|
|
Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 17 december 2012 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde tenzij anders aangegeven. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. Winst wordt genomen op moment van realisatie. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het betreffende boekjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeid gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht.
Wijziging in presentatie
Op sommige onderdelen is er een groot verschil tussen de eindbalans 2015 en de eindbalans van 2016. Dit wordt veroorzaakt door de herrubricering van enkele balansposten (zoals de Liquide Middelen en de Vorderingen). Deze herrubricering vindt plaats omdat de balansposten zoals zij in het verleden werden gepresenteerd niet voldoende aansloten op het (vernieuwde) BBV. Waar nodig is deze herrubricering inzichtelijk gemaakt middels een extra kolom.
Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen de post 'Voorraden'en de post 'Materiële Vaste Active'. Deze verschuiving is het gevolg van gewijzigde regelgeving rond de inrichting van de administratie vanuit het BBV. De gronden, waarvoor nu en binnen afzienbare tijd geen plan of (voorgenomen) raadsbesluit bestaat om deze gronden in exploitatie te nemen, zijn niet meer onder de voorraden worden opgenomen, maar onder de materiële vaste activa.
Hieronder worden de diverse balansposten toegelicht inclusief de van toepassing zijnde waarderingsgrondslag.
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden geactiveerd en afgeschreven in 5 jaar indien daadwerkelijk het tot stand komen van een activum wordt gerealiseerd. Het voornemen, technische uitvoerbaarheid en toekomstige nut zijn daarbij voorwaarden.
|
Toelichting
Op de boekwaarde is de jaarlijkse afschrijving in mindering gebracht.
De onderstaand overzichten geven het verloop van de boekwaarde van de investeringen in de materiële vaste activa weer. De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze verschillende categoriën.
|
De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Onderstaande tabel geeft inzicht in dit onderscheid.
|
Investeringen met economisch nut
Deze investeringen moeten worden geactiveerd volgens de lineaire afschrijvingsmethode. Start van de afschrijving van een nieuw kapitaalgoed is het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering gereed komt of verworven wordt. Resultaat afhankelijk afschrijven is niet toegestaan en reserves welke gevormd zijn mogen niet in mindering worden gebracht op deze activa. Voor de afschrijving van de materiële vaste activa met economisch nut worden de termijnen gehanteerd zoals beschreven is in onderdeel 3 Financieel beleid, artikel 7 van de verordening 212. Deze verordening is geactualiseerd bij raadsbesluit van 18 december 2012, ingaande 2013. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd.
De in erfpacht uitgegeven percelen (activa met economisch nut) zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs en omvatten de gronden onder de carnavalsloodsen in Losser en De Lutte en de tennishal de Lage Esch.
De overige materiële vaste activa met economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Afschrijving vindt dan plaats op basis van de netto - investering. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen, onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar, rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
|
Toelichting
Er heeft conform de wijziging van BBV één herrubricering plaastgevonden:
Gronden & terreinen
Door de gewijzigde regelgeving rond de inrichting van de administratie (BBV) moeten de gronden, waarvoor nu en binnen afzienbare tijd geen plan of (voorgenomen) raadsbesluit bestaat om deze gronden in exploitatie te nemen, niet meer onder de voorraden worden opgenomen, maar onder de materiële vaste activa. De overheveling van de boekwaarde van de gronden met economisch nut bedraagt € 3.963.000.
De overige investeringen bedragen bijna € 1,7 miljoen en bestaan voornamelijk uit:
Bedrijfsgebouwen
Voor het Kulturhus Losser is voor € 907.000 aan reeds in voorgaande jaren gedane investeringen als boekwaarde ingebracht in de totale investeringskosten van het Kulturhus. Zie ook de desinvesteringen.
Naast een aantal kleinere investeringen is voor € 747.000 aan Domijn betaald als slottermijn voor basisschool Kompas in Overdinkel.
Grond, weg- en waterbouwkundige werken
Van de Regio Twente is in het kader van het project Twente bewust verlicht voor de Lutterstraat een subsidie ontvangen van € 11.670.
Vervoermiddelen
Per 1-1-2016 is de groenvoorziening van de stichting WiL ondergebracht bij het Servicebedrijf. De activa die hierbij worden gebruikt zijn voor een bedrag van € 55.000 overgenomen van de stichting WiL.
Machines, apparaten en installaties
Naast vervoermiddelen is ook tot een bedrag van ruim € 41.000 aan machines van de stichting WiL overgenomen door het Servicebedrijf.
Overige vaste activa
Het hier opgenomen bedrag is ontstaan door een correctie op de in 2014/2015 gedane investeringskosten die nu worden ondergebracht in het krediet voor het Kulturhus Losser.
Investeringen met een economisch nut ten behoeve van heffingen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
|
Toelichting
De in 2016 gedane investeringen betreffen investeringen voor afvalinzameling en rioleringen (conform het GRP).
Voor de aanleg van een pompinstallatie voor het Theehuis Arboretum Losser is ruim € 19.000 in rekening gebracht.
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
De voorkeur bestaat om op deze investeringen niet te activeren. Dit zou kunnen betekenen dat gemeenten belangrijke investeringen niet meer zouden kunnen doen. Te denken valt aan investeringen in wegen, water, bruggen e.d. Wel is het wenselijk, indien tot activering wordt overgegaan, deze investeringen in zo korte termijn af te schrijven, ook bijdragen vanuit de reserves mogen hier wel in mindering worden gebracht op het activum en er mag resultaatafhankelijk worden afgeschreven. De boekwaarde van deze activa kunnen als nog te dekken investeringsrestanten worden beschouwd.
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden, indien activering plaats vindt door raadsbesluit, lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.
|
Toelichting
Gronden en terreinen
Door de gewijzigde regelgeving rond de inrichting van de administratie (BBV) moeten de gronden, waarvoor nu en binnen afzienbare tijd geen plan of (voorgenomen) raadsbesluit bestaat om deze gronden in exploitatie te nemen, niet meer onder de voorraden worden opgenomen, maar onder de materiële vaste activa. De overheveling van de boekwaarde van de gronden met maatschappelijk nut bedraagt € 313.000.
Grond, weg- en waterbouwkundige werken
Deze investeringen zijn gedaan voor verbetering/onderhoud aan wegen, met name de Hoofdstraat in Overdinkel (€ 94.000), de Pastor Geerdinkstraat in de Lutte (€ 63.000), Reconstructie Gronausestraat (€ 30.000), Wandel-fietspad De Pol-Dinkel (€ 19.000) en Herinrichting Parkeerterrein Langenkamp (€ 18.000).
Kapitaalverstrekkingen zijn opgenomen tegen nominale waarde, dan wel de lagere marktwaarde.Verstrekte geldleningen zijn opgenomen tegen de oorspronkelijk verstrekte geldlening minus de ontvangen aflossingen, dan wel de lagere marktwaarde. Bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met afschrijvingen. Deze bijdragen mogen alleen worden geactiveerd indien de gemeente de gestelde voorwaarden op basis waarvan het activum aan de publieke taak moet bijdragen kan handhaven/afdwingen. Indien dit niet het geval is, dan dient de boekwaarde afgeboekt te worden.
Het verloop van de financiële vaste activa in 2016 wordt in onderstaand overzicht weergegeven.
|
Toelichting
In 2016 is voor € 19.000 aan leningen verstrekt voor de fietsprive-regeling van ambtenaren, is € 17.000 verstrekt vanuit het stimuleringsfonds Volkshuisvesting voor een tweetal woningen en € 36.000 is betaald voor het VROM startersfonds.
Door de lage marktrente voor onder andere hypotheken is door diverse ambtenaren de bij de gemeente afgesloten hypothecaire lening tot een bedrag van in totaal € 1.010.000 afgelost. Daarnaast zijn aflossingen ontvangen voor de fiets-prive regeling (€ 26.000) en op verstrekte leningen aan Enexis (€ 153.000), Vitens (€ 112.000), stimuleringsfonds Volkshuisvesting (€ 17.000) en € 24.000 voor het VROM startersfonds.
Voorraden
De boekwaarde van de grondexploitatie betreft uitsluitend het onderhanden werk (gronden in exploitatie). Door de gewijzigde regelgeving rond de inrichting van de administratie (BBV) moeten de gronden, waarvoor nu en binnen afzienbare tijd geen plan of (voorgenomen) raadsbesluit bestaat om deze niet in exploitatie genomen gronden in exploitatie te nemen, niet meer onder de voorraden worden opgenomen, maar onder de materiële vaste activa. Dit heeft er toe geleid dat voor een bedrag van € 4.276.000 is overgeheveld van de overige grond en hulpstoffen naar de gronden en terreinen.
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde.
Onder de voorraden wordt ook de boekwaarde verantwoord met betrekking tot gronden opgenomen onder de grondexploitatie. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de voorgeschreven paragraaf grondexploitatie.
|
Toelichting
Uitgangspunten voor de bepaling van het eindresultaat op eindwaarde:
2017 | 2018 | 2019 | 2020< | |
Kosten | 0% | 3% | 3% | 2% |
Opbrengsten | 0% | 1% | 2% | 2% |
Rente | 2,29% | 2,28% | 2,33% | 2,39% |
Onderstaand de ontwikkeling van de boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden (* € 1.000):
Voorraden: Gronden in Exploitatie | Boekwaarde 1-1-2016 | Investering | Inkomsten | Resultaat 2016 | Boekwaarde 31-12-2016 | Te maken kosten | Te realiseren inkomsten | Verwacht eindresultaat op eindwaarde |
De Saller | 1.265 | 241 | 1.648 | 0 | -142 | 3.861 | 12.282 | 8.563 |
De Lutte Zuid | -49 | 1 | 0 | 0 | -48 | 26 | 448 | 470 |
Luttermolenveld | 1.218 | 102 | 317 | 0 | 1.003 | 279 | 1.357 | 75 |
De Geurmeij | 1.922 | 148 | 0 | 0 | 2.070 | 3.085 | 5.676 | 521 |
’t Zijland | -1.718 | -17 | 0 | 0 | -1.735 | 1.600 | 0 | 135 |
Totaal | 2.639 | 474 | 1.965 | 0 | 1.149 | 8.851 | 19.763 | 9.764 |
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening gevormd welke in mindering is gebracht op de boekwaarde, leidend tot de balanswaarde.
|
Toelichting
Door een herrubricering van diverse balansposten is de eindbalans per 2015 voor vorderingen gecorrigeerd met € -386.000.
Hieronder volgt een verdere specificatie van de balansposten die vallen onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar.
Specificatie uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (bedragen * € 1.000) | |
De vorderingen openbare lichamen bestaan uit: | |
Provincie | 77 |
Diverse gemeenten | 204 |
BTW/BCF | 2.768 |
Diverse posten uit reguliere debiteuren | 8 |
Totaal | 3.057 |
De overige vorderingen bestaan uit: | |
Fundament | 273 |
Diverse sportverenigingen | 28 |
Overige debiteuren | 34 |
Subtotaal | 335 |
De rekening-courant verhoudingen per 31-12-2016 zijn als volgt: | |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente | 388 |
ROZ | 705 |
Subtotaal | 1.093 |
De voorziening oninbaarheid bestaat uit: | |
Belastingdebiteuren | 61 |
Vordering ROZ debiteuren | 553 |
Subtotaal | 614 |
Schatkistbankieren
De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden.
Het drempelbedrag bedroeg € 430.000 in 2016. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2016 regelmatig een positief banksaldo had waarmee het drempelbedrag meermaals is overschreden.
(Bedragen x € 1.000) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen | 254 | 400 | 614 | 896 |
Toegestaan drempelbedrag | 393 | 393 | 393 | 393 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 139 | 0 | 0 | 0 |
Overschrijding drempelbedrag | 0 | 8 | 221 | 503 |
Deze worden tegen nominale waarde opgenomen.
|
Toelichting
Door een herrubricering is de eindbalans per 2015 gecorrigeerd met € 12.000.
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Door een herrubricering van diverse balansposten is de eindbalans per 2015 voor overlopende activa gecorrigeerd met € 60.000.
De mutaties in 2016 op de nog te ontvangen baten bestaan uit:
Omschrijving | Bedrag |
Leges GBT | 73 |
Verkoop grond de Saller | 1.448 |
Vangnetuitkering | 283 |
Terugvordering SVB | 275 |
Debiteuren sociale zaken | 212 |
Overige baten | 191 |
Totaal | 2.482 |
De vooruitbetaalde kosten bestaan uit:
Omschrijving | Bedrag |
Voorschotten jeugdzorg | 184 |
Verzekeringspremie | 31 |
Overige lasten | 3 |
Totaal | 228 |
Het eigen vermogen is gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Naast het eigen vermogen voortkomend uit de reserve maakt ook het gerealiseerde resultaat onderdeel uit van het eigen vermogen. Inclusief het gerealiseerde resultaat van 2016 komt het totaal eigen vermogen eind 2016 uit op € 16,925 miljoen. In onderstaand overzicht staat de verdeling van het eigen vermogen naar de diverse (bestemmings)reserves.
|
Toelichting
Bestuur & Dienstverlening
Algemene risico reserve
Overzicht ontwikkeling algemene risico reserve | 2016 (jaarverslag) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Beginstand Algemene risico reserve | 3.742 | 4.284 | 4.590 | 4.992 | 4.868 |
waarvan Reserve Kulturhus | -77 | -111 | -100 | -98 | |
Toevoegingen | |||||
Resultaatbestemming 2015 | 81 | ||||
Toevoeging conform begroting 2013-2016 | 97 | ||||
Toevoeging conform begroting 2015-2018 | 347 | 429 | |||
Bijstelling dotatie conform begroting 2015-2018 | -233 | ||||
Toevoeging conform begroting 2016-2019 | 695 | 259 | |||
Resultaat berap 2016 | 273 | ||||
Onttrekking conform berap 2016 (sporthal) | -450 | ||||
Overige | 115 | -68 | |||
Totaal toevoegingen | 925 | 620 | 488 | 46 | 0 |
Onttrekkingen | |||||
Aanvullen krediet aanloopkosten Kulturhus | 375 | ||||
Aanvullen krediet Losser Flexibel & Verbonden | 8 | ||||
Bijdrage dekking riolering | 108 | ||||
Onttrekking t.b.v. Kulturhus & LFV | 86 | ||||
Bijdrage tekort Kulturhus | 77 | 111 | 100 | 98 | |
Onttrekking t.b.v. subsidieplan | 43 | 45 | |||
Totaal onttrekkingen | 383 | 314 | 156 | 100 | 98 |
Prognosestand ultimo van het jaar | 4.284 | 4.590 | 4.922 | 4.868 | 4.770 |
Reserve uitwerking Kadernota 2012
Op 12 juli 2011 heeft de Raad besloten bij het vaststellen van de kadernota 2012 eenmalig € 500.000 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de benodigde structurele ombuigingen. Alle ombuigingen zijn in de afgelopen jaren gerealiseerd, verwerkt in de begroting of teruggedraaid. Het restant van de reserve wordt ingezet voor Losser Flexibel en Verbonden / organisatieontwikkeling. In 2016 zijn er geen kosten gemaakt. In 2017 wordt bekeken of de reserve kan worden opgeheven.
Reserve Organisatie ontwikkelingen
Deze reserve is bedoeld voor dekking van risico's voortvloeiende uit mogelijk verplichtingen en kosten als gevolg van het organisatie ontwikkel traject. De verwachting was deze gelden in 2016 uit te geven. Door omstandigheden zijn er zaken door geschoven naar 2017. In 2017 zal het resterende budget waarschijnlijk worden uitgegeven.
Reserve conjunctuur/ frictiefonds
Op 12 mei 2009 heeft de Raad bij het vaststellen van de bezuiniging besloten tot het instellen van een conjunctuur-/frictiefonds in 2010 van € 1.000.000. Dit fonds is bedoeld voor het opvangen van tijdelijke, conjuncturele tegenvallers, waarbij te denken valt aan bijvoorbeeld niet door het rijk gecompenseerde uitkeringsgelden en teruglopende leges. Tevens is dit fonds bedoeld voor opvang frictiekosten in de vorm van eenmalige personele effecten als uitvloeisel van de organisatorische aanpassingen. Ook de samenwerking met Enschede en het GBT en de daaruit voortvloeiende frictiekosten vallen hieronder. De gemaakte kosten die in 2016 zijn verrekend met deze reserve bestaan uit kosten van het GBT voortvloeiend uit het sociaal plan.
Reserve Individueel loopbaanbudget
In september 2013 is deze reserve ingesteld om het mogelijk benodigde budget voor de regeling individueel opleidingsbudget, waaraan het personeel rechten kan ontleden, over de periode van 3 jaar te kunnen bekostigen. In 2016 zijn de tekorten op de algemene opleidingsbudgetten door deze reserve gedekt.
Nu de looptijd van de reserve verstreken is wordt voorgesteld de reserve te behouden als bestemmingsreserve 'opleidingen'. Gelet op de overschrijding in het afgelopen jaar en de verwachting dat de noodzaak voor opleidingen de komende jaren hoog is, is het noodzakelijk hiervoor reserve gelden beschikbaar te hebben. De hogere kosten die verwacht worden vinden hun oorsprong onder andere in de drie decentralisatie, expeditie Losser en veranderende wet- en regelgeving zoals de Omgevongswet die aanstaande is.
Reserve Incidentele lasten vakantiegeld
Op 30 juni 2015 heeft de Raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2014 tot het instellen van deze reserve voor het nadelig eenmalig financieel effect van CAO afspraken over eerder uitbetalen van vakantiegeld. Dit nadelige effect doet zich voor bij de invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) en is 2016 geëffectueerd. Het totale nadelige effect bedroeg € 265.650 waardoor er € 84.350 kon vrijvallen.
Reserve archiefbewerkingsplan
Op 30 juni 2015 heeft de Raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2014 tot het instellen van deze reserve omdat er geen middelen beschikbaar waren om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de archief inspecteur. Met de vorming van de reserve zijn gelden beschikbaar om achterstanden in archiefvorming en –bewerking aan te pakken. Na de afronding van de werkzaamheden zullen de hiermee gepaard gaande lasten bij Losser in rekening worden gebracht en worden betaald. Door de aanpak van de achterstanden het toezichtregime van de provincie verschoven van oranje naar groen. In 2016 is in totaal € 34.200 aan kosten met de reserve verrekend voor archiefwerkzaamheden.
Reserve investerings bijdragen
Op grond van het BBV mogen bijdragen uit eigen reserves in investeringen met economisch nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van deze investeringen. Hier is sprake van de zogenaamde. bruto - verantwoording. In de praktijk houdt dit in dat er een jaarlijkse vrijval van deze reserve plaatsvindt op basis van de afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij wordt ook rekening gehouden met rente, zodat e.e.a. hetzelfde effect heeft als een netto - verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende product maar via functie 980 en op deze wijze dus via de bestemming. De vrijval van deze reserve is conform begroting.
Reserve referenda
Op 10 november 2015 is door de Raad een amendement aangenomen waarin de Raad het college opdraagt een reserve in te stellen 'ten behoeve van het houden van referenda'. Op deze manier wordt voorkomen dat de financiële situatie van de gemeente een argument is om een referendumverzoek van inwoners af te wijzen. Dit amendement is bij de bestuursrapportage 2016 geëffectueerd.
Economie & Werk
Reserve gebouwen MOP
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad op basis van de najaarsnota besloten tot het instellen van een reserve voor de MOP gebouwen, inclusief de gebouwen van het onderwijs. Dit omdat het MOP meerjarig is onderbouwd en planmatig wordt weggezet. De reserve valt onder twee programma's. De voordelige saldi van de jaren 2011 en 2012 zijn op basis van het genomen besluit in de reserve gestort. In 2016 heeft er een correctie op de beginbalans plaats gevonden omdat een deel van het budget dat bestemd is voor onderwijsgebouwen in de algemene reserve stond. Bij deze correctie is € 84.575 overgeheveld van de Reserve gebouwen MOP naar Reserve MOP onderwijs. Aan deze laatste reserve is daarnaast een voordelig saldo van € 7.360 toegevoegd. Aan het algemene deel van de reserve is daarnaast een voordelig saldo van € 160.166 toegevoegd.
Reserve participatie
De reserve is ingesteld bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2014. Vanaf 2015 is het participatiebudget geïntegreerd in de algemene uitkering. Het niet bestede deel participatiebudget van 2014 van € 86.000 is bestemd in een reserve zodat dit budget beschikbaar blijft voor de cliënten die ondersteuning nodig hebben bij een participatie en/of integratieproject. Het project Klant in Beeld geeft inzicht in de inzet van deze middelen. In 2016 zijn er geen kosten gemaakt.
Natuur & Ruimte
Reserve grondexploitatie
De grondexploitatie is een vrij risicovolle activiteit. Om deze risico’s op te kunnen vangen, zonder de algemene risicoreserve aan te moeten spreken, is in 2007 is door uw Raad besloten een reserve grondexploitatie te vormen. Hierbij is bepaald dat indien het jaarresultaat van de overige gemeentelijke activiteiten een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het meerdere wordt voor 50% bestemd voor de algemene reserve en de andere 50% voor de reserve grondexploitatie. In geval van een tekort op de grondexploitatie wordt dit eerst ten laste van deze reserve gebracht, een eventueel resterend tekort komt ten laste van de algemene middelen. In 2016 is het verlies op de Lomanskamp 2015/2015 á € 22.600 verwerkt met de reserves, daar tegenover staat een winstneming op de Lutte Noord á € 12.800. Per saldo leidt dit tot een onttrekking van € 9.800.
Reserve ondhoud wegen
Bij de op 12 mei 2009 vastgestelde bezuinigingsoperatie is besloten dat jaarbudgetten onderhoud wegen volledig voor dit doel mogen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via een reserve beschikbaar blijft. Eventuele tekorten kunnen jaarlijks verrekend worden met deze reserve. In 2016 is per saldo € 955.000 aan de reserve toegevoegd. Deze dotatie komt met name door het later realiseren van het centrumplan Overdinkel. De beschikbare budgetten voor dit project in 2016 blijven via de reserve beschikbaar voor bestedingen in de komende jaren. Voor verder informatie omtrent deze dotatie wordt verwezen naar het product 'Wegen'.
Reserve dorpsvisies 2008
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve á € 128.000. De leefbaarheid van de kerkdorpen en burgerparticipatie zijn speerpunten uit het collegeprogramma. Hiertoe zijn samen met burgers dorpsvisies opgesteld en is door de Raad door middel van amendement bij de voorjaarsnota op 24 juni 2008 budget voor de uitvoering beschikbaar gesteld. De niet-bestede middelen per 31-12-2008 zijn op deze wijze beschikbaar voor uitvoering na 2008. De kosten die in 2016 zijn gemaakt hebben betrekking op het centrumplan Overdinkel. Het resterende bedrag is beschikbaar voor uitvoering in Losser en Glane.
Reserve vervolgprocedures VVH
In 2008 is door de Raad op 28 februari ten laste van de algemene reserve € 340.000 beschikbaar gesteld voor het wegwerken van achterstanden op het gebied van bouw- en milieuvergunningen. De achterstanden zijn weggewerkt, maar er dient nog een afronding plaats te vinden met name ten aanzien van juridische procedures. Het niet bestede budget á € 63.000 is toegevoegd aan deze reserve.Het resterende budget is nodig om de procedures af te kunnen wikkelen. Er zijn in 2016 geen kosten gemaakt die verrekend dienden te worden met deze reserve.
Reserve vitalisering landelijk gebied
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het instellen van deze bestemmingsreserve. Het betrof cofinancieringsmiddelen ten behoeve van Vitalisering Landelijk Gebied. Tot en met 2013 is dit ingezet voor het PmjP. De subsidieperiode liep tot 31 december 2013. Het restant van de co financiering was nog nodig voor de co financiering van het info punt Poort Bulten bij het arboretum. De kosten voor dit infopunt zijn in 2016 gemaakt en verrekend met de reserve. Het resterende geld is bestemd om kosten te dekken voor het Leader project.
Reserve vervanging lampen OV
Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag ad € 12.500 gereserveerd.
Reserve akoestische aanpassingen Gronausesrtaat
In verband met de vergunningverlening en bestemmingsplanprocedure rondom de Gronausestraat is het noodzakelijk op grond van hogere grenswaarden akoestische aanpassingen te verrichten aan woningen in de omgeving. Bij de najaarsnota 2010 is hiertoe € 100.000 beschikbaar gesteld, maar in dat jaar niet besteed. Conform de besluitvorming is het niet bestede bedrag toegevoegd aan een gevormde bestemmingsreserve. In 2014 is gekozen voor een beperkte zoneringsvariant en is de hogere grenswaarde voor het bedrijventerrein de Pol begin 2015 vastgesteld. Door deze hogere grenswaarde is het aantal wettelijk te saneren woningen teruggebracht naar drie woningen en is de reserve in 2014 verlaagd met € 50.000. In 2015 en 2016 zijn nog geen kosten gemaakt.
Reserve handhaving Luttermolenveld
Op 10 juni 2014 heeft de Raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2013 tot het instellen van deze reserve. De eventuele kosten voor inhuur worden met deze reserve verrekend. Hier was in 2016 geen sprake van.
Reserve afboeking grond
Losser heeft samen met de regiogemeenten verder gewerkt aan het bieden van inzicht in de gevolgen van de over programmering woningbouw. Naar verwachting is een substantieel deel van de programmering hard. Echter, de mogelijkheid bestaat dat besluitvorming op dit punt een nadelige invloed zal hebben op het weerstandsvermogen. Om die reden is besloten om een bedrag van € 750.000 uit het jaarrekening resultaat 2015 te bestemmen.
Reserve Omgevingswet
Bij de berap 2016 is besloten om € 200.000 uit het resultaat te reserveren voor de implementatie van de omgevingswet.
Welzijn & Zorg
Reserve privatisering buitensportaccomodaties
De gemeenteraad heeft op 10 juli 2012 besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2011 tot het instellen van deze reserve. Kosten die betrekking hebben op de privatisering van het buitensportgebied kunnen met deze reserve verekend worden. In 2016 zijn, in tegenstelling tot eerder jaren, dergelijke kosten niet gemaakt.
Reserve kulturhus Overdinkel
In de begroting 2006 is er van uitgegaan dat er € 400.000 zou worden geïnvesteerd c.q. zou worden bijgedragen in de bouw van het Kulturhus Overdinkel. In de nota reserves en voorzieningen is er van uitgegaan dat deze investeringsbijdrage ineens zou worden afgeboekt. Omdat er in 2006 geen uitgaven zijn geweest zijn is voor dit bedrag een reserve gevormd. In maart 2013 is door de Raad besloten de € 400.000 beschikbaar te stellen voor de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot het Kulturhus Overdinkel. In 2016 zijn daarom de kosten voor de realisatie van het centrumplein Overdinkel verrekend met deze reserve. In de reserve blijft € 130.000 beschikbaar voor onderhoud de komende vijftien jaar.
Reserve MOP onderwijs '10
Zie onderbouwing ‘Reserve gebouwen MOP’.
Reserve NASB '08+'09
De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn in de begroting opgenomen. Het verschil budget en realisatie wordt verrekend met de reserve. Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de provincie begin 2013 in het kader van de €1.- regeling € 45.000 subsidie heeft verleend voor sport- en beweegactiviteiten. In 2016 zijn de meer kosten verrekend met de reserve.
Reserve impuls brede school 2009
In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om combinatiefuncties mogelijk te maken. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we budget voor 3,9 FTE. Het niet gebruikte budget wordt jaarlijks in de reserve gestort.
Reserve afboeking boekwaarde sporthal
Bij de berap 2016 is besloten € 450.000 apart te zetten voor de afboeking van de boekwaarde van sporthal de Fakkel op het moment dat er een nieuwe sporthal wordt gebouwd. Dit zal waarschijnlijk in 2018 gebeuren.
Reserve gezond in de stad
De gemeente Losser ontvangt via de decentralisatie-uitkering GIDS (Gezond In De Stad) middelen (periode 2015-2017) om de aanpak van gezondheidsachterstanden verder vorm te geven. Bij de resultaatbestemming 2015 is besloten het ontvangen bedrag 2015 te reserveren. In 2016 zijn er geen kosten gemaakt die met de reserve verrekend dienen te worden.
Reserve huishoudelijke toelage
In het collegebesluit van 18 augustus 2015 is besloten om in de maand december te evalueren hoeveel dienstcheques er in het tweede half jaar voor de huishoudelijke hulp zijn afgenomen en hoeveel van het budget is gebruikt, Dit heeft er toe geleid dat de doelgroep huishoudelijke toelage is uitgebreid. Om de te verwachten kosten te kunnen dekken is bij de resultaatbestemming 2015 besloten hiervoor € 139.500 te reserveren.
Reserve frictiekosten & reserve Sociaal domein
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig resultaat geboekt van € 979.000. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2015 is besloten om dit voordeel in een tweetal reserves beschikbaar te houden:
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betreffende verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichtingen van de wethouders zijn gebaseerd op actuariële berekeningen (contante waarde). Het gehanteerde rentepercentage voor deze berekeningen is 0,864%. Dit is conform het voorstel in de circulaire van december van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
|
Toelichting
Natuur & Ruimte
Voorziening Reiniging
Het saldo tussen lasten en baten met betrekking tot de afvalinzameling wordt jaarlijks verrekend met deze voorziening. Dit saldo wordt in volgende begrotingsjaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. In 2016 is een onttrekking begroot van € 392.000. In werkelijkheid hebben er twee ontrekkingen plaatsgevonden:
Een toelichting op deze ontrekkingen is te vinden in hoofdstuk 3.2.
Voorziening Riolering
Het saldo tussen lasten en baten van de riolering wordt jaarlijks verrekend met deze voorziening. Dit saldo wordt het eerstvolgende begrotingsjaar in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan dat onderdeel is van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In de begroting 2016 was een onttrekking aan deze voorziening geraamd van € 75.000. De daadwerkelijke onttrekking in 2016 bedraagt € 378.000. Dit verschil wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt doordat vanaf 2016 BTW wordt toegerekend aan het product Riolering. Dit mag echter niet begroot worden waardoor de onttrekking aanzienlijk hoger uitvalt. Daarnaast zijn de algehele kosten op het product 'Riolering' hoger uitgevallen. Dit wordt toegelicht in hoofdstuk 3.2.
Economie & Werk
Voorziening herstructurering Top Craft
Op basis van de notitie "Mensenwerk" hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december 2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel de Gr-WOT als het uitvoeringsbedrijf Top Craft te ontmantelen en over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en Gr-WOT een voorziening "Herstructurering" gevormd van € 8.284.000 (het Losserse deel is 33%). De stand van het Losserse deel van deze voorziening bedroeg op 01-01-2016 € 1.361.000. De gemaakte kosten in 2016 door Topcraft zijn doorberekend aan de deelnemende gemeenten. Voor de gemeente Losser is dit een bedrag van € 426.000. Daarnaast is er op basis van de actualisatie van de voorziening van Topcraft per saldo een vrijval van € 158.000. Hiermee komt de voorziening van Losser per 31-12-2015 op € 777.790.
Bestuur & Dienstverlening
Voorziening pensioenen wethouders
Op grond van het BBV dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente heeft jegens bestuurders en oud-bestuurders dan wel jegens hun nabestaanden een voorziening te worden gevormd. Jaarlijks zal moeten worden beoordeeld op basis van een actuariële berekening of de voorziening nog toereikend is. Per 01-01-2016 bedroeg deze voorziening € 3.109.000. In 2016 is een bedrag van € 130.000 als pensioenuitkering ten laste van de voorziening gebracht, zodat nog € 2.979.000 resteert. Op basis van actuariële gegevens is een voorziening nodig van € 3.277.000 per 31-12-2016. Dat houdt in dat om de voorziening op het benodigde niveau te krijgen er een toevoeging nodig is van € 298.000. In de begroting was uitgegaan van een toevoeging van € 123.000. Dit resulteert in een nadeel van afgerond € 175.000. Dit is ook terug te zien in hoofdstuk 3.2.
Voorziening uitstroom personeel
Door de onontkoombare uitstroom van een personeelslid is er een verplichting ontstaan voor de komende tien jaar. In 2015 is een bedrag € 12.500 als betalingsverplichting ten laste van deze voorziening gebracht, zodat per 31-12-2016 de hoogte van deze voorziening € 71.000 bedraagt.
Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.
|
Toelichting
In 2016 zijn geen nieuwe langlopende leningen afgesloten. De aflossingen bedroegen 2,8 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2017 is opgenomen in het saldo per 31 december 2016 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg 1 miljoen euro in 2016. Onder de vlottende schulden is de verplichting van de in 2017 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal € 470.000.
Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Per 31-12-2015 bedroeg het totaal aan vlottende schulden € 4.988.000. Door een herrubricering van € 3.150.000 is deze stand per 31-12-2015 voor de vlottende schulden gecorrigeerd naar € 1.838.000.
Per 31-12-2016 maken het negatieve banksaldo ad € 635.000 en de kasgeldlening van € 4.000.000 onderdeel uit van het totaal vlottende schuld ad € 7.366.000. Verder zijn onder deze post tot een bedrag van € 2.731.000 diverse verplichten opgenomen, zoals:
Bedragen x 1.000 Euro's | 2016 |
Af te dragen sociale premies en loonheffing december 2016 | 457 |
Transitorische rente 2016 | 470 |
Betalingen onderweg | 1.299 |
Af te dragen sociale premies uitkeringen | 466 |
Hypotheek depot | 29 |
Overige | 10 |
Totaal overige vlottende schulden | 2.731 |
In artikel 44, lid 2 BBV wordt voorgeschreven dat de nog te besteden middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is, onder voorzieningen moeten worden verantwoord. Dit bleek in de praktijk vooral bij specifieke uitkeringen lastig toe passen. Daarom heeft de wetgever deze regel gewijzigd. Met ingang van het boekjaar 2008 dienen de niet-bestede middelen van uitkeringen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel (“geoormerkt”), als “vooruit ontvangen” op de balans te worden verantwoord onder de post overlopende passiva.
|
Toelichting
Per 31-12-2015 bedroeg het totaal aan overlopende passiva € 1.257.000. Door een herrubricering van € 2.836.000 is deze stand per 31-12-2015 gecorrigeerd naar € 4.093.000.
De overige overlopende passiva bestaan vooral uit vooruit ontvangen bedragen voor openbare lichamen:
Bedragen x 1.000 Euro's | 31-12-2016 |
Provincie | 239 |
Rijk | 54 |
Gemeenten | 412 |
Overlopende passiva openbare lichamen | 705 |
De nog te betalen kosten bestaan uit:
Bedragen x 1.000 Euro's | 2016 |
Jeugdzorg | 1.198 |
Maatwerkvoorzieningen WMO | 467 |
Vakantiegeld | 266 |
WSW | 116 |
Subsidie buurtschoolplein | 100 |
Personeelskosten | 78 |
Subsidie voorleesexpres | 42 |
Toeristisch genootschap | 42 |
DVO Enschede | 42 |
RUD | 40 |
stichting WiL | 31 |
Vennootschapsbelasting | 30 |
Leerlingenvervoer | 25 |
Accountantskosten | 25 |
GGD | 24 |
Huisvesting statushouders | 24 |
Armoedebeleid | 16 |
Centrum Management Losser | 14 |
NOT stuurgroep ZAT | 12 |
Onderzoekskosten Radar | 12 |
Twente Milieu | 8 |
Inhuur mysteryshoppers | 8 |
Kosten de Lutte Noord | 6 |
Versterking winkelstructuur | 6 |
Verzekeringspremies | 5 |
Overige nog te betalen kosten | 14 |
Totaal nog te betalen kosten | 2.650 |
Het bedrag voor de vooruit ontvangen baten bestaat uit diverse kleine posten.
Tot de niet uit de balans blijkende verplichtingen worden de meerjarige contracten zoals langlopende huur- en leaseverplichtingen of onderhoudscontracten gerekend. Daarnaast vallen de overlopende verplichting voor restant verlofuren hieronder.
In tegenstelling tot voorgaande jaren is als gevolg van gewijzigde regelgeving de verplichting voor vakantiegeld over de periode 1-6-2016 tot en met 31-12-2016 als verplichting in het jaarresultaat verwerkt.
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen: Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken.
Voor 2016 komt dit neer op:
De gemeente Losser kent geen langlopende huur- en leaseverplichtingen groter dan € 100.000.
Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:
Tot slot loopt de gemeente Losser, zoals eerder vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen, het risico op een betalingverplichting naar aanleiding van de claim met betrekking tot het recreatiepark Luttermolenveld. Het exacte bedrag hiervan is niet te noemen.
Hieronder volgt het verloopoverzicht volgens artikel 57 BBV van de gewaarborgde geldleningen.
In 2016 zijn er geen nieuwe garantstellingen afgegeven.
Artikel 50 BBV schrijft voor dat aan de passiefzijde buiten de balanstelling het bedrag wordt opgenomen waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt. Voor zover leningen door de gemeente zijn gegarandeerd is buiten telling het totaalbedrag van de gegarandeerde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.
Gewaarborgde leningen | Oorspronkelijk hoofdsom | Stand 01-01-2016 | Correcties 01-01-2016 | Nieuwe garanties | Aflossingen | Stand 31-12-2016 |
Gegarandeerde geldleningen aan: | ||||||
Verbonden partijen | 666 | 420 | 73 | 347 | ||
Kunst/Cultuur | 714 | 299 | 22 | 277 | ||
Overig | 17 | 3 | 1 | 2 | ||
Totaal | 1.397 | 721 | 0 | 0 | 96 | 625 |
Bij deze leningen staat de gemeente voor 100 procent van het vermelde saldo garant.
Daarnaast heeft de gemeente nog verplichtingen op het gebied van de WSW en de WEW:
Percentage borging door de gemeente Losser | Oorspronkelijke hoofdsom | Bedrag borging 01-01-2016 | Bedrag borging 31-12-2016 |
50% | 44.026 | 43.918 | 34.901 |
100% | 1.560 | 1.560 | 1.560 |
Totaal | 45.586 | 45.478 | 36.461 |
Het WSW staat voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Bij deze leningen treedt de Gemeente Losser op als achtervang. Dit betekent dat indien een corporatie niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen allereerst het WSW gehouden is om de betalingen te verrichten. Slechts indien het WSW niet in staat is om deze verplichtingen te voldoen zal de gemeente renteloze leningen aan het WSW moeten verstrekken zodat het fonds alsnog aan de claims kan voldoen. Overigens heeft het WSW momenteel de hoogst mogelijke kredietstatus (triple A) dus is het niet erg waarschijnlijk dat het WSW van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
Het WEW staat voor het Waarborgfonds Eigen Woningen. Dit betreft de Nationale Hypotheek Garanties die worden verstrekt aan particulieren. Hier gelden dezelfde regels als bij het WSW. De gemeente is slechts achtervang.
Alle ten tijde van het opmaken van de jaarrekening beschikbare informatie omtrent de feitelijke situatie per balansdatum is bij het opmaken van de jaarrekening in aanmerking genomen en verwerkt. Er hebben zich na het opmaken van de jaarrekening geen gebeurtenissen van betekenis voorgedaan die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum.