|
|
Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op 17 december 2012 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde tenzij anders aangegeven. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, ongeacht of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot het brutobedrag. Winst wordt genomen op moment van realisatie. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het betreffende boekjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeid gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht.
Hieronder worden de diverse balansposten toegelicht inclusief de van toepassing zijnde waarderingsgrondslag.
Immateriële Vaste Activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden geactiveerd en in vijf jaar afgeschreven, indien daadwerkelijk het tot stand komen van een activum wordt gerealiseerd. Het voornemen, technische uitvoerbaarheid en toekomstige nut zijn daarbij voorwaarden.
|
Toelichting
De jaarlijkse afschrijving is op de boekwaarde in mindering gebracht.
Materiële Vaste Activa
De onderstaande overzichten geven het verloop van de boekwaarde van de investeringen in de materiële vaste activa weer.
|
|
Investeringen met economisch nut
Deze investeringen moeten worden geactiveerd volgens de lineaire afschrijvingsmethode. Start van de afschrijving van een nieuw kapitaalgoed is het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering gereed komt of verworven wordt. Resultaatafhankelijk afschrijven is niet toegestaan en reserves die gevormd zijn, mogen niet in mindering worden gebracht op deze activa. Voor de afschrijving van de materiële vaste activa met economisch nut worden de termijnen gehanteerd zoals beschreven in onderdeel 3 Financieel beleid, artikel 9 van de verordening 212. Deze verordening is geactualiseerd bij raadsbesluit van 18 december 2012, ingaande 2013. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd.
De in erfpacht uitgegeven percelen (activa met economisch nut) zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs en omvatten de gronden onder de carnavalsloodsen in Losser en De Lutte en de tennishal de Lage Esch.
De overige materiële vaste activa met economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Afschrijving vindt dan plaats op basis van de netto - investering. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen, onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar, rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden.
|
Toelichting
Investeringen met een economisch nut ten behoeve van heffingen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
|
Toelichting
Grond, weg en waterbouwkundige werken en overige vaste activa: De investeringen betreffen uitgaven voor rioleringen en ondergrondse afvalopslag (€ 61.000). De bijdrage derden van € 263.000 betreft een bijdrage van woningbouwvereniging Domijn in de kosten van verbeteringen in de Irisstraat.
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Alle investeringen met maatschappelijk nut, waaronder infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken, worden met ingang van boekjaar 2017 geactiveerd als gevolg van de gewijzigde BBV regelgeving. Tot 2017 was dit geen verplichting.
In 2017 hebben dergelijke investeringen niet plaatsgevonden. Onderstaande tabel bevat alle geactiveerde investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut conform de oude systematiek.
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.
|
Toelichting
Financiële Vaste Activa
Kapitaalverstrekkingen zijn opgenomen tegen nominale waarde, dan wel de lagere marktwaarde. Verstrekte geldleningen zijn opgenomen tegen de hoogte van de oorspronkelijke geldlening, verminderd met de ontvangen aflossingen, dan wel de lagere marktwaarde. Bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met afschrijvingen. Deze bijdragen mogen alleen worden geactiveerd als de gemeente de gestelde voorwaarden, op basis waarvan het activum aan de publieke taak moet bijdragen, kan handhaven/afdwingen. Als dit niet het geval is dient de boekwaarde te worden afgeboekt.
Het verloop van de financiële vaste activa in 2017 is in onderstaand overzicht weergegeven.
|
Toelichting
Begin 2017 is een aanpassing doorgevoerd, door de lening aan Enexis te herrubriceren als Leningen deelnemingen.
In 2017 is: 1) voor € 8.000 aan leningen verstrekt voor de Fietsprivé-regeling van ambtenaren, 2) € 122.000 verstrekt vanuit het stimuleringsfonds Volkshuisvesting, 3) € 18.000 betaald voor het VROM startersfonds en 4) € 250.000 als voorschot betaald aan de SVN voor zogenoemde Blijversleningen.
Naast de aflossing op de hypotheken van ambtenaren (€ 409.000) zijn aflossingen gedaan op leningen en deelnemingen van Enexis (€ 27.000) en Vitens (€ 115.000), € 123.000 voor het VROM startersfonds en enige kleinere aflossingen op fietsprivé en Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (samen ongeveer € 7.000).
Voorraden
De boekwaarde van de grondexploitatie betreft uitsluitend het zogenoemde 'Onderhanden werk' (gronden in exploitatie). Door de gewijzigde regelgeving rond de inrichting van de administratie (BBV) mogen de gronden, waarvoor nu en binnen afzienbare tijd geen plan of (voorgenomen) raadsbesluit bestaat om deze in exploitatie te nemen, niet meer onder de voorraden worden opgenomen. In plaats daarvan worden deze onder de 'Materiële vaste activa' opgenomen.
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde.
Onder de voorraden wordt ook de boekwaarde verantwoord met betrekking tot gronden opgenomen onder de grondexploitatie. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de voorgeschreven paragraaf Grondexploitatie.
|
Toelichting
Uitgangspunten voor de bepaling van het eindresultaat op eindwaarde:
2018 | 2019 | 2020 | 2021> | |
Kosten | 3%* | 3% | 3% | 2% |
Opbrengsten | 3%** | 3% | 3% | 2% |
Rente | 2,18% | 2,23% | 2,28% | 2,42% |
* Indexatie kosten in 2018 per grondexploitatie afzonderlijk beoordeeld.
** Gemiddelde stijging die al is verwerkt in de getaxeerde grondprijzen 2018.
Onderstaand de ontwikkeling van de boekwaarde en het te verwachten eindresultaat van de in exploitatie genomen gronden (* € 1.000):
Voorraden: Gronden in Exploitatie | Boekwaarde 1-1-2017 | Investering | Inkomsten | Winstneming 2017 | Boekwaarde 31-12-2017 | Te maken kosten | Te realiseren inkomsten | Verwacht eindresultaat op eindwaarde* |
De Saller | -142 | 180 | 2.058 | 2.267 | 248 | 3.970 | 10.289 | 6.071 |
De Lutte Zuid | -48 | 14 | 337 | 333 | -38 | 28 | 105 | 115 |
Luttermolenveld | 1.003 | 54 | 431 | 0 | 627 | 225 | 904 | 52 |
De Geurmeij | 2.070 | 357 | 180 | 0 | 2.247 | 2.800 | 5.534 | 487 |
’t Zijland | -1.735 | 48 | 0 | 0 | -1.687 | 1.576 | 0 | 110 |
Totaal | 1.149 | 654 | 3.006 | 2.600 | 1.397 | 8.599 | 16.832 | 6.836 |
* In dit geval zijn de verwachte eindresultaten positief.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van < 1 jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening gevormd, die in mindering is gebracht op de boekwaarde. Dit leidt tot de balanswaarde.
|
Toelichting
Hieronder volgt een verdere specificatie van de balansposten die vallen onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar.
Specificatie uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (bedragen * € 1.000) | |
De vorderingen openbare lichamen bestaan uit: | |
Provincie Overijssel | 2 |
Gemeente Oldenzaal | 7 |
BTW/BCF | 3.112 |
Diverse posten uit reguliere debiteuren | 258 |
Totaal | 3.379 |
De overige vorderingen bestaan uit: | |
Woningcorporatie Domijn | 133 |
Werken in Losser | 124 |
Overige debiteuren | 61 |
Subtotaal | 318 |
De rekening-courant verhoudingen per 31-12-2017 zijn als volgt: | |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente | 641 |
ROZ | 626 |
Subtotaal | 1.267 |
De voorziening oninbaarheid bestaat uit: | |
Belastingdebiteuren | 56 |
Vordering ROZ debiteuren | 489 |
Subtotaal | 545 |
Schatkistbankieren
De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van Financiën, via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen.
Het drempelbedrag bedroeg € 386.000 in 2017. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2017 in het 1e kwartaal van 2017 het drempelbedrag heeft overschreden. Gedurende dit kwartaal is het automatisch afromen door de BNG bank ingeregeld. Dit betekent dat het meerdere boven het drempelbedrag meteen wordt afgestort naar de schatkist. Dit voorkomt, ook in de toekomst, het overschrijden van het drempelbedrag.
(Bedragen x € 1.000) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen | 678 | 209 | 252 | 251 |
Toegestaan drempelbedrag | 386 | 386 | 386 | 386 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 0 | 177 | 134 | 135 |
Overschrijding drempelbedrag | 292 | 0 | 0 | 0 |
Als gevolg van schatkistbankieren resteert een vordering van 617.000 euro.
Liquide Middelen
Deze worden tegen nominale waarde opgenomen.
|
Overlopende activa
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
De mutaties in 2017 op de nog te ontvangen baten bestaan uit:
Omschrijving | Bedrag |
Opbrengst Rotij voor de Saller | 1.359 |
Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid | 283 |
SVB PGB Huishoudelijke ondersteuning | 179 |
SVB PGB Jeugd | 57 |
Terug te vorderen OAB | 57 |
UWV Lage-inkomensvoordeel (LIV) | 44 |
Overige | 310 |
Totaal | 2.289 |
De vooruitbetaalde kosten bestaan uit:
Omschrijving | Bedrag |
Jarabee Jeugdzorg | 66 |
Brandverzekering | 23 |
Overig | 1 |
Totaal | 90 |
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen is gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
|
Natuur & Ruimte
Reserve grondexploitatie
De grondexploitatie is een risicovolle activiteit. Om deze risico’s op te kunnen vangen, zonder de Algemene risicoreserve aan te moeten spreken, is in 2007 is door de raad besloten een reserve Grondexploitatie te vormen. Hierbij is bepaald dat, indien het jaarresultaat van de overige gemeentelijke activiteiten een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het meerdere wordt voor 50% bestemd voor de Algemene reserve en de andere 50% voor de reserve Grondexploitatie. In geval van een tekort op de grondexploitatie wordt dit eerst ten laste van deze reserve gebracht, een eventueel resterend tekort komt ten laste van de algemene middelen. Op basis van de nieuwe BBV moet tussentijds winst worden genomen; in 2017 is voor de Saller € 2.267.000 en voor de Lutte € 333.000 winst genomen, waarvan ieder de helft is toegevoegd aan de reserve Grondexploitatie. De andere helft is toegevoegd aan de algemene risicoreserve. Door deze toevoeging ontstaat per 31-12-2017 een saldo van € 1,4 miljoen. In de nota grondbeleid is aangegeven dat deze reserve maximaal € 1 miljoen mag bedragen; hierdoor valt er € 450.000 vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2017.
Reserve onderhoud wegen
Bij de op 12 mei 2009 vastgestelde bezuinigingsoperatie is besloten dat jaarbudgetten onderhoud wegen volledig voor dit doel mogen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via een reserve beschikbaar blijft. Eventuele tekorten kunnen jaarlijks verrekend worden met deze reserve. In 2017 is € 290.000 aan de reserve toegevoegd.
Een bedrag van € 1.086.000, dat bedoeld is ter (gedeeltelijke) dekking van toekomstige kapitaallasten voor de investeringen in het Centrumplan Overdinkel wordt administratief overgeheveld naar de reserve investeringsbijdragen.
Reserve Dorpsvisies 2008
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve à € 128.000. De leefbaarheid van de kerkdorpen en burgerparticipatie zijn speerpunten uit het collegeprogramma. Hiertoe zijn samen met burgers dorpsvisies opgesteld en is door de raad middels amendement bij de voorjaarsnota op 24 juni 2008 budget voor de uitvoering beschikbaar gesteld. De verwachting is dat het resterende bedrag in 2018 wordt besteed.
Reserve vervolgprocedures VVH
In 2008 is door de Raad op 28 februari ten laste van de algemene reserve € 340.000 beschikbaar gesteld voor het wegwerken van achterstanden op het gebied van bouw- en milieuvergunningen. De achterstanden zijn weggewerkt, maar er dient nog een afronding plaats te vinden met name ten aanzien van juridische procedures. Het niet bestede budget á € 63.000 is toegevoegd aan deze reserve. Het resterende budget is nodig om de procedures af te kunnen wikkelen. In 2017 is het resterende bedrag vrijgevallen, gedeeltelijk ter dekking van de kosten van het verbeterplan.
Reserve vitalisering landelijk gebied
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve. Het betrof cofinancieringsmiddelen ten behoeve van Vitalisering Landelijk Gebied. Tot en met 2013 is dit ingezet voor het PmjP. De subsidieperiode liep tot 31 december 2013. Het restant van de co financiering was nog nodig voor de co financiering van het info punt Poort Bulten bij het arboretum. De kosten voor dit infopunt zijn in 2016 gemaakt en verrekend met de reserve. In 2017 is gebleken dat het begrote structurele budget toereikend is waardoor het resterende bedrag in de reserve kan vrijvallen.
Reserve vervanging lampen OV
Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag ad € 12.500 gereserveerd. Naast deze storting is in 2017 € 50.000 uit deze reserve onttrokken ter dekking van de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen.
Reserve akoestische aanpassingen Gronausestraat
In verband met de vergunningverlening en bestemmingsplanprocedure rondom de Gronausestraat is het noodzakelijk op grond van hogere grenswaarden akoestische aanpassingen te verrichten aan woningen in de omgeving. Bij de najaarsnota 2010 is hiertoe € 100.000 beschikbaar gesteld, maar in dat jaar niet besteed. Conform de besluitvorming is het niet bestede bedrag toegevoegd aan een gevormde bestemmingsreserve. In 2014 is gekozen voor een beperkte zoneringsvariant en is de hogere grenswaarde voor het bedrijventerrein de Pol begin 2015 vastgesteld. Door deze hogere grenswaarde is het aantal wettelijk te saneren woningen teruggebracht naar drie woningen en is de reserve in 2014 verlaagd met € 50.000. In 2017 is gebleken dat het resterende bedrag niet beschikbaar hoeft te blijven.
Reserve handhaving Luttermolenveld
Op 10 juni 2014 heeft de Raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2013 tot het instellen van deze reserve. De eventuele kosten voor inhuur worden met deze reserve verrekend. In 2017 is gebleken dat het resterende bedrag niet beschikbaar hoeft te blijven.
Reserve afboeking grond
Losser heeft samen met de regiogemeenten verder gewerkt aan het bieden van inzicht in de gevolgen van de over programmering woningbouw. Naar verwachting is een substantieel deel van de programmering hard. Echter, de mogelijkheid bestaat dat besluitvorming op dit punt een nadelige invloed zal hebben op het weerstandsvermogen. Om die reden is besloten bij de vaststelling van de jaarrekening 2015 om een bedrag van € 750.000 te reserveren. Omdat het risico het afgelopen jaar echter door de aantrekkende economie lijkt afgenomen wordt het verantwoord geacht € 500.000 vrij te laten vallen in het jaarrekeningresultaat 2017.
Reserve Omgevingswet
Bij de berap 2016 is besloten om € 200.000 uit het resultaat te reserveren voor de implementatie van de omgevingswet. Daarnaast was het beschikbare budget van 2016 overgeheveld naar 2017. Dit budget was in 2017 niet nodig is en daarom toegevoegd aan de reserve.
Reserve aanschaf Squid
Het beschikbare budget voor de aanschaf van Squid is in 2016 overgeheveld naar 2017. De aanschaf heeft echter ook niet in 2017 plaatsgevonden en voor het beschikbare budget is daarom een aparte reserve gevormd.
Welzijn & Zorg
Reserve privatisering buitensportaccommodaties
De gemeenteraad heeft op 10 juli 2012 besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2011 tot het instellen van deze reserve. Kosten die betrekking hebben op de privatisering van het buitensportgebied kunnen met deze reserve verrekend worden. In 2016 en 2017 zijn, in tegenstelling tot eerder jaren, dergelijke kosten niet gemaakt.
Reserve kulturhus Overdinkel
In de reserve is € 130.000 beschikbaar voor dekking van de kosten van het onderhoudscontract in de komende vijftien jaar; vanaf 2018 zullen hiervoor jaarlijks onttrekkingen plaatsvinden.
Reserve MOP onderwijs '10
Zie onderbouwing ‘Reserve gebouwen MOP’.
Reserve NASB '08+'09
De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn in de begroting opgenomen. Het verschil budget en realisatie wordt verrekend met de reserve. Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de provincie begin 2013 in het kader van de €1.- regeling € 45.000 subsidie heeft verleend voor sport- en beweegactiviteiten. In 2017 zijn de meer kosten verrekend met de reserve.
Reserve impuls brede school 2009
In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om combinatiefuncties mogelijk te maken. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we budget voor 3,9 FTE. In 2017 is het budget voor de combinatiefunctionaris overschreden, de meerkosten zijn verrekend met de reserve.
Reserve afboeking boekwaarde sporthal
Bij de berap 2016 is besloten € 450.000 apart te zetten voor de afboeking van de boekwaarde van sporthal de Fakkel op het moment dat er een nieuwe sporthal wordt gebouwd. Dit zal waarschijnlijk in 2018 gebeuren.
Reserve gezond in de stad
De gemeente Losser ontvangt via de decentralisatie-uitkering GIDS (Gezond In De Stad) middelen (periode 2015-2017) om de aanpak van gezondheidsachterstanden verder vorm te geven. Bij de resultaatbestemming 2015 is besloten het ontvangen bedrag 2015 te reserveren. In 2017 zijn er geen kosten verrekend met de reserve.
Reserve huishoudelijke toelage
In het collegebesluit van 18 augustus 2015 is besloten om in de maand december te evalueren hoeveel dienstcheques er in het tweede half jaar voor de huishoudelijke hulp zijn afgenomen en hoeveel van het budget is gebruikt. Dit heeft er toe geleid dat de doelgroep huishoudelijke toelage is uitgebreid. Om de te verwachten kosten te kunnen dekken is bij de resultaatbestemming 2015 besloten hiervoor € 139.500 te reserveren. Inmiddels is de begroting voor de komende jaren hierop aangepast waardoor de reserve niet meer noodzakelijk is. De reserve is in zijn geheel vrijvallen in 2017 ten gunste van de Wmo.
Reserve frictiekosten & reserve Sociaal domein
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig resultaat geboekt van € 979.000. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2015 is besloten om dit voordeel in een tweetal reserves beschikbaar te houden:
• Bij de implementatie en uitvoering van de nieuwe taken in het Sociaal Domein, wordt gaandeweg duidelijk dat het naar alle waarschijnlijkheid niet voor alle medewerkers haalbaar is om aan de daarbij behorende eisen (kennis en vaardigheden) te voldoen. Dit leidt tot frictiekosten waarvoor een bedrag van € 500.000 wordt gereserveerd. In 2017 zijn de frictiekosten € 113.000 geweest.
• Vanwege de onzekerheid die bestaat over de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten binnen het 'Sociaal domein', is besloten om het restant van € 479.000 te bestemmen voor de vorming van een reserve 'Sociaal domein'. In 2016 is vervolgens ingeschat dat een bedrag van € 1 miljoen toereikend is voor de eenmalige uitgaven/investeringen in het sociaal domein. Om die reden is voorgesteld de reserve Sociaal domein aan te vullen met een bedrag van € 521.000 (€ 1 miljoen verminderd met € 479.000). In 2017 zijn de totale kosten € 78.000.
Reserve Fundamentgelden muziekonderwijs
In 2016 is de beschikking voor de jaren 2015 en 2015 van Fundament lager vastgesteld. Van het teruggevorderde geld is bij de resultaatbestemming van 2016 een reserve gevormd. Voor de jaren 2017 en 2018 wordt vanuit de reserve een extra bijdrage aan Fundament betaald voor het Muziekonderwijs en een compensatie voor loon- en prijsstijgingen.
Economie & Werk
Reserve gebouwen MOP
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad op basis van de najaarsnota besloten tot het instellen van een reserve voor de MOP gebouwen, inclusief de gebouwen van het onderwijs. Dit omdat het MOP meerjarig is onderbouwd en planmatig wordt weggezet. De reserve valt onder twee programma's. In 2017 is aan de algemene MOP reserve € 47.000 toegevoegd en aan de reserve MOP onderwijs is € 32.000 onttrokken; beide bedragen zijn ontstaan uit de onder- en overschrijding van het jaarlijkse onderhoudsbudget.
Reserve participatie
De reserve is ingesteld bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2014. Vanaf 2015 is het participatiebudget geïntegreerd in de algemene uitkering. Het niet bestede deel participatiebudget van 2014 van € 86.000 is bestemd in een reserve zodat dit budget beschikbaar blijft voor de cliënten die ondersteuning nodig hebben bij een participatie en/of integratieproject. Het project Klant in Beeld geeft inzicht in de inzet van deze middelen. In 2017 is de gehele reserve ingezet ter dekking van de kosten ten behoeve van diverse participatie- en integratieprojecten.
Bestuur & Dienstverlening
Algemene risico reserve
Overzicht ontwikkeling algemene risico reserve | 2017 (jaarverslag) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Beginstand Algemene risico reserve | 4.284 | 7.534 | 6.771 | 6.902 | 7.117 |
waarvan Reserve Kulturhus | -77 | -111 | -100 | -98 | -98 |
Toevoegingen | |||||
Resultaatbestemming 2016 | 1.652 | ||||
Begeleiding statushouders | 40 | ||||
Armoedebestrijding | 33 | ||||
Conform eerdere begrotingen | 402 | 512 | 70 | ||
Winstnemingen | 1.301 | ||||
Resultaat Kadernota 2018 | 51 | 131 | |||
Resultaat Programmabegroting 2018 | 526 | 262 | 519 | ||
Totaal toevoegingen | 3.428 | 512 | 596 | 313 | 650 |
Onttrekkingen | |||||
Dekking Riool | 108 | ||||
Armoedebestrijding | 30 | ||||
Losser Flexibel & Verbonden | 15 | ||||
Overige | 25 | ||||
Duurzaamheid | 24 | 24 | |||
Bijdrage tekort Kulturhus | 111 | 100 | 98 | 98 | |
Onttrekking t.b.v. Losser Flexibel & Verbonden | 71 | ||||
Bijdrage subsidieplan | 45 | ||||
Resultaat Kadernota 2018 | 924 | 341 | |||
Resultaat Programmabegroting 2018 | 100 | ||||
Totaal onttrekkingen | 178 | 1.275 | 465 | 98 | 98 |
Prognosestand ultimo van het jaar | 7.534 | 6.771 | 6.902 | 7.117 | 7.669 |
Reserve uitwerking Kadernota 2012
Op 12 juli 2011 heeft de Raad besloten bij het vaststellen van de kadernota 2012 eenmalig € 500.000 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de benodigde structurele ombuigingen. Alle ombuigingen zijn in de afgelopen jaren gerealiseerd, verwerkt in de begroting of teruggedraaid. Het restant van de reserve kan vrijvallen.
Reserve Organisatie ontwikkelingen
Deze reserve is bedoeld voor dekking van risico's voortvloeiende uit mogelijk verplichtingen en kosten als gevolg van het organisatie ontwikkel traject. Door omstandigheden zijn er zaken door geschoven.
Reserve conjunctuur/ frictiefonds
Op 12 mei 2009 heeft de Raad bij het vaststellen van de bezuiniging besloten tot het instellen van een conjunctuur-/frictiefonds in 2010 van € 1.000.000. Dit fonds is bedoeld voor het opvangen van tijdelijke, conjuncturele tegenvallers, waarbij te denken valt aan bijvoorbeeld niet door het rijk gecompenseerde uitkeringsgelden en teruglopende leges. Tevens is dit fonds bedoeld voor opvang frictiekosten in de vorm van eenmalige personele effecten als uitvloeisel van de organisatorische aanpassingen. Ook de samenwerking met Enschede en het GBT en de daaruit voortvloeiende frictiekosten vallen hieronder. De gemaakte kosten die in 2017 zijn verrekend met deze reserve bestaan uit kosten van het GBT voortvloeiend uit het sociaal plan.
Reserve Individueel loopbaanbudget
In september 2013 is deze reserve ingesteld om het mogelijk benodigde budget voor de regeling individueel opleidingsbudget, waaraan het personeel rechten kan ontleden, over de periode van 3 jaar te kunnen bekostigen. In 2017 is het overgebleven opleidingsbudget toegevoegd aan de reserve.
Nu de looptijd van de reserve verstreken is wordt voorgesteld de reserve te behouden als bestemmingsreserve 'opleidingen'. Gelet op de overschrijding in het afgelopen jaar en de verwachting dat de noodzaak voor opleidingen de komende jaren hoog is, is het noodzakelijk hiervoor reserve gelden beschikbaar te hebben. De hogere kosten die verwacht worden vinden hun oorsprong onder andere in de drie decentralisatie, expeditie Losser en veranderende wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet die aanstaande is.
Reserve archiefbewerkingsplan
Op 30 juni 2015 heeft de Raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2014 tot het instellen van deze reserve omdat er geen middelen beschikbaar waren om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de archief inspecteur. Met de vorming van de reserve zijn gelden beschikbaar om achterstanden in archiefvorming en –bewerking aan te pakken. Na de afronding van de werkzaamheden zullen de hiermee gepaard gaande lasten bij Losser in rekening worden gebracht en worden betaald. Door de aanpak van de achterstanden het toezichtregime van de provincie verschoven van oranje naar groen. In 2016 is in totaal € 34.200 aan kosten met de reserve verrekend voor archiefwerkzaamheden. De resterende € 500 is in 2017 vrijgevallen.
Reserve investerings bijdragen
Op grond van het BBV mogen bijdragen uit eigen reserves in investeringen met economisch nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van deze investeringen. Hier is sprake van de zogenaamde. bruto - verantwoording. In de praktijk houdt dit in dat er een jaarlijkse vrijval van deze reserve plaatsvindt op basis van de afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij wordt ook rekening gehouden met rente, zodat e.e.a. hetzelfde effect heeft als een netto - verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende product maar via functie 980 en op deze wijze dus via de bestemming. In 2017 is € 156.000 conform begroting onttrokken, € 19.700 vrijgevallen in verband met het niet meer in bezit zijn van het activum waarvoor deze bijdrage was gereserveerd en is bijna € 271.000 vrijgevallen door het afstoten van de steenfabriek. Dit laatste bedrag is gebruikt voor de afboeking van de aanwezige boekwaarde van de gebouwen van de steenfabriek.
Een bedrag van € 1.086.000, dat bedoeld is ter (gedeeltelijke) dekking van toekomstige kapitaallasten voor de investeringen in het Centrumplan Overdinkel wordt administratief overgeheveld vanuit de reserve wegen.
Reserve referenda
Op 10 november 2015 is door de Raad een amendement aangenomen waarin de Raad het college opdraagt een reserve in te stellen 'ten behoeve van het houden van referenda'. Op deze manier wordt voorkomen dat de financiële situatie van de gemeente een argument is om een referendumverzoek van inwoners af te wijzen. Dit amendement is bij de bestuursrapportage 2016 geëffectueerd.
Reserve Aansluiting BRP-digitale dienstverlening
In 2019 of 2020 moet Losser aansluiten op de landelijke voorziening BRP (Basis Registratie Personen). Daarnaast is vanuit Digitaal 2017 de landelijke koers gezet op het zoveel mogelijk digitaal aanbieden van producten aan inwoners en bedrijven. De huidige software is hiervoor niet geschikt. Hiervoor moeten substantiële kosten worden gemaakt. Om de synergie uit de samenwerking te benutten ligt het voor de hand om samen met Enschede te kiezen voor de applicatie iBurgerzaken. Bij de bestemming van de jaarrekening 2016 is een bedrag van € 438.000 gereserveerd voor de aanschaf van de applicatie en de te maken projectkosten en de kosten voor het trainen van de medewerkers. Daarnaast wordt de digitale dienstverlening richting Losserse burgers uitgebreid en wordt de aansluiting met de BRP gerealiseerd.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betreffende verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichtingen van de wethouders zijn gebaseerd op actuariële berekeningen (contante waarde). Het gehanteerde rentepercentage voor deze berekeningen is 1,648%. Dit is conform het voorstel in de circulaire van december van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
|
Natuur & Ruimte
Voorziening Reiniging
Het saldo tussen lasten en baten met betrekking tot de afvalinzameling wordt jaarlijks verrekend met deze voorziening. Dit saldo wordt in volgende begrotingsjaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. In 2017 is een onttrekking begroot van € 315.000. In werkelijkheid is door aanzienlijke kostenbesparingen bij vooral de huis-aan-huisinzameling een storting van € 113.000 mogelijk geweest. De onttrokken bedragen van in totaal bijna € 35.000 zijn kosten voor communicatie en advisering door Twente Milieu en diverse kosten van eind 2017.
Een toelichting op deze onttrekkingen is te vinden in hoofdstuk 3.2.
Voorziening Riolering
Het saldo tussen lasten en baten van de riolering wordt jaarlijks verrekend met deze voorziening. De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan dat onderdeel is van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In de begroting 2017 was een storting aan deze voorziening geraamd van € 321.000; na de vaststelling van de tarieven is nog een bijdrage uit de reserve verwerkt in de begroting van € 115.000, die niet als extra storting is opgenomen, maar een voordelig saldo op het product oplevert. De werkelijke storting bedraagt € 403.000. Dit verschil wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door een besparing op energiekosten. Een uitgebreider toelichting is te vinden in hoofdstuk 3.2.
Door diverse kosten die eind 2017 zijn gefactureerd, zoals de implementatie van Diftar is er een ontrrekkening aan de voorziening gedaan van € 132.000.
Economie & Werk
Voorziening herstructurering Top Craft
Op basis van de notitie "Mensenwerk" hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december 2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel de Gr-WOT als het uitvoeringsbedrijf Top Craft te ontmantelen en over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en Gr-WOT een voorziening "Herstructurering" gevormd van € 8.284.000 (het Losserse deel is 33%). De stand van het Losserse deel van deze voorziening bedroeg op 01-01-2017 € 778.000. De gemaakte kosten in 2017 door Topcraft zijn doorberekend aan de deelnemende gemeenten. Voor de gemeente Losser is dit een bedrag van € 177.000. Daarnaast is er op basis van de actualisatie van de voorziening van Topcraft per saldo een vrijval van € 218.000. Hiermee komt de voorziening van Losser per 31-12-2017 op € 382.000.
Bestuur & Dienstverlening
Voorziening pensioenen wethouders
Op grond van het BBV dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente heeft jegens bestuurders en oud-bestuurders dan wel jegens hun nabestaanden een voorziening te worden gevormd. Jaarlijks zal moeten worden beoordeeld op basis van een actuariële berekening of de voorziening nog toereikend is. Per 01-01-2017 bedroeg deze voorziening € 3.277.000. In 2017 is een bedrag van € 130.000 als pensioenuitkering ten laste van de voorziening gebracht, zodat nog € 3.147.000 resteert. Op basis van actuariële gegevens is een voorziening nodig van € 3.062.000 per 31-12-2017. Dat houdt in dat om de voorziening op het benodigde niveau te krijgen er een vrijval kon plaatsvinden van € 85.000.
Voorziening uitstroom personeel
Door de onontkoombare uitstroom van een personeelslid is er een verplichting ontstaan voor de komende tien jaar. In 2017 is een bedrag € 12.500 als betalingsverplichting ten laste van deze voorziening gebracht, zodat per 31-12-2017 de hoogte van deze voorziening € 59.000 bedraagt.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.
|
Toelichting
In 2017 zijn voor de verbouwing van het Kulturhus Losser een tweetal leningen afgesloten van totaal € 3,1 mln. De aflossingen op de leningenportefeuille bedroegen 2,7 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2018 is opgenomen in het saldo per 31 december 2017 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg € 929.000 in 2017. Onder de vlottende schulden is de verplichting van de in 2018 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal € 441.000.
Vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Per 31-12-2017 maakt de kasgeldlening van € 1.500.000 onderdeel uit van het totaal vlottende schuld ad € 4.637.000. Verder zijn onder deze post tot een bedrag van € 3.137.000 diverse overige schulden opgenomen, zoals:
Bedragen x € 1.000 | 2017 |
Af te dragen sociale premies en loonheffing december 2017 | 589 |
Transitorische rente 2017 | 481 |
Betalingen onderweg | 1.788 |
Af te dragen sociale premies uitkeringen | 504 |
Diverse terugvorderingen | -263 |
Overige | 38 |
Totaal overige vlottende schulden | 3.137 |
Overlopende Passiva
In artikel 44, lid 2 BBV wordt voorgeschreven dat de nog te besteden middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is, onder voorzieningen moeten worden verantwoord. Dit bleek in de praktijk vooral bij specifieke uitkeringen lastig toe passen. Daarom heeft de wetgever deze regel gewijzigd. Met ingang van het boekjaar 2008 dienen de niet-bestede middelen van uitkeringen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel (“geoormerkt”), als “vooruit ontvangen” op de balans te worden verantwoord onder de post overlopende passiva.
|
Toelichting
De overige overlopende passiva bestaan vooral uit vooruit ontvangen bedragen voor openbare lichamen:
Bedragen x € 1.000 | 31-12-2017 |
Provincie | 240 |
Rijk | 145 |
Gemeenten | 363 |
Overig | 5 |
Overlopende passiva openbare lichamen | 753 |
De nog te betalen kosten bestaan uit:
Bedragen x € 1.000 | 2017 |
Jeugdzorg | 1.838 |
WMO | 1.049 |
Investeringen Kulturhus | 426 |
Bijdrage st. WiL | 213 |
Fundament | 169 |
Investeringen Riolering en Reiniging | 149 |
Diverse zorgkosten | 107 |
DVO Enschede | 105 |
PGB | 84 |
Uren planeconomie | 82 |
Personeel | 75 |
WSW | 58 |
Leerlingenvervoer | 36 |
Investering Wegen | 28 |
LEADER | 25 |
Humanitas | 12 |
NOT stuurgroep ZAT | 11 |
GGD laaggeletterdheid | 11 |
Mantelzorgwaardering | 9 |
Inspecties kinderopvang | 9 |
Begeleiding asielzoekers | 6 |
Nog te betalen huur | 6 |
Eindheffing WKR | 5 |
Overig | 45 |
Totaal nog te betalen kosten | 4.559 |
Tot de niet uit de balans blijkende verplichtingen worden de meerjarige contracten zoals langlopende huur- en leaseverplichtingen of onderhoudscontracten gerekend. Daarnaast vallen de overlopende verplichting voor restant verlofuren hieronder.
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen: Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Voor 2017 komt dit neer op een spaar- en restantverlof van ca. € 425.000 (saldo op 31-12-2017);
De gemeente Losser kent geen langlopende huur- en leaseverplichtingen groter dan € 100.000.
Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:
Gewaarborgde geldleningen
Hieronder volgt het verloopoverzicht volgens artikel 57 BBV van de gewaarborgde geldleningen.
Artikel 50 BBV schrijft voor dat aan de passiefzijde buiten de balanstelling het bedrag wordt opgenomen waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt. Voor zover leningen door de gemeente zijn gegarandeerd is buiten telling het totaalbedrag van de gegarandeerde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.
Gewaarborgde leningen | Oorspronkelijk hoofdsom | Stand 01-01-2017 | Correcties 01-01-2017 | Nieuwe garanties | Aflossingen | Stand 31-12-2017 |
Gegarandeerde geldleningen aan: | ||||||
Verbonden partijen | 666 | 347 | 78 | 269 | ||
Kunst/Cultuur | 1.159 | 559 | 335 | 224 | ||
Overig | 78 | 39 | 3 | 36 | ||
Totaal | 1.904 | 945 | 0 | 0 | 416 | 529 |
Bij deze leningen staat de gemeente voor 100 procent van het vermelde saldo garant.
Daarnaast heeft de gemeente nog verplichtingen op het gebied van de WSW en de WEW. In 2017 is er een nieuwe garantstelling afgegeven van € 7,5 miljoen. ten behoeve van een aan woningstichting Domijn verstrekte lening:
Percentage borging door de gemeente Losser | Oorspronkelijke hoofdsom | Bedrag borging 01-01-2017 | Bedrag borging 31-12-2017 |
50% | 36.800 | 36.800 | 36.800 |
100% | 1.560 | 1.560 | 1.560 |
Totaal | 38.360 | 38.360 | 38.360 |
Het WSW staat voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Bij deze leningen treedt de Gemeente Losser op als 'achtervang'. Dit betekent dat indien een corporatie niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen allereerst het WSW gehouden is om de betalingen te verrichten. Slechts indien het WSW niet in staat is om deze verplichtingen te voldoen zal de gemeente renteloze leningen aan het WSW moeten verstrekken, zodat het fonds alsnog aan de claims kan voldoen. Overigens heeft het WSW momenteel de hoogst mogelijke kredietstatus (triple A) zodat het onwaarschijnlijk is dat het WSW van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
Het WEW staat voor het Waarborgfonds Eigen Woningen. Dit betreft de Nationale Hypotheek Garanties die worden verstrekt aan particulieren. Hier gelden dezelfde regels als bij het WSW. De gemeente is slechts achtervang.
Gebeurtenissen na balansdatum
Alle ten tijde van het opmaken van de jaarrekening beschikbare informatie omtrent de feitelijke situatie per balansdatum is bij het opmaken van de jaarrekening in aanmerking genomen en verwerkt. Er hebben zich na het opmaken van de jaarrekening geen gebeurtenissen van betekenis voorgedaan die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum.