemeente. | |
5. | Bestuurlijk belang | Alle betrokken gemeenten zijn met twee leden vertegenwoordigd in het Regioraad (algemeen bestuur), waarvan één uit het college en één uit de gemeenteraad. De gemeente Losser wordt in de Regioraad vertegenwoordigd door burgemeester mr. drs. M. Sijbom en mevrouw A.G.M. Visschedijk-ten Veldhuis. Wethouder J.M. van Rees en de heer J. Essen zijn de beide plaatsvervangers. De stemverhouding in de Regioraad wordt bepaald door het aantal inwoners van de deelnemende gemeente. | |
6. | Financieel belang | In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. De begrote bijdrage voor 2015 is € 820.000,-. (tegenover ruim 802.000 euro in 2014). De geringe stijging van de bijdrage wordt veroorzaakt door de looncompensatie. Er wordt door de Regio afgezien van prijscompensatie voor 2015. | |
7. | Prestaties - effecten | Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, een bestuursrapportage en de jaarrekening. |
|
8. | Voortgang | Op het niveau van de 14 regiogemeenten zijn trajecten gestart om te bezien op welke terreinen verdergaande regionale samenwerking mogelijk is onder meer in de vorm van shared services. In 2014 is samenwerking op het onderdeel Jeugdzorg voorbereid. Die samenwerking krijgt in 2015 vorm. | |
9. | Risico's en kansen | De uitgaven voor de Regio Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. In die zin zal de Regio Twente de komende jaren een stap terug moeten doen. Bij de behandeling van de begroting 2014 voor de Regio Twente is een substantiële bezuiniging ingeboekt, die doorloopt een bedrag van 1,6 miljoen euro in 2017 en die nog nader inhoudelijk geconcretiseerd moet worden. De jaarschijven 2014 en 2015 zijn van dekking voorzien. Voor de jaren 2016 en 2017 staat nog een restant taakstelling open van 303.000 euro. | |
10. | Ontwikkelingen | Het huidige kabinet heeft een wetswijziging ingediend ter afschaffing van de zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is. Deze wetswijziging is per 1 januari 2015 in werking getreden. Dit betekent onder meer dat de Regio Twente haar bevoegdheden met betrekking tot Verkeer en Vervoer is verloren. Deze gaan terug naar de provincie. Met de provincie zijn goede afspraken gemaakt over de taakoverdracht. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 7.544.951 € 8.446.273 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
19,1 miljoen 13,1 miljoen |
|
13. | Resultaat jaarrekening 2014 | € 665.000 (verwachting uit Berap 2014) |
Stadsbank Oost Nederland | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in vorm van een openbaar lichaam. | |
3. | Doel | Als kredietbank, met inachtneming van wat in de gemeenschappelijke regeling is bepaald, zowel vanuit bedrijfseconomisch als ook vanuit maatschappelijk oogpunt, verantwoord een pakket van al dan niet financiële dienstverlening aan te bieden, in het bijzonder aan ingezetenen in haar rechtsgebied. | |
4. | Partijen | De raden van de gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost-Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden, Winterswijk. | |
5. | Bestuurlijk belang | Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een door de raad uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder drs. J.F. Hassink. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. | |
6. | Financieel belang | De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een bedrag van ca. 140.000,- euro. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON). | |
7. | Prestaties - effecten | De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting, de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. | |
8. | Voortgang | Volgen van de voortgang door periodieke managementrapportages. | |
9. | Risico's en kansen | De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. Een belangrijke rol binnen deze integrale schuldhulpverlening is weggelegd voor de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank is op verzoek van én in samenspraak met de aangesloten gemeenten bezig om te komen tot een ander dienstverleningsmodel. De bedoeling daarbij is om een aantal publieke (financiële) basistaken zoals kredietverstrekking en het daadwerkelijk regelen van schulden door de Stadsbank te laten uitvoeren en de gemeenten verder zelf vrij te laten in de beslissing om ook andere taken (als bijv. intake en budgetcoaching) bij de Stadsbank in te kopen. Voor een toekomstbestendige Stadsbank zal dan wel een nieuw financieel afsprakenkader moeten worden gemaakt. Daarbij moeten de individuele gemeenten flexibel kunnen zijn wat betreft in te kopen diensten, zonder dat de financiële stabiliteit en continuïteit van de Stadsbank in gevaar komt. |
|
10. | Ontwikkelingen | De vernieuwde dienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland zal gevolgen hebben voor de bestuursvorm. Wanneer wordt gekozen voor voortzetting van de Gemeenschappelijke Regeling (waar op basis van onderzoek bij de aangesloten gemeenten draagvlak voor lijkt te bestaan) zal de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Stadsbank Oost Nederland moeten worden aangepast en gemoderniseerd. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 3.009.000 € 2.851.000 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
14,8 miljoen 15,5 miljoen |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 10.800 |
Werkvoorzieningschap Oost-Twente | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Oldenzaal | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. | |
3. | Doel | Het zorgdragen dat zoveel mogelijk ingezetenen van de deelnemende gemeenten die tot de doelgroep behoren, betaalde arbeid kunnen verrichten in het kader van de Wsw. Inmiddels is de gemeenschappelijke regeling in liquidatie. | |
4. | Partijen | Het zorgdragen dat zoveel mogelijk ingezetenen van de deelnemende gemeenten die tot de doelgroep behoren, betaalde arbeid kunnen verrichten in het kader van de Wsw. Inmiddels is de gemeenschappelijke regeling in liquidatie. | |
5. | Bestuurlijk belang | Er is een algemeen bestuur (AB) waarin alle betrokken gemeenten met twee leden - aangewezen door en uit het college van een deelnemende gemeente - zijn vertegenwoordigd en een dagelijks bestuur (DB) waarvan de leden (naast de voorzitter en secretaris bestaande uit tenminste een en ten hoogste drie leden) door het AB worden aangewezen. De Losserse vertegenwoordiging in het algemeen bestuur bestond uit de wethouders drs. J.F. Hassink en ir. M. Wildschut. Wethouder J.M. van Rees is plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder drs. J.F. Hassink lid van het dagelijks bestuur en van de Raad van Commissarissen. | |
6. | Financieel belang | De gemeenten dragen naar rato van het aantal Sw-medewerkers bij in het exploitatietekort. De bijdrage in het exploitatietekort van de gemeente Losser is gemiddeld 33%. De begroting en de jaarrekening van het WOT/Top Craft worden door de raden van de deelnemende gemeenten vastgesteld. In de primitieve begroting 2014 werd van de gemeente Losser een bijdrage voorzien in het exploitatietekort van € 486.000. In december is er een herziene begroting van WOT/Top Craft vastgesteld en is de bijdrage in het exploitatietekort bijgesteld naar € 976.235. De werkelijke bijdrage bedraagt €1.035.300. | |
7. | Prestaties - effecten | De raden van de gemeenten hebben in december 2011 besloten om afzonderlijk van elkaar de Wsw te gaan uitvoeren. Daarvoor zal de gemeenschappelijke regeling WOT worden opgeheven en Top Craft BV worden ontmanteld. Dientengevolge voert Top Craft vanaf 1 januari 2015 geen bedrijfsactiviteiten meer uit en worden alle lopende verplichtingen afgehandeld. | |
8. | Voortgang | Zie hierboven. Per januari 2015 is een ambtelijke liquidatiecommissie gevormd, die de liquidatie van de gr voorbereidt. | |
9. | Risico's en kansen | De opheffing van het WOT en de ontmanteling van Top Craft gaan gepaard met transitiekosten. Deze zijn voor de gemeente Losser geraamd op 3.164.285,- euro. De transitiekosten worden in werkelijkheid lager naarmate er minder overhead (kosten van personeel, materiaal en gebouwen) overblijft na ontmanteling. Door een efficiënte, alternatieve structuur te ontwikkelen voor de uitvoering van de Wsw moet de jaarlijkse bijdrage van de gemeente Losser in het exploitatieresultaat afnemen en de transitiekosten worden terugverdiend. | |
10. | Ontwikkelingen | De definitieve opheffing van het WOT en de ontmanteling van Top Craft vinden plaats wanneer alle verplichtingen zijn afgehandeld. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 48.000 € 48.000 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
€ 7.063.000 € 5.834.000 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 3.226.000, bijdrage Losser € 1.035.300 |
Crematoria Twente | Informatie | ||
1. | vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. | |
3. | Doel | Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria. | |
4. | Partijen | Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente is een gemeenschappelijke regeling, waaraan 13 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. Het betreft de raden, colleges en burgemeesters van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo (O), Hof van Twente, Losser, Berkelland Oldenzaal, Tubbergen, Wierden en Winterswijk. | |
5. | Bestuurlijk belang | Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door de raad van een deelnemende gemeente uit zijn midden, inclusief de voorzitter, op aanbeveling van het college zitting hebben. Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder J.M. van Rees. Wethouder drs. J.F. Hassink is plaatsvervanger. De stemverhouding in het algemeen bestuur wordt bepaald door het inwonersaantal. Elk lid heeft één stem per 20.000 inwoners. Losser heeft hierdoor 1 stem bij een totaal van 30 beschikbare stemmen. | |
6. | Financieel belang | Crematoria Twente / Oost Nederland B.V. keert jaarlijks dividend uit aan OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen. Voor het jaar 2015 is er geen winstuitkering begroot. | |
7. | Prestaties - effecten | De meerjarenbegroting 2015-2018 laat een beeld zien waarbij sprake is van een winstdaling. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt er geen uitkering van dividend verwacht. Dit is vooral een gevolg van de verwachte opening van een nevenvestiging in Oldenzaal, de vastgestelde toekomststrategie en de werkzaamheden die daaruit voortvloeien. Voor 2014 is het begrote dividend uitgekeerd. | |
8. | Voortgang | In 2014 is er vooral gewerkt aan de volgende activiteiten: - Bouw/afronding van het crematorium in Oldenzaal - Uitvoering van de toekomststrategie bestaand uit verbetering van de bestaande crematoria en eventueel oprichten van een nieuwe vestiging in de subregio Hengelo. |
|
9. | Risico's en kansen | De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst voor de komende jaren onder druk. Voor de gemeente Losser betekent een lagere winst van de Crematoria Twente dat een lagere dividenduitkering wordt ontvangen. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt geen winstuitkering verwacht. | |
10. | Ontwikkelingen | De Crematoria Twente hebben een toekomststrategie vastgesteld. Deze strategie bestaat uit het opknappen van de locaties Almelo en Enschede en het oprichten van een nieuwe locatie in de regio Hengelo. Deze stap wordt gedaan om de huidige marktpositie te behouden en te verstevigen. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 1.594.837 € 1.612.837 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
€ 127.772 € 164.519 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 909.000 |
Veiligheidsregio Twente | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Er is sprake van een wettelijk verplichte gemeenschappelijke regeling. | |
3. | Doel | Belangenbehartiging, beleidsmatige en operationele voorbereiding en uitvoering op het gebied van fysieke veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband. | |
4. | Partijen | Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente. | |
5. | Bestuurlijk belang | Kwaliteit van de regeling: een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners. | |
6. | Financieel belang | De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. | |
7. | Prestaties - effecten | De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. | |
8. | Voortgang | Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages | |
9. | Risico's en kansen | De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat bij de Veiligheidsregio. Wordt de taakstelling niet gehaald, dan kan dit van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage. | |
10. | Ontwikkelingen | Het AB van de VRT heeft besloten dat de stijging van de loon- en prijsindex voor het jaar 2015 van in totaal 1,3 mln. euro binnen de begroting van de VRT opgevangen moet worden. Inmiddels heeft de VRT zelf structureel 0,4 mln. euro opvangen in de begroting en moet structureel 0,9 mln. euro gevonden worden. In de vergadering van 16 februari 2015 heeft het AB van de VRT besloten om de 0.9 mln. bij te stellen naar 0,8 mln., omdat het AB de multidisciplinaire evenementen advisering op het huidige niveau wil handhaven. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 4.932.276 € 1.555.826 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
43,6 miljoen 46,7 miljoen |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 306.000 |
Gemeentelijk Belasting Kantoor | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Hengelo | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. | |
3. | Doel | Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. | |
4. | Partijen | De colleges van de gemeenten Borne, Hengelo, Enschede, Losser, Haaksbergen, Almelo en Oldenzaal. | |
5. | Bestuurlijk belang | Wethouder drs. J.F. Hassink maakt deel uit van het algemeen bestuur. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft drie stemmen, met meer dan 50.000 inwoners twee stemmen en met minder dan 50.000 inwoners één stem. | |
6. | Financieel belang | De gemeentelijke bijdrage 2014 wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal “verdeelsleutels” dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen tussen gemeentelijke bijdragen veranderen. De begrote bijdrage in is 354.000.- euro. | |
7. | Prestaties - effecten |
Het verder adviseren, faciliteren en ontzorgen van partnergemeenten door het oprichten van een Gemeenschappelijk Havenbeheer Twente heeft in 2014 invulling gekregen. De gemeenten Almelo, Enschede, Hengelo, Hof van Twente en Lochem hebben hun krachten gebundeld en de samenwerking met het GBT gezocht voor de vorming van het Gemeenschappelijk Havenbeheer Twentekanalen (GHT). De stip aan de horizon voor het GHT is groei en werkgelegenheid in Twente. Ook is het GBT de eerste gemeentelijke organisatie die is aangesloten op de Berichtenbox van MijnOverheid.nl. Door deze innovatie laat het GBT zien dat kostenreductie en het verhogen van de dienstverlening in elkaars verlengde kunnen liggen. Inwoners van de gemeenten aangesloten bij het GBT ontvangen hun aanslag gemeentelijke belastingen sindsdien digitaal, als zij een persoonlijke Berichtenbox hebben aangemaakt op MijnOverheid.nl. Omdat de Berichtenbox ook voor het GBT voordelen oplevert, zoals een garantie en bewijs van aflevering bericht, hogere snelheid omdat berichten onmiddellijk na productie worden bezorgd, minder belasting voor het milieu en grote besparing van print- en portokosten, is de verwachting dat in 2015 ruim 50.000 aanslagen digitaal verstuurd worden. |
|
8. | Voortgang | Het GBT heeft de ambitie om als modern Twentse overheidsorganisatie de taken uit te voeren voor overheden op het gebied van vastgoed, financiën en belastingen. Zij wil haar partners ontzorgen door deskundigheid in te brengen en beheertaken over te nemen. Op deze manier worden overheden in de gelegenheid gesteld om zich te richten op de ontwikkelingen van de Twentse samenleving. De kernwaarden hierbij zijn deskundig, ondernemend en slagvaardig. In de begroting 2014 heeft het GBT aangegeven dat er vooralsnog van uitgegaan wordt dat er geen nieuwe toetreders zijn per 1 januari 2014. In 2014 hebben gesprekken plaatsgevonden met zowel Twentse gemeenten als ook andere gemeenten in Oost-Nederland. De huidige schaalgrootte van het GBT maakt dat de dienstverlening ook door middel van een dienstverlenings- overeenkomst aangeboden kan worden. Dit biedt nieuwe kansen en mogelijkheden om de bedrijfsvoering nog efficiënter in te richten. |
|
9. | Risico's en kansen | De korte-termijn financiële en bedrijfsvoeringsrisico’s zijn gering. Het GBT beschikt over een reserve die dient als buffer om risico’s en knelpunten te kunnen opvangen alsmede voor innovatie van de dienstverlening. | |
10. | Ontwikkelingen | Er wordt vooralsnog van uitgegaan dat er in 2015 geen nieuwe toetreders zullen zijn. Per 1 januari 2015 is toepassing van de werkkostenregeling verplicht. Wat de financiële gevolgen voor het GBT zijn is op dit moment van schrijven nog onduidelijk. Per 1 januari 2016 worden overheidsondernemingen Vennootschapsbelastingplichtig. Het GBT is daarom in december 2014 gestart met een onderzoek of zij al dan niet voor bepaalde activiteiten wordt belast voor Vennootschapsbelasting. Dit onderzoek doet zij gezamenlijk met alle Twentse gemeenten, de Veiligheidsregio, Regio Twente en de Stadsbank waardoor inhuur van professionele begeleiding over een groot aantal deelnemers verdeeld kan worden. Halverwege 2015 zal de financiële impact van deze nieuwe plicht inzichtelijk zijn. |
|
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 693.000 € 1.030.000 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
3,1 miljoen 3,6 miljoen |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 546.127 |
Ambtelijke samenwerking Enschede-Losser | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumregeling. | |
3. | Doel | Het komen tot een doelmatige en toekomstbestendige uitvoering van taken die door de gemeente Losser aan de gemeente Enschede zijn opgedragen. | |
4. | Partijen | De colleges en de burgemeesters van de gemeenten Enschede en Losser | |
5. | Bestuurlijk belang | Op strategisch niveau vindt overleg plaats over de Dienstverlening. | |
6. | Financieel belang | Enschede ontvangt van Losser een structurele bijdrage op basis van integrale kosten in de primaire begroting 2010 van de gemeente Losser. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. Jaarlijks wordt het besparingsvoordeel vastgesteld, dat door beide deelnemers wordt gedeeld. | |
7. | Prestaties - effecten | In de dienstverleningsovereenkomsten is de wijze en de kwaliteit van dienstverlening van Enschede aan Losser vastgelegd. | |
8. | Voortgang | In de dienstverleningovereenkomsten voor de verschillende taakgebieden wordt de informatie- en verantwoordingsplicht nader uitgewerkt. | |
9. | Risico's en kansen | Risico’s en kansen zitten met name in het besparingsvoordeel. Indien er een groter besparingsvoordeel wordt gerealiseerd dan levert dit een extra financieel voordeel voor beide gemeenten op. | |
10. | Ontwikkelingen | Twentebreed speelt op dit moment de mogelijke samenwerking in een mogelijk op te richten Twentebedrijf (op het terrein van bedrijfsvoering). De interne Twentse arbeidsmarkt is hier een voorbeeld van. Streven is ook één rechtspositie te bereiken voor alle Twentse ambtenaren. De gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Losser werken aan een "IBO op maat". Voor IBO is dat meer inzet op Intergemeentelijke Bedrijfsvoering en minder nadruk op Organisatie. Reden hiervoor is dat nu het Twentebedrijf steeds dichterbij komt, een tussenstap van een aparte GR speciaal voor IBO niet meer nodig is. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
n.v.t. | |
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
n.v.t. | |
13. | Jaarresultaat 2014 | n.v.t. |
Regionale uitvoeringsdienst | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Almelo | |
2. | Rechtsvorm | Samenwerking op basis van een bestuursovereenkomst. Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerking ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangevuld met de door partijen gezamenlijk overeengekomen gebieden, in de vorm van een Regionale Uitvoeringsdienst, binnen het grondgebied van de Veiligheidsregio Twente. | |
3. | Doel | Het doel van de RUD Twente is het door gestructureerde samenwerking:
|
|
4. | Partijen | De veertien Twentse gemeenten en de provincie Overijssel. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst bestaat uit vijftien leden zijnde de vertegenwoordigers van de deelnemende colleges. Het bestuurslid wordt aangewezen door het college. Voor de gemeente Losser is dit burgemeester Sijbom. Plaatsvervanger is de heer J.M. van Rees. | |
6. | Financieel belang | De gemeente Losser betaalt voor 2015 een vaste bijdrage van circa € 31.000,-. | |
7. | Prestaties - effecten | Met de NetwerkRUD Twente wordt een structuur geboden waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun vth-taken (vergunningen, toezicht en handhaving). Tevens het realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering). | |
8. | Voortgang | Er worden voorzichtige stappen gezet maar deze zijn nog zeer gering. | |
9. | Risico's en kansen | De RUD moet zorgen voor een kwaliteitslag en efficienter werken. Het risico van de netwerkorganisatie is afstemming. | |
10. | Ontwikkelingen | Op dit moment is er nog sprake van een netwerk-RUD. Signalen van het rijk zijn wel dat de huidige vorm niet kan bestaan, maar dat er een gemeenschappelijke regeling dient te komen. Hoe dit dan precies vorm krijgt, is nog niet duidelijk, maar speelt formeel ook pas per 1 januari 2018. In 2015 komt ook meer duidelijkheid over de inzet van het personeel. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
nnb | |
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
geen | |
13. | Jaarresultaat 2014 | nnb |
Bank Nederlandse Gemeenten | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | De Haag | |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap | |
3. | Doel/Openbaar belang | BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen. | |
4. | Partijen | De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten (dus ook de gemeente Losser bezit een deel), provincies en een hoogheemraadschap. De BNG is gevestigd in Den Haag en heeft geen nevenvestigingen. De BNG heeft als doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. De bank houdt zich binnen die doelstelling onder meer bezig met het aantrekken en uitzetten van gelden, het verzorgen van het betalingsverkeer en het verrichten van valutatransacties. Voor de gemeente Losser is de BNG hoofdbankier. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%. | |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. De dividendopbrengst over 2014 bedroeg 10.003,50 euro. |
|
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank. | |
9. | Risico's en kansen | De winst van de onderneming staat nog steeds onder druk als gevolg van de financiële crisis. Daarnaast schrijven de nieuwe regels voor banken voor dat zij meer risicovermogen moeten aanhouden. De BNG zal derhalve haar eigen vermogen moeten ophogen. Voor de gemeente kunnen beide zaken leiden tot een lagere dividendopbrengst. | |
10. | Ontwikkelingen | BNG Bank verwacht dat de omvang van nieuw verstrekte langlopende leningen in 2015 licht lager zal uitkomen dan in het voorgaande jaar. De nieuwe verstrekkingen betreffen naar verwachting vooral herfinanciering van aflopende leningen. Het renteresultaat over 2015 zal naar verwachting lager uitkomen dan over 2014. De aanhoudend lage marktrente veroorzaakt een dalende trend van de renteopbrengst uit de eigen middelen van de bank. Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor de politieke en economische ontwikkelingen binnen de Europese Unie. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de verwachte nettowinst 2015. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
3.430 miljoen euro 3.582 miljoen euro |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
127.721 miljoen euro
149.891 miljoen euro |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | 126 miljoen euro |
Enexis Holding N.V. |
Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's-Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap | |
3. | Doel | De NV heeft ten doel:
|
|
4. | Partijen | De aandelen van de N.V. Enexis zijn in handen van 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | |
6. | Financieel belang | De Gemeente Losser bezit 32.331 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd. | |
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | Aan een aantal activiteiten is in 2014 veel energie besteed:
|
|
9. | Risico's en kansen | zie voortgang | |
10. | Ontwikkelingen | zie voortgang | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
3.370 miljoen euro |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
2.895 miljoen euro
|
|
13. | Jaarresultaat 2014 | Nettowinst 265.500.000 |
Vitens | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Zwolle | |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap. | |
3. | Doel | De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. | |
4. | Partijen | De aandelen van de Naamloze Vennootschap Vitens zijn in handen van 5 provincies en 107 gemeenten. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,7%. | |
6. | Financieel belang | De gemeente Losser bezit 25.480 gewone aandelen à 1 euro nominaal, waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2014 is door Vitens voorgesteld om € 2,91 per aandeel aan dividend uit te betalen. De opbrengst voor 2014 bedraagt voor de gemeente Losser dan € 74.147. | |
7. | Prestaties - effecten | Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers. | |
8. | Voortgang | Vanaf 2014 wordt gewerkt aan de mogelijkheden tot integratie van de waterketen. De waterketen is momenteel sterk versnipperd. Het streven is om tot 2015 de tarieven voor het drinkwater niet te verhogen. | |
9. | Risico's en kansen | De afronding van de volledige integratie van de fusieonderdelen van Hydron en Vitens zal nog duren tot 2015. Ook de harmonisatie de drinkwatertarieven in het gehele verzorgingsgebied zal in 2015 afgerond zijn. | |
10. | Ontwikkelingen | Zie onder risico’s en kansen. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
438,3 miljoen euro 421,2 miljoen euro |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
1.273 miljoen euro 1.292,5 miljoen euro |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | 42,1 miljoen euro |
Twente Milieu | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Enschede | |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap | |
3. | Doel | Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten. | |
4. | Partijen | Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. | |
5. | Bestuurlijk belang | De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. | |
6. | Financieel belang | De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst. | |
7. | Prestaties - effecten | Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren. | |
8. | Voortgang | De Gemeente Losser heeft de wettelijke taak het inzamelen van het huishoudelijk afval aan Twente Milieu overgedragen. Zij realiseert dit binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in de DVO (Dienstverleningovereenkomst). Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen direct gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing. Daarnaast worden additioneel de rioolinspecties aan Twente Milieu opgedragen. |
|
9. | Risico's en kansen | Kansen. Twente Milieu is zijn dienst verlening aan het verbreden. Zij richt zich m.n. op (eenvoudige) taken in de openbare ruimte. Twente Milieu kan daardoor op onderdelen een interessante partner zijn. Twente Milieu is een op afstand gezette overheidsorganisatie. De gemeente Losser heeft 5,3% van de aandelen. De invloed is daardoor zeer beperkt. Hoewel de kwaliteit van de leverde dienst goed te noemen is zijn (momenteel) de kosten in vergelijk met marktpartijen relatief hoog. Twente Milieu heeft de tarieven voor 2015 niet verhoogd. |
|
10. | Ontwikkelingen |
Twente Milieu is zeer actief in het zoeken naar meerdere aandeelhouders. Er worden gesprekken gevoerd met meerdere Twentse gemeenten. Met ingang van 1 januari 2014 is de gemeente Borne toegetreden als nieuwe aandeelhouder van Twente Milieu. Daarnaast heeft Twente Milieu een BOR (Beheer Openbare Ruimte)-divisie opgericht. De gemeente losser is in samenwerking met Twente Milieu en Twence een inzamelproef gestart voor kunststofverpakkingen, blik en dranksapkarton. Resultaten worden in 2015 verwacht. |
|
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 7.966.930 € 8.281.000 (verwacht) |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
€ 12.003.465 € 12.162.000 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 875.000 verwachting van november |
Twence | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Hengelo | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap (vanaf 1 september 2011) | |
3. | Doel |
Het doel van de vennootschap is:
|
|
4. | Partijen | 14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland, Attero en het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. | |
5. | Bestuurlijk belang | Losser heeft 4,9 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder. | |
6. | Financieel belang | Losser heeft 41.804 aandelen à 1 euro in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen. | |
7. | Prestaties - effecten | Per 1 september 2011 is het aandeelhouderschap van een collectief aandeelhouderschap via de Regio Twente naar een individueel aandeelhouderschap per deelnemende gemeente gewijzigd. Jaarlijks vinden twee aandeelhoudersvergaderingen plaats. Elke vier jaar wordt een strategisch beleidsplan vastgesteld. | |
8. | Voortgang |
De 14 Twentse aandeelhoudende gemeenten waaronder de Gemeente Losser hebben voor de verwerking van een aantal afvalstromen een leveringsplicht aan Twence t/m 2020. De verwerking van dit afval realiseert Twence binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in een contract. Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen directe gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing.
|
|
9. | Risico's en kansen | Door de economische crisis is er sprake van minder brandbaar afval. Ook is er een sterke concurrentie op de markt voor afvalverwerking. ‘Afval’ wordt niet meer gezien als afval maar als grondstof. Door onder meer deze ontwikkeling in de vuil- en energiemarkt kan momenteel het zogenaamde superdividend voor de komende jaren ter financiering van de Agenda van Twente niet zeker worden gesteld. | |
10. | Ontwikkelingen |
Zie risico's en kansen. De gemeente losser is in samenwerking met Twente Milieu en Twence een inzamelproef gestart voor kunststofverpakkingen, blik en dranksapkarton. Resultaten worden in 2015 verwacht. |
|
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
122,6 miljoen 122,6 miljoen (verwacht) |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
177,4 miljoen
163 miljoen |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 9.119.000 |
Wadinko | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Zwolle | |
2. | Rechtsvorm | Naamloze vennootschap | |
3. | Doel | De doelstelling van Wadinko is door participatie maatschappelijke doelen te dienen zoals ontwikkeling bedrijvigheid en het bevorderen van de werkgelegenheid in Overijssel, de Noord - Oostpolder en Zuidwest Drenthe. | |
4. | Partijen | De aandelen van de Naamloze Vennootschap zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 deelnemende gemeenten. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 2,3% | |
6. | Financieel belang | De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen. Voor de periode 2013-2017 is het beleid om 500,- euro per aandeel uit te keren. | |
7. | Prestaties - effecten | Wadinko neemt langdurig deel in nieuwe of bestaande, kansrijke ondernemingen. De deelname zal bestaan uit inbreng van kapitaal, kennis en managementondersteuning. Het gaat vooral om bedrijven die zich willen verzelfstandigen, opvolgingsvraagstukken hebben, die willen expanderen of innoveren. | |
8. | Voortgang | Het kapitaal, dat Wadinko belegt, is afkomstig uit de dividenden die de Waterleiding Maatschappij Overijssel beheer NV ontving uit Wavin BV. Elk jaar wordt er door Wadinko actief gezocht naar nieuwe participaties. Innovatie en duurzaamheid zijn bij de Wadinko-participaties belangrijke onderwerpen. | |
9. | Risico's en kansen | Onlosmakelijk verbonden met de opdracht, doelstellingen en activiteiten van Wadinko is het bewust aangaan van ondernemingsrisico's. Geheel in lijn met het Wadinko-besturingsmodel zijn de directies van de participaties primair verantwoordelijk voor een adequate beheersing van risico's op strategisch, operationeel en financieel gebied. | |
10. | Ontwikkelingen | Zie voortgang | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
€ 53.821.825 € 54.291.960 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
€ 1.317.230 € 1.639.389 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | € 6.167.883 |
Stichting WIL | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | Losser | |
2. | Rechtsvorm | Privaatrechtelijke stichting. | |
3. | Doel | Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening. Volgens de statuten heeft stichting tot doel:
|
|
4. | Partijen | Gemeente Losser | |
5. | Bestuurlijk belang | De stichting kent een raad van bestuur en een raad van toezicht. De raad van bestuur is belast met het besturen van de stichting. De raad van toezicht stelt het aantal bestuurders vast. De bestuurder(s) worden benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht wordt benoemd door het college van Losser. Leden zijn de leden van het college van Losser. | |
6. | Financieel belang | De stichting voert in opdracht van de gemeente Losser de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Voor de uitvoering van de Wsw ontvangt de gemeente jaarlijks een subsidie van het Rijk. Daarnaast draagt de gemeente jaarlijks uit eigen middelen bij in het exploitatietekort. De gemeentelijke bijdrage in 2015 is in de meerjarenbegroting geraamd op € 753.000,-. | |
7. | Prestaties - effecten | Het doel van de Wsw is het bieden van passende arbeid aan inwoners van de gemeente met een arbeidshandicap. De uitvoering van de Wsw is een verplichting voor de gemeenten. De rijkssubsidie is echter ontoereikend, waardoor tekorten voor rekening komen van de gemeente. | |
8. | Voortgang | De stichting Werken in Losser is in 2015 verantwoordelijk voor de gehele Wsw-populatie in de gemeente Losser. Voor de organisatie van het werk en de begeleiding van SW-medewerkers die aangewezen zijn op een beschutte werkomgeving, koopt stichting Werken in Losser vanaf 1 januari 2015 de diensten in van het Sw-bedrijf Larcom. De stichting Werken in Losser voert de regie op deze uitbesteding. | |
9. | Risico's en kansen | Het Rijk stelt jaarlijks de rijksbijdrage vast. Voor 2015 is een korting op het macrobudget aangekondigd van 8%. Daardoor ontstaat een groter tekort in de begroting van stichting WiL en wordt de gemeentelijke bijdrage groter. | |
10. | Ontwikkelingen | Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. De huidige Wsw-ers behouden hun dienstverband en alle rechten die daarmee samenhangen. Door natuurlijk verloop zal de huidige Wsw-populatie in de gemeente Losser daarom geleidelijk afnemen. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
0.00 | |
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
0.00 | |
13. | Jaarresultaat 2014 |
€ 505.955 (nadelig) |
Publiek Belang Electriciteitsproduktie | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap | |
3. | Doel | Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE. | |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | |
6. | Financieel belang | 0,02% van de waarde. | |
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in de kerncentrale aan deels RWE en deels Delta NV (de bezitter van de overige 50% van de kerncentrale). PBE zal de laatste zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Naar verwachting wordt deze BV binnen afzienbare tijd opgeheven. | |
9. | Risico's en kansen | - | |
10. | Ontwikkelingen | - | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
1.616.680 1.598.145 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
111.272 107.847 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | -18.535 |
Verkoop Vennootschap | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap. | |
3. | Doel | Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap. |
|
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | |
6. | Financieel belang | 0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost , de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 wordt de derde lening afgelost. | |
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | - | |
9. | Risico's en kansen | Het enige risico is dat van het niet kunnen voldoen aan de rente- en aflossingsverplichting van de aandeelhouderslening door Enexis. | |
10. | Ontwikkelingen | Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (mogelijk begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
347.336.890 363.304.918 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
98.127.539 79.968.164 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | 17.290.428 |
CBL-Vennootschap | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap. | |
3. | Doel | In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims. | |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | |
6. | Financieel belang | 0,02% van de waarde | |
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders. | |
9. | Risico's en kansen | De risico’s bestaan uit: • De afkoop van de CBL-contracten valt hoger uit dan verwacht. • De belastingclaims vallen hoger uit. |
|
10. | Ontwikkelingen | Zie bij risico’s en kansen. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
9.877.738 9.810.998 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
103.732 106.574 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | -66.740 |
CSV Amsterdam | Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap | |
2. | Doel | Dit was voorheen de Claim Staat Vennootschap. In februari 2008 is Essent met toestemming van de toenmalige aandeelhouders een procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Zij willen dat een aantal bepalingen van Wet Onafhankelijk Netbeheer onverbindend zijn. Na de verkoop van de aandelen in Essent is deze procedure ondergebracht in deze BV. In 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. Tevens zijn de statuten aangepast in die zin dat de vennootschap tevens bevoegd is de verkoop van de aandelen Attero Holding N.V. aan Waterland af te wikkelen en de gevormde Escrow, namens de verkopende aandeelhouders te beheren. | |
3. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders | |
4. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,21%. | |
5. | Financieel belang | 0,21% ter waarde van 1 euro. | |
6. | Prestaties - effecten | - | |
7. | Voortgang | Deze deelneming wordt tijdelijk aangehouden om de verkoop van Essent aan RWE af te wikkelen alsmede de verkoop van Attero aan Waterland. |
|
8. | Risico's en kansen | ||
9. | Ontwikkelingen | ||
10. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
52.387 8.541 |
|
11. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
12.484 36.057 |
|
12. | Jaarresultaat 2014 | -43.846 |
Vordering op Enexis |
Informatie | ||
1. | Vestigingsplaats | 's Hertogenbosch | |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap | |
3 | Doel | Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt. | |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. | |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%. | |
6. | Financieel belang | 0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost , de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 wordt de derde lening afgelost. | |
7. | Prestaties - effecten | - | |
8. | Voortgang | - | |
9. | Risico's en kansen | Het enige risico is dat van het niet kunnen voldoen aan de rente- en aflossingsverplichting van de aandeelhouderslening door Enexis. | |
10. | Ontwikkelingen | Zie bij risico’s en kansen. | |
11. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
52.387 8.541 |
|
12. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
12.484 36.057 |
|
13. | Jaarresultaat 2014 | -43.846 |
Inleiding
In het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV 2004) dient de gemeente in haar begroting en jaarrekening een afzonderlijke paragraaf op te nemen op het gebied van het grondbeleid. Deze informatie-eis vloeit voort uit de (rijks-)nota Op Grond Van Nieuw Beleid (2001), waarin aandacht wordt geschonken aan de wens het gemeentelijk grondbeleid transparanter te maken. Deze paragraaf schetst de kaders en uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Losser. Doelstelling van deze paragraaf is het geven van inzicht in de huidige en toekomstige ontwikkelingen en financiële situatie van de bouwgrondexploitatie.
Net als in de buurgemeenten trekt de woningmarkt in Losser in 2014 iets aan. Niet alles leidt direct tot verkoop. Het aantal opties is in 2014 toegenomen, maar dit zal pas in de komende jaren tot daadwerkelijke transacties leiden. Om een positief signaal naar de markt te geven zijn de grondprijzen in 2014 verlaagd. Voor 2015 worden de prijzen op de nullijn gehouden.
In 2015 wordt de woonvisie geactualiseerd. Een aanpassing van het woningbouwprogramma zal in de volgende jaarrekening worden verwerkt.
In de volgende paragrafen wordt het jaarresultaat van de grondexploitatie 2014 toegelicht.
Nota grondbeleid
De vorige nota Grondbeleid was uit 2009. In februari 2014 heeft de raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten opzichte van de nota uit 2009 is een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste zijn:
Jaarresultaat grondexploitatie 2014
In onderstaande tabel is het jaarresultaat weergegeven van de grondexploitatie in 2014.
Jaarresultaat Grondexploitatie 2014 in hoofdlijnen (bedragen in euro) |
||||
Omschrijving |
Begroting |
Mutaties |
Resultaat |
Nadeel/Voordeel |
Toekomstige exploitatie |
390.000 |
-41.000 |
349.000 |
Voordeel |
In exploitatie |
|
-130.000 |
130.000 |
Nadeel |
Ruilgronden |
|
-22.000 |
22.000 |
Nadeel |
Restpercelen |
-164.000 |
164.000 |
Nadeel |
|
Afwikkeling Lomanskamp |
-23.000 |
23.000 |
Nadeel |
|
Totaal resultaat |
390.000 |
-380.000 |
10.000 |
Voordeel |
Naar aanleiding van de aanscherping van de BBV regelgeving zijn de gronden van de toekomstige exploitatie afgewaardeerd naar de waarde op basis van de huidige bestemming. De toename van de boekwaarden worden jaarlijks als verlies genomen zodat de waarde niet de waarde van huidige de bestemming overstijgt. Hierdoor is er in 2014 een nadelig resultaat behaald van € 41.000. Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met een verlies er was geen rekening gehouden met de herrubricering van de NIEGG naar de restpercelen. Zie hiervoor de toelichting bij de NIEG gronden. Ten opzichte van de begroting leidt dit dus tot een voordeel.
Het verlies van € 130.000 bij de gronden in exploitatie betreft het complex Luttermolenveld. Dit resultaat is ontstaan door herverkaveling.
De ruilgronden veroorzaken een nadelig resultaat van € 22.000 dat wordt veroorzaakt door rentekosten.
Via de landinrichting Dienst Landelijk Gebied heeft er een grondruiling plaatsgevonden. Er zijn twee percelen grond ingebracht bij restpercelen Overdinkel, betreffende het deelgebied Elsbeek voor het Lagapadtrace. Daarnaast betreft het nadeel de verhoging van de boekwaarden van de voormalige NIEG gronden die als verlies zijn genomen. Zie hiervoor de specifieke toelichting bij de NIEGG.
Lomanskamp:
Na ampel beraad is besloten om in het plan Lomanskamp groenstroken te verkopen die mede bedoeld waren voor de opvang en afvoer van afstomend hemelwater. Mede hierdoor werd het noodzakelijk de afvoer van hemelwater op een andere wijze te realiseren. Uitvoering van die maatregel heeft plaatsgevonden in synergie met het project “Kwaliteitsverbetering fietspaden” waardoor de kosten iets gedrukt konden worden. Dit neemt niet weg dat de kosten iets hoger uitvielen dan het bedrag dat nog gereserveerd stond voor de laatste afwerking van het woonrijpmaken van de wijk.
Verloop reserve grondexploitatie
Verloop reserve grondexploitatie |
Bestemming resultaten |
Storting o.b.v. grondverkopen |
Totaal |
||
Saldo per 1-1-2014, cf jaarverslag 2013 |
|
|
0,00 |
||
Toevoeging wegens verkopen 2014 (via 980) |
|
39.620 |
|
||
Onttrekking Zijland voor bovenwijkse voorziening |
-28.250 |
|
|
||
Saldo per 1-1-2015, cf jaarverslag 2014 |
-28.250 |
39.620 |
11.370 |
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
De financiële uitkomsten over 2014 van de grondexploitatie worden in deze paragraaf verantwoord. Jaarlijks worden de uitkomsten van de grondexploitatie afgezet tegen de kostprijsopzetten en worden verschillen die zich voordoen ten opzichte van de kostprijsopzet tot het jaarresultaat gerekend. De uitgaven en inkomsten worden verwerkt in de boekwaarde zodat deze overeenkomt met het bedrag van de kapitaalsuitgaven aan het einde van het dienstjaar. Jaarlijks wordt de exploitatie herzien met als vertrekpunt de boekwaarde.
De vermogenspositie van de grondexploitatie bestaat uit twee componenten, te weten:
Het laatste onderdeel is belangrijk bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de komende jaren (winstgevendheid grondexploitatie) en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitatie. Op aanraden van de accountant is de gehanteerde omslagrente verlaagd van 5,5% naar 4,5% per jaar. Dit percentage sluit beter aan bij de werkelijke rentelasten van de leningenportefeuille.
In exploitatie genomen plannen (bedragen in euro)
Complex |
Boekwaarde 31-12-2014 |
Prognose eindresultaat |
Einddatum prognose |
Resultaat per 01-01-2015 |
Saller |
3.822.000 |
6.358.000 |
31-12-2023 |
4.278.000 |
Lutte Zuid |
-49.000 |
469.000 |
31-12-2015 |
444.000 |
Lutte Noord |
47.000 |
20.000 |
31-12-2015 |
19.000 |
Luttermolenveld |
1.344.000 |
61.000 |
31-12-2021 |
45.000 |
Geurmeij |
1.798.000 |
534.000 |
31-12-2025 |
329.000 |
't Zijland |
-1.773.000 |
131.000 |
31-12-2017 |
115.000 |
Totaal |
5.189.000 |
7.573.000 |
|
5.230.000 |
De Saller
Het complex bestaat uit een gerealiseerd deel (1e fase) en een deel dat in ontwikkeling is (2e fase). De 2e fase bestaat uit drie delen (2A, 2B en 2C). Gelijktijdig met het bestemmingsplan is de exploitatieopzet in 2010 door de raad vastgesteld.
Fase 2A is nagenoeg afgerond en de bouwrijp werkzaamheden van fase 2B verlopen voortvarend. Er is voor het woonrijp maken van deelgebied 2A extra budget opgenomen voor akoestische maatregelen en herstelwerkzaamheden. Deze overschrijding wordt ruimschoots goed gemaakt door behaalde aanbestedingsvoordelen. Daarnaast is sprake van synergievoordelen door het werk voor werk principe, waarbij afzonderlijke werken op slimme wijze zijn gecombineerd. In de afrondende fase van 2A beginnen deze omvangrijke voordelen zich af te tekenen. Deze voordelen worden nog eens versterkt door het positieve rente effect op het resultaat. In 2015 verwachten we het bouwrijp maken van fase 2B af te ronden en te starten met het woonrijp maken van 2B. De verkopen blijven achter bij de uitgifteprognose. Dit komt met name doordat onze contractpartner een beroep heeft gedaan op temporisatie. Na een betrekkelijk lange procedure heeft de Rechtbank begin 2015 uitspraak gedaan. De gemeente is in het gelijk gesteld en onze contractspartner is veroordeeld tot afname van verschuldigde kavels en betaling van de koopsom. Weliswaar is beroep instellen nog mogelijk, niettemin biedt deze uitspraak perspectief en het vertrouwen om de huidige planning te handhaven. De planning is gebaseerd op de uitvoeringsmodule van de woonvisie, waarbij de looptijd vorig jaar al met één jaar verlengd is. Verder zijn er drie gemeentelijke kavels verkocht en tweeëntwintig opties uitgegeven. Allen bestemd voor particulier opdrachtgeverschap. Vanwege onvoldoende belangstelling zijn de kavels bestemd voor sociale huurwoningen omgezet naar koop. Behalve hogere grondopbrengsten werkt dit ook positief door in de rente en leidt dus tot een beter resultaat. Voor de overige kavels handhaven we de grondprijzen. De boekwaarde is met name opgelopen door woonrijp maken fase 2A, bouwrijp maken fase 2B, advocaat, rente en beheerskosten. Daartegenover zijn drie kavels verkocht. Ultimo 2014 bedraagt de boekwaarde € 3.822.000. Na herziening van de grondexploitatie bedraagt ultimo 2023 het geraamde eindresultaat € 6.358.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 (contante waarde) bedraagt het resultaat € 4.278.000 positief..
Lutte Zuid
Dit complex is in 2004 in exploitatie genomen. Het bevat de realisatie van een bedrijventerrein en een woningbouwgedeelte. Alle kavels op het bedrijventerrein zijn ultimo 2007 verkocht en van dit deelplan is tevens het woonrijp maken afgerond. In boekjaar 2009 en 2010 zijn winsten gerealiseerd van € 350.000 en € 170.000 . Het bouwrijp en woonrijp maken is nagenoeg gereed. De nog uit te voeren werkzaamheden zijn minimaal. Er staan nog vier kavels te koop. Na een periode van weinig animo is in 2014 meer belangstelling getoond door gegadigden. Dit heeft vooralsnog niet tot verkoop geleid, maar er zijn wel twee opties uitgegeven. Er is sprake van beweging in de markt. De grondprijzen blijven gehandhaafd. De veronderstelde afsluiting van het complex is wederom met een jaar verlengd. Omdat de boekwaarde negatief is, heeft vertraging geen negatief effect op het resultaat. De boekwaarde ultimo 2014 bedraagt € 49.000 negatief. Na herziening bedraagt het eindresultaat ultimo 2015 € 469.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 bedraagt het resultaat € 444.000 positief.
Lutte Noord (hoek Bentheimerstr./Dorpstr.)
In boekjaar 2008 is een winst gerealiseerd van € 130.000 De werkzaamheden zijn nagenoeg afgerond. Er is nog één kavel te koop. Ondanks getroffen maatregelen om de verkoop van deze laatste kavel te bespoedigen is er weinig animo. De veronderstelde afsluiting van het complex is wederom met een jaar verlengd. De grondprijs blijft gehandhaafd. De boekwaarde is opgelopen door rente en beheerskosten. Ultimo 2014 bedraagt deze € 47.000. Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2015 € 20.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 bedraagt het resultaat € 19.000 positief.
Luttermolenveld
Het bestemmingsplan Luttermolenveld is in februari 2009 in werking getreden en vanaf januari 2010 is het plan onherroepelijk. Eind 2010 heeft de gemeente conform de overeenkomst van februari 2006 circa 11.000 m² bouwrijpe grond afgenomen van de projectontwikkelaar. Waarna het complex in 2011 in exploitatie is genomen. De resterende werkzaamheden zijn minimaal. Ter verbetering van de ontsluiting is de gemeente in onderhandeling over de verwerving van een perceel. Verder verwachten we in 2015 een uitspraak inzake de dagvaarding door VOF Luttermolenveld. Na een periode van weinig animo zijn er in 2014 vijf kavels in optie uitgegeven. De verkaveling is deels aangepast. Er is een insteekweg en twee sloten in de verkaveling ingepast. Als gevolg van de herverkaveling zijn er minder meters uitgeefbaar en dus minder grondopbrengsten. Anderzijds zijn de kavels couranter geworden. Daarnaast zijn extra kosten geraamd voor de vereiste herziening van het bestemmingsplan. Tenslotte faseren we de planning met een jaar uit en handhaven we het grondprijsniveau. De herverkaveling en uitfasering leiden tot een zodanige verslechtering van het resultaat dat er een tekort ontstaat. Dit tekort is aangezuiverd. De boekwaarde is enerzijds opgelopen door advocaat, rente en beheerskosten, anderzijds afgenomen door de bijdrage ter aanzuivering van het tekort. Ultimo 2014 bedraagt de boekwaarde € 1.344.000. Na herziening van de grondexploitatie. Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2017 € 61.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 bedraagt het resultaat € 45.000 positief.
Geurmeij
In Overdinkel zijn plannen ontwikkeld om aan de Weverstraat woningbouw te realiseren. Het bestemmingsplan “De Geurmeij” is op 17 juni 2008 door de gemeenteraad vastgesteld en op 27 januari 2009 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Tegen de beslissing van de Gedeputeerde Staten is beroep ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep is ongegrond verklaard. Hiermee is het bestemmingsplan van kracht. Er is in 2014 een aanvang gemaakt met de voorbereidingen van de bouwrijp werkzaamheden voor de eerste fase. Mede vanwege het lopende proces inzake ‘de woningbouwprogrammering’ is de planvoorbereiding bevroren totdat definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden. Voor de herziening van de grondexploitatie hanteren we het uitgangspunt dat het plan in vier fasen wordt ontwikkeld. Hierop aansluitend zijn de herziene kostenramingen verwerkt, conform de knip in vier fasen. Deze vallen overigens gunstig uit. De planning is met een jaar uitgefaseerd. Aangezien ook in het programma van de Geurmeij weinig animo is van corporaties voor kavels bestemd voor sociale huur hebben we deze omgezet naar koop. Dit leidt tot hogere grondopbrengsten en dus een verbetering van het resultaat. Voor de overige kavels handhaven we de grondprijzen. De boekwaarde ultimo 2014 bedraagt € 1.798.000. Dit is na verwerking van voorbereiding, rente en beheerskosten en uitvoering van werken ten behoeve van twee zelf te realiseren kavels. Na herziening van de grondexploitatie bedraagt het eindresultaat ultimo 2025 € 534.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 bedraagt het resultaat € 329.000 positief.
’t Zijland
In 2008 is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Losser en Domijn. Als gevolg van de markomstandigheden en gewijzigde regelgeving kon en wilde Domijn het oorspronkelijk programma niet realiseren. De gemeente en Domijn hebben daarom heronderhandeld over een aangepaste overeenkomst. Eind 2013 is deze overeenkomst ondertekend. Uitgangspunt van de gewijzigde overeenkomst vormen de financiële afspraken zoals deze in 2008 zijn vastgelegd. Over de meerkosten archeologie zijn aanvullende afspraken gemaakt. Op basis van de nieuwe overeenkomst is in 2013 krediet bij de raad aangevraagd waarbij ook de grondexploitatie ’t Zijland formeel geopend is. In 2014 zijn met name bouwrijp werkzaamheden verricht voor de eerste fase. De planning van de overige werkzaamheden is uitgefaseerd. Dit komt doordat deze nu meer afgestemd is op de verkoop en realisatie van de opstallen. De looptijd is daarom met twee jaar verlengd. Dit levert ingeval van een negatieve boekwaarde rentevoordeel op. Ander gevolg is dat er extra beheers en administratiekosten zijn geraamd. Verder zijn extra kosten geraamd voor archeologie. Dit wordt overigens grotendeels ondervangen door het behaalde voordeel op de bodemsanering. Conform contractuele afspraak is in 2014 de tweede fase afgenomen door Domijn. De boekwaarde is opgelopen door bouw en woonrijp werkzaamheden, archeologie, rente, begeleidings en beheerskosten. Daartegenover is de grondopbrengst van de tweede fase gerealiseerd. Ultimo 2014 bedraagt de boekwaarde € 1.773.000 negatief. Na herziening bedraagt het geraamde eindresultaat ultimo 2017 € 131.000 positief. Omgerekend naar 1-1-2015 bedraagt het resultaat € 115.000 positief.
Overzicht met betrekking tot niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Groep | Omschrijving | Oppervlakte in m² | Boekwaarde 31-12-2014 | Getroffen voorziening | Gecorrigeerde boekwaarde |
Restpercelen | Losser | 153.266 | 5.003.500 | 3.830.000 | 1.173.500 |
Overdinkel | 49.127 | 663.350 | 350.000 | 313.350 | |
De Lutte | 27.264 | 781.000 | 644.000 | 137.000 | |
Glane | 5.244 | 24.000 | 24.000 | ||
Totaal restpercelen | 234.921 | 6.471.850 | 4.824.000 |
1.647.850 | |
NNIEGG | Vm Topcraft terrein | 25.836 | 1.799.000 | 1.799.000 | |
Overdinkel / kavel terrein Naafs | 1.000 | 214.650 | 214.650 | ||
Totaal toekomstige expl. | 26.836 | 2.013.650 | 2.013.650 | ||
Ruilgronden | Losser | 93.983 | 427.000 | 427.000 | |
Overdinkel | 48.760 | 166.000 | 166.000 | ||
Glane | 14.145 | 17.000 | 17.000 | ||
Totaal ruilgronden | 156.888 | 610.000 | 610.000 | ||
Gronden in erfpacht | Losser (tennishal) | 4.250 | 91.000 | 91.000 | |
Losser (carnavalsvereniging) | 3.156 | 7.000 | 7.000 | ||
De Lutte (carnavalsvereniging) | 1.990 | 2.000 | 2.000 | ||
Totaal erfpacht | 9.396 | 100.000 | 100.000 | ||
TOTAAL | 428.041 | 9.195.500 | 4.824.000 | 4.371.500 |
Conform BBV-regelgeving heeft het college dit jaar wederom besloten de boekwaarden van de NIEGG niet te verhogen. In het bijzonder het voormalig Topcraft-terrein. Ondanks dat deze als ontwikkellocatie is aangemerkt is voorzichtigheidshalve de boekwaarde niet verhoogd. Het college handhaaft de getroffen voorziening. Er heeft verder een herrubricering van grondvoorraaden plaatsgevonden, vanwege het ontbreken van ‘een reëel en stellig voornemen van de raad voor (her)ontwikkeling van desbetreffende percelen’ bij de NNIEG gronden. Betreffende percelen zijn overgegaan naar de restpercelen. Bij restpercelen Overdinkel tenslotte is de gemeente door middel van een grondruil eigenaar geworden van een aantal percelen.
Hieronder volgt een specifieke toelichting.
Restpercelen
Losser
Het perceel gelegen aan de Veldzijde wordt mogelijk verkocht aan een omwonende. De percelen gelegen aan de Wilgenkamp zijn vanwege vervuiling deels afgeboekt. Het resterende deel kan verkocht worden. Mogelijk worden ze betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. De boekwaarde van de restpercelen wordt niet verhoogd. De toename van de boekwaarde over 2014 is daarom als verlies genomen en bedraagt € 1.000. Als gevolg van de herrubricering zijn daarnaast de percelen gelegen in Losser noord, bij de Steenfabriek (excl. opstallen) en Gronausestraat (incl. opstallen) overgeboekt van de NIEGG naar restpercelen Losser. De toename van de bijbehorende boekwaarde in 2014 is in navolging volledig als verlies genomen. Deze bedraagt € 61.000. De reeds getroffen voorziening bedraagt € 3.830.000 en blijft gehandhaafd.
Overdinkel
In het kader van de landinrichting is door middel van een grondruil de gemeente eigenaar geworden van een aantal percelen grond. De percelen zijn om niet in gebruik. De aankoopwaarde bedraagt € 109.000. De beheers en administratiekosten € 3.000. De toegekende marktwaarde bedraagt € 53.000. Daarom is in 2014 een verlies genomen ter hoogte van € 59.000. Getracht wordt de percelen te verkopen tegen marktconforme prijs. Als gevolg van de herrubricering zijn daarnaast de percelen gelegen in Losser noord, bij de Steenfabriek (excl. opstallen) en Gronausestraat (incl. opstallen) overgeboekt van de NIEGG naar restpercelen Losser. De toename van de bijbehorende boekwaarde in 2014 is in navolging volledig als verlies genomen. Deze bedraagt € 33.000. De reeds getroffen voorziening bedraagt € 3.830.000 en blijft gehandhaafd.
De Lutte
Als gevolg van de herrubricering is het agrarische perceel gelegen aan de Stockakker van de NIEGG overgeboekt naar restpercelen De Lutte. De toename van de boekwaarde in 2014 van het perceel bedraagt € 9.000 en is volledig als verlies genomen. De reeds getroffen voorziening ter hoogte van € 644.000 blijft gehandhaafd.
Glane
Het perceel gelegen aan de Meulderinksesch is als gevolg van de herrubricering van de NIEGG overgeboekt naar restpercelen Glane. De toename van de boekwaarde in 2014 van bedraagt € 2.000 en is als verlies genomen.
Toekomstige exploitatie
Losser
Voormalig Top Craft terrein
Op 30 maart 2007 is het voormalig Top Craft terrein met opstallen aan de Ravenhorsterweg te Losser aangekocht voor een bedrag van € 1.520.000 inclusief kosten. Het terrein is in beginsel bestemd voor toekomstige woningbouw onder meer in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Ondanks dat dit terrein is gekwalificeerd als toekomstige ontwikkellocatie heeft het college voorzichtigheidshalve de verhoging van de boekwaarde ter hoogte van € 41.000 als verlies genomen. De stijging van de boekwaarde komt doordat rente-, beheers- en voorbereidingskosten de huuropbrengsten overstijgen. De totale boekwaarde ultimo 2014 bedraagt € 1.799.000. Voor de exploitatie van dit terrein bestaan nog enige risico’s door de aanwezigheid van een rioolwaterzuivering en de ligging bij de Dinkel.
Overdinkel
Met uitzondering van 1.000 m² gelegen aan de Invalsweg zijn alle onderhavige percelen overgeboekt van de NIEGG naar restpercelen Overdinkel. Intentie is om het perceel te (her)ontwikkelen.
Ruilgronden
Losser
Percelen ten zuiden van de Honingloweg worden momenteel verpacht. Thans is er deels sprake van bodembescherming in verband met grondwateronttrekking. Tenslotte wordt het perceel ten zuiden van de Hoofdstraat tussen de Dinkel en het industrieterrein vooralsnog in bezit gehouden als toekomstig ruilverkavelingsgebied. De boekwaarden van de ruilgronden worden niet verhoogd. Het genomen verlies over 2014 bedraagt daarom € 13.000.
Overdinkel
De percelen aan de Tiekenveenweg worden verpacht. De bodem is verontreinigd. Het betreft de oude stortplaats van de gemeente. Het perceel aan de Pastoor van Laakstraat wordt eveneens verpacht en wordt mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. De toename van de boekwaarde in 2014 is als verlies genomen en bedraagt € 9.000.
Glane
De percelen rondom de Gronausestraat en de Glanergrensweg hebben strategisch een gunstige ligging. Ze worden in de toekomst mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. Er is een verlies genomen van € 1.000 over de toename van de boekwaarde van 2014.